Categorie archief: kleding

Op naar de jurk!

Bon, iets anders. Want over lopen kan ik het niet hebben, want lopen lukt voorlopig niet.

Ik mis het nochtans. Ik mis de beweging, ik mis het “in de flow” zitten, dat moment waarop je ademhaling helemaal onder controle is, en je gewoon loopt. En ik mis ook het volledig bezweet thuis komen om dan onder de douche te gaan staan. Nu de dagen weer lengen is het ook gemakkelijker om ’s avonds na het werk weer te gaan lopen. Want eerlijk, zo in het donker nog alleen op pad, heel aantrekkelijk is het niet. En gezien ik ook altijd alleen loop, is er ook niemand die mij uit die zetel trekt om te zeggen ‘komaan, gaan, afspraak is afspraak’.

Maar toch… ik mis het dus. Helaas. Ik heb donderdag 6 kilometer gelopen, en sinds vrijdag is de pijn in de rug weer wat erger. Wachten dus maar weer. Afwachten tot het helemaal over is, want het heeft anders blijkbaar toch geen zin. Blegh.
En fietsen is momenteel al helemaal Disney on Ice, daar waag ik mij maar niet aan.

Om maar te zeggen: ik kan het dus niet over lopen hebben. Maar als ik niet kan lopen, en bijgevolg ook niet veel rekening hoef te houden met mijn energie-inname, dan kan ik misschien wel nog eens iets aan mijn gewicht doen. Want bon ja, eerlijk? Het is niet meer wat het geweest is. Gelukkig is het niet meer wat het geweest is, maar het is ook niet meer wat het geweest is. Snapje? Het is gelukkig inderdaad nog niet zo erg dan het ooit geweest is, maar als ik nu niet ga opletten dan zit ik in no-time natuurlijk weer dik boven de 3 cijfers. En die dik… jaaaaahaa, pun intended, inderdeedekes!

Maandag besliste ik dus om al eens wat meer op te letten. Opletten, dus niets te strikt. Gewoon, terug yoghurt als ontbijt. En een boterhammetje minder ’s middags. Of een slaatje. En jaaaaahaaaaa, er is een wafeltje binnengesmikkeld. En een stuk cake. Of 2. En een Lea denk ik. En oh ja, speculaas, maar die heb ik ipv havermout over mijn yoghurt verkruimeld. En omdat ik hoognodig meer moet drinken – 1 glas chocomelk (na het fietsen naar het werk 🙂 ), 2 mokken koffie en een blik cola zero per dag is inderdaad niet genoeg – probeer ik nu ook mondjesmaat meer water te drinken. Of thee. Al levert dat dan ’s nachts wel alle 2u een “ik moet hoognodig plassen maar het is zo koud”-probleem op. Afgelopen nacht was dat. En dat is er dan ook weer over eigenlijk.

Maar het brengt wel op. Of af. -2kg op 5 dagen, enkel en alleen met wat op te letten. En nee, dat is heus niet te snel, want de eerste kilo’s zijn altijd snelle kilo’s, volgende week zal het een pak minder zijn. Ik had er ook over gedacht om terug hulp in te schakelen in de vorm van een diëtiste, meer zelfs: ik had al halvelings een mail getypt naar iemand. Maar ik ga het toch nog eens zelf zo proberen. Op mijne alleen, want ik ben nu toch ook gewend om zowat alles alleen te doen. Me, myself & I, wij zijn een goed team!

Het doel is in ieder geval terug beter in dat ene jurkje passen. Ja, dat leuke zomerjurkje, of wat had je anders gedacht? Meer hoeft niet. Ik ben nogal rap content. En ja, zo oppervlakkig ben ik soms toch ook wel. 😉

Maar nu… muts op, jas aan, hoog tijd dat ik ga wandelen, volk genoeg op de iPod om mij gezelschap te houden. 😉

Schaamte

Een paar dagen terug ging het over schaamte. De aanzet was het feit dat ik op het werk douche, en er daar geen probleem van maak om open en bloot door de kleedkamer annex toiletruimte te eh… flaneren. Nu ben ik meestal (lees: altijd) gewoon alleen daar. De toiletruimte wordt door quasi niemand gebruikt wegens elders ook nog een toilet op de verdieping, en verder douchen er niet zoveel dames waar ik werk. Er werken ook niet zoveel dames, maar dat terzijde. 😀

In ieder geval: ik heb er geen probleem mee om mij te ontkleden en aan te kleden in de ‘gemeenschappelijke ruimte’. Liever dat dan in het kleine hokje waar de douche staat al mijn spullen mee te nemen en mij daar om te kleden. Niet alleen is het daar dan verstikkend warm, het water staat dan ook in no time weer op mijn rug omwille van de vochtige warmte die er hangt van het douchen.

Voor mij is dit tegenwoordig normaal. Ik douche mij in eender welke gemeenschappelijke kleedkamer en schaam mij niet voor hoe ik er naakt uitzie. Voor anderen is dit blijkbaar niet zo evident. En eerlijk? Dat was het voor mij ooit ook niet. Maar ik heb het wel geleerd. Geleerd dat naakt zijn eigenlijk niet erg is, en dat uiteindelijk iedereen hetzelfde is, weliswaar met andere proporties. Maar hey.. dat maakt niet uit, ik zie het al niet meer.

