Tagarchief: was

Psjt! ’t is lente!

4 maart. Het is lente. Zeg dat ik het gezegd heb. Het zonnetje scheen. Het was best wel warm buiten. Echt hé!

Ik besloot ook dat het maar eens gedaan moest zijn met snot & co. Want eerlijk, die neus van mij, die hing het gisteren echt nog wel uit. Het liep letterlijk de spuigaten uit. Net toen ik dacht dat ik het ergste achter de rug had qua ziek zijn, ging mijn neus lopen. Ik loop liever zélf. Nog nooit zoveel zakdoeken volgesnotterd. Lastig, en ook: heel charmant, zo’n rode vlek onder je neus.

Gelukkig bleek een nacht slaap toch soelaas te brengen. Vanochtend was het stukken beter. En de zon scheen, dat helpt natuurlijk ook altijd. Dat zonnetje dat riep ook om een stukje te lopen. En wie ben ik om zo’n roep te weerstaan? Ik weg dus. Ik kon het blijkbaar nog, lopen. Zo na een weekje rust. Alleen ging mijn hartslag wel geweldig de hoogte in op een gegeven moment. Ik wijt het aan de microben nog. Die ik er nu hopelijk toch wel allemaal uitgezweet heb. Maar serieus hé, zo stinken dat eerste lentezweet! En dat op 5 luttele kilometertjes. Nochtans, het was niet dat ik winters gekleed was, met een loopshirt en een dun looptruitje.

Maar daar is het wassen dan weer goed voor zeker? Was die overigens vandaag buiten gedroogd is! Jawel! Buiten! Op 4 maart! En zo goed dat dat ruikt dan, zo achteraf. De was was overigens ook droog binnen voor de regenbui. Maar bon… droog is droog, en een mals lentebuitje kan alleen maar deugd doen voor de plantjes.

En om af te sluiten nog een schoontje van Pearl Jam. Zomaar. En omdat. 🙂

Dream the dreams of other men
You’ll be no one’s rival
Dream the dreams of others then
You will be no one’s rival

You will be no one’s rival…

A distant time, a distant space
That’s where we’re living
A distant time, a distant place
So what ya giving?

 

 

Platten tuub

Het fietsseizoen is gestart. Tenminste, dat vind ik. En omdat ik dat vind, vind ik ook dat ik, zoveel als het maar kan, moet gaan fietsen.

Nu… dat is op zich makkelijker gezegd dan gedaan. Was ik goed gestart 2 weken terug, met een mooie zaterdagse fietsrit van 30 kilometer om te starten, en met fietsen naar het werk de week daarna, gooide de storm van vorige week serieus roet in het eten. Of takken op mijn pad. Zoiets. Deze week moest en zou ik mij dus herpakken. En dat deed ik. Maandag, hups, fluks de fiets op naar het werk. Het ging al stukken beter als in die eerste week, want eerlijk, mijn fietsbenen waren serieus zoek. Maar fietste dit al niet wat vlotter? Ging ik al niet wat beter de brug omhoog? En die fietser daar voor mij, kan ik die niet inhalen? Ohw, inhalen, dat doet wel pijn. Maar toch doen. En blijven trappen, dat ook. Ben ik al bijna op het werk? Ja, ik zie de lichtjes al! Joehoe!

De terugrit was zo mogelijk nog beter. Ik fietste vlotjes langs het water, maar zag helaas geen olifantjes. Tempo tempo tempo! Tenminste, dat dacht ik. Met al die lagen kleding had ik geen zin om te kijken of het ook effectief zo was.

*tak* oeps… een steentje. Kan vast geen kwaad. Hopelijk. Door door door. Het licht is groen. Als ik nog even een klein tandje bijsteek, dan ben ik over. En die fietser hier voor mij, ik kan daar toch niet achter blijven hangen? Hups… erover. De brug is al in zicht. Maar mijn fiets doet zo raar? Het zal toch niet? Oh jawel. *ieps* (dat waren de remmen, als de baan nat is doen de remmen van *ieps*) stoppen! En aan de band voelen. Plat. Verdrie. En fokkit ook.

