Categorie archief: Trends

De Fabeltjeskrant

Hallo meneer de uil, waar brengt u ons naartoe. Naar Fabeltjesland? Jaja, naar Fabeltjesland. En leest u ons dan voor uit de Fabeltjeskrant. Jaja, uit de Fabeltjeskrant. Want daarin staat precies verteld… hoe het met de dieren is gesteld. Echt waar? Echt waar. Echt waar meneer de uil? Jahaa, want dieren zijn precies als mensen. Met dezelfde mensenwensen . En dezelfde mensenstreken. Dat komt allemaal in de krant. Van Fabeltjesland. Van Fabeltjesland!

Ik heb niet eens mr. Google nodig gehad om bovenstaande uit te tikken. Het zit zo in mijn hoofd. Ik was dan ook de grootste Fabeltjesland-fan die er rondliep denk ik. De Fabeltjeskrant was ook de reden waarom ik ooit journaliste wou worden. Dat is er dan wel nooit van gekomen, dat journaliste worden, maar schrijven doe ik wél. Ook een soort van fabeltjes, duhussss… Fabeltjeskrantgewijs is het helemaal goedgekomen met dit kijkbuiskindje.

Ja, die Fabeltjeskrant, dat was voor mij toch wel iets speciaal. Blijkbaar zat ik elke avond klaar om te kijken wat meneer de Uil weer te vertellen had, en wat de dieren weer hadden meegemaakt. En zie, alsof het zo moest zijn, komt Brantano nu met een Fabeltjeskrant-capsulecollectie. Woohoow! Zo geweldig! Ik had samen met mijn collega naar de sneak-preview zitten kijken, en we waren het er allebei over eens: een T-shirt met meneer de uil, én een T-shirt met “echt waar echt waar”. Hoe fantastisch! Echt! Zoef Zoef zag ik anders ook wel zitten, en zo’n sweater met “Kijkbuiskind” erop, hoe geweldig is dat niet!

Met andere woorden: ik moest en ik zou toch wel op zijn minst een T-shirt hebben. En toen vergat ik het even, tot ik vandaag per ongeluk langs Brantano reed. Per ongeluk ja. Echt waar! Echt waar! En ik besloot om even binnen te hupsen. Zoef Zoef-gewijs, snel dus! 😀 En ik daar niet kon kiezen. Toch de gele trui? Of de rode? Goh, voor de witte was anders ook wel iets te zeggen… enfin… ik heb eh…. toch wel een paar dingetjes ‘gescoord’, en tegelijkertijd ook bij de dochter gescoord door ook voor haar een geweldige Meneer De Uil-hoodie mee te brengen. En hatsikidee, ze is er superblij mee!

Enfin, dit gezegd zijnde: bedtijd! En denk erom: oogjes dicht, en snaveltjes toe. Slaap lekker!

(aja, en voor alle zekerheid: ik ben niet gesponsord hé, ik ben gewoon wat over-enthousiast! 🙂 )

Complimentendag

Jaja, het is weer van dat. Complimentendag. Nog even, en het is net zoals Valentijn een ‘moetje’. Maar het is natuurlijk wel een keer plezant. Maar toch houd ik veel meer van dat welgemeende onverwachte compliment waarop je efkes geen weerwoord hebt. Zoiets ongeveer. Ja, daar verras je mij mee. Hoewel ik nog altijd niet weet hoe ik ermee moet omgaan, met die complimentjes. Soms. Allez ja, meestal dan.

Dit gezegd zijnde wil ik jou ook even complimenteren omdat jij hier komt lezen. Ja, jou. Jij daar aan de andere kant van het scherm. Ja, ook jij die nooit reageert, maar waarvan ik weet dat je altijd leest. Een complimentje, omdat jij leest wat ik schrijf. Dat maakt mij blij, en meer moet dat dan weer niet zijn. Jij maakt mij blij, en ik ben blij met jou. Zo gaat dat. 🙂favorite notifcation.png

 

 

 

 

Lopen en hakken

Door omstandigheden kan ik momenteel niet lopen zoals ik dat gewend ben. Dus geen dinsdag- en donderdagavondtraining, helaas. Dat ik, of mijn lichaam, die beweging mist, dat voel ik. Dat voel ik heel erg. Mijn lichaam functioneert gewoon minder goed, en ik voel mij ook niet zo fantastisch. Dat dat niet alleen aan dat gebrek aan lopen te wijten is, dat weet ik uiteraard ook, maar het niet kunnen lopen draagt er zeker aan bij. Zeker nu, in een toch nogal stressvolle periode.