Nochtans was de eerste keer ‘gezamenlijk’ douchen een grote stap. Een heel grote stap. Een stap die ik toch zette. Het was dat, of bezweet weer terug naar huis rijden, terwijl dat toch onnozel was als er douches ter plaatse waren. De eerste keer dat ik van de gemeenschappelijke douches gebruik maakte, was ook in het gezelschap van een vriendin. Wij waren daar maar met 2, en dat maakte de stap al iets kleiner. Maar toch nog groot genoeg. Toen ik merkte dat zij er geen zaak van maakte, besloot ik dat ook niet te doen, mij uit te kleden en mij te gaan wassen. Case closed.

Daarna ging het stilletjes aan alleen maar beter. Douchen met meerdere (mij gekende) vrouwen tegelijkertijd? Check. Douchen met meerdere vreemde vrouwen tegelijkertijd? Ook check. Enneh… uiteindelijk kwam er ook toevallig samen douchen met een paar mannen op het lijstje te staan. Beetje stom, door een organisatie die de douches een kwartier reserveerde voor de mannen, en daarna voor de vrouwen. Er waren echter meer mannen dan vrouwen, en op de duur vroegen de mannen ‘of we het erg vonden dat zij even mee kwamen douchen’. Boh.. ik kende hen toch niet, en het water was toch ook ijskoud en on top werd er vlak daarnaast ook nog spaghetti gekookt (I kid you not!). Dus ook dat… check. Overigens, het jaar erna werden er aparte douches in een tent voor de vrouwen georganiseerd. 😉

En zo werd mijn grens keer op keer verschoven. Van uitermate beschaamd over hoe ik er naakt uitzie, naar who cares hoe ik er naakt uitzie? Want eerlijk? Het maakt mij niet meer uit wie er in een gemeenschappelijke kleedruimte zit. Het maakt mij niet meer uit om samen met andere te douchen. En wat een verademing is dat!

En dan wordt het een beetje dubbel. Want als ik loop of fiets, dan maak ik mij weinig zorgen over hoe ik eruit zie. Sportkleding, die moet vooral functioneel zijn. Goed zitten. En mij mijn ding laten doen zonder dat ik moet liggen sjorren aan de rug van mijn truitje of aan de rand van mijn broek. Ik ben er mij ook uitermate van bewust dat, hoe fris ik ook aan de start van een trainingsrondje of een jogging sta, ik op het einde helemaal bezweet ben. En laat het net dan zijn dat die verdekselse fotografen er staan. Dus ja, ik heb er mij een gedacht van gemaakt. Sporten, dat doe je niet omdat je er tijdens het sporten goed zou uitzien.

In het dagelijkse leven echter, ben ik duidelijk wel bezig met hoe ik eruit zie. Vandaag bijvoorbeeld, had ik de verkeerde jurk naar het werk mee in mijn rugzak. De verkeerde jurk, omdat het een jurk is waar ik een trui wou overdoen. Een trui die ik wel op het werk zou hebben liggen. Alleen.. er liggen een 3-tal truien in mijn kast op het werk, maar dé trui voor op die jurk, die lag er dus niet. Bummer. Ik heb mij bijgevolg de hele dag ongemakkelijk gevoeld. De jurk is ook terug mee naar huis gegaan, waar ik ze anders zou laten hangen hebben om later deze week nog eens aan te trekken, en eens thuis is ze de wasmand ingevlogen en heb ik gedacht: ‘deze gebruik ik deze winter niet meer’.

En dan ook… een bikini of een badpak, wat een horror! Dat lukt mij dus voorlopig dan weer niet, om een badpak aan te trekken en te gaan zwemmen. Want dan ben ik weer teveel bezig met hoe ik eruitzie. Een naaktsauna daarentegen… yeskes! Totaal geen probleem mee.

Heel raar en heel dubbel is dat allemaal. Schaamte, neen. Maar toch ijdel genoeg om bezig te zijn met hoe ik er niet-naakt uitzie. Want naakt, dat ben ik, daar is niets aan te verbergen noch aan te veranderen. Een paar kilootjes minder gaan daar de zaak heus niet meer maken. Gekleed echter, daar kan ik het plaatje mooier maken. En ik vermoed dat het dat is wat ik onbewust wil doen. Onbewust bewust dan toch. Nu goed, ik ben er niet fanatiek mee bezig. Want ook gewone kleding moet gemakkelijk zitten. Dus neen, nog altijd geen hakken voor mij. En minder en minder broeken, want zo’n jurk is toch wel vree gemakkelijk. Want de goede jurk, die verstopt dat buikje, en zet mijn betere kanten wat in de verf. En die kuiten? Die verstop ik zelfs niet meer. Ze zijn dan niet slank, maar ze zijn begot wel gespierd! Wanneer is het weer blotebenenweer? Want die schaamte, die ben ik ook allang voorbij. 😉

Muzieklijstjes…

Vandaag was het ‘werk eens de was/strijk van 4 weken weg’-dag. En daar hoort, uiteraard, een muziekje bij. Dat muziekje, dat kwam er niet 1-2-3, want een klein paniekje werd er eerst wel even gezaaid. Door me, myself & and I, uiteraard. Want ik vond mijn i-Pod niet meer! Echt paniek! Nochtans leg ik hem altijd op dezelfde plaats, maar nu… onvindbaar. Niet te vinden dat ding. Na een halfuur zoeken (zoiets toch, het kan net iets minder geweest zijn 😉 ) besloot ik toch om de strijk maar aan te vatten en muziek te streamen via de telefoon en Spotify.

