Categorie archief: boostyourpositivity

10. Panoramalauf rund um Burg Are

Vanochtend stond ik op met zere benen, pijn aan mijn hiel en een licht zeurend gevoel aan mijn heupen. Een Muskelkater dus. Gevalletje eigen schuld dikke bult ook vrees ik.

Want: hoe enthousiast was ik niet toen we een mailtje kregen van de Selbstläufer SV Altenahr, dat ze, ondanks de moeilijke omstandigheden na de vloedgolf in het Ahrtal vorig jaar toch een nieuwe editie van de Panoramalauf zouden organiseren? En riep ik niet volmondig “ja, ik ga zeker mee” toen een vriend voorstelde om daar nog eens mee te lopen?

Maar ook: waar zat mijn verstand? Want ja, eerlijk gezegd: heel erg getraind ben ik niet dit jaar. Het start to runnen verloopt eerder moeizaam (lees: niet), omdat ik niet heel erg hittebestendig ben. En buiten wandelen in Oostenrijk moet ik toegeven dat ik dit jaar ook niet zo veel gewandeld heb. Hmz… en dan zo’n Panoramalauf?

Kijk, het helpt natuurlijk dat ik ooit verliefd werd daar, verliefd op de prachtige omgeving, op de mooie plekken die het Ahrtal te bieden heeft. En als ik om dat terug te zien een beetje moet afzien? Yes, I can! Al ging er daar toch wel een klein stresske aan vooraf. Want je inschrijven voor een 16K en weten wat je te wachten staat is 1 ding, maar als die 16K dan plots 19K worden met een “Streckenanderüng”, dat is weer iets anders.

Maar goed. Ik moest en ik zou, en dus ging ik van start. Ondanks het feit dat ik de hele omloop zou wandelen, stak toch weer dat kleine competitiebeestje in mezelf de kop op, en fluisterde mij in dat het wel fijn zou zijn mocht ik niet laatste zijn. Hmz… een klein plannetje installeerde zich als vanzelf (soort van automatische update zeg maar), en dus liet ik toch de wandelschoenen voor wat ze waren en trok mijn loopschoenen aan. De start begon dus al lopend. Bergaf…. niet zo geweldig voor de knie, maar op een rustig tempo zou het wel moeten lukken.

En hey, dat deed het ook. Tot mijn grote verbazing én verwondering herstelde zelfs mijn ademhaling zich een beetje als vanzelf. Niet het grote gehijg, doch wel een rustige loopademhaling. Hoe lang was dat geleden zeg! En ook: ik moet dus weer gaan lopen, want ik heb dit toch wel gemist!
Het lopen hield ik vol tot aan de eerste bergop. Dat was lang genoeg om wat mensen achter mij te laten en niet de volgfiets in mijn rug te hebben. Er moeten nu eenmaal doelen zijn in het leven.

Ik besloot daar ook om mijn muziek aan te zetten (lang leve de iPod en de Aftershokz – en neen, geen reclame, alleen maar een kleine reminder over de lange gebruiksduur van ongeveer 8 uur voor de Aftershokz 😉 ) en niet veel later was ik op pad met Morten Harket en A-ha. Er is slechtere compagnie dan de Morten, en dus gingen de kilometertjes best wel vlot voorbij, zo al stappende.

Ik laat het nu eigenlijk vlotter klinken dan het was. Want heel eerlijk: de steile stukken bergaf lieten zich toch nogal voelen in de knie, en jezelf afremmen zet ook wel wat spieren aan het werk. Jeps, ik vermoed dat het diezelfde spieren zijn die nu ook aan het kateren zijn. De eerste bevoorrading – in de vallei – kwam er eigenlijk sneller dan verwacht. En ook een klein beetje de ontnuchtering, want in de vallei was de omvang van de ramp van vorig jaar pas echt goed zichtbaar. 😦

Ondanks dat, overviel het mij niet ver voorbij de bevoorrading toch weer, de verwondering en de bewondering. Ik liep tussen de wijngaarden, en kreeg weer het gevoel dat ik enorm bevoorrecht ben omdat ik daar mocht zijn.
Het groen, de mist, de rust, de stilte, niemand voor of achter mij… en dan dit in mijn oortjes:


“Stay on these roads
We shall meet, I know
Stay on my love
We shall meet, I know
I know”

Soms valt het echt allemaal mooi samen. 🙂

En hups, wij weer bergop. Ik was toch ook wel ferm content dat ik iets van eigen bevoorrading mee had in mijn rugzakje. Het was niet al te warm, maar de warmte was toch wel duidelijk in de bossen blijven hangen. Dat, en ik was mijn loopshirt thuis vergeten. Met een gewoon shirt aan is het qua zweetafvoer toch duidelijk wel een pak anders dan met een technisch loopshirt. Dus mental note to self: niet meer vergeten in ’t vervolg! Maar wel blij met mijn tubes water, die ik vooral bergop blijkbaar nodig had.

Oh en trouwens, doet mij eraan denken: Garmin, je bent een sukkel! Gewoon in pauzestand gaan omdat ik te traag bergop ga, tssssss! Qua motivatie is dat ook 3 keer niks hé, dat je eens boven dezelfde kilometerstand hebt dan beneden! Awoe!

