Categorie archief: Trail

9. Panoramalauf Altenahr 33K

Om maar gelijk met de deur in huis te vallen: I DID IT! Ik heb de 33 kilometer van de Panoramalauf in Altenahr helemaal uitgedaan!

Nochtans, het zag er allemaal niet zo geweldig uit. Ik had 10 dagen vooraf de weersverwachtingen gecheckt, en die zeiden toen 24°. 24°, dat is doenbaar, dat zou mij lukken. Echter, hoe dichter D-Day kwam, hoe warmer de weersvoorspellingen werden. Uiteindelijk bleven ze steken op 31°. EENENDERTIG! En ik ben al niet zo warmtebestendig! Laat staan hittebestendig. Een klein paniekje stak de kop op. En dus mailde ik de organisatie met de vraag hoeveel tijd ik eigenlijk had om die 33K te doen? Ik kreeg als antwoord dat ik mij geen zorgen moest maken, dat ik 8,5 uur had. Na wat nadenken besloot ik toch maar te springen. Uiteindelijk was dit mijn tweede jaardoel, ik kon dat toch niet door wat zon om zeep helpen?

Voor de start, fris en vanal

Zaterdag 9u30 stond ik dus fris aan de start. En het zou geen Walk in the park worden, dat wist ik al. Gewapend met een litertje water in drinktubes, en met wat suikertjes in mijn rugzakje. Dat, in combinatie met de bevoorradingen zou er mij wel moeten doorslepen. Dat ik al van bij de start aan het staartje hing, dat boeide mij niet. Ik zou dat Panoramavarkentje wel wassen op mijn tempo! En dat ging goed, de eerste 7 kilometer. Bij elke kilometer dronk ik 2 slokken water uit mijn tube, en tegen dat ik aan de eerste bevoorrading kwam, had ik mijn litertje water binnen. Wat cola, een stuk banaan en een watermeloentje later was ik klaar om de volgende kilometers aan te vangen. Kilometers met wat hoogtemeters. Veel hoogtemeters toch al. Nu ja goed, de benen wilden mee, en het ging nog vrij vlotjes. Eenmaal boven bleek de afdaling iets te technisch, en moest ik het tempo toch wat beperken. Maar… nog altijd fris, nog altijd ok. En toen kwamen we op de Rotweinwanderweg terecht. Ik wist al dat die bloedheet zou zijn, anders zouden de druiven natuurlijk niet genoeg zon krijgen, maar zooo heet… oh my! Maar wat moest moest, dus door. Tot aan de volgende bevoorrading, die dezelfde was als de eerste. Kilometer 14 zo ongeveer. Maar wat was ik blij dat ik er was!

Hetzelfde scenario: drinken: 2 bekertjes cola, 2 bekertjes water, en een bekertje sportdrank. Dat in combi met wat zoute stokjes en Tucjes zou mij er wel doorhelpen. Mijn tubes werden ook weer gevuld, en ik dus weer door. En ja hoor, ik voelde mij wat beter. Door dus. Maar bloedheet was het, en bloedheet bleef het de volgende kilometers. De zon brandde ongenadig, geen schaduwplekje te zien. Blijven gaan, blijven gaan. En toen kwamen de vermaledijde trapjes, en een tik van jewelste. Ik geraakte amper boven. Damn. En ik was nog niet eens halfweg. De weg draaide af, weer naar boven. Tsja… zonder naar boven lopen ook geen panorama’s natuurlijk. Alleen… de weg bleef in de volle zon. En plots kreeg ik het gevoel dat ik het niet zou kunnen, dat ik er niet zou geraken. Mijn maag deed raar, en dat gevoel ging maar niet over. De fietsbegeleider (wiens opdracht het was om bij de laatste te blijven, ik dus 🙂 ) die ik al doorgestuurd had, was boven een praatje aan het maken met een koppel Finse mensen. Om even te bekomen besloot ik ook een babbeltje te slaan. En om gelijk even door te geven dat ik dacht dat ik er niet zou geraken. En toen kreeg ik een portie feelgood van ikzaljoudaareenshebben! De fietsbegeleider was ervan overtuigd dat het mij zou lukken, en dat ik niet moest letten op de tijd, hij had ook tijd genoeg. Om mij te helpen besloot de Finse dame om het laatste stukje bergop samen met mij te doen. Boven kreeg ik nog een deugddoende knuffel, en ze gaf mij nog mee dat ik er zeker zou geraken. Wat een fijne mensen!

Ik besloot om het de kans te geven tot aan de volgende verzorgingspost. Voelde ik mij daar niet beter, dan zou ik de handdoek in de ring gooien. Het huilen stond mij al nader dan het lachen, maar gezien de omstandigheden zou het geen schande zijn. 33° zeg! Eerst maar eens drinken, dan beslissen. 1 cola, 2, 3, 4… nog 2 bekertjes cola gemengd met spuitwater, en dan nog 2 bekertjes spuitwater. Oef… dat deed wel deugd, wat een dorst! Ik voelde mij al wat beter. En verdorie zeg, ik was toch gekomen om die 33 te doen, wat was dat nu zeg? Tempo doet er toch niet toe? In tropische omstandigheden al helemaal niet. Uitdoen zou voor mezelf al een topprestatie zijn. Dus komop, vooruit met de geit. Drinktubes weer vol, en gaan! Ik besloot om het lopen even te laten voor wat het was, en te gaan tempo stappen. In de schaduw, en dat ging eigenlijk vrij vlot. Zou ik lopen? Neen… verstandig zijn Sandra. Er kwam nog een bergop van het soort waar weer geen einde aan komt, en dan de laatste nog die loodzwaar en steil zou zijn. Mezelf een beetje sparen, wel zo verstandig.

En inderdaad… die bergop, daar kwam geen einde aan, maar al bij al lukte het nog redelijk. Boven bleek er nog een extra bevoorrading te zijn, waar ik dankbaar gebruik van maakte. En dat het vanaf nu bergaf zou gaan. Ja doh! Eerst was er nog een stukje tot aan het hoogste punt, maar wat een uitzicht zeg! Ik besloot om maar wat fotootjes te maken, kwestie van wat te rusten ook. Stikkapot was ik, en er wachtten nog 8 kilometer waarvan de laatste nog ferm bergop. Ik zag er dan ook als een berg tegenop. Tegelijkertijd zag ik dat Michaël, die al gefinished was, meer dan een uur ervoor een SMS gestuurd had om te vragen of alles ok was. Ik stuurde terug dat ik kapot was, en net de bevoorradingspost boven voorbij was en aan de afdaling ging beginnen.