Toen dochterlief besloot om nog eens naar beneden de komen (honger vermoed ik, dorst kan ook), vroeg ik haar of zij niet wist waar dat ding lag: “Neen mama, en daarbij, dat is met een code, ik kan daar toch niets mee doen”. Uhu, dat weet, ik, en dat is bewust (anders zie ik het ding nooit meer terug 😀 ), maar dat neemt niet weg dat ze misschien toch wist waar hij lag. En ja hoor! Ze vond hem! Op een plaats waar ik zeker al zeker 10 keer gekeken had. Dat ze die dingen nog kleiner maken en nog dunner. Maar eind goed, al goed zeker? En zucht van opluchting, dat toch ook, want ik ben er toch wel aan gehecht, aan dat tiny ding met mijn muziek op.

In ieder geval… de feun ging van de box af, de i-Pod erop. Kwestie van batterij sparen hé mannekes! Want wel dezelfde Spotify-streaming. En dat streek wel lekker weg eigenlijk. Toen Rick Astley de revue passeerde, bedacht ik bij mezelf dat de maker van het lijstje wel heel goede smaak had. Bij Glen Medeiros dacht ik dat er over smaak niet te twisten valt, maar dat het eigenlijk niet stoorde. Een beetje later dacht ik dan weer dat ik het lijstje eens naar mijn i-Pod moest copiëren met de nummers die ik heb, want het was wel gevarieerd, het luisterde lekker weg, en zo zou ik er offline ook van kunnen profiteren (want neeje, ik heb geen betalend abonnement 😉 ). En toen schalde plots Eisbrecher uit de box. Niet dat er wat mis is met Eisbrecher, integendeel, ze zijn fantastisch, maar het was wel vreemd, want het paste niet in het lijstje waarnaar ik dacht dat ik aan het luisteren was…. Dat Rick Astley noch Glen Medeiros daar ook niet in pasten, dat ontging mij op dat moment even. 😉

Awel! Niet dus hé! Want Spotify stond gewoon af, en ik zat gewoon te luisteren naar een lijstje dat ik ooit zelf samengesteld had. Wat wel raar was, want ik had echt Spotify aangelikt, en zelfs nog een reclameboodschap gehoord de eerste minuten. Daarna was er geen reclame meer geweest, waardoor ik ook weer bij mezelve dacht dat zo’n Premium-abo niet echt nodig was, gezien ik toch geen reclame meer gehad had. Bon. Tot zover. Maar niet dus. Hoe komt zo’n i-Pod van Spotify zelf op de opgeslagen lijstjes? Eigenlijk? Feitelijk? Het goede nieuws is echter: daar waar ik altijd twijfelde aan mijn lijstjes, blijken die toch wel meer dan ok te zijn. Inclusief Glen Medeiros ja. Een oorwurm, iemand?

Ikzelf was in ieder geval aangenaam verrast! Toch wel een klein lichtpuntje op zo’n marathonstrijkzondag. 😀 Los daarvan: de was is gedaan, de strijk ook… en de kast is nu eigenlijk te klein. Ik vond al dat ik zo weinig kledingkeuzestress had te afgelopen dagen. 😉

Elegant fietsen

Ik was daarstraks zo eens aan het peinzen, al fietsende. Jaja, ik weet dat dat geen goed voorteken is, dat ik aan het peinzen ga terwijl ik fiets, maar toch, maar toch…

De trigger was een dame die ik voorbijreed. Een dame op een mintgroene fiets, wapperend jurkje aan, leuke schoentjes. Picture perfect. Elegant fietsen. En ik dacht bij mezelf eigenlijk: verdrie, zo zou ik er ook wel willen uitzien op de fiets. Geen druppeltje zweet, geen greintje pijn. Maar ja, ik dan: in mijn fietsshort (mét zeem ja), fietsshirt, helm, haar in een halfslachtig staartje gedraaid omdat het anders tussen het wieltje van mijn helm geraakt, en een rugzak mee. Very ladylike! En zweten, dat ook. Nog meer ladylike! 😀 Maar wel rap. Of toch rapper.

Enfin, dus ik dacht bij mezelf: ik doe het mezelf eigenlijk aan. Ik kan eigenlijk ook op een mintgroene fiets fietsen, met een wapperend jurkje aan. En toen herinnerde ik het mij weer, want been there en zo vanal. Enfin ja, niet helemaal. Want dat wapperende jurkje, dat was toen een rokje. En dat wapperende rokje, dat wapperde eigenlijk alle kanten uit, behalve de flatterende kant. Los van dat omhoog waaie wapperde dat eigenlijk ook gewoon tussen mijn wiel. Met net geen blokkade tot gevolg. Waarna ik het flapperende rokje met een haarelastiekje langs 1 kant heb samengebonden, zodat het niet meer kon wapperen. Maar toen werd het trappen met een smallere rok weer lastiger, en op de duur wist ik het zo niet meer en was ik meer bezig met mijn rok goed te trekken dan met fietsen. En ik verzeker je: dat gaat ook voor geen meter vooruit.

