Categorie archief: feestje

Busje komt zo…

Hmz… hier zit ik dan. Te wachten. Op wat? Geen idee. Het is ook allemaal een beetje stom, nu. Je kan niks, je mag niks. In mineur? Kweenie. Had ik iets groots gepland? Dat nu ook weer niet. Gewoon, gezellig samenzijn. Iets eten. Iets lekker. Iets drinken. Ook iets lekker. Meer moet dat niet zijn. Of wacht, toch wel… een beetje goede muziek mag er ook wel bij. Concertje? Ja, heel graag. Iets kleins. Iets goeds. Zoiets.

Maar bon, het is niet zo. Het is anders. Dit jaar hadden we beter ook gewoon overgeslagen. Omwille van 2020, maar eigenlijk niet omdat ik tegen die verjaardag op zie, integendeel. Want nu is het zo noch vis noch vlees. Ik hang ergens tussen, maar hoor niet echt bij het ene maar ook nog niet bij het andere. Er zijn er ook al genoeg die mij voorafgegaan zijn en die het voorgedaan hebben. Dus laat mij dan maar bij het andere gaan horen, dan zijn we daar tenminste toch al.

En ook: ik mag. Ik kan. In goede gezondheid. En er zijn er ook die helaas op dit punt niet geraakt zijn. Dus ja. Wat dat betreft toch wel een fijn gevoel. En verder… wacht ik maar verder. Want dat busje, dat komt zo. Inderdaad. Tram 5 wacht. Er zal wel iets te eten zijn. Iets lekker. En te drinken. Ook iets lekker. En dat muziekje, dat zet ik gewoon zelf op, keuze genoeg. Laat tram 5 maar vertrekken, ik spring morgen dan wel even gezwind van de ene tram op de andere. Laat ons hopen dat het minstens een even mooie rit wordt dan die op tram 4. 🙂

Never gonna give you up…

“Dat ik hoognodig het nog eens over Rick Astley moest hebben”, zei ik daarstraks tegen zomaar iemand die naast mij op het terras zat, na de training. Dat was diezelfde zomaar iemand die daarna efkes een ‘airreke’ uit het oeuvre van de Rick “zong”.  Maar eerst wel tegen mij zeggen dat er aan mij geen zangtalent verloren was gegaan toen ik de “Ahaa ahaa aaaaa” zong die altijd na “Ruby Ruby Ruby Ruby” komt. Niet van de Rick uiteraard, dat is van de Kaiser Chiefs. Maar echt hé… het was nog toonvast en vanal ook! Miskend, ondanks al mijn talent, dat ben ik! En Calimero, dat ben ik ook! Altijd, overal!

Jaja ik weet het, ik ben weer een beetje van de hak op de tak en zo vanal, maar je zou voor minder. En zie nu ben ik de Rick Astley-draad weer helemaal kwijt. Dus bon ja… waar het over ging, dat is dat dit eigenlijk een beetje een “op verzoek” Rick Astley-blogje is. Een “u vraagt, wij draaien”-verhaal. Ja, zo gaan die dingen, my dear friend!

Enfin, lang Rick Astley-verhaal kort… ik heb zijn nieuwe CD beluisterd. Enneh.. hopelijk doet hij binnenkort toch maar een “Best of” ofzoiets in de AB. Toch toch toch? Ik heb nu verdorie die tickets, ik ga kijken. Dat is zoals Europe. Die heb ik ook gezien, lang na hun hoogdagen. Die Joey, die had toen ook al veel van zijn pluimen verloren. Al probeerde hij ze nog krampachtig geföhnd recht te houden. Neen, dan was Mike Tramp van White Lion verstandiger, toen hij de schaar erin zette.

Bon, dit allemaal gezegd zijnde… weer over naar dit. Dit als in de Rick. Van Astley. Want de Rick, die heeft gelijk.  Ajaaaaaaa! 😛
(trouwens… na de Rick kwam bij mij Wham! op de joetjoeb… ook altijd plezant! Wake me up, before you gogo… hou mij tegen, ik voel een eighties-draadje opkomen!)