Die afdaling, dat wist ik van de keer dat ik daar de 16K gedaan had, was nogal technisch. En ik was moe. Bijgevolg schoof ik onderuit, en besloot daarna het lopen toch maar helemaal te laten voor wat het was. Rustig aan naar beneden dus. Ik kreeg intussen ook pijn aan mijn rechtervoet, maar ik maakte mij verder daarover geen zorgen.

Eens beneden zag ik plots een soort van fata morgana. Met nog ongeveer 6 kilometer te gaan, of iets meer misschien, dacht ik Michaël te zien. Die zou toch niet zo zot geweest zijn om… o jawel hoor! En ik was maar wat blij om hem te zien, wat het vat was echt af. Ondanks dat hij geen antwoord gekregen had op zijn SMS (of toch pas na een uur), was hij uitgegaan van mijn koppigheid en vermoedde hij dat ik nog altijd onderweg was. Lopen lukte mij echter niet meer – die verdomde hitte sneed ook altijd dadelijk mijn adem af – maar stappen ging gelukkig nog altijd wel. De fietsbegeleider bevestigde dat ik nog altijd goed bezig was, en dat we de finish zouden halen. De laatste bevoorrading kwam in zicht. Een bevoorrading waar ik met applaus onthaald werd! Wat een super-organisatie is dit toch!

Top-fietsbegeleiding!

Na nog een paar bekertjes cola wou ik nog een bekertje sportdrank nemen. Wat mij afgeraden werd, wegens meestal in de onjuiste hoeveelheden verdund. En toen viel de euro! Dat bekertje wat ik eerder gedronken had, was de oorzaak geweest van de last aan mijn maag! Weer iets geleerd, en daarna op naar de laatste kilometers. Waar ik, alweer, als een berg tegenop zag. Ik heb het gecheckt, de laatste 6 kilometer hadden nog meer dan 220 hoogtemeters. En steil, dat ook. In stukken en brokken geraakte ik uiteindelijk ook boven, en kwam het bruggetje naar de Martinshütte eindelijk in zicht! Met nog een laatste rondje rond de hut, en het bijhorende applaus (echt, zo geweldig die sfeer daar) geraakte ik uiteindelijk ook aan de finish. Met een persoonlijke verwelkoming, met een roos voor Sandra erbij, zat het erop! Ik had het gedaan! Steendood, maar gezond en wel als laatste van de 33K aan de finish!

De finish, eindelijk! En al lopend, dat ook. 😉

Het was de zwaarste, de heetste, de langste maar ook de mooiste loop die ik ooit gedaan heb. 10 keer doodgegaan, 20 keer opgestaan, en op koppigheid uitgedaan. Maar die 33K van de Panoramalauf in Altenahr, met zijn meer dan 1000 hoogtemeters, die zijn wél in de pocket, en ik ben er dan ook geweldig trots op! NAILED IT, ondanks de hitte, ondanks de dip, ondanks de talloze blaren.

Nu de Muskelkater even verwerken, al valt die veel beter mee dan de blaren aan mijn rechtervoet.. hoewel, hoe langer ik zit hoe erger het wordt, dat belooft voor de eerste werkdag :D. En dan kan ik nu weer even een nieuw doel stellen. I’ll be back! 😉
Kan ik mij eigenlijk al inschrijven voor de volgende editie? 😉

Advertentie

Geef er een patat op!

Binnen nu en 10 dagen is het van datte: mijn grootste uitdaging tot op heden. Jeps, in mei was dat de 25K op de Breweries, en volgende week zaterdag *bibber bibber* is dat de 33K op de Panoramalauf in Altenahr.

Ben ik er klaar voor? Goh… mentaal of fysiek? Ik weet het niet. Ik heb mijn kilometers in de benen, ik heb de afgelopen 4 weken 2 halve marathons gelopen en daar bovenop nog wat heuveltjes getraind. En het loopt wel weer vlotjes, in tegenstelling tot anderhalve maand geleden. De recuperatie is er ook. Na die eerste halve marathon had ik de week erna toch wat last van stijve spieren, van kuiten die niet meewilden… maar na de halve marathon van vorige week viel dat allemaal wel supergoed mee. Lopen is geen opgave meer, maar iets dat ik doe. Iets dat ik kan. En dat op zich is al hoopgevend.

Deze week staat er nog een rustig loopje van een 15K op de planning, en daarna is het rust. Rust als in fietsen komend weekend, en rust als in nog een paar rustige kilometertjes lopen volgende week. En dan is het zover. Ik denk dat ik er mentaal ook wel klaar voor ben. Ik weet hoe het parcours in elkaar zit, en dat ik wat krachten moet sparen voor de laatste bergop. Want ja… om aan de finish te geraken moet ik in de laatste kilometers nog even die laatste heuvel overwinnen. Ik heb voor mezelf dan ook een soort van plan bedacht, een plan waarmee ik gezond aan de finish zou moeten komen.

Wat dat plan dan inhoudt? Wel, heel simpel: als het bergop te zwaar is, dan ga ik stappen. Eens boven, dan ga ik genieten van het uitzicht (hey, het heet Panoramalauf voor iets hé!), en als de bergafjes het toelaten (lees: niet te stijl en te technisch zijn) dan loop ik bergaf en de vlakke stukken.

En verder: genoeg eten en drinken onderweg. Ik neem mijn eigen voorraadje drank mee, want gezien ik een trage loper ben, duurt het voor mij iets langer vooraleer ik aan een bevoorradingspost ben. Ik ga aan elke post ook de tijd nemen om even te bekomen, iets te drinken en te eten, en dan weer op het gemakje door. Zo zou het moeten lukken. Zo moet het gewoon lukken. Ik weet dat ik het, op mijn tempo en op mijn manier kan. Dus ik ga dat doen.