Aja, tuurlijk lacht die fietser die ik daarstraks voorbij reed. Ik zou dat ook doen, als ik hem was. Platten tuub. Op amper anderhalve kilometer van thuis. Wat moest ik nu? Mijn band vervangen? Kan ik dat wel? Ik heb dat al heel veel zien doen, maar het écht zelf doen, nee… dat heb ik nog nooit gedaan. Anderhalve kilometer. Komaan Sandra, geen gedoe, gewoon naar huis stappen, en daar is vast hulp. Stappen stappen… dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Wie heeft er mij ook ooit in die klikpedalen gepraat? Met plaatjes? Had ik nu toch maar een ander systeem gekozen, dan kon ik tenminste gewoon stappen, in plaats van zo’n raar waggelgangetje te doen met de tippen omhoog. Sebiet bleinen. Zou ik niet beter… toch? Ja hé… schoenen uit, schoenen in de rugzak, en verder op sokken.

Brr… best toch wel friskes zo, in januari met sokken op het asfalt. Maar naar huis bellen voor dat onnozele stukje is ook zo stom. Door. *Plets* Dat was een plas. Die zijn ook nat in januari. En koud blijkbaar. Droog is een state of mind. *Plits plats*. Het geluid van mijn natte sokken op het asfalt. Gelukkig is dit fietspad zonder keitjes. Ik houd voor de zekerheid toch maar mijn helm op. Geen schoenen, wel helm. Altijd safety first! Mensen kijken toch maar raar vind ik. Nochtans niemand die stopt om hulp te bieden. Ik moet aan mijn charmes gaan werken. Och, misschien ligt het gewoon niet aan mij, het ligt aan hen. Een klein stukje nog. Ik kan ook zonder hulp, ném!

Hoewel ja, zonder hulp… thuis zat er gelukkig een soort van koene ridder die wél banden kan vervangen. En dit ook effectief deed, terwijl ik mijn vuile voeten ging afschrobben. First things first toch hé! 😉

Moraal van het verhaal: ik moet nu écht heel dringend banden leren vervangen, want ik vrees en weet wel zeker dat dit niet de laatste keer is dat ik plat zal rijden. Zijn er vrijwilligers met veel geduld in de zaal? (maar echt heel veel geduld hé! 😛 )

camera band

Pluk de dag… zo’n beetje

Ik heb een probleem. Een beetje zo. Een mentaliteitsprobleem zeg maar. Allez ja, vind ik toch zelf.

Momenteel ben ik dus thuis. Werkloos, officieel. Voor 2 weken toch. En dat was een eigen keuze. Want ik zou wat rust nodig hebben na dat collectief ontslag, en alles even op een rij moeten zetten vooraleer in in die nieuwe job spring. Dus ja, ik zag mezelf al, vooraf: genietend van het thuis zijn, genietend van het niets-moeten, genietend van die zee aan vrije tijd, genietend van wat extra beweging, genietend van het leven gewoon, quoi.

De realiteit, die is even anders. Want nu ik toch thuis ben, kan ik evengoed met de auto naar de garage. Of de belastingen (laten) invullen.  Moest de garage ook eens niet in orde gezet worden? En moesten er daar ook niet wat kastjes geïnstalleerd worden? En wat met die berg aan was? En oh ja… er moet nog wat eetbaars voorzien worden voor vanavond. En prut… het is gewoon veel te heet voor die extra beweging, ik was woensdag, na die dag garage opruimen en kastjes sleuren helemaal gaar.

Bon, u raadt het al… van echt genieten (op Eddie Vedder maandagavond na dan, ik zit nog altijd op dat wolkje, en ja, het is nogal aan de rozige kant 😀 . Vertelde ik eigenlijk al dat ik nu eindelijk “I am mine” live heb mogen horen? Maar dat het een ander nummer was dat veel harder binnenkwam dan dat? Neen? Dan zal ik dat misschien nog een keertje moeten doen denk ik. Want uiteraard heb ik wat tranen uit mijn ogen moeten vegen. Omstandigheden en vanal. Ik ben ook zo’n watje, soms. Een watje op een wolkje. 😉 ) kwam er nog niet veel in huis. Teveel ‘moetjes’. Moetjes van mezelf.