Voordeel was wel dat ik waarschijnlijk al verder was dan ik zelf dacht. Voor alle zekerheid vroeg ik het toch even na bij de laatste bevoorrading, en het klopte: van daaruit zou het nog ongeveer 6 kilometer zijn, terwijl het volgens Garmin nog altijd 9 kilometer was. Ik was duidelijk ook niet de enige die een beetje van slag was, of tenminste, waarvan de kilometriek wat van slag was. Wat verder passeerde mij een loopster die mij vroeg of ik een idee had hoe ver het nog was, en nog wat verder riep een loper mij optimistisch toe dat het “nur noch ein Kilometer ist”. Helaas moest ik de man teleurstellen, want volgens mijn telling waren het er nog minstens vier. 🙂

Hey, 4 kilometer nog, dacht ik, dan was ik er bijna! Wat ik niet wist – wegens parkoerswijziging – was dat er nog een lastige afdaling inzat langs smalle steile paadjes. Technische afdalingen, ik vermoed dat het nooit echt mijn ding zal worden! Maar hey, ik deed het toch (ook misschien wegens geen andere keuze 😉 ) en daar waar ik het écht niet durfde ben ik zittend naar beneden gegaan. Jeps, dat verklaart de witte vlekken op mijn loopshort. 😀
Op een moment kwam de langverwachte finish dan echt wel in zicht! Mijn ereronde had ik daar eigenlijk al gehad, want op de eerste ronde rond de Martinshütte riep de speaker al mijn naam af: “Da ist Sandra aus Belgien”. Wel leuk, dat ze mij daar blijkbaar kennen. En die eerste ronde, die loop je dus opnieuw als je gaat finishen.

En die finish was dan ook weer memorabel, met welgemeende felicitaties, handgeklap, een handdruk én een roos. En spierpijn, die je dan pas voelt als je naar de auto stapt om jezelf op te frissen. En toch, en toch…. ik heb er echt van genoten, zie ook de happy smikkel van onderweg. Dus: volgend jaar oepternief? Of haal ik het vraagteken maar gewoon weg? 😉
Enneh… dat klein plannetje om niet laatste te worden, dat kwam ook goed. Want ik hield toch nog 4 mensen achter mij. Iets met indelen en mezelf niet te overlopen denk ik. Want deze 4 mensen liepen echt wel langere stukken dan ik, en gingen mij op een moment ook voorbij. Waarop ze wat verderop op een stuk bergop een rustpunt ingebouwd hadden. Ik vermoed een beetje dat zij – want van de streek daar – samen met de fietser wilden finishen. En dat was hen zeker gegund. 😉

Advertentie

De digitale coach

En toen dacht ik: waar zou die functie in Garmin Connect voor zijn? Ik drukte, en tadaaaaaa… een hele nieuwe wereld opende zich voor mij. Een wereld met coaches, digitaal wel, en met een keuzemenuutje en een beetje op maat.

Jaja, de Garmin coach werkt op maat! Doel kiezen, coach kiezen, paar vraagjes beantwoorden (hoe snel loop je, hoeveel keer per week wil je trainen, op welke dagen wil je trainen, wat is je doel, wanneer kan je je lange-afstandsloop best doen), en hups: daar kwam zowaar een schema tevoorschijn.

Helemaal niets wereldschokkends overigens. Gezien ik wil blijven lopen, probeer ik mijn goesting terug te vinden. Maar dat schema hadden ze niet. Het alternatief was een schema om op te bouwen naar de 10 kilometer. Uitlopen, niet tegen een bepaalde tijd. En jaja, ik kan dat inderdaad best wel, die 10 kilometer. Alleen loop ik die nu dik tegen mijn goesting. En dus wil ik gewoon terug plezier krijgen in het lopen.

En ik denk dat het marcheert. Intussen ben ik aan mijn tweede week bezig, en ik vind het nog altijd plezant. Het zijn momenteel nog ietwat kortere loopjes dan die die ik gewend ben, maar daar is niks mis mee. Eens even gewoon helemaal tabula rasa en helemaal opnieuw beginnen. Er staan toch geen joggings op het programma, en ik vermoed ook dat dat de eerstvolgende maanden nog wel zo zal blijven.

Ik startte met een korte “Benchmark Run”. Opwarmen, en dan 10 minuten doorlopen. Ikkanda. Beter dan verwacht overigens. Op basis daarvan (of dat wil ik toch heel graag geloven) kreeg ik al voor een eerste week trainingsmomenten in mijn agenda. Loopjes in stukken, loopjes die zeggen: als je nog kan, loop gerust door, maar als het niet meer lukt, wandel dan een stuk. Of loop trager. Qua druk van het vat halen kan dit wel tellen. No pressure, gewoon doen wat goed voelt. Ik heb ook al eens gespiekt naar volgende week, dan staan er kleine intervalletjes op het programma gevolgd door een loopje waarin ik ook al eens een 10 minuten wat sneller mag lopen.

En ik voel dat de loopgoesting stilaan terugkomt. Ik doe weer met plezier mijn schoenen aan om een toereke te gaan doen. De 10 kilometer, die staan voor ergens in mei gepland. En op zich vind ik het ook wel een beetje spannend, om te zien waar ik dan uitkom op die 10 kilometer. Of dat dan inderdaad een beetje gemakkelijker loopt, of ik die 10 kilometer dan ook met plezier en de volle goesting uitloop. Maar ik zie het helemaal zitten, volgens mij gaat dat helemaal goedkomen! Let’s run! 🙂

Heel lang geleden… ;)

Heel lang geleden, of zo lijkt het toch al is het nog maar 5 jaar, postte ik onderstaande op Facebook:

En miljaar zeg, wat een confrontatie toch weer met de persoon die ik was. Sindsdien is er al heel veel water naar de zee gestroomd, en zijn er al ettelijke stormen gepasseerd. Niettemin lukt het toch nog altijd min of meer om dat gewicht niet meer zo uit de hand te laten lopen als toen. Ik zou dan ook nooit of nooit meer terugwillen naar die tijd. Ik vind de Sandra van nu dan ook een veel leuker mens dan de Sandra van toen.