Maar ik weet uiteraard ook wel dat ik op sommige stukken gewoon keihard ga doodgaan. Dat ik het gevoel ga hebben dat ik niet meer verder kan, dat mijn benen niet meer gaan verder willen, en dat ik ook ga denken “ok, ik stop, kom mij maar halen”. Gezien dat laatste totaal geen optie is, ga ik dus wel door moeten. En dat ga ik ook gewoon doen. Want ondanks het doodgaan onderweg, gaat de voldoening aan de finish er hopelijk wel zijn. Ik hoop in ieder geval het laatste rondje toch lopend af te leggen, dood of niet dood. Ik zal er geraken.

Of zoals het op het superleuke kaartje stond dat ik deze week kreeg: geef er een patat op!
Will do! 😉

Ingeschreven!

Ingeschreven! Nu is het dus voor echt. Ik ga ervoor: de 33 kilometer van de Panoramalauf in Altenahr. Weliswaar nog altijd met een klein hartje wegens momenteel niet zo geweldig in loopvorm, maar ik heb nog wel wat tijd om nog wat op te bouwen. En ik heb natuurlijk ook nog altijd een stok achter de deur in de vorm van: als ik voel dat het tegen die tijd écht niet gaat lukken, dan switch ik naar de 16 kilometer. Maar ik hoop dat dat niet moet.

Want bon ja, die loopvorm. Intussen heb ik alweer wat meer kilometertjes gedaan, maar die liepen niet allemaal even vlotjes weg. De warmte is voor mij nog altijd een dikke partypooper, ik kan er gewoon niet tegen.

Gisteren startte ik nochtans ferm gemotiveerd. Ik zou een stukje meelopen met vrienden die 30K gingen lopen van Schaarbeek naar Halle. Ik zou mee starten, en dan in Ukkel hen uitzwaaien en met de trein naar huis komen. Zo ging het ook, alleen gingen de eerste kilometertjes stukken vlotter dan de kilometertjes boven de 10 kilometer. De zon was tegen dan ook heel erg haar best aan het doen, dus het werd alsmaar warmer en warmer. Puffen, hijgen, blazen… en dan ook nog bergop moeten. Kijk, ik wéét dat hé, dat Brussel bergop gaat. Maar waarom vergeet ik dat dan altijd weer?

En bon ja, lopen tussen beton is nog altijd een pak warmer natuurlijk dan lopen in een park of een bos. Het verschil was dan ook merkbaar, telkens we een parkje passeerden. Of zeg maar parken, want in Brussel hebben ze toch wel serieuze groene oases. Die ook ferm bergop gaan zeg, daarzo in Ukkel. Wawasmeda! Maar toch een mooie 10 mijl in de benen met wat hoogtemetertjes. En een hoge hartslag. Ik had die hartslag ook beter niet gecheckt zo onderweg, want toen sloeg de paniek toe en leek het lopen plots totaal niet meer te lukken. Terwijl het ervoor nog wel iets of wat lukte. Kip die ik ben. Maar al doende leert men, dus volgende keer niet meer checken. Nem!

Neemt niet weg dat de Panoramalauf, het zegt het zelf natuurlijk al, ook bergop zal gaan. Want anders geen panorama’s. Dat weet ik. En dat het niet van de poes zal zijn, dat weet ik ook. 1100hm, astemblief! Maar… ik heb tijd. De hele dag als het moet. En dat zal ook moeten. 😀 Ik heb voor mezelf uitgemaakt dat tijd niet belangrijk is, dat ik de afstand gewoon met gezond verstand wil uitlopen, en dat ik ervan ga genieten. Ik ga dan ook af en toe eens stilstaan bij een mooi uitzicht, en vooral ook de tijd nemen aan de talrijke bevoorradingen.

Dat is het plan. En nu trainen. En terug wat meer kilometertjes doen. En aan dat gewicht werken, want elk kilootje dat ik niet mee naar boven moet sleuren is winst. Want ik wil, ik moet en ik zal! Oh ja!

Dit was 2018…

Middernacht, 1 januari 2018. *knippert even met de ogen* 31 december 2018. Eh.. halloooo! Waar is dat jaar naartoe? Zo snel? Dakannie, het was ook nog maar net zomer! Eeuwigdurende zomer. OK ja, nu is het wel koud, maar dan nog… dit jaar kan echt nog niet voorbij zijn. Toch?

Bon… 1018 dus. ’t Is voorbij. Tijd voor statistiekjes. Wat waren de doelen en *tromgeroffel* heb ik deze behaald? Spannend, spannend! Eerst het lopen maar. Doel was 1.800 kilometer. En neen, niet gehaald, maar wél meer gelopen dan vorig jaar, 1.681 kilometer. Wat ook niet niks is. Vind ik. En dan het fietsen. Dat fietsen, dat is toch elk jaar een probleem om dat doel te halen. Dit jaar had ik het doel ook iets hoger gezet, ondanks dat ik het vorig jaar niet gehaald had: 3.000 kilometer fietsen, dat zou ‘m worden. En het zag er heel lang goed uit. Maand na maand zat ik op schema, en dacht ik dat het wel heel makkelijk ging dit keer. En toen werd ik overmoedig en liet ik de fiets al een keer staan. En nog eens. En nog eens. Om dan plots in de laatste week van het jaar te beseffen dat ik toch nog 30 kilometer moest dichtrijden! Op een ijskoude winterdag. Maar wat moet moet zeker? 45 kilometer in de pocket, en de 3.000 fietskilometers ook. Mijn bevroren teentjes zeiden het ook: jeuj!

In 2018 deden ook de langere duurloopjes hun intrede. De bedoeling is om de hartslag naar omlaag te krijgen, om zo langer te kunnen lopen. Wat op zich allemaal wel goed ging, behalve als er op trainingstempo moet gelopen worden op wedstrijd. Dat.doe.ik.dus.niet.meer. Ik loop al tergend traag, en dan nog trager gaan lopen, dat is een beetje de hel. Vind ik persoonlijk. Ook in 2018 moest ik, om de trage duurloopjes te compenseren, aan de intervaltraining. Iets waar ik als een berg tegenop keek. Uiteindelijk bleek dit wel mee te vallen. Ik krijg trainingen op maat aangereikt, en tot hiertoe bleken ze wel haalbaar.