We’re no strangers to love
You know the rules, and so do I
A full commitment’s what I’m thinking of
You wouldn’t get this from any other guy
I just wanna tell you how I’m feeling
Gotta make you understand

Never gonna give you up
Never gonna let you down
Never gonna run around and desert you
Never gonna make you cry
Never gonna say goodbye
Never gonna tell a lie and hurt you

We’ve known each other for so long
Your heart’s been aching but you’re too shy to say it
Inside we both know what’s been going on
We know the game and we’re gonna play it
And if you ask me how I’m feeling
Don’t tell me you’re too blind to see 

Never gonna give you up
….

Zomerfeesten 2018

Zo. En toen waren het weer Zomerfeesten in onze straat. Zomerfeesten, dat betekent eigenlijk sportief bezig zijn, zo mocht ik 2 jaar terug al ondervinden.

Dus gingen we op vrijdag van Core Stability doen. Heel belangrijk voor een loper. Buikspieren, rugspieren, ook die moeten getraind worden. En daarvoor hadden we gelukkig de hulp van Bart Kaëll met zijn Marie-Louise. Je kent het niet? YouTube staat vast tot je dienst! (Want als ik het zelf opzoek moet ik wéér gaan roeien! )

Bon… vrijdag overleefd, ’t was plezant, op naar de zaterdag. Ik had eigenlijk geprobeerd om er een beetje tussenuit te muizen. Iets met kapper of vrijdag en dat dan mijn kwafuur op zaterdag met dat lopen naar de bom zou zijn. Niet gelukt. Ik schreef me dus maar in, voor de volle 10 kilometer. Die moet ik kunnen. Correctie: die kan ik! Ik liep ze tenandere afgelopen week nog 2 keer, en zelfs meer dan dat, dus wat was de stress nu weer? Straffer zelfs: ik had vooraf gemaild aan een goede vriend dat gezien ik dinsdag zo fijn gelopen had, er misschien wel een PR inzat?

Boy oh boy… ben ik daar keihard van moeten terugkomen. Want boy oh boy… brandde die zon daar ongenadig zeg! En boy oh boy… wat ben ik mezelf daar ook zo keihard tegengekomen! Ik zag het nochtans wel zitten. Ik had de dag door heel flink meer dan genoeg water gedronken, en de jogging startte ook pas tegen 18u45. Het zou dan vast ook wat koeler zijn! Teut! Terug naar start Sandra, je ontvangt geen geld! Pfff… echt! Zo heet! De eerste ronde liep ik samen met Patrick. Patrick, die zijn comeback aan het maken is na een blessure. De dames voor ons keuvelden er op los, en het was fijn een beetje in hun spoor te kunnen lopen.

Rondje 2 was al wat anders. Zwaarder al. En hierna nog eentje. Maar het ging wel. Dat is tot het voor Patrick helaas niet meer lukte, en hij de handdoek in de ring gooide. Ik begreep hem maar al te goed, maar wou toch nog even door. Het rondje afmaken. De dames voor mij (dankuwel buurvrouw 😉 ) gingen even wat trager, zodat ik tot bij hen kon lopen, en al pratend gingen we door. Eenmaal terug aan de vijver liet ik hen gaan, want zij gingen richting finish, en ik… ik moest daarna nóg een rondje. Helaas. De moed zonk mij helemaal in de schoenen. Intussen kwamen de snellere lopers al allemaal aan van hun 10 kilometer, en ik was nog maar op weg naar kilometer 7. Je krijgt van minder klop.