Dus bon ja… bon neen dus. Ik ben peinzek (jeps, het was peinzekdag vandaag) niet gemaakt om elegant door het leven te gaan.
Maandag was er ook zoiets. Ik kwam op het werk toe, en was eigenlijk een half uur te laat omdat ik vergeten was vooraf mijn agenda te checken. En daar sta je dan, in je fietsshort en op je klikschoenen terwijl je naar het magazijn moet. Mijn eerste idee was mijn schoenen uitdoen en op kousenvoeten rondlopen. Dat lukte, maar erg verstandig was dat natuurlijk weer niet. Probleem was dat mijn gewone schoenen boven in de kleedkamer stonden te wachten. Echter… veiligheidsschoenen had ik wel ter beschikking, en ik heb die dan maar aangetrokken. Jeps. Elegantie ten top. En wreed sexy, werd er mij daarstraks gezegd. Lap! Ben ik daar nog geen maand, is mijn naam al gemaakt.

Om maar te zeggen: ik moet dat uit mijn hoofd zetten, dat elegant willen zijn. Laat staan dat ik elegant zou willen fietsen. ’t Is begot een soort van romantisch ideaalbeeld, en ik ben toch niet van de romantiek zeker! Ha! Back to reality! En naar mijn koersvelooken! Of zou ik dat toch een beetje moeten pimpen? Mandje aan het stuur? Bloemetje erbij? Neen?

De Fabeltjeskrant

Hallo meneer de uil, waar brengt u ons naartoe. Naar Fabeltjesland? Jaja, naar Fabeltjesland. En leest u ons dan voor uit de Fabeltjeskrant. Jaja, uit de Fabeltjeskrant. Want daarin staat precies verteld… hoe het met de dieren is gesteld. Echt waar? Echt waar. Echt waar meneer de uil? Jahaa, want dieren zijn precies als mensen. Met dezelfde mensenwensen . En dezelfde mensenstreken. Dat komt allemaal in de krant. Van Fabeltjesland. Van Fabeltjesland!

Ik heb niet eens mr. Google nodig gehad om bovenstaande uit te tikken. Het zit zo in mijn hoofd. Ik was dan ook de grootste Fabeltjesland-fan die er rondliep denk ik. De Fabeltjeskrant was ook de reden waarom ik ooit journaliste wou worden. Dat is er dan wel nooit van gekomen, dat journaliste worden, maar schrijven doe ik wél. Ook een soort van fabeltjes, duhussss… Fabeltjeskrantgewijs is het helemaal goedgekomen met dit kijkbuiskindje.

Ja, die Fabeltjeskrant, dat was voor mij toch wel iets speciaal. Blijkbaar zat ik elke avond klaar om te kijken wat meneer de Uil weer te vertellen had, en wat de dieren weer hadden meegemaakt. En zie, alsof het zo moest zijn, komt Brantano nu met een Fabeltjeskrant-capsulecollectie. Woohoow! Zo geweldig! Ik had samen met mijn collega naar de sneak-preview zitten kijken, en we waren het er allebei over eens: een T-shirt met meneer de uil, én een T-shirt met “echt waar echt waar”. Hoe fantastisch! Echt! Zoef Zoef zag ik anders ook wel zitten, en zo’n sweater met “Kijkbuiskind” erop, hoe geweldig is dat niet!

Met andere woorden: ik moest en ik zou toch wel op zijn minst een T-shirt hebben. En toen vergat ik het even, tot ik vandaag per ongeluk langs Brantano reed. Per ongeluk ja. Echt waar! Echt waar! En ik besloot om even binnen te hupsen. Zoef Zoef-gewijs, snel dus! 😀 En ik daar niet kon kiezen. Toch de gele trui? Of de rode? Goh, voor de witte was anders ook wel iets te zeggen… enfin… ik heb eh…. toch wel een paar dingetjes ‘gescoord’, en tegelijkertijd ook bij de dochter gescoord door ook voor haar een geweldige Meneer De Uil-hoodie mee te brengen. En hatsikidee, ze is er superblij mee!

Enfin, dit gezegd zijnde: bedtijd! En denk erom: oogjes dicht, en snaveltjes toe. Slaap lekker!

(aja, en voor alle zekerheid: ik ben niet gesponsord hé, ik ben gewoon wat over-enthousiast! 🙂 )

De weegschaal

De weegschaal. U weet wel, dat voorwerp waar je je op kan wegen.  En ja, dan bedoel ik inderdaad de personenweegschaal, en niet de keukenweegschaal.
Die weegschaal dus, dat is toch wel een raar ding. Een ding waar ik heel lang een haat/liefde-verhouding mee gehad heb. Meer haat dan liefde eigenlijk, zo door de jaren heen.

Ik heb dat ding echt zo hartsgrondig gehaat! Al van vroeger eigenlijk, terwijl ik toen niet eens wist dat ik nog het dubbele zou gaan wegen van wat ik toen woog. Alles is relatief.  En toen mijn gewicht dik in de 3 cijfers ging, was het janken toen ik op de weegschaal stond.

De laatste tijd heb ik dat niet meer. Ik ga op de weegschaal staan, haal mijn schouders even op, en heb meer een ‘het is wat het is’-attitude. Ik weet dat het net die attitude is die mij 124 kg liet wegen, maar dit keer is het toch een beetje anders. Want ik houd mijn gewicht wel wat in de gaten, uiteraard, maar ik ben er niet meer obsessief mee bezig. Neen. Verre van eigenlijk.