Al die trainingsarbeid had zo op het einde van het jaar ook nog resultaat. Ik liep tijdens een 10-kilometerwedstrijd mijn snelste 10 kilometer ooit, aan een gemiddeld tempo van 6:30/kilometer. Ik deelde die wedstrijd ook goed in, de eerste helft wat trager, en in de tweede helft had ik nog wat reserve om nog wat mensen in te halen. Dit is eigenlijk het tempo dat ik tijdens een marathon zou moeten lopen, maar eerlijk: 10 kilometer was aan dit tempo echt wel genoeg.

Maar was dit dan het hoogtepunt qua lopen van 2018? Nope, absoluut niet. Qua hoogtepunt staat met stip op 1 de 10 mijl aan de Rursee. Zoo mooi, zoo genoten. Wat een geweldige dag! En op 2 staat, heel eervol, de 22 kilometer van de Harz-Brockenlauf. Fantastisch mooi weer, een mooie loop in de natuur en dat allemaal tijdens een supermooi 4-daags weekend in goed gezelschap. Meer moet dat écht niet zijn.

Wat zijn dan de plannen voor 2019? Onvermijdelijk komen we dan eerst bij dat Plan M. Plan M, waarvan ik eerst nog een beetje overmoedig dacht dat dat in 2019 wel zou kunnen plaatsvinden. Echter, curieuzeneus die ik ben, was ik eens gaan rondsurfen naar wat marathonuitslagen van mensen die het tempo lopen wat ik nu loop. En daar haalde de realiteit mij een beetje in. Want ZES uur! Dat is de tijd die mensen die een marathon liepen aan het tempo wat ik nu loop, erover deden. En dan stel ik mezelf de vraag: wil ik dat? En daarop is het antwoord ook duidelijk: Neen. Dat wil ik dus duidelijk niet. Want dat zijn niet alleen eenzame kilometers, ik vraag mij eigenlijk ook af of ik daar voor mezelf eer uit zou kunnen halen. En in alle eerlijkheid: neen, ook dat denk ik niet. Ik vermoed dat ik dan eerder teleurgesteld over de meet ga komen. En dat is duidelijk niet de bedoeling. Als ik die marathon loop, dan wil ik hem – binnen mijn mogelijkheden – ook goed lopen. Dat wil zeggen: op mijn best getraind, op een tempo waarvan ik weet dat dat echt het hoogst haalbare is, en weten dat ik er alles voor gedaan heb. En zover ben ik nog lang niet. Mentaal misschien wel voor een deel, maar lichamelijk valt er nog wel wat bij te schroeven.

Ik heb dus beslist dat er nog niets te beslissen valt. Ik wou een marathon plannen en mij inschrijven, maar ik doe dat dus voorlopig nog niet. Wel ga ik voor wat kortere afstanden. Kortere afstanden als een ten miles, een halve marathon, een 25 kilometer, en kers op de taart: een 33 kilometer-trail. En daarna zien we dan wel weer. Die marathon wacht wel, en op zich: als ik nog een jaar flink door train, dan kan ik hem waarschijnlijk wel lopen in het jaar dat ik 50 word. Als dat geen mooi vooruitzicht is. Dat lopen dan, niet dat 50 worden. 😉

En voor de rest, en nu wordt het (heel even maar 😉 ) melig: het leven is eigenlijk verdomde kort. Dat mocht ik maar weer eens ondervinden bij het afscheid van een (jeugd)vriend en leeftijdsgenoot een paar maanden terug. Vrienden zijn belangrijk, en als je dan ook nog zo’n paar vrienden hebt waar je altijd weer terecht kan, die jou kennen, die weten hoe je in elkaar zit, zelfs al zie je elkaar een tijdje niet… wel, die vrienden, onnoemelijk veel hartjes voor jullie!

Dus ja, wat mij betreft mag het, zowel op sportief als op privé-vlak, allemaal nog nét iets meer, er kan nog nét een tandje erbij. Of dat ook lukt… knipper even met uw ogen, en kom dan nog maar eens teruglezen. 😉

De Harz-Gebirgslauf

Afgelopen zaterdag liep ik een superleuke halve marathon, in het Harz Gebergte. Diegenen die dit niet kennen: opzoeken en naartoe gaan, supermooie streek daarzo!

2018-10-12 18.22.44Die halve marathon, het woord gebergte zegt het al, die was inclusief wat hoogtemetertjes. Nu had ik in mijn hoofd zo onderweg, terwijl ik daar rondhuppelde in dat gebergte, al een halve blog geschreven. Alleen… dat blogs schrijven in mijn hoofd is 1 ding, ze achteraf nog kunnen reproduceren is weer totaal iets anders. Ik weet zeker dat er zo al wel wat schitterende ongeschreven schrijfsels verloren zijn gegaan! Damn. Signeren op de boekenbeurs zal op de bucketlist moeten blijven staan.

In ieder geval: daar waar we sneeuw gevreesd hadden op dé Brocken – de marathonlopers gingen inderdaad de mythische Brocken over – werd het een stralende nazomerse dag. Bij een temperatuur van ongeveer 25° overwon ik meer dan 550 hoogtemeters op een afstand van 22 kilometer. En dat ik ervan genoten heb! Echt waar, zo’n zalig loopje dit!

Bij de start vreesde ik anders nog even om laatste te lopen. Blijkbaar werden de laatste lopers begeleid door een quad, en om eerlijk te zijn zag ik dat totaal niet zitten. Lopen ook niet. Maar bon… de ongerustheid was niet nodig, want al op de eerste helling gingen mensen aan het stappen. En liep ik hen vlotjes voorbij. Op kilometer 3 was ik er zo toch al vrij zeker van dat ik dit keer niet de laatste zou zijn. En die gedachte alleen al maakte dat er een pak van mij afviel, en het lopen een stuk gemakkelijker leek te gaan.