Mentaal zat het eigenlijk al niet meer goed en ik was eigenlijk ook zinnens om aan de streep een einde te maken aan mijn lijdensweg. Ik verkondigde dat ook al onderweg aan de supporters. En ik was dat ook écht van plan. Nu goed… Michaël – vriend en kwelduivel soms in 1 😉 – stond mij al op te wachten met water. Even goed drinken, en dan door. Ik pruttelde. Ik had er genoeg van, ik wou stoppen. Waarna ik simpelweg te horen kreeg ‘dat als ik 7 kilometer had willen lopen, ik mij had moeten inschrijven voor 7 kilometer. En dat het was omdat ik mij voor de 10 ingeschreven had, hij er ook 10 gedaan had.” Bon… door dan maar weer zeker? Met lood in de benen de brandende zon nog maar eens tegemoet de volgende 2 kilometer. Ik wist wat mij nog te wachten stond, en dat maakte het alleen maar zwaarder. Intussen was ook mijn man, die de fietsbegeleiding achteraan deed, tot bij mij gefietst. Hij had voor mij een drinkbus met water mee, maar al dat lauwe water lag eigenlijk als een blok op mijn maag. Drinken ja, maar ook bweik. En die maag maar draaien.

Uiteindelijk werd er besloten het water dan maar over mijn hoofd en rug te gieten. Wat op zich niet verkeerd was, want dat was instant afkoeling. Nu goed… heel lang derde rondje-verhaal kort… ik heb het niet helemaal uitgelopen, want op een gegeven moment was het bobijntje gewoon op. En ik heb inderdaad 2 keer gestapt. De laatste anderhalve kilometer was het hobbelen denk ik, een soort van lopen. Wat wel heel fijn was was dat de vriendjes van de loopclub mij massaal tegemoet kwamen gelopen. Op een gegeven moment had ik zo zomaar 6 personen in mijn squad! En ja, dat geeft dan weer vleugels. Allez ja, kleine vleugeltjes dan. Doorlopen dus, en dan kwam ook nog Marc Fourmois (zei ik al dat dat mijn favoriete sportograaf is 😉 ) op ons pad. Lachen voor de foto, dat dus ook nog!

Maar ik finishte, en uiteindelijk… niet onverdiend. Want ik bleek zomaar de eerste Weerdse vrouw te zijn op de 10 kilometer. Ook de enige trouwens, de andere vrouwen waren stukken verstandiger blijkbaar.  😉  Maar er staat hier nu dus een échte beker te blinken (niet alleen die beker blinkt trouwens), eentje die ik zomaar onverwacht won! Dus ja, ik geef het toe, achteraf was ik dan natuurlijk wél weer blij dat Michaël mij door die laatste 3,5 kilometer gesleurd heeft. (Michaël, echt, bewondering voor jouw geduld en incasseringsvermogen. Hoewel je intussen al wel wat gewend bent met al dat tegengeloop 😀 )

Achteraf zei iemand mij dat ik vandaag wel zou moeten bekomen van mijn loopje. Doh! Er moest nog gefietst worden! 60 kilometer stonden er op de planning. Helaas appte mijn fietsmaatje vannacht af, en ging ik aan het twijfelen vanochtend. Langs de andere kant: ik was er begot speciaal voor opgestaan, had gisteren niet eens mijn beker gevierd met liters wijn (as if 😀 ), en wou ik écht wel fietsen. Alleen dan maar? Alleen! Een mooi soloritje van 60 kilometer werd het. Ik heb er zo van genoten, van dat fietsen, van het ritje alleen… soms moet het écht niet meer zijn dan dat!
Al was de start toch een beetje in mineur… iets met denken dat je de straat mag overrijden, inklikken, gestopt worden en niet meer kunnen uitklikken *dubbelzucht*. Ik ben dus weer een paar blauwe *auw*-plekken rijker. Hoera!

On top… werd mijn zoon vandaag ook nog eens 21 jaar. 21 zeg, dat is toch niet te geloven? Gisteren nog een klein lief kleuterke, en nu al een hele man. Bijgevolg sluit ik een fantastisch weekend af met champagne! Schol!