Want ja, ik ben afgevallen, en ik ben best veel afgevallen. 40 kilo is niet niks, en ik heb er best wel een poos over gedaan om dat te kunnen plaatsen. Op een moment stopte het afvallen ook. Ik weet ook waarom. En ik weet ook wat ik zou moeten doen om die laatste kilootjes nog te verliezen. Ik ben er zelf ook nog altijd van overtuigd dat ik beter af zou zijn met die 20 kilo minder, dat mij dat zou helpen om beter te lopen en te fietsen. Alleen… heb ik het er momenteel niet echt voor over.

Mijn leven nu, dat is een meer dan ok leven, in tegenstelling tot enkele jaren terug.  Ik doe de dingen die ik graag doe, en ik kan de dingen eten die ik graag eet. Ik kan leuke kleding kopen, en ik hoef daarvoor niet meer jankend in een kleedkamer te staan.
Die dingen doen, dat zijn zelfs dingen waarvan ik nooit had kunnen vermoeden dat ik ze graag zou doen. De sportschaal zeg maar, die is eigenlijk uitgeslagen naar een totaal andere kant. Van totaal niets doen, tot een beetje sportverslaafd. Iemand zei het mij daarstraks nog, toen mijn woon-werk-fietsverkeer ter sprake kwam: ‘dat jij met een omweg van en naar het werk fietst, daar schrik ik niet van, jij hebt dat ook nodig.’ Ze zou eens moeten weten dat ik op dat eigenste moment aan het bedenken was hoe ik nog een extra lusje aan dat woon-werkverkeer zou kunnen breien (en jaaaaaahaaa, ik heb dat extra lusje ook gevonden! 😉 )

Het is ooit zo anders geweest. Met elke halve kilo die ik vroeger verloor (en die er achteraf dubbel en dik terug bijkwam), dacht ik dat ik in een kleinere kledingmaat zou passen. Het is raar soms, hoe verwrongen gedachten op dat punt kunnen zijn. Ik zag mezelf toen ook pakken dunner dan ik toen was. Terwijl ik nu het omgekeerde heb, en mezelf een pak dikker zie dan ik ben: “Dat? Daar pas ik niet in, niets voor mij”.

De tijd dat mijn gewicht alles bepalend was, die heb ik eigenlijk achter mij gelaten. Want als mijn gewicht mijn leven zou moeten blijven bepalen, zoals het dat vroeger deed, dan zou ik in theorie nog steeds te zwaar zijn om de dingen te doen die ik nu zo graag doe. Dan zou ik nog altijd in de zetel zitten, met mijn boek, hopende dat er vooral niet teveel gevraagd werd of ik ergens mee naartoe zou gaan.

Neen, mijn leven heeft met dat afvallen, met al die kilo’s die ik kwijtgeraakte, en met dat sporten, een totaal andere wending genomen. Want hey… ik loop nu, en ik kan best wel aanzienlijke afstanden lopen. Echter, ik loop niet snel. Dat is iets wat ik nog een beetje moet plaatsen. 😉 En ik fiets. En dat fietsen, dat is best wel een dingetje. Want dat fietsen, dat gaat alsmaar beter en beter heb ik zo de indruk. Vandaag had ik zelfs een onvoldaan gevoel na goed 60 kilometer. Er hadden er van mij gerust 20 extra bij gemogen. Ik wil ook heel graag sneller kunnen fietsen. Ik weet dat ik daarvoor moet trainen, en ik ben ook bereid dat te doen. Gewoon, voor mezelf. Omdat ik toch eens wil zien waar die limiet uiteindelijk ligt.

Dat neemt allemaal niet weg dat ik soms toch wil weten wat mijn lichaam doet en hoe mijn lichaam werkt.  Dus ja, terug naar die weegschaal: ik weeg mij nog steeds. Ik weeg mij soms voor het lopen of fietsen, en na het lopen of fietsen. En zo weet ik precies hoeveel vocht ik op zo’n loopje of fietstochtje kwijt speel. Een loopje van 16 kilometer was laatst bij mij goed voor zomaar liefst een verlies van 2,5 kilo, op een relatief warme ochtend. Uhu. En inderdaad. En dan had ik mijn 2 flesjes voor onderweg flink leeggedronken, en erna een chocodrankje en een blik ice-tea.
Daarstraks had ik mij ook voor het fietsen gewogen, en erna. Ik was 1 kilo lichter, en ik had al gegeten en gedronken. En ja, ik weet dat dit geen kilo’s zijn die eraf blijven, want die ‘drink’ ik (en dit klinkt echt wel fout, maar ik bedoel dus water hé mannekes) er achteraf gewoon weer bij. Maar dat drinken tijdens en na het lopen en fietsen, het is mij duidelijk dat ik dat gewoon nodig heb.

Maar waar ik eigenlijk het over wou hebben – jaja, ik ben weer aan het uitweiden, en kom terzake Sandra, ik weet het, je kan dat allemaal best wel beknopter vertellen –  die weegschaal, die kan je dus beïnvloeden. In tijden dat ik nog niet zo goed door 1 deur kon met mijn gewicht – en neem dat ook maar letterlijk, als de deur te smal was 😉 – probeerde ik verschillende ‘houdingen’ op die weegschaal. Een beetje meer druk of een beetje minder druk, dat maakt dus een weeeeeereld van verschil. Enfin… op de weegschaal toch, in de praktijk bleef ik gewoon even zwaar. En even dik.