Ik liep dan wel alleen, maar wat was dit genieten. Ik mocht weer door mooie bossen hollen, over leuke paadjes, en kreeg er op de koop toe prachtige zichten bij. Tot kilometer 8 zo ongeveer had ik zelfs het gevoel dat ik alles zou kunnen lopen, de volle 22 kilometer, want elk heuveltje dat ik tot dan tegengekomen was, bleek beloopbaar. En toen liep ik een stukje verkeerd… en werd ik terug op de goede weg gezet door een vriendelijke passant: “de halve marathon is langs daar, jij moet naar boven”. Naar boven naar boven… dat dat allemaal wel mee zou vallen, dacht ik nog. En ik zette fluks mijn looptochtje verder. Om een paar honderd meter verder toch te beseffen dat het lopen niet meer zo fluks ging, dat het toch wel stevig bergop ging, en dat ik misschien toch beter over zou gaan op stappen. Onderweg werd ik, zoals tijdens de 8 kilometer ervoor, aangemoedigd door de wandelaars die ik passeerde. Zo super! Alleen was die ene wandelaarster toch wel heel erg optimistisch toen ze mij zei dat het nog een klein stukje naar boven was en dat daarna de afdaling kon ingezet worden! Doh! Omhoog ging het, en omhoog bleef het gaan tot na kilometer 12.

En hey… zag ik daar die meneer niet die mij op kilometer 5 voorbij gegaan was? Samen met blijkbaar nog 2 andere lopers? En als zij daar nu nog maar zijn, en ik mét het stukje dat ik misgelopen was nu al zoveel ingelopen had, dan kon ik hen toch ook wel inhalen? Jups… de target was gezet, en ik moest en zou. Inderdaad! En zie… nét voor de top ging ik meneer vlotjes voorbij. Jeuj! Nu de 2 dames nog. Ik zag hen telkens een stukje lopen en daarna weer stappen. Als ik zou blijven lopen, niets overhaast maar gewoon een tempo waarop ik kon blijven lopen, dan moest ik hen toch kunnen inhalen?

Metertje na metertje kroop ik zo dichterbij. Tot ik hen echt op de hielen zat, en 1 van hen het terug op een lopen zette. Om 200 meter verder weer te gaan stappen. En dan weer te lopen. Erg enerverend zo, maar ik was ervan overtuigd dat het mij toch zou lukken. En kijk… op kilometer 17 had ik haar te pakken, aan de bevoorrading. Ik wou niet te lang blijven plakken, grabbelde snel een banaantje en een beker water, en ging door. Volgde ze? Neen… ze bleef achter! Mijn hart maakte zowaar een klein vreugdesprongetje.

De marathonlopers mengden zich op dat punt ook met de achterhoede van de halve marathonlopers. Gezelschap! Alleen gingen zij natuurlijk wel een pak sneller dan ik, maar ik besloot het niet aan mijn hart te laten komen. Ik zocht een voor mij goed afdaaltempo (dat afdalen is anders wel een dingetje, ik moet wat meer durven denk ik, dan valt er nog wel iets aan die tijd te doen), maar het liep wel vlot. Lastige weggetjes anders wel, vol met steentjes en redelijk stijl naar beneden. Dat zou zich later ook wel laten voelen in de beentjes!

En toen waren we beneden! Nog 2 kilometer gaf het bordje aan, het einde was in zicht. De laatste kilometer kreeg ik naar mijn gevoel nog vleugels. Al die supporterende mensen, cheerleaders, handgeklap. Na 21 zware kilometertjes zette ik toch nog even een voor mij verschroeiende eindspurt in van ongeveer 1300 meter. Het liep nog super, en de ‘tuut’ aan de finish was de kers op de taart. Alleen jammer dat de medailles enkel voor de marathonlopers waren, dat was wel een bummertje. Ik had er graag eentje aan mijn bescheiden collectie toegevoegd, zeker van zo’n leuk natuurloopje waar ik het naar mijn gevoel goed gedaan had. Maar goed… ik stop met klagen, want ik kreeg wél een mooie oorkonde. Hoera! Waar en wanneer is dat volgende (natuur)loopje? 😉

 

Nieuwe uitdagingen

Feestjes, dat is voor niks goed. En al helemaal geen feestjes waar je taart een instant crush heeft en ondersteboven van je is (true story, ik heb er een foto van! 😉 ), en waar er met leuke vriendjes gepraat wordt over lopen en fietsen, en waar je dan de boel (alweer) mee afsluit.

taart

Bon, dat fietsen, daar gaan we kort over zijn: ik wou wel, ik was er klaar voor, maar volgens de Doodle ging er niemand. En dus ben ik ook niet geweest. Waarna ik later zag dat er wel degelijk gereden was. Tot zover de Doodle. Ik wou eerst nog alleen gaan fietsen, maar mijn hoofd stond er eerlijk gezegd niet meer naar. Ik heb dan maar gelopen. Altijd goed. Het was er trouwens het weer voor.
En verder komt het met dat fietsen wel goed, ik heb een plan in mijn hoofd, maar ik hou dat nog even in mijn hoofd. 🙂

Next! Het lopen. En mijn plan M. Een plan dat ik de laatste maanden een beetje naar de achtergrond geschoven heb, omdat het lopen even niet ging zoals ik wou of verwachtte dat het ging. Het liep niet. Of niet zo goed. Eigenlijk liep het zo slecht, dat ik er even aan gedacht heb dat hele plan M maar naar de vuilnisbak te verwijzen. Gelukkig kwam het intussen weer goed, tussen mij en dat lopen. Ik heb weer zin om er tegenaan te gaan, en gelukkig maar. Want 2019 komt nu wel heel erg snel dichterbij, en dan zou het toch echt moeten gaan gebeuren. Zo hadden we dat toch afgesproken. Alleen zwem ik een beetje in het ijle met het hoe en het wat. Ik heb dus maar eens wat advies gevraagd aan dat vriendje dat het aandurft om die hele marathon met mij te gaan meelopen. Hij weet waaraan hij begint, hoop ik. Neen, weet ik wel zeker, hij kent mij goed genoeg om dat en mij aan te kunnen op die afstand. In eerste instantie ga ik proberen een dag per week meer te lopen, 4x/week dus, en ook wat langere afstanden inbouwen. En blijven fietsen, dat ook. Dat zou moeten doenbaar zijn. Denk ik. 😉

Echter, zo al pratende kwamen er ook wat leuke loopevents voorbij. Want waarom zou ik mij moeten beperken tot die marathon? De weg ernaartoe, die moet ook leuk blijven natuurlijk. Dus ja… het volgende jaar is eigenlijk al zowat helemaal volgepland. Morgen dat verlof maar al eens aanvragen. 😉