The shoulder-zone

Vrijdagavond. Na een hectische dag op het werk (bomen water geven, plantensprinkler verzetten tussen de kruiden, waterslangen oprollen, vorken, lepels en borden tellen, een auto afwassen én toch ook nog een paar mails beantwoorden – hey… it’s a hell of a job but someone’s got to do it… 😉 ) zet ik mij – na het boodschappen doen – in de zetel.

Ik scroll wat rond, verneem dat Eddie Vedder terug bij stem is (een kleine wooohooow en joehoe en zo vanal is hier wel op zijn plaats!), lees hier en daar wat, en kom dan terecht bij de Carpool-karaoke van James Cordon. Die Carpool-karaoke, die leerde dochterlief mij ooit kennen. Want ik moest en zou van haar kijken naar de aflevering met Justin Bieber. En daarna ook die met One Direction. En ik geef toe, er zitten geweldige afleveringen tussen. Ik bleef dus kijken. Intussen hebben al heel wat artiesten aan die Carpool-karaoke meegedaan. George Michael (snif) was ooit de eerste, maar ook Elton John, Stevie Wonder, Michelle Obama, Bruno Mars, Chris Martin kwamen al in de karaoke-wagen terecht… enfin, het is een lange lijst intussen. Google of Youtube het maar een keer mocht je het niet kennen.

De laatste Carpool-karaoke is er eentje met Paul McCartney, in Liverpool. Nu kent quasi iedereen de ex-Beatle wel.  En ook bijna iedereen kent wel wat liedjes van The Beatles. Zo ook ik. Fan? Neen, maar ik kan het wel appreciëren. Appreciëren? Understatement, want ik was dus redelijk ondersteboven van dat filmke. Ik vind het ongelooflijk dat na zoveel tijd de man nog altijd zo populair is. En na het bekijken van de hele karaoke, inclusief het optreden in de pub, snap ik denk ik ook waarom. Ik ben dus gelijk wat Beatles-nummertjes gaan beluisteren. Ik kén dat ook gewoon, en kan zowat alles los meezingen. Held, echt!

Daarna ging ik weer terug naar de Carpool-karaoke. Want mensen die lol hebben in een auto, dat is gewoon plezant. Had ik de aflevering met Bruno Mars eerder gezien, ik was begot vorige week gaan kijken, daarzo in Werchter.

En zo al zappend van het ene naar het andere kwam ik ook wat dingen tegen van Tom Cruise. Ze mogen nu zeggen van die man wat ze willen, maar ik vind dat hij dus écht wel humor heeft, om aan al die onnozeliteiten mee te doen:D . Misschien is het ook gewoon mijn jeugd die mij bij mijn beoordeling parten speelt, kan allemaal best. Maakt mij verder ook niet uit eigenlijk.

Maar goed, lang (karaoke)-verhaal kort, want ik moet hoognodig ook eens gaan slapen. Iets met een Brallon lopen morgenochtend wegens voetbal morgennamiddag. Alleen ben ik nu zo opgeladen dat ik nog altijd in the shoulder-zone ben… check het filmke, vanaf 7:40 zo ongeveer … deed mij denken aan de yogales van afgelopen week, ik voelde mij toen een beetje zoals James zich hier voelt… #veegmijmaarbijelkaar #slappelach

my mind is like.jpg

Dansen? Of niet?

Het was lang geleden, maar afgelopen vrijdag hadden we nog eens een discussie over muziek, op een feestje. Iets met een raadseltje wat ik niet kon oplossen, maar ook iets met tips die eigenlijk niet echt richting oplossing gingen. Zo kan ik ook niet op te lossen raadseltjes bedenken natuurlijk.
De muziek waar het over ging, werd mij verkocht als zijnde ‘een topper’. Nu, toen ik uiteindelijk te weten kwam waar het over ging, had ik zoiets van: mwoah, wel ok, maar geen topper. Voor mij dan. Bon, “en dat dat deze week toch zeker wel op mijn blog zou komen”.  Goh ja… ons kent ons zeker? Bij deze…