Neemt niet weg dat het nog altijd niet “gemakkelijk” is. Gemakkelijk in de zin van dat mijn gewicht helemaal onder controle is. Nope. Er mag nog altijd een kilootje of 20 af, intussen al een kilootje of 25. Want inderdaad ja, kilootjes erbij gaat nog altijd stukken makkelijker dan kilootjes eraf.

Aan het sporten zal het nochtans niet liggen. Ik fiets gemiddeld 3 dagen per week naar het werk, ik doe 2x/week een functionele training (en na die van gisteren wacht er morgen weer spierpijn – die oefening met die kettlebel op de bal, autch! 😉 ), en het lopen bouwt stilaan ook weer op naar meer. En daar bovenop staat ook het nieuwe fietsseizoen voor de deur.

Overigens, over dat sporten: ik ben blijkbaar een erg onaangenaam mens als ik eens een keertje niet mijn nodige dosis sport gedaan heb. Gisteren bijvoorbeeld, besliste ik verstandig wegens de stormwind om niet naar het werk te fietsen. En dat hebben mijn collega’s geweten. Ik ben de hele dag grumpy en lastig geweest.
Vanochtend meldde ik hen dan ook blij dat ik mij al een stuk beter voelde dan gisteren – wat ook effectief zo is, ik voel mij een stuk energieker – waarna ik de opmerking kreeg “dat het sporten mij gisterenavond goed gedaan had”. En toen viel mijn euro. Want inderdaad, ik heb dat tegenwoordig wel nodig, die portie beweging.

Dus ja, dat stuk gaat goed. Hoewel met wat kilootjes minder het nog stukken beter zou gaan. Dat weet ik, dat besef ik. Mijn winst zit in dat verliezen van gewicht. En toch lukt het mij momenteel niet om er ook maar 1 gram af te krijgen. Misschien toch maar eens de grooten truuk met de lintmeter doen, en gaan meten. En de weegschaal weggooien, zei iemand mij ook. Want met al dat gesport moet ik toch wel iets strakker worden, zelfs al is het een halve centimeter?

Enfin, verder hoor je mij niet klagen. Ik doe mijn ding, en ik ben momenteel erg gelukkig met wat dat ding is. En als ik dan deze foto zie, dan ben ik ook erg gelukkig met de Sandra die ik geworden ben. Ik had bijna gezegd: work in progress, maar och… alles kan altijd beter, maar soms moet een mens ook gewoon eens content zijn. Toch? 😉

Foto (c) Marc Fourmois

Goede voornemens

Goede voornemens, ze zijn er weer. Klassiek. Op dieet, gaan sporten. Dat gaat zelfs al zover dat vrouwenbladen artikels als dit gaan posten: “INSPIRATIE: 10 sportieve kapsels waardoor jij je goede voornemens sowieso volhoudt“. Voor mij eerder een reden om de handdoek in de ring te gooien, maar dit terzijde.

Ooit maakte ik ook ergens zo’n vaag voornemen, toen ik in de zetel hing en al moe werd bij de gedachte van tot pakembeet naar de bakker te moeten stappen. En toch zei “iets” mij dat ik zou willen gaan sporten. En och, dat joggen, als ik dat zou kunnen, dat kon ik dat doen wanneer ik tijd en goesting had. Ik zag mij al ronddartelen, op loopsloefkes. Hmz. De realiteit haalde mij in. Ik kon helemaal niet lopen in de lichaamsconditie waarin ik mij bevond.

En dat stuk, dat was ik even vergeten. Ik was even vergeten dat ik ook jaren aan een stuk goede voornemens gemaakt had waar totaal niets van in huis kwam. En toch lukte het op een gegeven moment wel. Geen idee waarom toen plots wel, want als ik daar de toverformule van had, dan was ik nu al welriekend rijk.

Neemt niet weg dat je mij niet moet komen vertellen dat je je goede voornemens niet kan waarmaken, dat je niet kan gaan sporten omwille van die en die en die reden. Want het is heel simpel eigenlijk: als ik het kon, dan kan iemand anders het zeker ook. Met een klein beetje doorzettingsvermogen en iets of wat koppigheid (‘volharding’ klinkt beter dan koppig zei iemand mij gisteren trouwens. Al ging dat dan weer niet over mij 😀 ) geraak je al een heel eind. In mijn geval al eens 33 kilometer ver. En komende vanwaar ik kwam, is dat een hele prestatie. Want het lijkt zo normaal allemaal tegenwoordig, dat ik doe wat ik doe. Dat ik met de fiets naar het werk rijd, dat ik wat looprondjes afwerk, en dat ik op zondag fietstochtjes maak van meer dan 60 kilometer. Tot afgelopen week mijn collega’s het over afvallen hadden aan tafel. En dat ik wel mooi afgevallen was, dat ik geen overschotten vel heb hangen. Ha, ze zouden mij eens zonder kleding moeten zien! 😉

Er is ook niemand die snapt hoe ik dat gedaan heb. Ikzelf tenandere ook niet eigenlijk. Ik vermoed dat op een gegeven moment de puzzelstukjes gewoon allemaal mooi in elkaar vielen. Dat de tijd er rijp voor was om die eerste stap te zetten, toen ik een stuk in de 3 cijfers woog. Want die eerste stap, die heb ik ook moeten zetten. De volgende stappen, die waren er ook niet van vandaag op morgen. Jammer genoeg niet. Hoewel… op zich is de reis naar een doel misschien wel mooier dan het behalen van een doel op zich. Want die eerste keer dat hele halfuur lopen (afgelopen december precies 5 jaar geleden) dat was mooi, maar veel mooier was eigenlijk de weg naar dat halfuur lopen. Besef ik achteraf. Al die trainingen die ik alleen afwerkte. Al die trainingen die ik opnieuw deed omdat het de vorige keer niet goed ging. Al die trainingen waar ik leerde wat doorzetten was, waar ik leerde wat afzien was, waar ik leerde dat het niet zomaar uit de lucht komt vallen. Al die trainingen waar ik uitkeek naar het behalen van dat ene doel. Al die trainingen waar ik naar dat doel toe werkte. Waarschijnlijk was dat de beste leerschool. Dat, en ik wou het natuurlijk ook zo graag.