  • Paasvakantie: 1 week fietsen. Regio Mont Ventoux. Rijd ik erop? Geen idee. Het is geen must voor mij. Ik zie wel als ik daar ben.
  • Begin juni: heel misschien een bergtrail van ongeveer 23 kilometer. Ik moet er nog eens goed over nadenken, maar hoe langer ik erover nadenk, hoe enthousiaster ik er eigenlijk over word. Hieraan voorafgaand zal ik denk ik ook weleens wat meer bergop moeten gaan trainen… want makkelijk zal het niet zijn. Genieten des te meer, want in de bergen, daar ben ik graag.
  • Einde augustus: de Panoramalauf in Altenahr. Ik deed er al een keer de 16 kilometer, maar nu zou ik voor de 33 gaan. Ik moet dan ook wat langere afstanden doen tegen die tijd, en op zich is dit dan ook een goede training. Ook deze zal best wel zwaar zijn, maar in voorbereiding op de marathon lijkt het mij wel een goede.
  • Einde september: halve marathon in Buggenhout. Die ga ik dit jaar ook lopen, dus volgend jaar meer dan waarschijnlijk ook. Tenzij dat het dit jaar dik tegenvalt natuurlijk, dan wordt het weer de 12 kilometer. 🙂
  • En dan wordt het kiezen. Ga ik in oktober voor een stadsmarathon in Duitsland, of voor een soort van natuurmarathon in Frankrijk? De natuurmarathon heeft een limiet van 5u30, de stadsmarathon van 6u.  Mijn verstand zegt van “doe die stadsmarathon maar, dan kom je zeker binnen tijd binnen”, maar dat hart denkt er eigenlijk heel anders over. Dit wordt nog een lastige… ik denk dat ik de keuze voor mij ga laten maken.

Eerst dit jaar nog maar eens aanpakken. En inderdaad wat meer en langer gaan lopen.  Gisteren liep ik daarom al een traag rondje van 16 kilometer. Zo’n loopje waarop je wat rondhobbelt, en rondkijkt, en waarvan je vooral denkt: damn, dat lopen is eigenlijk wel plezant. Dat lopen in die laagste hartslagzone, dat gaat ook alsmaar makkelijker. Uiteraard zijn er uitschieters als ik een brug moet oplopen, of als ik in de zon loop, maar als daarna die hartslag weer zakt, maak ik mij verder geen zorgen. 2 weken terug liep ik ook samen met mijn mede-gazelleke een mooie 16 kilometer aan een iets hoger tempo met een iets hogere hartslag. En ook dat liep goed. Het is geruststellend te weten dat die marge er is.

 

En verder…  Eerst de Challenge du Brabant Wallon verder afwerken. En nog een stratenloopje hier of daar. Einde september loop ik dan de halve marathon in Buggenhout. En dan komt het. 2 weken daarna is er toch weer een mooie uitdaging vastgezet. Gisteren zo, op dat feestje. Ik heb geen idee of impulsbeslissingen op feestjes goede beslissingen zijn, maar goed… de uitdaging staat er. Ik ga de halve marathon op “den Brocken” in het Harz-gebergte lopen. Eerst bergop, en daarna bergaf. Vooral dat tweede stuk lijkt mij heel erg leuk. 😉 Maar ik heb op de tussentijden zitten kijken van de bevoorrading, en ik denk dat mij dat wel moet lukken.

Ik weet in ieder geval weer waarvoor ik train. Misschien op een volgend feestje dat glaasje wijn toch maar vervangen door een glaasje water, want wie weet wat komt er anders nog uit de bus qua uitdagingen. 😉

 

Trailberg Everberg

De Trailberg in Everberg. Hij stond al op onze agenda sinds december, ingeschreven en betaald en al.
Everberg ligt niet zo ver van hier, kilometertje of 15, hoop en al. Ik had er begot 2 weken geleden nog langsgefietst met de Fietsmadammen. We hadden toen wel wat hoogtemeterkes gefietst, maar hey… dit is nog altijd Vlaams-Brabant, geen Ardennen, dat zou allemaal wel meevallen.

Wij naar daar dus. Ik was niet eens nerveus. Nope. Ik ging trailen, en dan valt dat wedstrijdelement voor mij eigenlijk weg. Genieten ging ik doen, want dat we in een mooie streek gingen lopen, dat was al iets wat zeker was. En 2 bevoorradingen onderweg, astemblief! Van honger en dorst zouden we dan ook al niet omkomen.

 

Het tempo zat er van bij de start al goed in. De eerste kilometertjes waren dan ook vlak, zij het wel door bos en veld. Ik liep laatste, zoals ik vooraf al gedacht had, maar had daar totaal geen probleem mee. Neen, ik liep, en het liep best wel vlot. Geen gezeur in mijn kuiten, geen stramme benen. We waren ook een mooi trio zo. Sammy op kop, Els in het midden, en ik erachteraan. De 2 dames pasten hun tempo aan het mijne aan, en zo bleven we mooi samen tijdens de hele trail.

En ja, het moest er dan eens van komen, bergop-lopen. Geniepig ook, na een bergop een bergafje beloven, en dan je het bos laten indraaien, weer bergop. Maar al bij al liep het wel. Ook bergop. Ik had vooraf voor mezelf uitgemaakt dat ik ging proberen van ook bergop te blijven lopen, en kijk… dat lukte zowaar. Ik moet het ooit een keer leren, toch?

Bergop lopen loont overigens, want de oooooh’s en aaaaaaah’s waren niet te tellen toen we het uitzicht bewonderden. Schoon mannekes, echt, schoon!

 

Na de tweede bevoorrading zetten we weer aan voor de tweede helft. Vertrekken na een kleine pauze is altijd even lastig, maar we vonden toch de goede tred weer. Nu ja… dat is tot er weer een bergop kwam. En nog eens bergop. En dan nog eens. Halloowwwww! Waar bleven ze ze halen zeg! Nu ja… EverBERG, het zegt het misschien ook zelf al wel…

En goh ja… dat bergop lopen… op een gegeven moment wou ik wel, maar lukte het gewoon niet meer, en moest ik toch stappen. Het segment heette daar waarschijnlijk niet voor niets ‘Alpenweide’. Strategisch daar bovenaan stond natuurlijk de fotograaf, dus helaas… geen gazellekesfoto. Hoewel de fotograaf (merci Marc Fourmois, de foto’s zijn als altijd super!) wél échte gazellekes gespot had! Sammy, we hebben nog wat werk aan onze gazellekesstijl!!