Wat ik dan wel een Colruyt-nummer vond? (hebdem? Okay, Colruyt, Bioplanet? Goed-beter-best?) Awel hé… mijn beurt om eens wat vage tips te geven. Een nummer van een zanger waar eerder al een liedje van gedraaid was. Inderdaad ja. Het allermooiste stuk van het nummer is de de hartverscheurende aanslag op de gitaar. Zo mooi. Het is  zo’n nummer dat mij binnenstebuiten draait, nog altijd, na zoveel jaar. Zo’n nummer waar ik de he door she kan vervangen, en ja hoor… boenk derop, zij het in een andere betekenis dan de zanger waarschijnlijk bedoelde. De hopeloosheid die naarmate het nummer vordert alsmaar erger wordt. “I want you”. Ja, inderdaad. En mijn hart bloedt, telkens ik het hoor.

Niet alleen daarvan trouwens. Bekentenis? Ja, laat mij dat maar eens doen. Een keer, daarna nooit meer. Want we waren op een feestje, en neen, ik heb niet gedanst. Ik doe dat niet, ik blijf op mijn stoel zitten, en dat heeft een reden. Een reden die (alweer) in mijn jeugd te vinden is. Het heeft te maken met een gevoel van ‘niet goed genoeg zijn’, met afgewezen worden, en ook met gepest worden. Ik ben gepest vroeger. Als kind, en in mijn puberteit. Ik was ook altijd het kind/meisje dat aan kant stond, dat niet gekozen werd bij spelletjes en sport (of alleen als laatste, als het echt niet meer anders kon). Idem dito voor de fuiven. Vroeger was er op een fuif altijd een moment dat de bamba begon. Het sein voor mij om mij richting buiten te begeven, of richting toiletten. Want ja, uiteraard heb ik er ooit wel aan meegedaan. Meermaals. maar ook hier was ik het meisje dat bleef staan waar ze stond, het meisje dat niet gekozen werd. Na de bamba kwamen dan de slows, en ook daar stond ik aan kant. Dus koos ik maar voor de vlucht vooruit, en deed ik er niet meer aan mee. Het had toch geen zin. En dus bleef ik ook achteraf gewoon aan de kant staan, terwijl anderen verder plezier hadden op de dansvloer. Niettemin is het toch iets wat pijn blijft doen. Zeker als je dan op een gegeven moment weer alleen aan tafel blijkt te zitten, en er met je tafelgenotes wel gedanst wordt. En goh ja, het was waarschijnlijk wel goed bedoelt, maar het helpt niet als iemand dan zegt “als jij dat liedje gaat aanvragen, dan zal ik met jou ook eens dansen.”  Want neen, uiteraard ga ik dat nummer niet aanvragen, ik ga ook niet smeken om met mij te dansen. Zelfs al blijkt het nummer in kwestie achteraf wel een Bioplanet-nummer te zijn.

Ik weet dat anderen niet weten wat er in mijn rugzak zit. Ik weet ook dat dit volledig mijn eigen gevoel is, en dat ik ook niet dikwijls laat zien hoe ik mij eigenlijk echt voel. Ook dat heb ik mezelf in de loop der jaren geleerd. Neemt niet weg dat er onder dat soms stoïcijns uiterlijk toch wel het een en ander meer dan leeft en beweegt. Rede en gevoel die met elkaar in de clinch gaan,  het is en blijft een lastige kwestie. Voor mezelf. Ik ben daar dan ook altijd weer even van onder de voet, dat ik gebeurtenissen uit mijn verleden toch nog altijd zo mijn heden laat bepalen. Terwijl dat heden totaal anders is dan dat verleden. Maar het is sterker dan mezelf. Het is iets wat ik niet zomaar achter mij kan laten, het is niet iets wat ik zomaar kan vergeten. Ik wil wel, maar het lukt mij gewoon niet. Dus ja, als er dan weer zoiets kleins gebeurt, dan is dat gevoel weer getriggerd. En dan duurt het weer even vooraleer ik dat weer uit mijn systeem heb.