En misschien is dat wel het beste advies dat ik kan geven: kies een haalbaar doel, en kies ook iets wat je heel graag wilt bereiken. Of dat nu wandelen, fietsen of lopen is. Of iets anders. Dat maakt niet uit. Het belangrijkste is dat je het graag doet. En graag doen, ook dat komt soms door het te doen. Want ik kan niet zeggen dat ik lopen in het begin leuk vond. Oew neen. Lopen was afzien, lopen was zo tegen mijn natuur in. Een natuur die zei: ga maar beter met een koek of iets anders in de zetel hangen. Maar zie… ook dergelijke patronen zijn te doorbreken. Het is soms gewoon kwestie van het doen.

Daarstraks bijvoorbeeld, had ik helemaal geen zin om te gaan lopen. Er was veel wind, ik had echt totaal geen zin, en de stap naar buiten was erg lastig. Maar eens ik buiten was, eens ik aan het lopen was, vond ik het weer fantastisch. Ik heb genoten. Genoten van de frisse wind op mijn gezicht, genoten van het feit dat ik aan het lopen was, genoten van het buiten zijn. De voldoening na het lopen was eens zo groot. Daarom, nog maar eens, ten overvloede, want ik ben er écht van overtuigd: als ik dat kan, dan kan jij dat zeker ook. Just do it. Het is echt niet zomaar een holle slogan. Ga ervoor! Maak die voornemens waar. Het is zo de moeite waard

En bij deze heb ik denk ik mezelf weer genoeg gemotiveerd. Want inderdaad ja, die theorie ken ik zelf op dit moment maar al te goed, in de praktijk echter, gaat het hier ook alweer een tijd niet zoals het zou moeten gaan. Of zoals ik wil dat het zou gaan, en ja, ik weet dat dat aan mezelf ligt. Maar ik heb een doel. Een nieuw doel. Want binnen enkele maanden moet ik in mijn spiksplinternieuwe zomer-fietsuitrusting gaan fietsen. En die nieuwe fietsuitrusting, die zei mij: met wat kilootjes minder ga ik stukken beter zitten! Dus ik ga er ook weer voor, ik ga ook dat voornemen nu eens proberen om te zetten in échte daden. Dit keer moet het, dit keer wil ik het ook weer écht heel graag. Ik ga ervoor! Hop, naar de zomer, hop naar die nieuwe fietsuitrusting. Yes I can! 😉

Schaamte

Een paar dagen terug ging het over schaamte. De aanzet was het feit dat ik op het werk douche, en er daar geen probleem van maak om open en bloot door de kleedkamer annex toiletruimte te eh… flaneren. Nu ben ik meestal (lees: altijd) gewoon alleen daar. De toiletruimte wordt door quasi niemand gebruikt wegens elders ook nog een toilet op de verdieping, en verder douchen er niet zoveel dames waar ik werk. Er werken ook niet zoveel dames, maar dat terzijde. 😀

In ieder geval: ik heb er geen probleem mee om mij te ontkleden en aan te kleden in de ‘gemeenschappelijke ruimte’. Liever dat dan in het kleine hokje waar de douche staat al mijn spullen mee te nemen en mij daar om te kleden. Niet alleen is het daar dan verstikkend warm, het water staat dan ook in no time weer op mijn rug omwille van de vochtige warmte die er hangt van het douchen.

Voor mij is dit tegenwoordig normaal. Ik douche mij in eender welke gemeenschappelijke kleedkamer en schaam mij niet voor hoe ik er naakt uitzie. Voor anderen is dit blijkbaar niet zo evident. En eerlijk? Dat was het voor mij ooit ook niet. Maar ik heb het wel geleerd. Geleerd dat naakt zijn eigenlijk niet erg is, en dat uiteindelijk iedereen hetzelfde is, weliswaar met andere proporties. Maar hey.. dat maakt niet uit, ik zie het al niet meer.

Nochtans was de eerste keer ‘gezamenlijk’ douchen een grote stap. Een heel grote stap. Een stap die ik toch zette. Het was dat, of bezweet weer terug naar huis rijden, terwijl dat toch onnozel was als er douches ter plaatse waren. De eerste keer dat ik van de gemeenschappelijke douches gebruik maakte, was ook in het gezelschap van een vriendin. Wij waren daar maar met 2, en dat maakte de stap al iets kleiner. Maar toch nog groot genoeg. Toen ik merkte dat zij er geen zaak van maakte, besloot ik dat ook niet te doen, mij uit te kleden en mij te gaan wassen. Case closed.

Daarna ging het stilletjes aan alleen maar beter. Douchen met meerdere (mij gekende) vrouwen tegelijkertijd? Check. Douchen met meerdere vreemde vrouwen tegelijkertijd? Ook check. Enneh… uiteindelijk kwam er ook toevallig samen douchen met een paar mannen op het lijstje te staan. Beetje stom, door een organisatie die de douches een kwartier reserveerde voor de mannen, en daarna voor de vrouwen. Er waren echter meer mannen dan vrouwen, en op de duur vroegen de mannen ‘of we het erg vonden dat zij even mee kwamen douchen’. Boh.. ik kende hen toch niet, en het water was toch ook ijskoud en on top werd er vlak daarnaast ook nog spaghetti gekookt (I kid you not!). Dus ook dat… check. Overigens, het jaar erna werden er aparte douches in een tent voor de vrouwen georganiseerd. 😉

En zo werd mijn grens keer op keer verschoven. Van uitermate beschaamd over hoe ik er naakt uitzie, naar who cares hoe ik er naakt uitzie? Want eerlijk? Het maakt mij niet meer uit wie er in een gemeenschappelijke kleedruimte zit. Het maakt mij niet meer uit om samen met andere te douchen. En wat een verademing is dat!