Dus ja, dat moet (ja, dat moet, alweer) anders. Ik heb nog 1 week “werkloos” zijn te gaan. En daarna heb ik dat ook weer gehad. Ik ben uiteraard niet echt werkloos, want ik heb al mooie vooruitzichten. Maar die extra vrije tijd, die had ik toch even anders ingecalculeerd. Ik zag mezelf al flaneren over leuke markten (dat ik eigenlijk helemaal niet graag naar de markt ga is een detail, laat staan dat ik zou weten hoe ik dat moet doen, dat flaneren), ik zag mezelf al ’s ochtends ergens op een leuk terrasje een ontbijt nuttigen (dat ik eerst na het opstaan wat tijd nodig heb om wakker te worden was ik selectief vergeten), ik zag mezelf zelfs al ergens in een leuke stad wat gaan shoppen (dat ik eigenlijk niet zo graag in een stad ben én dat ik ook niet graag shop… enfin, u snapt het intussen wel).

Volgende week ga ik dat dus anders doen. Ja, de auto moet nog eens terug naar de garage, maar dit keer gaat de fiets mee zodat ik geen 3u moet zitten chambreren in een bloedhete hangar. Voor de rest heb ik weinig plannen. Al die dingen hierboven, die zijn van de lijst geschrapt wegens toch niets voor mij. In plaats daarvan heb ik geen lijst. Ik ga gewoon de dag plukken. Een hele week lang. Allez ja, en mijne fiets een keer poetsen misschien, kwestie van dat die op dat nieuwe werk in dat nieuwe gebouw niet teveel uit de toon gaat vallen. Maar, dat is enkel als er terug meer water mag gebruikt worden, want anders kan het niet. Sterker, mag het zelfs gewoon niet. En die duurloop van 2,5u die zou ik ook heel graag doen volgende week, als het wat frisser is. Want binnen 5 weken zo ongeveer wachten die 26 kilometer in de Harz. Stilaan begin ik mij wel af te vragen waar ik aan begonnen ben… stress!

Bon, ik ga eerst maar eens starten, met dat plukken van die dag. Oeps… zie ik daar nu onder dat venstertablet een stofnet hangen? Eerst even de stofzuiger nemen …. maar daarna! En dan! Maar echt hé!

NLw0511_9

 

Chaos

Iets dat aan me vreet
Op mij getatoeërd
Het antwoord op mijn vraag
Blijft in alle talen vaag

Uit ‘Tunnels’, van Bazart inderdaad. Al had chaos ook wel gepast. Want zo voelt het in mijn hoofd en in heel mijn lijf momenteel. Chaos. Ik ben ermee opgestaan, ik ga er vast ook weer mee slapen. Het zal zijn tijd ook duren.

Ja, tuurlijk weet ik wat het is. Een beetje een samenloop van wat dingen. Dingen waarvan ik sommige niet aan mezelf durf toe te geven. Gevalletje ontkenning. Ik ben er goed in, in ontkennen. Misschien ook iets dat ik maar niet meer moet doen, er is geen reden toe.
Maar goed, soms is het niet anders. Soms is mijn hoofd wat het is. Een hoofd dat toch meer dat gevoel volgt dan ik zelf zou willen. Maar ik heb niets te willen, want het wordt voor mij bepaald. Niet door mijn hoofd, want het blijft voelen zoals het voelt.

Volgen jullie nog? Want ikzelf eigenlijk al lang niet meer. Ook weer zoiets. Dat typt er maar wat op los, en weet niet eens zelf wat ze aan het typen is. Dit is al de derde blogpost die ik start vandaag, maar ik krijg niet echt iets afgewerkt. Allemaal onvolledige verhalen. Er was er al eentje over Restart, en het falen gisteren met de wijn. Wijn ja. Ik had het karakter even niet meer om “neen” te zeggen. Ik was echt toe aan een glas wijn. En aan 2 glazen ook. Ik zal het wel uitleggen bij de coach, morgen. Overigens, kleine update: mijn lichaam vertikt het momenteel ook om af te vallen, ondanks het feit dat ik – op die paar glazen wijn van gisteren na – afgelopen week mijn eetplan foutloos gevolgd heb. Alle redenen waren goed om aan de wijn te gaan eigenlijk. Het werd in ieder geval een heel leuke avond in heel fijn gezelschap. En laat, dat ook. Time flies when you’re having fun peinsek.