Want als je met 1 vinger op een kastje duwt terwijl je op die weegschaal staat, dan scheelt dat al gelijk ongeveer anderhalve kilo! Ahaaaaaa! In tijden van gewichtsnood, niet onbelangrijk, anderhalve kilo! Ha!
Overigens. Met 1 been op de weegschaal gaan staan: niet doen! Niet zeggik! En de reden is simpel: dan weeg je weer meer! Raar hé! En toch. Het zal iets te maken hebben met de massa die je lichaam is en die zich dan concentreert op die ene veer in die weegschaal. Sla mij niet dood als dit niet klopt, ik heb het niet wetenschappelijk laten onderzoeken. Allemaal pure zelfondervinding! En qua zelfondervinding, ik en die weegschaal, we go loooooong back!
Je tenen een beetje omhoog heffen, dat helpt dan weer wél. Alleen is het dan lastig om stil te blijven staan, en krijg je geen standvastig cijfer op de weegschaal. Ik nam dan meestal het laagste. Uiteraard. Hoe zou je zelf zijn?

Maar goed.. Ik doe dat dus allemaal niet meer. Ik weeg op dit moment wat ik weeg, en het is bijzaak geworden. Hoofdzaak is nu meer hoe ik mij voel, en nog veel belangrijker is dat ik kan lopen en fietsen. En dat kan ik! Wat meer heeft een mens nodig zo zeg? 😉 (herinner mij hier nog eens aan als ik nog eens begin te pruttelen dat ik zo traaaaaag loop! 😉 )

Enfin… oorzaak van bovenstaande is eigenlijk een Instagram-post van mijn mede-gazelleke. Iets zoals onderstaande afbeelding. Want alles is relatief. Ook je gewicht op Mars. Ja, je weegt daar minder, maar dat doet iedereen daar. Dus dik blijft daar dik, en dun blijft daar dun. Hey… maar misschien kan ik daar wél sneller lopen! Zei ik al dat dat sneller kunnen lopen een beetje een issue was hier? Of is ook dat weer relatief? 😉

100 kilo$.jpg

 

IJsbloemen

Niks te melden hierzo, eigenlijk feitenlijk. Maar dan ook niets hé. Nada. Rien.

Goh ja… ik zou kunnen vertellen over die toch wel heel schone droom die ik vannacht had. Iets met … neeeheee, ik ga het niet vertellen. maar het was toch wel heel schoon. En aan mijn dromen heeft verder niemand niks natuurlijk. Plus, ik vermoed dat ik wat koorts had. Klein beetje zo. Koortsige dromen. ’t Is wat. Echt. Ik moet dat wat meer doen, op tijd naar bed. Meer kans op dromen.

En het is toch maar koud buiten. Vriezenskoud! Ha! Haha! Ja! Pfff…

Vriezenskoud en de ramen van de auto – die buitenstaat – niet afdekken, dat vraagt om krabben in de ochtend. Nu, ik zei het ooit al: eigenlijk doe ik dat wel graag, autoramen krabben. Dat is als het ijs er goed afgaat toch. Probleem is alleen dat ik te klein ben om de voorruit helemaal te kunnen krabben, dus daar loopt het al mis eigenlijk. En vanochtend was het ook wel heel erg hardnekkig ijs, dat wou er maar niet af. Maar de beloning zat hem in de staart. Letterlijk. In de achterruit dus. Een mooie zonsopgang gecombineerd met de ijsbloemetjes op mijn ruit… schoon! Vree schoon. Zie maar!

2018-02-26 07.59.22.jpg

Voor de rest… neen, niks speciaals. Ik kocht in een opwelling een trui – dit keer niet eens een sporttrui – waarvan ik eigenlijk dacht dat dat niets meer voor mijn leeftijd zou zijn. Ja, je wordt ouder mama! Maar dan echt hé. Echter, alleen al het feit dat ik dat dacht, is een teken aan de wand. Dus ik kocht de trui toch maar. In het rood-oranje. Mijn kleur. Ik voel het, het wordt mijn lievelingstrui. Hij zit perfect, voelt zacht aan, en uiteindelijk… ben ik ook gewoon een trut. En op trut zijn staat geen leeftijd. Toch? 😉

2018-02-23 16.53.44.jpg

Lopen en hakken

Door omstandigheden kan ik momenteel niet lopen zoals ik dat gewend ben. Dus geen dinsdag- en donderdagavondtraining, helaas. Dat ik, of mijn lichaam, die beweging mist, dat voel ik. Dat voel ik heel erg. Mijn lichaam functioneert gewoon minder goed, en ik voel mij ook niet zo fantastisch. Dat dat niet alleen aan dat gebrek aan lopen te wijten is, dat weet ik uiteraard ook, maar het niet kunnen lopen draagt er zeker aan bij. Zeker nu, in een toch nogal stressvolle periode.

Dus ja… woensdag dacht ik bij thuiskomst: misschien moet ik toch maar even een klein rondje doen, onder het motto: “beter een kort rondje lopen, dan helemaal niet lopen”. Zodoende. Echter, na ongeveer anderhalve kilometer gingen mijn kuiten trekken en pijn doen. Hallooowww! Anderhalve kilometer. Ik ben intussen wel meer gewend, en de tijd dat mijn kuiten protesteerden bij 2 kilometer, die ligt intussen al wel achter mij. Dacht ik. Niet dus. Zeer deed het, en zeer bleef het doen. Even stretchen dus, en dan weer door. Daarna liep het wat beter. Evengoed nog altijd niet zo vlot als ik gewend ben dat het loopt. Het bleef lastig, het bleef moeilijk, en zelfs mijn scheenbenen gingen een beetje protesteren. Wat logisch is, als ik mijn loophouding aanpas om mijn kuiten te sparen. Ik ken intussen al wel een beetje hoe dat gaat.