En dan wordt het een beetje dubbel. Want als ik loop of fiets, dan maak ik mij weinig zorgen over hoe ik eruit zie. Sportkleding, die moet vooral functioneel zijn. Goed zitten. En mij mijn ding laten doen zonder dat ik moet liggen sjorren aan de rug van mijn truitje of aan de rand van mijn broek. Ik ben er mij ook uitermate van bewust dat, hoe fris ik ook aan de start van een trainingsrondje of een jogging sta, ik op het einde helemaal bezweet ben. En laat het net dan zijn dat die verdekselse fotografen er staan. Dus ja, ik heb er mij een gedacht van gemaakt. Sporten, dat doe je niet omdat je er tijdens het sporten goed zou uitzien.

In het dagelijkse leven echter, ben ik duidelijk wel bezig met hoe ik eruit zie. Vandaag bijvoorbeeld, had ik de verkeerde jurk naar het werk mee in mijn rugzak. De verkeerde jurk, omdat het een jurk is waar ik een trui wou overdoen. Een trui die ik wel op het werk zou hebben liggen. Alleen.. er liggen een 3-tal truien in mijn kast op het werk, maar dé trui voor op die jurk, die lag er dus niet. Bummer. Ik heb mij bijgevolg de hele dag ongemakkelijk gevoeld. De jurk is ook terug mee naar huis gegaan, waar ik ze anders zou laten hangen hebben om later deze week nog eens aan te trekken, en eens thuis is ze de wasmand ingevlogen en heb ik gedacht: ‘deze gebruik ik deze winter niet meer’.

En dan ook… een bikini of een badpak, wat een horror! Dat lukt mij dus voorlopig dan weer niet, om een badpak aan te trekken en te gaan zwemmen. Want dan ben ik weer teveel bezig met hoe ik eruitzie. Een naaktsauna daarentegen… yeskes! Totaal geen probleem mee.

Heel raar en heel dubbel is dat allemaal. Schaamte, neen. Maar toch ijdel genoeg om bezig te zijn met hoe ik er niet-naakt uitzie. Want naakt, dat ben ik, daar is niets aan te verbergen noch aan te veranderen. Een paar kilootjes minder gaan daar de zaak heus niet meer maken. Gekleed echter, daar kan ik het plaatje mooier maken. En ik vermoed dat het dat is wat ik onbewust wil doen. Onbewust bewust dan toch. Nu goed, ik ben er niet fanatiek mee bezig. Want ook gewone kleding moet gemakkelijk zitten. Dus neen, nog altijd geen hakken voor mij. En minder en minder broeken, want zo’n jurk is toch wel vree gemakkelijk. Want de goede jurk, die verstopt dat buikje, en zet mijn betere kanten wat in de verf. En die kuiten? Die verstop ik zelfs niet meer. Ze zijn dan niet slank, maar ze zijn begot wel gespierd! Wanneer is het weer blotebenenweer? Want die schaamte, die ben ik ook allang voorbij. 😉

Erase and rewind

Zo. Bovenstaande mag u letterlijk nemen. Want ik had een hele blogpost volgetikt over hoe 2019 was. En met wat ik allemaal niet gehaald had, qua doelen. En hoe dat zo allemaal kwam. Alleen… dat was allemaal zo negatief. Dat niet, en dat niet, en dat niet… terwijl ik best wel een hoop kilometertjes heb op de teller, zowel op de loop- als op de fietsteller.

Erase and rewind dus, en oepternief, dat ook. Want al die negativiteit, daar ben ik niks mee. Integendeel. Ik duw mezelf alleen maar dieper in een put, en hoe dieper hoe lastiger daar uit te komen. Neen… been there en zo vanal, die loopdip die hoop ik nu écht wel achter de rug te hebben. Dit gezegd zijnde, op naar het nieuwe jaar, met nieuwe doelstellingen. Jeuj!

Eerst dat fietsen. En dat ziet er goed uit voor 2020. Ik heb intussen een goede routine qua woon-werkfietsen opgebouwd. Als ik die routine voor het zondagsfietsen er nu ook nog in krijg, dan zit ik op rozen. Al dan niet met doornen. 😀 Neen, serieus. Qua motivatie voor het fietsen op zondag zit het wel goed, en de motivator is dit keer dan ook quasi letterlijk aanwezig. Geen excuses meer dus. En uiteindelijk is er ook wel iets van: ik kan fietsen, ik fiets graag, ik heb een goede fiets, dus wat is de reden dan dat ik het niet zoveel doe? Bam… dat gaan we dus veranderen.

Het lopen dan. Kijk, het is niet gemakkelijk om uit een put te klauteren waar iemand anders je ingeduwd heeft. Het is ook niet gemakkelijk om dat “niet goed genoeg”-gevoel om te zetten naar wat anders. En het heeft dan ook keilang geduurd eer ik dat allemaal verwerkt had. Maar nu ben ik er wel weer. Helemaal. Er zijn wat dingen in mijn hoofd geklikt, en dat was ook nodig. Dat, en het besef dat ik zelf de dingen moest veranderen, en niet zomaar moest accepteren wat was. Een inzicht dat er kwam na wat goede gesprekken. Gesprekken die maakten dat ik die klik kon maken. Uiteindelijk is het is een beetje een lange weg geworden, een weg van toch een paar maanden, maar momenteel is de loopgoesting weer helemaal terug. Ik ben super-enthousiast over mijn nieuwe loopstart, en momenteel gaat het lopen dan ook weer naar wens. Go, me! Want die ‘me’, dat is wat telt.