Maar goed. Dit gezegd en geschreven zijnde, weer over naar de muziek, want gelukkig is er muziek. Forevermore. Reken maar.

 

Het zweet des aanschijns

Dat fietsen naar het werk, dat zal wel gezond zijn, daddis. Dat fietsen terug naar huis uiteraard ook.
Alleen… ik heb toch nog altijd wat maars.

De eerste grote maar, dat is nog altijd de brug. De brug over de autosnelweg. Het ziet er uit als iets van niks, maar elke keer weer vervloek ik die brug. Elke keer weer trap ik in de val, en elke keer weer trap ik mij helemaal in de verzuring. De val ja, de “ikmoetrapbovenzijndanbenikervanaf”-val. Ik weet het, ik doe het mezelf aan, maar, en ik weet niet of dit een goed excuus is, ik kan niet anders. Ik heb het al geprobeerd, trager naar boven fietsen. Dan start ik traag, en dan rijdt daar ineens iemand halverwege op de brug. Zo iemand waarvan je denkt: “misschien moet ik die persoon maar eens laten zien dat je ook wat vlotter zo’n brug op kan”. En hups, daar ga ik dan weer. En dan trap ik in de “ikmoetdiemenstochefkesinhalen”-val.

Ik heb geen idee waarom dat competitiebeestje in mezelf zo bovengehaald wordt op die toch wel korte ritjes. Sta ik aan het licht te wachten met wat andere fietsers, dan moet en dan zal ik als eerste weg zijn als het licht op groen springt. Of de brug. Ha, de brug. Die over de vaart. Helemaal vooraan gaan staan, en dan een sprintje trekken zodra de brug weer open is om toch maar eerst over te zijn.

Echt, ik word soms zot van mezelf!

En ja, dan ben ik bijna aan het werk, en denk ik van: we zijn er weer bijna… rijdt er daar voor mij iemand op een gemotoriseerde plooifiets. Zo eentje met een batterij ja. Een collega, dat ook. Het fietspad is daar maar smal, en het is daar ook redelijk druk qua autoverkeer, dus hing ik eerst wat in zijn wiel, maar dan toch… zelfs met nog een paar metertjes te rijden, moet en zal ik hem nog even voorbij rijden. Ja, ik moet. En ik zal. Recht op mijn trappers ook als het moet.

Nochtans, ik rijd maar op mijn gewone stadsfiets naar het werk. Chance dat het een goede is, of hij had allang de pijp aan Maarten gegeven. Of de kader toch. Op zijn minst een band! Een ventiel!

Gezien ik op het werk eerst mijn douchespulletjes moet gaan halen onder mijn bureau (jeps don’t ask!), moet ik eerst 4 hoog. Met de trap. Uhu. Ik kan toch niet eerst sportief doen en met de fiets naar het werk rijden om vervolgens met de lift naar boven te gaan? En dan komt die tweede maar. Want dan kom je zo wel wat frisgewassen collega’s tegen zo van en naar. Dat ruik ik. Die ruiken fris, die zien er al fris uit. En dan heb je mij. Bezweet, in sportkleding. Vanochtend merkte een collega op “dat ik precies al goed gesport had”. Ik heb maar ja gezegd, en gezwegen over die amper 6 kilometer die ik gefietst had. Want zelfs op die korte afstand slaag ik er toch in mij volledig in het zweet te rijden. En dan zie ik onderweg mensen okselfris met hun kantoorkleding richting werk rijden. Ik snap dat niet. Hoe doen die dat? Als ik dat zou doen, stink ik de rest van de dag. Mijn kids zeggen nu soms al, als ik van het werk thuis kom, dat ik dringend moet gaan douchen.