Zo al lopende, was ik eens aan het overdenken wat ik de laatste dagen gedaan heb wat die pijn in de kuiten zou kunnen verklaren.  Sportief niet veel. De 15 kilometer van zaterdag zijn al lang verteerd, zondag liep ik een 5 kilometer, maandag 2×10 minuten en een eindsprintje om de 4 kilometer te halen bij het start-to-runnen met de buurvrouw, en dat is het. Niets om spierpijn van te krijgen dus. Tot mijn munt viel. Ja, mijn munt. Geen cent. Afgelopen week ging ik zo op zoek naar chocoladen centen om te bestellen op een webshop, maar ik vond ze niet. Het moeten munten zijn. Die waren er wel. Maar dit terzijde, ik wijk weer af. Die afwijking, inderdaad.

Dus, die munt die viel. Ik heb dinsdag op schoenen met een hak rondgelopen. Geen stiletto’s, ze waren amper 5 centimeter, maar gezien ik meestal op sneakers rondhuppel, is dat wel een aanzienlijk verschil. Maar ja… af en toe wil je, als vrouw zijnde, toch eens iets anders aantrekken… en dus werden dat dinsdag die schoenen met lage hak. Het toeval wil dat we net dinsdagavond nog een kleine discussie hadden over hakken. Iets met een kleine blessure en dat er op gewezen werd dat de naaldhakken die die dame droeg niet zo goed waren voor een loopster. Same old story dus, want de persoon die dat zei zei ook ooit dat heus niet alle mannen graag vrouwen op hakken zien. Waar ik overigens wel benieuwd naar ben, want ik lees in “de boekskes” toch altijd dat hakken bijdragen aan een mooier silhouet, en dat mannen dat ook weten te appreciëren. Blijkbaar niet dus. Welke man werpt daar eens zijn licht op?

high heels

Runner’s high

Vandaag liep ik 10 mijl. 16 kilometer. Omdat ik daar goesting in had. Ik weet het, het zijn rare goestingen zo tegenwoordig. Maar toch… ik stond op, keek naar buiten, en dacht: perfect weertje voor een lange duurloop.

Tussen het denken en doen zit toch nog wel even een wereld van verschil. Want ik geef toe: toen ik startte, en amper 3 kilometer ver was, bedacht ik dat 13 kilometer wel mooi zou zijn. 13 kilometer, dat was de route die ik voor ogen had, en die ik al een tijdje wou doen. Want die route had ik al een paar keer al lopend-stappend gedaan, maar nog nooit helemaal gelopen. Dus dat moest maar eens veranderen!

Onderweg bedacht ik mij wel dat ik weer met zottigheid bezig was, en waarom ik dat ook weer persé wou doen, en dat het toch wel warmer was dan ik eerst dacht, en goh, dat windje, dat doet toch deugd! Om maar te zeggen: ik schoot weer van de ene naar de andere gedachte, en toen beslisten ook nog wat vlinders om mij gezelschap te gaan houden. Vlinders! In september! I kid you not! Ik denk dat ik toen wel breed grijnzend rondliep. Want het meisje dat een blog heeft die “My thoughts are like butterflies” heet, werd gewoon omgeven door vlinders! Zo mooi! Ik en mijn vlinders, dat is toch wel een dingetje ja. 🙂

Misschien was dat al wel een soort van voorteken. Want ik liep, en ik liep, en ik liep, gewoon omdat ik aan het lopen was, omdat het zo fijn liep. Niks geen protesterende spieren, niks geen lastige benen, niks geen lastige ademhaling.
Alleen maar lopen. En dus liep ik maar door. En was ik plots bijna thuis met 13 kilometer in de benen. Het zal al een tijdje in mijn hoofd, maar nu helemaal. Het liep zo lekker, waarom stoppen? Door dus. Gewoon, blijven lopen. Omdat het zo fantastisch is, dat lopen. Ik sprak met mezelf af dat 2u lang genoeg zou zijn. Maar toen die 2u dichterbij kwam, liep het nog steeds geweldig. En dus mocht ik van mezelf door naar de 16 kilometer. Waarna ik 2 minuten later terug naar af was wegens doel al bereikt. Bummer toch wel een beetje. Maar ik besloot toch wel verstandig dat 10 mijl echt wel goed genoeg was, zo op een mooie zaterdagochtend.

*piep* Horloge af, stoppen, en nog een stukje uitwandelen. Wandelen. Stappen. Hoe deed je dat ook alweer? Alles in mijn lijf ging protesteren, want alles in mijn lijf wou blijven lopen. Dit was echt wel een hallucinante ervaring. En dan die hersenen… die wilden ook niet zo goed mee eigenlijk. Ik had het echt lastig om terug op aarde te komen, ik was serieus ver weg. Een soort van natural high denk ik. Of misschien gewoon te weinig gedronken? Hoewel…

In ieder geval: ik heb er achteraf weinig last van gehad. Ik ben goed thuisgekomen, ik heb een groot glas cola gedronken, en ik ben het zout en het zweet gaan afdouchen. De rest van de dag was relax max. Ik ben gaan shoppen, zowel voor mezelf als voor de kids, en mijn portemonnee heeft nu een zware kater. Maar beter die portemonnee dan ikzelf. Ha!