Ik ben er dus klaar voor. Klaar voor dat nieuwe jaar, klaar voor 2020. Dadelijk in Garmin mijn doelen eens zetten. Niet té ambitieus, maar natuurlijk ook weer niet té gemakkelijk. Een soort van gulden middenweg zeg maar. En als ik dan toch bezig ben, misschien ook eens bekijken aan welke leuke loopeventjes ik zou kunnen deelnemen. Want ik herhaal het ook daar nog eens: go, me!

Vernieuwd enthousiasme

En dan lijkt zo ineens alles een beetje op zijn plaats te vallen. Eindelijk! Want na maanden van wat aanmodderen op eetvlak, en wat veel gefoefel op loopvlak, heb ik nu toch een soort van ‘plan’ klaar. Of beter: plannen.

Eerst het eten. Ik kom niet echt bij, maar ik val ook niet echt af momenteel. Nadat ik wat kilootjes bijgekomen was en vond dat het maar genoeg moest zijn, had ik mezelf nogal rigoureus op 1200 kcal gezet een paar maand terug, maar echt helpen deed dat niet. Het is te zeggen: ik viel doordeweeks wat af, en kwam dan in het weekend weer wat bij, en de balans bleef zo ‘in evenwicht’, hetzelfde dus. Met nog altijd die extra kilootjes erbij. Sandra zou Sandra niet zijn als ik dat zo zou laten. En dus heb ik eens heel luid ‘help’ geroepen op het juiste moment, en een keigoede tip gekregen. En door die keigoede tip ben ik dan gaan wandelen met Melissa van Melissana.

En dat wandelen dat bracht inzichten. Want zo al wandelend kan je toch wel het een en ander vertellen. Melissa had ook mijn eetdagboek van ongeveer 10 dagen bekeken, en het was eigenlijk simpel: ik eet te weinig voor al de sport die ik doe. Als ik dan in het weekend eens iets extra eet, of dat glas wijn drink, dan zegt mijn lichaam: ola mannekes, extraatjes! Stockeren die handel! En zo krijg je dus een wekelijks jojo-effect. En daar moet ik dus vanaf.

Om niet te ver uit te wijden: ik moet eigenlijk meer eten om gewicht te gaan verliezen en gemakkelijker te kunnen sporten. Niet zomaar eten, maar mijn lichaam voeden met de dingen die het nodig heeft om de tekorten die ontstaan door het lopen en het fietsen op een goede manier aan te vullen. Klinkt logisch hé. En toch kwam ik er niet zelf op. De bedoeling is ook de weegschaal aan kant te zetten, en gewoon te zien wat het ‘voeden’ van mijn lichaam mij brengt gedurende een maand of 2.

Daar bovenop deed ik ook een hertest in het Sportmed Testpoint waar ik in september een eerste keer een test gedaan had. Gedaan met zomaar iets doen, gedaan met lopen in zones van 2 jaar terug, hoog tijd om dat allemaal op punt te zetten. Het goede nieuws is: er is een lichte vooruitgang sinds de eerste test. Mijn loopzones zijn ook weer aangepast, dus dat wordt weer even wennen om in de goede zone te lopen. Het slechte nieuws is, en gelukkig had ik dat zelf ook al beseft: om vlotter te kunnen lopen zou ik nog wat gewicht kwijt moeten. En gelukkig is 1+1 ook 2, en was ik daar intussen ook mee bezig, met dat weer te gaan aanpakken.

Dus ja, ik kan en mag er tegenaan gaan. En dat er tegenaan gaan, dat wilt voor mij zeggen terug opbouwen naar langere afstanden. Het is trouwens nog niet gedaan met de goednieuwsshow: Want ik ga ook weer volgens een schema lopen. Een schema volledig op mijn maat en kunnen dat werkt naar een doel dat ik gezet heb. Met dank aan de collega/loper/trainer die de schemaatjes voor mij gaat maken. Ik ben echt benieuwd wat dit mij allemaal gaat brengen, en ik ben ook erg enthousiast over al die nieuwe dingen. De zin is er helemaal om er vanaf volgende week in te vliegen, zowel qua voeding als qua lopen.

En ja, terechte opmerking: “waarom wachten tot volgende week om erin te vliegen en dat niet gelijk nu doen?” Awel, dat is simpel. Er moet eerst nog een verjaardag gevierd worden, de laatste voor ik op tram 5 stap volgend jaar. En na dat feestje ga ik er helemaal voor!

Retrospective

Jepla! Zowat schrijven, soms brengt dat toch wel wat inzichten. Neem nu onderstaande tekst, die ik exact 5 jaar terug schreef. Over de positieve dingen. Eens kijken wat daarvan overblijft kan nooit kwaad, toch?

– 5 jaar geleden tekende ik een nieuw contract. De 5 year itch zeg maar, die maakte dat ik zowat alle 5 jaar van job veranderde. Die itch is er momenteel nog lang niet, wat maakt dat de beslissing om 5 jaar terug van job te veranderen, 1 van de beste beslissingen van de laatste jaren geweest is.
-> nu: helaas, het mocht niet zijn. Een herstructurering, een ontslaggolf, en ik was erbij! Zie ook hier… en alle vervolgen daarop, hier en hier . Intussen werk ik ook alweer elders dan hier, en daar kwam dan nog deze post over. Voorlopig blijf ik weer waar ik ben. En hopelijk beslist dit keer iemand anders daar weer niet anders over.