Dus ja… woensdag dacht ik bij thuiskomst: misschien moet ik toch maar even een klein rondje doen, onder het motto: “beter een kort rondje lopen, dan helemaal niet lopen”. Zodoende. Echter, na ongeveer anderhalve kilometer gingen mijn kuiten trekken en pijn doen. Hallooowww! Anderhalve kilometer. Ik ben intussen wel meer gewend, en de tijd dat mijn kuiten protesteerden bij 2 kilometer, die ligt intussen al wel achter mij. Dacht ik. Niet dus. Zeer deed het, en zeer bleef het doen. Even stretchen dus, en dan weer door. Daarna liep het wat beter. Evengoed nog altijd niet zo vlot als ik gewend ben dat het loopt. Het bleef lastig, het bleef moeilijk, en zelfs mijn scheenbenen gingen een beetje protesteren. Wat logisch is, als ik mijn loophouding aanpas om mijn kuiten te sparen. Ik ken intussen al wel een beetje hoe dat gaat.

Zo al lopende, was ik eens aan het overdenken wat ik de laatste dagen gedaan heb wat die pijn in de kuiten zou kunnen verklaren.  Sportief niet veel. De 15 kilometer van zaterdag zijn al lang verteerd, zondag liep ik een 5 kilometer, maandag 2×10 minuten en een eindsprintje om de 4 kilometer te halen bij het start-to-runnen met de buurvrouw, en dat is het. Niets om spierpijn van te krijgen dus. Tot mijn munt viel. Ja, mijn munt. Geen cent. Afgelopen week ging ik zo op zoek naar chocoladen centen om te bestellen op een webshop, maar ik vond ze niet. Het moeten munten zijn. Die waren er wel. Maar dit terzijde, ik wijk weer af. Die afwijking, inderdaad.

Dus, die munt die viel. Ik heb dinsdag op schoenen met een hak rondgelopen. Geen stiletto’s, ze waren amper 5 centimeter, maar gezien ik meestal op sneakers rondhuppel, is dat wel een aanzienlijk verschil. Maar ja… af en toe wil je, als vrouw zijnde, toch eens iets anders aantrekken… en dus werden dat dinsdag die schoenen met lage hak. Het toeval wil dat we net dinsdagavond nog een kleine discussie hadden over hakken. Iets met een kleine blessure en dat er op gewezen werd dat de naaldhakken die die dame droeg niet zo goed waren voor een loopster. Same old story dus, want de persoon die dat zei zei ook ooit dat heus niet alle mannen graag vrouwen op hakken zien. Waar ik overigens wel benieuwd naar ben, want ik lees in “de boekskes” toch altijd dat hakken bijdragen aan een mooier silhouet, en dat mannen dat ook weten te appreciëren. Blijkbaar niet dus. Welke man werpt daar eens zijn licht op?

high heels

Naar Scherpenheuvel

Laat ons eens vroom doen, dachten de Fietsmadammen. Het wordt mooi weer, dus laat ons eens naar Scherpenheuvel fietsen.
Scherpenheuvel dus. Ik ben daar natuurlijk al wel eens geweest. Met de auto dan. Elk jaar, de laatste zaterdag van april, ga ik daar onze wandelaars oppikken. Naar jaarlijkse traditie wandelen die wandelaars die eigenlijk lopers zijn dan met enkele vrienden de 45 kilometer naar daar. Mijn rol bestaat er gewoon in daar op tijd te zijn, een keer over de markt te struinen – kwestie van de laatste modetrends mee te krijgen – en verder wat mee op het terras te hangen. Er zijn ergere dingen in het leven.

Maar nu was het dus met de fiets te doen. Ik had er nog niet heel erg bij stilgestaan, maar Scherpenheuvel, dat zegt op zich natuurlijk al wel iets. Heuvel. Dat is bergop. Ik fiets niet graag bergop. Dat is vermoeiend. Dat idee, alweer! En goed, dat het op een heuvel ligt ja, maar ik wist niet dat er voorafgaand aan die heuvel nog heuveltjes zouden zijn. Heuveltjes ja, want uiteindelijk was er niets bij wat ik niet aankon. En plus! Ik kon zelfs schakelen naar een kleiner blad, en tot mijn verrassing fietst dat dus nog makkelijker naar boven! The sky… inderdaad, maar toch maar niet. Die Ventoux, no f*cking way!

’t Was mooi weer, maar het seizoen in Scherpenheuvel was blijkbaar al wel gedaan. Er was wel wat volk, maar de massa die ik ken van in het voorjaar absoluut niet. Er mag nu ook gefietst worden in het straatje richting Basiliek. Jawel mevrouw met het hondje en de man, dat mag nu inderdaad weer wel!
Die Basiliek overigens… daar kan je je fiets laten wijden. Er zit daar een pastoor 2u in de voormiddag en 2u in de namiddag in een containerke, te wachten op bedevaarders die fiets of auto of dergelijke willen laten wijden. Ja, weet ik veel! Ik had dit nog nooit meegemaakt. Hij zegt dan een gebed, en het volgende moment sta je zowat onder de douche. De ene al wat meer dan de andere, ik was blij dat ik aan de zijkant stond. In het midden was het écht nattigheid troef. ’t Is niet echt mijn cup of tea (het zou ook koude thee zijn dan), maar bon…  Na het obligate kaarsje branden (diegenen die het kunnen gebruiken moeten maar denken dat het voor hen was), gingen we dan aan tafel. Nadat we eerst netjes onze fietsen in een garage geparkeerd hadden, dat was wel supergoed geregeld.
Kip met groenten, perfecte sportvoeding, en een koffie en een cola astemblieft. Ik kon er weer tegen. Dat ik ook nog een fotootje van de abdij wou, dat was wel lastig. Want met klikschoenen over kasseien stappen is wel miserie. Ik ben dus maar op mijn sokken gegaan. Hetzelfde verhaal voor de toiletstop. Met klikschoenen de trap af en op… ik dacht het niet neen! Het leverde mij wel wat vreemde blikken op, maar zo hebben mensen weer iets om over te praten. 😉