Morgen fietsen. Eens zien hoeveel vlinders ik dan onderweg zal tegenkomen en hoe high ik daarvan kan worden! 😉

it took a long time.jpg

De (kleding)box van Pandora

Aye… de doos van Pandora… die is open. De geest is uit de fles, en van die dingen allemaal. Wat ik nu weer broebel?
Ik zal dat weer eens haarfijn expliqueren zie, want dat doe ik graag. Diegenen die hier al langer meelezen, die kennen het verhaal van mijn gewicht, en vooral dat van mijn gewichtsverlies. Van heel hoog naar wat lager. En dat dat de figuurlijke zweet bloed en tranen gevraagd heeft. Dat de ene dag de andere dag niet is. En met ups en downs. En zo vanal.

Lang verhaal kort, of toch nog eens een poging 😉 : ik had dus ooit-niet-eens-zo-superlang-geleden maat 56. Dat ik momenteel niet in maat 56 moet gaan kleren zoeken, dat is mij duidelijk. Maar toch blijf ik ergens in mijn hoofd blijkbaar dikker dan ik ben. Ik grijp automatisch naar een XXL of naar maat 46, want dat is veilig. Daar pas ik in.

Echter, 2 weken terug wou ik heel graag zo’n playsuit . Die er helaas niet was in maat 46. “Maar probeer dan toch die 44”, werd er geopperd. Ervan overtuigd dat het toch niet zou lukken, probeerde ik het toch. Om vervolgens met stijgende verbazing te merken dat mijn lijf, dat ik quasi altijd gekend heb als te dik en te lomp en nooit ergens in passend, daar gewoon in past. Meer zelfs, het zat (en zit!) eigenlijk supergoed, en het stond mij nog ook. Onwaarschijnlijk.

En het is nog niet gedaan. Want met mijn ‘winkelstages’ deze dagen, kom ik in winkels waar ik nog nooit geweest ben. Of waar ik al wel geweest ben, maar nooit echt naar de kleding durfde te kijken.  Zo ook vorige week. Die knalroze short die een verkoopster aanhad leek mij wel mooi. Maar helaas, niet meer in mijn comfortabele maat 46 beschikbaar. Echter, die dingen bleken nogal groot te tailleren, dus ja… “pas eens een maatje kleiner, Sandra”. Dat maatje kleiner bleek te groot. En dus bestelde ik het maatje nog kleiner, want dat was niet meer op voorraad in de winkel. Volgen jullie nog? Want het is nog niet gedaan! De dag erna vond ik namelijk ook de groene short wel leuk, maar die was niet meer beschikbaar in de maat die ik besteld had in het roze. Maar, werd er geopperd, pas anders die nog kleinere maat, het is stretch, dat gaat waarschijnlijk wel lukken. Ik dus met een klein hartje de paskamer in, en lap! Dat paste! Maat 40, astemblieft! Nu goed, het zijn inderdaad maten die heel ruim tailleren, maar dan nog. Ik groeide gelijk een stukje. Of neen, beter, ik slankte gelijk een stukje af! 😉

En dan moest het beste vandaag nog komen. In een boetiek, waar ik mijn entree vanochtend, nat in het zweet en in fietsbroek en sportshirt maakte. Die entree was een beetje raar, ik geef het toe. Logisch ook dat ik een beetje een rare ‘komt zij hier een hele dag werken’-blik kreeg. 😀  Eens uitgezweet en omgekleed kwam het wel goed, en werd het een fijne en ook leerrijke dag. De verkoopster wees mij tijdens de dag op een jurk waarvan ze dacht dat die mij leuk zou staan. Qua kleur, qua model. En dat mijn maat er nog was, een large. Pardon? Large? XXL, op zijn minst hé! Hoewel ik ervan overtuigd was dat de jurk te klein zou zijn, beet het toch wel.  Ja, tuurlijk beet dat toch. En tuurlijk probeerde ik die jurk. Ze paste. Maar het was wel heel erg raar om mezelf in dergelijke jurk te zien – een stukje korter dan de andere die ik heb, en ook wat gecentreerder – maar de verkoopster had wel gelijk. De jurk zat (en zit 😉 ) mij als gegoten. Ik heb zelfs een taille! Woohoow!
En zo ging het dus maar door. Ik was daar nu toch, en wat persoonlijk advies is wel prettig. En ik had toch kleren nodig, want ik heb afgelopen maanden weer heel veel kleding moeten wegdoen wegens te groot. Mijn kledingkast is dus weer mooi aangevuld, met spullen waarvan ik nooit gedacht had dat ik ze zou dragen. Voor mij is en blijft het een hele rare gewaarwording, dat ik eigenlijk slanker ben dan ik mezelf zie. Ooit went het misschien wel zeker? Tot die tijd blijf ik mij erover verwonderen en blijf ik erover schrijven.

Morgen moet ik gelukkig in een kinderkledingwinkel gaan helpen. De kans is klein dat er daar iets in mijn maat te vinden is. 😉

hapiness dress.jpeg