 

Daarna ging het – dacht ik – in een rechte lijn naar de finish, een beetje bergaf en wat plat zo. Verkeerd gedacht, want Running Mate Filip stond daar plots ergens langs de kant: “Sandra, er komt nog een bergske, maar je moet niet lopen hé”. Bergske bergske, ik was moe, ik hoefde geen bergskes meer. Wat een gedacht! Bon… dat bergske bleek bergaf te zijn. Stijl bergaf. En dus besloten mijn voeten maar dat het even genoeg geweest was en struikelde ik. Daarmee had ik de grond ook eens van dichtbij gezien. Stoffig, dat wel, die grond. Maar ik overleefde het. Op, en maar weer door. Hopelijk nu plat.

Niks daarvan, of wat had ik gedacht? We mochten nog eens bergop, van lopen was helemaal geen sprake meer. Ik schoof dan ook nog eens elegant onderuit. Ik ga er een hobby van maken denk ik. Daarna was het voor mij wel goed geweest. Slenteren naar de aankomst zou nog wel lukken, maar dan wel heel traagjes. Een vriendelijke meneer liep met mij mee en zorgde voor de morele ondersteuning: “hier het weggetje door, en dan naar links, en dan ben je er”. Nu, dat weggetje dat bleef maar duren. Stom weggetje. In de laatste meters ging er blijkbaar ook nog een clubgenoot ons voorbij, en hoorde ik Sammy zeggen “gaan we hem nog kloppen in de sprint?” Sprint? Sprint? Niks sprint, sleffen naar de aankomst ja, dat ging ik doen. Een aankomst die gelukkig vlak na het weggetje te zien was. En vlakbij was. Echt, dat geeft dan ineens vleugels! We waren er, 14 straffe trailkilometers en 2u later!

 

Na wat selfiegedinges (ja, iedereen wil met een #gazelleke op de foto 😂😄) en shoefies aan de finish, was het hoog tijd om het zout van ons gezicht te gaan wassen en te genieten van de rest van de festiviteiten. Het was verdiend, me dunkt! Het was een megaschoon parcours, wel keizwaar, maar we hebben het toch maar schoon weer gedaan! Tsjing, op het volgende loopje!

 

 

Wartrail Zonnebeke

Heel af en toe heb ik écht wel goede ideeën. Ideeën die op dat moment schitterend lijken, maar die ik achteraf toch niet als zo geweldig bestempel. Iets met impulsief en zo van die dingen. Zo ook nu weer. 2 vrienden van de atletiekclub zouden een trail gaan lopen in Flanders Fields. Dus jah, wat doet bibi dan: eens gaan kijken wat voor soort trail dat is. En heeeey, ze hebben ook een kortere afstand. Dus ja, je voelt het al van ver aankomen: ik vroeg of ik mee mocht, en schreef mij in voor de 12 kilometer.

Nu, op zich is dat allemaal niks. Ware het niet dat die trail gelopen werd op mijn verjaardag, én op de dag na mijn feestje. Oeps. Reden te meer om het niet té laat te maken (hoewel, ik kon nog anderhalf uur in de auto slapen, blijkbaar wel op voorwaarde dat ik niet zou snurken), en reden te meer om ook de wijn met mate (en met maten ja) te degusteren.

Zo geschiedde. Allez ja, zo half en half toch. Want natuurlijk dronk ik toch dat glaasje extra, en natuurlijk was het na middernacht voor ik mijn bed zag. En natuurlijk ging de wekker dan ook weer veel te vroeg af. En natuurlijk dacht ik toen ook nog: “foohook, waarom wou ik dit ook weer doen?” En on top: natuurlijk kon ik niet slapen in de auto!

Dus jah… waarom en waarom en waarom? Eens in Zonnebeke vervielen alle waaroms. Het is te zeggen: onderweg kreeg ik nog even een “ja maar” momentje toen het begon te regenen. Regen begot, regen die niet eens op mijn buienradar stond! Klein paniekaanvalletje, want ik had mijn regenpet niet mee (voor mij toch heel belangrijk als het regent, want anders dansen mijn lenzen zo mijn ogen uit), en mijn regenjasje lag ook nog thuis. Gelukkig stopte het een paar kilometer verder toch met regenen, en werd het verder een stralende dag. We waren er, elk op onze manier, klaar voor.

De mannen waarmee ik op stap was startten 5 minuten voor mij, zij deden de XL-trail van 26 kilometer. Zelf vond ik de War Trail van 12 kilometer al wel uitdagend genoeg. Ik startte verstandig helemaal achteraan. Al snel bleek dat mijn tempo perfect samenliep met dat van een andere dame die ook achteraan liep, Rosalie. We beslisten om de trail samen verder te lopen. De kilometertjes passeerden zo vlotjes. We hielden elkaar aan de praat, en motiveerden elkaar. En ja, uiteraard kregen we natte voeten. En ja, uiteraard was het niet overal even makkelijk om te lopen. En toch is het dat wat we deden: lopen. Op ons tempo, elkaar ook wijzend op de mooie uitzichten onderweg! Genieten, dat is het woord denk ik wel.

mg-6722-medium_orig.jpg

Bij de bevoorrading namen we dan ook even onze tijd. Een drankje, een banaantje, een stukje peperkoek, wat rozijnen (die doorgespoeld werden met water, wegens toch wel té droog), een babbeltje met wat andere trailers. En daarna weer door. Voor de laatste 5 kilometertjes.

Hier en daar lag de weg er ook wel erg glad bij. De boswegen en de passages door de wei waren dan wel drassig, ik kan niet zeggen dat het op het beton beter lopen was. Constant opletten om niet uit te glijden, het vraagt toch wel een andere loophouding. Een loophouding waarvan ik achteraf ook voel dat ik anders gelopen heb. De trap afkomen is een nogal pijnlijke zaak. Een pijnlijke zaak die er niet op verbeterde na de functionele training op maandagavond trouwens. 😀

De laatste 2 kilometer was het wel even doorbijten nog. Het ziek-zijn van de week ervoor had er zeker ook geen goed aan gedaan, maar dankzij mijn compagne liep ik toch gewoon door. Opgeven was geen optie, toch? Al vroegen we ons bij het binnenlopen wel af waar nu uiteindelijk die aankomst was en waar we dan mochten stoppen? Goed 100 meter verder werd het duidelijk. De aankomst! Yes! We hadden het gedaan. Een high-five en een warme chocomelk later wachtte de douche nog. Aja, en een glas of 2 cava, dat ook. Tenslotte was het mijn verjaardag.