De terugweg ging via Averbode en de lekstraat. Die dreef waar de crémekarrekes staan, inderdaad. Jammer voor mij (ik eet al weleens graag een ijsje) reden we vlotjes die karrekes voorbij. De andere terrasjes die we passeerden zaten overal stampensvol, en dus reden we gezwind over de dijken terug huiswaarts. Waar we 110 kilometer later weer veilig aankwamen.

Eigenlijk zou ik nu moeten afsluiten met iets vrooms. Maar ik ben niet zo vroom peinsek. Dus dat laat ik maar zo. Een paar sfeerbeelden, die kunnen gelukkig wel! 😉

 

De oerwoudlook

Ik had daarstraks iets gelezen over een kapseltrend. Jaja, af en toe lees ik die dingen weleens. Vooral als ze in mijn straatje passen natuurlijk.

Deze trend, dé trend van het najaar stond erbij, ging erover dat je haar gewoon niet moet stylen, dat het gewoon aan de lucht mag drogen, wat mousse erin, en dat je dan zo mee bent. Zoiets ongeveer. Ik had direct zoiets van: oew yeah, ik ben méé dit keer! Maar écht hé! Ik doe dat al jaren zo. Haar wassen, kammen (ja, toch wel), iets erin wrijven, en dan zo laten drogen. Bam! Ha! Ik ben in!

Overigens… toevallig ging het laatst nog over looks en zo vanal. We zaten op restaurant, en aan de tafel voor ons was er duidelijk een familiefeestje aan de gang. Ik vermoed de verjaardag van opa. De kleindochters hadden hun looks op elkaar afgestemd. Allemaal blond en glad gestyled. En ook allemaal met een dikke laag make-up op. Maar echt zo van het ‘als ik lach, dan breekt alles’-type. Teveel dus. Ik had het gezien, en besloten van het verder te negeren. En als je dan denkt dat mannen dat niet zien… think again! Want mijn tafelpartner, een man dus, had het duidelijk ook gezien. Jaja, hij had dat allemaal goed bekeken, en hij had er ook een mening over. Eigenlijk kwam het erop neer dat hij het allemaal maar niets vond, al dat gestylde en die make-up. Over de schoenen had hij ook weinig positiefs te melden.

En wat doe je dan, als vrouw zijnde? Inderdaad… even horen wat dan wél zijn goedkeuring kon wegdragen. En toen kwam het: de oerwoudlook, dat was wel beter. Pardon? De oerwoudlook? En wat mocht dat dan wel zijn? Want serieus… ik had er tot op dat moment nog nooit vanzeleven van gehoord! Zélfs die op 1 na beste vriend van mij, Google dus, kon er geen brood van bakken. Hij vindt het niet, hij weet niet wat het is.
Dus ja… ik drong wat aan, en na wat aarzelen kwam er dan uit dat het eigenlijk met mijn haar te maken had. Pardon? Met mijn haar? Ik weet nu uiteraard wel dat ik krullen heb, en dat die krullen hun eigen weg opdraaien. Maar ik had verdrie die dag wél mijn best gedaan om mijn krullen wat te temmen. Tsss.. het werd duidelijk maar matig geapprecieerd! Ik heb overigens maar verstandig niet verder gevraagd naar hoe die oerwoudlook zich dan verder manifesteert, want ik vermoed dat ik dan dingen zou te horen krijgen die ik misschien gewoon niet wil horen. De oerwoudlook. Hahaha…  Het klinkt natuurlijk ook erg complimenteus natuurlijk. Not! Doh!
Mannen, het is en blijft toch wel van een andere wereld zo soms eigenlijk en feitelijk.

Maar… waar ik eigenlijk naartoe wou, zo in het lang en in het breed en nogal uitgesponnen… neen, niet naar het oerwoud, ik hoorde het al iemand denken. Neeneen! Het blijkt nu dat dus IN is, die look. Die warrige bos haar die je zo laat drogen. Ze noemden het wel anders dan oerwoudlook, maar toch, ik herkende het! Alleen kan ik jammer genoeg het betreffende artikeltje niet meer terugvinden. Maar dat is niet erg. Wat telt is dat ik mee ben! Eindelijk! Helemaal! Zomaar in! Damn. Dat ik daar een man voor nodig had om dat te beseffen! 😉

Eigenlijk best wel jammer dat ik geen bucketlist heb, want dan had ik dit al kunnen afstrepen. 😉

I tried