– Gezonder gaan leven. 2 jaar terug leek het nog iets van een heel ver toekomstbeeld, want die vicieuze cirkel bleek heel moeilijk te doorbreken. Ik ben dik, en ik blijf dik, want ik kan er niet aan doen. Dat idee. Intussen ben ik blij dat ik mezelf het tegendeel bewezen heb. Ik kan afvallen, zonder hulpmiddelen. En de sleutel tot dat afvallen ben ikzelf.
-> nu: idem en dito. Het gewicht stagneert, hoewel weer een beetje bij, maar ik blijf achter dat afvallen zonder hulpmiddelen staan. Ik kan dat, de sleutel ligt nog altijd bij mezelf. Het is alleen maar zaak van ook mezelf daarvan overtuigd te krijgen. Soms is het zeggen gemakkelijker dan het doen, en soms is ook de verleiding sterker dan mezelf.

– Sporten! Sport is tof, en dat heb ik dankzij sportieve hulp gelukkig (weer) mogen en kunnen beseffen. Intussen ben ik druk aan het trainen om ooit die 5km te kunnen lopen, voor het eerst in mijn leven, en heb ik ook het gevoel dat mij dat in het komende jaar wel zal lukken. Misschien duurt het zelfs zo lang niet.
-> nu: die 5 km die zijn al een paar jaar dik in de pocket. Intussen mocht ik ook al een paar halve marathons lopen, en liep ik zelfs al verder dan dat. Kers op de taart is nog altijd de 25km van de Great Breweries afgelopen mei. Trots trotser trotst. Zoiets. 😉 Raar woord eigenlijk ook, trots. Zeg het maar eens een paar keer. Raar hé? 😀

– Mijn omgeving. Ik heb een leuk leven, en daar dragen ontelbaar veel factoren toe bij.
-> nu: het is niet allemaal rozengeur en manenschijn, dat was het toen ook niet, en dat is het nu uiteraard nog altijd niet. Maar zolang alles overhelt naar de positieve kant, is het allemaal wel ok.

– Vriendinnen. Ik ben niet de persoon met de meeste vriendinnen ever, maar die paar vriendinnen die ik heb, die paar échte vriendinnen, die zijn goud waard. Zelfs al zien we elkaar maanden niet, toch lijkt het telkens weer of al die tijd er niet tussenzit als we elkaar weerzien. Jullie weten wel wie jullie zijn, en ik voel mij gezegend met jullie. 🙂
-> nu: ze zijn er nog altijd, die paar friendinnekes. En dat is maar goed ook. Want die klik dit maakt dat een friendinneke ook een echt friendinneke is, die is er niet zo vaak. Met uitbreiding geldt dit trouwens ook voor echte friendekes, want die zijn ook niet zo dik gezaaid. Maar dat is niet zo erg, want ik ben heel blij met diegenen die er zijn.

– Muziek. Ik kan intens gelukkig worden van muziek, en ook heel verdrietig. Muziek hoort er gewoon bij, en die muziek die kan heel uiteenlopend zijn. Vanochtend nog met kippenvel in de auto gezeten toen ik Damien Rice 9 Crimes hoorde brengen in de radiostudio, maar evengoed deze namiddag geweldig hard meegebruld met de Summer of 69 van Bryan Adams. Shoot me! 😉
-> nu: een dikke ja voor de muziek, nog steeds. Intussen weer wat dingen ontdekt, intussen weer wat groepen en singer-songwriters gezien. Ze staan allemaal al in het lang en in het breed hier op de blog. En de klassiekers zijn nog altijd de klassiekers, ik brul ze nog altijd even hard (en volgens mijn dochter even vals) mee.

– Schrijven. Ik heb altijd al graag geschreven, maar door omstandigheden deed ik het niet meer. Omdat ik gezonder ging leven, en dat schrijven mij daarbij hielp, ging ik blogjes schrijven op de Weight Watchers-site. Intussen heb ik de smaak weer zo hard te pakken, dat ik ook weer schrijf voor het boekje van ‘de Sparta’, atletiek dus. Over mijn loopervaringen, en over de vriendschap die er in de club is. Ik overweeg nu toch een blog te starten, maar moet eens tijd maken om daar een keer serieus in te duiken.
-> nu: ik schrijf nog steeds, waarvan akte. Het boekje doe ik intussen wegens omstandigheden niet meer, en de blog is ook wat rustiger geworden. Ik hoef niet meer elke dag, laat staan elke week te schrijven. Al blijft de neiging om te schrijven er toch in zitten. Ik heb maanden met een blok in mijn maag rondgelopen, ik wist niet wat ermee te doen, tot ik uiteindelijk besloot het er allemaal schriftelijk uit te gooien. En dat hielp. Gedeeltelijk. Omdat ik schreef met in het achterhoofd wie het allemaal zou kunnen lezen (een openbare blog helpt wat dat betreft eigenlijk niet), maar toen besefte ik plots dat ik ook slotjes in de vorm van wachtwoorden kan plaatsen, om zo zelf te beslissen wie wat leest. Dat helpt ook. 😉

– Lezen. Ik lees alles, maar toch nog het liefst van die boeken waar ik mij helemaal in kan verliezen. Mijn grote geluk, via het lezen werelden ontdekken waarvan ik alleen maar kan dromen (en gelukkig maar 😉 )
-> nu: ik lees nog altijd, maar veel en veel te weinig. Ik ontdekte zo De Reiziger, en via die boeken de Outlander-serie. Sindsdien heb ik niet meer gelezen in het boek. De zin om te lezen is er wel, maar dikwijls ontbreekt mij (dooddoener van formaat, ik weet het) de tijd. Lees: de puf en de goesting. Maar het komt ooit weer goed, met mij en dat lezen. Ik voel het.