Speaking of… ik heb dat nog niet gedaan, dat douchen. Douchen dus, en wel nu! Da’s pas een plan! Evenals dat verjaardagsfiestje sebiet in het mooie Oljst.  Ik heb toch wat caloriekes verbrandt met dat fietsen, dus het kan! Les excuses… inderdaad ja! 🙂 Ik wist wel dat dat fietsen voor iets goed is! 😉

PS: te snel willen posten is nooit goed, zo blijkt; Want ik ben een ‘maar’ vergeten. De ‘maar’ van “maardietegenwindookaltijd”. Pffffff…. trappen en niet vooruit geraken, zo lijkt het wel. Meewind, het zou begot ne keer plezant zijn!

wheelie love.jpg

A perfect day

Er zijn van die dagen… van die wondermooie dagen. Gisteren was het zo’n dag.
Ik had een feestje georganiseerd, thuis.  Vrijdagavond had ik mij dan ook al luidkeels meebrullend met wat muziek in de keuken teruggetrokken.  Heel af en toe kreeg ik wat klachten uit de living “of die muziek nu écht zo luid moest”, maar soms moet de muziek inderdaad écht zo luid!  Ik heb trouwens ook ontdekt dat sommige CD’s net niet lang genoeg duren om 4 kilo stoofvlees te maken.
Ik heb wél ontdekt dat wat uptempo nummers geweldig werken bij het ballekes rollen. “I just can’t get enough” zal nooit meer hetzelfde klinken! Overigens… die Dave van DM, die ziet er tegenwoordig toch ook wel veel beter uit dan “toens”, merk ik nu. Wat een zeepsmoeleke zeg! 😀

Alles geraakte klaar zo in die avondlijke uurtjes, dus ik vond dat ik best goed bezig was. Dat ik op zaterdag nog een hoop op te ruimen had, en nog moest stofzuigen en dweilen en toestanden, dat was maar een kleine hobbel op de weg. Iets als een molshoop die je al lopende over moet. Kuch. Dacht ik. Dat van die molshopen, dat zegt “men” mij ook altijd als ik aan het lopen ben en bergop moet. Meestal blijken die dan ook altijd lastiger dan een molshoop.  En kijk, hier komt het, ik weet dat er mensen zijn die er al op zaten te wachten: ik ga – tadaaaaa – nog eens kaderen. Kaderen ja, want momenteel worden er hier nieuwe ramen gestoken. Boven, beneden, overal. Zo’n raam uitbreken, dat gaat niet helemaal stofvrij. Dus ja… er lag overal wel vuil, steentjes, stof. Blegh. Het duurde dus toch wel langer dan even voor alles min of meer stofvrij was. Stofvrij als in: als ik ’s nachts op blote voeten naar de badkamer ga, stap ik tenminste niet op een steentje om vervolgens kajietend mijn weg verder te zetten. Zoiets. True story overigens, dat was vrijdagnacht.

Goed… terug naar het feestje. Er moesten ook nog hapjes gemaakt worden. Dat was ik aan mezelf verplicht, en ik had er ook net iets teveel reclame voor gemaakt, na mijn workshop van vorige week. Ja, soms moet ik écht eens leren van mijn mond te houden. Gelukkig heb ik wel vriendinnen die klaar stonden om te komen helpen. Vriendinnen die zelfs samen met mijn dochter hapjes maakten opdat ik, heel belangrijk, een afspeellijstje voor mijn iPod kon maken zodat er ’s avonds toch wat muziek zou zijn. Ja, ik weet het, ik ben erg. Zo soms. Heel af en toe.