wijn

Ik was ook al begonnen aan een verslag over de Brabant Wallon in Beauvechain van gisteren. Bij nader inzien denk ik dat ik er niet zoveel over te vertellen heb, behalve dan dat het nat tot op het vel en heel modderig was. Modder tot aan mijn knieën, van het soort dat er onder een koude douche niet zo goed afwast.
Blijkbaar zag ik er ook “opgezwollen” uit, al vermoed ik dat het “vriendje” (tussen aanhalingstekens ja, wie zegt dat nu tegen een vrouw? Aja, hij dus! pffff ) welke dat zei eerder “opgesmeten” bedoelde. Ook net wat ik nodig had, inderdaad. Gelukkig paste mijn nieuwe T-shirt wel. Maat large, astemblieft! Aha! En schoon, dat ook. Ik ben er in ieder geval heel erg blij mee! Het mag ook een klein beetje meezitten, zo af en toe. 😉

Cancellara-shirt

 

Frustratie

Zaterdagochtend, 10u. Ik zit in de woonkamer, laptop open, koffietje erbij. Gezellig, denk je. Ja en neen. Want eigenlijk heb ik toch zwaar de pest in. Normaal gezien sta ik op zaterdagochtend om 10u klaar om een stukje te gaan lopen. En meestal is zaterdag ook de beste loopdag van de week. Zeker met dit weer. Een beetje miezerregen, ik heb gemerkt dat ik dan beter loop. Heeft misschien te maken met de zuurstof in de lucht, geen idee, maar feit is dat mijn beste loopjes altijd op een regenachtige dag waren.

Ik kwam zo ooit in de gietende regen 2 mannen van de loopclub tegen, die een lange duurloop aan het doen waren als voorbereiding op 1 of andere trail. Achteraf kreeg ik van 1 van hen een mail om mij proficiat te wensen met mijn training in de regen, en dat ik nu toch wel écht bij de lopende zotten hoorde.

Maar goed, niet deze week dus. Want ja, die scheenbenen… ik weet het niet zo goed. Vandaag voel ik niets meer, maar evengoed blijkt een weekje rust geen kwaad te kunnen. Van een weekje rust zou de conditie ook niet achteruitgaan, en kunnen de spieren ook eens helemaal tot rust komen.

Ja, dat snap ik best, enBern mijn verstand zegt ook dat dat meer dan waarschijnlijk het beste is. Kijk, ik kan dat best, naar goede raad luisteren. Maar hoe vreemd ook, mijn lichaam heeft zich na al die tijd ‘gezet’ op die portie beweging. Ik heb dat nodig. Want nu ben ik erg onrustig. Anderen mogen wel, ik niet. En dan net vandaag even een reminder op de Facebookgroep van de GP van Bern. Nog 4 weken. Ha! Alsof ik het zou vergeten! Vandaag over 4 weken loop ik vast al pokkenerveus rond.

OK goed, het is wat het is… ik heb nu plots ook een hele voormiddag vrij om zomaar wat huishoudelijks te gaan doen. Iets met 4 overvolle manden was die roepen om geplooid te worden. Maar ook dat is bewegen zeker? En och, ik maak een deal met mezelf: als de was helemaal weggewerkt is, dan mag ik op mijn fiets springen om mij vervolgens helemaal leeg te gaan trappen.

Nu eerst nog een muziekje zoeken voor bij die was. En ja, dat mag iets fout zijn. Hoewel dat niet bestaat, foute muziek. Als ik het graag hoor, dan is het goed. En eigenlijk wil ik ook van dat muzikaal snobisme af. Daarom: Ik ga Bryan Adams’ Live! Live! Live! in de CD-speler gooien. Want ja… she’s only happy when she’s dancin’ runnin’! (handig, teksten zo kunnen aanpassen. Dat dansen is toch niet zo mijn ding, meebrullen kan ik dan wél weer als de beste!)

Maar ik ben weer aan het uitstellen (dat uitstellen, misschien moet ik het daar ook nog eens over hebben. Evenals over dat huishouden)

Eh…. uitstellen dus… nu toch maar over naar de was! 😉