25498085_10212866852039538_221458149489391953_n.jpg

In ieder geval: als mijn 2 compagnons nog van dergelijke ideeën hebben, dan mogen ze mij daarvan altijd verwittigen. Het was een ferm leuke dag, ik heb super genoten van het lopen, van de omgeving, de organisatie was top, en het gezelschap ook. Meer moet dat écht niet zijn!

2017-12-17 19.18.26-1.jpg

(Fotocredits (behalve voor de foto hierboven): Kurt Lowie, Dirk Andries, Kurt Devoldere & Erik Malfait –  waarvoor dank!)

 

Trail d’Oster

Soms moet je voorzichtig zijn met wat je wenst. Dat weet ik. Ik verzuchtte zo enkele maanden terug dat ik eigenlijk uit mijn comfortzone zou moeten komen… en dat ik best zin had om eens een trail te proberen.

Er was toen een trail, maar scheenbeentoestanden en vanalles weerhielden mij er toch van om toen mee te gaan doen. En daarna kwam het er niet meer van. Een vriendin kwam echter met het voorstel om een trail te gaan doen in de Ardennen. Kleinschalig, goed georganiseerd, en vooral mooi. En een goede voorbereiding op die 26 kilometer die ik binnenkort zou moeten gaan doen. Maar best ook zwaar. Ik twijfelde. Zij schreef mij in. Enfin, dit is de korte versie, de interpretatie is die van mij.

Dus ja, ik was ingeschreven, ik moest gaan. En vandaag was het zover. De Trail d’Oster. In Oster, inderdaad. 16 kilometer stond er op het programma. Ik was best nerveus. Zo nerveus, dat er in de auto om de heenweg heel weinig gezegd werd. De mannen werden er zowaar wat nerveus van, van die stilte. Het beterde niet echt eens ter plaatse. Waar was ik ook alweer aan begonnen? En moest ik nu die heupriem met mijn flesjes water meenemen, of was 1 bevoorrading onderweg voldoende? Wat als ik dat water nu al eens uitdronk, ik had nu al dorst. Gek werd ik alweer, van mezelf.

Uiteindelijk besloot ik van de halve liter water al vooraf uit te drinken, en alleen wat zakdoekjes en druivensuiker mee te nemen. De bevoorrading op kilometer 8 zou voldoende moeten zijn, ik loop nu ook meestal een 10-tal kilometer zonder bevoorrading, en 8 kilometer daarna zou ik al aan de finish zijn. Het zou dus moeten goed komen. Zou moeten. Eventueel en als en dan. De speaker aan de start maakte het er niet beter op. Dat eigen bevoorrading aangeraden werd, en dat ze in het bos niet zoveel dingen konden meesleuren naar de bevoorrading, engazomaardoor. Ik zag de bui al hangen. Tegen dat ik aan die bevoorrading zou zijn, alles op, ik ken dat!

Veel tijd was er niet meer om te piekeren. Het startuur kwam akelig dichtbij, en bon ja.. ik stond er weer voor, en ik moest er weer door. Dat terras was alweer geen optie. Lopen gingen we doen. Alleen nog niet de eerste kilometer. Want een hoop volk door een trechtertje duwen, dat doe je rustig aan. Ik was er niet rouwig om, want het ging daar al wel flink bergop.

En dat zou het ook blijven doen. Onvoorstelbaar eigenlijk, waar ze al die berg-oppen blijven halen! Af en toe mochten we ook bergaf, maar dan ‘technisch bergaf’. Ik ga dat moeten leren. Zigzaggen tussen de bomen, het heeft iets, maar ik durfde niet. Nu nog niet. Voor mij was het belangrijker om uit te lopen en heelhuids aan de finish te komen, gezien ook de plannen nog voor binnenkort. Voorzichtig aan dus, en ook wat rustiger aan dan de anderen. Al geef ik toe dat het wel iets heeft. En dat ik dat ook wil kunnen. En bon ja, dat bergop… dat is dus half klimmen. Tussen boomwortels, rotsblokken, en soms zelfs op handen en voeten. Ik had het nog nooit gedaan, en ik stond er eigenlijk van te kijken dat ik dat nu écht wel kan! Ik ben daar zo blij om!

Dus ja, het lukte gewoon allemaal. Ook die 2 keer dat we de rivier door moesten. Gewoon gaan! Voet in het water, 2 voeten in het water, en door. Wel op mijn eigen tempo, maar wat was het fantastisch! Zoveel groen, zoveel fantastische vergezichten, zoveel mooie plekjes waar we geweest zijn. Genieten, genieten, genieten! Zo mooi! Echt! Aanrader!

De bevoorrading was overigens ook dik ok. Water, grenadine, appelsap, cola, zoute chips, wafeltjes, sinaasappeltjes, appeltjes, peperkoek, engazomaardoor. En ook meer dan genoeg, ook voor de trage trailertjes. 😉

Daar bovenop kwam die ‘klop’ die ik vorig jaar in Altenahr op kilometer 12 zo ongeveer kreeg nu niet. Mijn benen bleven fris aanvoelen, en ook het lopen bleef lukken. Ok, bergop niet, maar bergaf en vlak best wel. De hitte speelde mij wel wat parten, maar heeeey… wie had ooit gedacht dat ik een trail van 16 kilometer in dergelijke temperaturen zou kunnen volbrengen? Ik in de eerste plaats al niet, maar ik deed het wel vandaag!

En echt, dit vraagt zo om meer. Veel meer. Ik heb zo genoten van het hele parcours, van alle vergezichten, van de sfeer, van het feit gewoon dat ik het dééd! De tijd, die is echt niet van belang. Het doen, er zijn, en dat ik dat kan… dat is zoveel meer waard dan een toptijd neerzetten.
Dus ja… ik heb ervan geproefd, en het is mij bevallen. Het vraagt naar meer. En dat meer dat zal er ook wel komen. Ik heb er nu al zin in! Reken maar van yes!

 (foto’s: http://www.runoster.be)