Normaal gezien had ik vandaag de halve marathon van Gent gelopen. Beetje uitdaging kan nooit kwaad, toch? Want de afstand kan ik best aan, maar het tempo…
Ik had mij namelijk ingeschreven met de gedachte van: we starten samen met de marathonlopers, dan heb ik als trage loper ook zeker tijd genoeg om te finishen. Fout. En lees in het vervolg vooraf eerst eens de regels, Sandra, dat ook. Want daarin stond dat er voor de halve marathon een limiet was van 2u30. 2u30! Hallooookes! Dat is een kwartier sneller dan mijn absolute toptijd!
Stress dus, al weken voor de start. Steven, die sinds enige tijd mijn loopschemaatjes maakt, ging ervan uit dat dat moest lukken. Want er stond 7’30/kilometer, en met de wedstrijdstress erbij zou ik dat zeker wel halen. Ik zou ik niet zijn als ik aan het tellen ging. Want 7’30/kilometer, dat is 8km/u. En 8km/u, dat wil zeggen dat je op 2u30 nog ‘maar’ 20 kilometer gedaan hebt. Wat dus eigenlijk maakte dat ik 2u38 ongeveer tijd had om te finishen. Kijk, dat kwam al meer in de buurt van mijn verwachtingen.
Maar helaas… de corona-epidemie maakte dat het event niet doorging, en ik dus vandaag bijgevolg geen halve marathon in Gent gelopen heb. Ik had ook geen zin om dan maar alleen die 21,2 kilometer te gaan huppelen. Want we mogen dan wel buiten sporten, feit is dat als ik die halve marathon nu alleen loop, ik dat toch niet op wedstrijdtempo doe. Want er is geen wedstrijd. Er is geen volk. Er loopt niemand voor mij, noch achter mij.
Dus bon ja… blijft er niks anders dan gewoon ervoor te zorgen dat ik fit en gezond blijf. Ik fiets elke dag ik thuiswerk een rondje voor ik mijn pjoetertje opstart (ik neem er gelijk maar mijn terugrit bij, dan hebben we dat in 1 keer gehad) en ik blijf lopen. Vanaf de komende werkweek heb ik wegens gedeeltelijk technisch werkloos ook wat meer tijd om er meermaals per week een functionele training bij te doen.
Fietsen, dat is een ander paar mouwen. Die kleine rondjes voor het werk dat lukt mij wel alleen, tot maximum 30 kilometer zeg maar, als ik dan plat val dan kan ik te voet naar huis terug. Grotere rondes durf ik op 1 of andere manier alleen niet aan. Platte banden stress, en nu al helemaal, met de social distancing. Want stel dat ik plat val… dat wiel eruit halen en een nieuwe band steken, dat zou ik moeten kunnen. Maar dan… die buitenband er terug op krijgen. Dat is en blijft dus een ramp. Evenals dat achterwiel terug in dat kader krijgen.
Intussen zie ik de mannen uit mijn fietsgroepje op Strava wel al langere tochten rijden. En dan vrees ik toch dat ik op het einde van dit coronacircus weer niet meekan met hen wegens niet genoeg getraind. Aaargh, gedoe! En ik was nog zo gemotiveerd om dat fietsen dit jaar serieus aan te pakken.
Enfin, 1 voordeel is er wel: ik heb wat meer tijd om in mijn clubtenue te krimpen. Want ik was die kleding vooraf gaan passen, maar ondanks het feit dat ik sindsdien geen gram bijgekomen ben (ook niet afgevallen helaas), zit het toch allemaal wat strakker dan in dat paskotje bij de fabricant. En om dan gelijk een rolmops op een fiets te gaan zitten in kleding waar ik amper ik kan (durf 😉 ) ademhalen… neuh, dat is het ook weer niet. Ik ben trouwens niet de enige die vind dat het strakker zit dan de paskleding. Om maar te zeggen: het ligt écht niet aan mij!