Een half uurtje voor het feestje begon waaide er nog een andere vriendin binnen, ook om hapjes te maken. En de allerlaatste die toekwam had – inderdaad – ook spullen mee om hapjes te maken. Ik weet het niet zo goed. Ofwel heb ik gewoon supervriendinnen die dit graag doen, ofwel is het geloof in mijn kookkunsten toch niet zo groot. Ik laat het in het midden! 😀

Dus ja… terwijl ik dacht dat ik alles geweldig onder controle had… hapjes klaar, tafel klaar, fris gedouchet en vanal… bleek plots dat mijn jurk stuk was. Stuk als in een gaatje erin. Stuk als in een gaatje dat ook groter werd. Aja, want ik wist dat daar een gat zat, dus dan moet ik daaraan prullen. Hoe dat gaatje er kwam, geen idee! Maar de jurk aanhouden was dus geen optie. En dus ik moest een plan B. En Ik had geen plan B. Paniek! Wat nu aantrekken? Dit was niet voorzien! De ene jurk kon niet, want ik had er niet de goede kleur kousen voor onder. Daarbij, dan moest ik mij nog helemaal herkleden. En die andere jurk… goh… die had ik in een opwelling gekocht, in zo’n “tegen dat ik nog eens 5 kilo afgevallen ben”-opwelling. Zou ik, zou ik niet. Twijfels, twijfels. Toch maar aangetrokken. Er moest een top onder. Een top die ik niet vond. Die met kant was erover, het moest iets simpeler zijn. Enfin, op de duur geraakte ik dan toch aangekleed, maar de helft van de gasten was er al! Tot zover mijn geweldige organisatie, te laat op mijn eigen feestje!

Maar we hadden dus een aperitiefmoment van een paar uurtjes. Met heel veel hapjes. Met heel veel lekkere hapjes. Waar ik vergeten ben foto’s van te nemen, besef ik nu zo plots. Maar ze waren er dus wél!

Daarna werd het even puzzelen om aan tafel te gaan, maar uiteindelijk geraakte iedereen toch gezeten. Over puzzelen gesproken.. ik kreeg ook nog een puzzeltje. Ik mocht om de zoveel tijd een envelopje openmaken met een tip in. Een tip die uiteindelijk zou leiden (lijden? 😀  ) naar een verrassing! Goh, die tips, dat is wat geweest. Ik heb ermee dubbel gelegen, we hebben er met zeker wel 6 mensen tegelijkertijd naar gekeken. Het kwam maar niet. Ten bewijze…

Enfin, op de duur leken alle tips naar een film te wijzen. Een film waar we op een zomerse avond afgelopen augustus in Duitsland al heelder verhalen over gehoord hadden. Ik heb de film nu dus ook. Ik ben benieuwd. Het is in ieder geval eentje van David Lynch. We zullen zien. Op kerstavond. Want zo hoort dat blijkbaar, met deze film. 😀

We sloten af met dessertjes die alweer liefdevol klaargemaakt waren door mijn vriendinnetjes! Zei ik al dat ik ze super vind? En neen, meliger dan dit wordt het nooit meer! 😉

In ieder geval… het was een ontzettend leuke, warme dag. Ik schreef het op Facebook ook al, ergens vannacht:”Lou Reed, die wist duidelijk niet hoe de dingen gaan. Die ‘perfect day’, die spendeer je niet zomaar ‘with you’. Sorry voor de ‘you’ in het lied. Want inderdaad… Die ‘perfect day’, die spendeer je met de leukste vrienden ooit. En het was echt ‘a perfect day’. Gevuld met heel veel gelach, gevuld met heel veel vriendschap, gevuld met alles wat mijn hartje maar kon wensen!
Dikke dankjewel aan eenieder die er ‘live’ bij was, en dikke dankjewel aan iedereen die aan mij dacht en mij verjaardagswensen stuurde! Mijn 46e verjaardag is er eentje waar ik met een hele grote glimlach op terugkijk. xxx

En zo is het maar net.

NB: onderstaande foto is erg bedrieglijk. Het ziet er liefelijk uit, die kussende visjes. Maar ze kunnen de dag erna verdorie erg venijnig uit de hoek komen! Volgens mij zijn het gewoon piranha’s!

2016-12-18-00-17-16