– Fietsen. Vroeger fietste ik dagelijks langs het water, vooral langs de Rupel en de Nete. Hier is geen water, behalve 10km verderop. Ik vond dat altijd te ver, dus de fiets bleef staan. Nu niet meer. Deze week nog springen we op de fiets, rijden we naar het water, en verder! Stevig doortrappen, en leeg thuiskomen. 1 van de zaligste dingen die er bestaan!
-> nu: goh… dat fietsen. Ik fietste toen met mijn damesfiets, die ik kocht toen ik nog maar net tussen stuur en zadel paste. Intussen ben ik aan koersveloo nummertje 2 bezig, en ben ik ook al van de ene wielertoeristenclub naar een andere overgestapt. Alwaar ik nu toch een stevig tandje moet bijsteken om mee te kunnen. Niettemin vind ik het nog altijd een goede beslissing, want ik heb al genoten van de ritjes die ik met de nieuwe club deed. Nieuwe paden, andere snelheden. En een langere après ook, al weet ik nog niet goed of dat nu wel een goede zaak is. Foei Sandra, zo blijven plakken! 😉

Goh… en nu ik het zo even nalees…. ik heb nog wel wat positieve dingen, maar ik ga het hier toch bij laten. Ik kan er niet aan doen, ik ben nu eenmaal een blij mens, een positief mens (die occasionele offday niet meegerekend 😉 ), een gelukkig mens, quoi. 
-> nu: de afsluiter van toen mag wat mij betreft de afsluiter van nu zijn. Ik blijf een blij mens, een positief mens, en ik denk ook wel dat ik mezelf gelukkig mag noemen. Offdays horen er nog altijd bij, de ene dag is ook de andere niet. Maar houdt net dat niet het leven wat in evenwicht? Geen plus zonder min. En voor de rest is het wat het is en ben ik wie ik ben. En dat is ok. Zeggen ze… 😉

Onrust

Onrust. Een hoofd dat draait. Een hoofd dat denkt. En niet stopt met denken. Wie wat hoe waar wanneer. Waarom, vooral ook. Geen antwoorden. Ik stel dan ook de vragen niet.

Vreugde, euforie en teleurstelling. Alles gaat hand in hand. Samen. Niet apart. Niet of of. Neen. En en. Daar de euforie, hier de teleurstelling.

Een leerproces, dat is het. Doen wat je moet doen, dat ook. Of doen wat je wilt doen eerder. Pippi Langkous in het achterhoofd. Ik denk dat ik het wel kan. Niet voor mij laten denken. Dat ook. Zelf denken. Niet onbelangrijk. Een leerproces.

Enfin, 10.000 stappen per dag. Dat is ook iets. En op sommige dagen blijkbaar toch een beetje een opgave, daar waar het op andere dagen vanzelf gaat. Meer dan 50.000 had ik er overigens, na mijn 33 kilometer op de Panoramalauf. Ik zou zeggen ‘easy peasy’, maar dat was het niet. Niettemin: ik heb ze wel gedaan.

10.000 stappen. Waarom start Garmin dan op 9400, en is het een week later al 10.400? Garmin-badges verdienen, it sucks. Het systeem sucks. Het klopt van geen kanten. Op dagen dat je er geen zin in hebt, moet je meer stappen hebben. De hond vindt het fantastisch, nog even een extra rondje. Nu uitgeteld onder tafel, dat ook. Een rustige nacht, dat is nog af te wachten, niets is zeker. Het maakt ook niet uit. Denk ik.

Onrust. Het is wat. Morgenochtend de fiets weer op. De ochtenden zijn nu op hun mooist. Fris, of zelfs koud, maar het prachtige ochtendlicht met de benevelde velden maken veel goed. Herfst. Zo mooi. Ook in mijn gedachten. Herfst. Alles loslaten. Een beetje zoals de blaadjes aan de bomen. Knisperend, onder de voeten. Herfst. Dansend tussen de blaadjes. Herfst. Niets mooier dan dat. Kleurtjes, kilte, warmte. Warme kleurtjes. Koude kleurtjes. Kille warmte. Warme kilte.

Onrust, maar het hoofd vindt wel weer rust. Al de rest volgt. Onrust… onrust… onrust… onrust… onrust… rust… rust … rust….

Billie Eilish… iemand?

(c) Sportograf- Rursee

Nog eens een klein jubileum :)

Oh zie… vandaag 5 jaar geleden, na oneindig veel oefeningen startte ik met dé uitdaging van mijn leven: een heel half uur lopen. Niemand die toen ook maar heel efkes zou gedacht hebben dat ik nu nog altijd zou lopen.
Want die Sandra van 5 jaar geleden, die begon vastberaden doch wel met een heel klein hartje aan heel dat schema. Want dat bouwde op. Ik ging minuutjes lopen, maar daarna ook veel langer dan minuutjes. En zou ik dat wel kunnen? Dat lopen, was dat wel voor mij weggelegd? En waar was ik ook alweer aan begonnen?

Het betekende in ieder geval ook de start van dat ‘alleen lopen’ in het bos. Want ja, 3 keer per week moest er aan dat schema gewerkt worden. En dus moest ik mij over wat dingen over zetten. Dingen als ‘wat gaan de mensen wel niet denken als ik hier kom lopen’, en ook dingen als ‘nu moet ik gezamenlijk douchen met andere vrouwen’. Want ja, ook dat was een hele grote stap voor mij, toen.

Intussen is die Sandra van toen een pak gegroeid. Zelfbewuster geworden ook. En ze heeft vooral een pak meer zelfvertrouwen gekregen. Waar lopen al niet goed voor is! 😉 Want die Sandra van nu, die doet dingen waar die Sandra van toen serieus van zou staan kijken. Oooo jaaa! Want daar waar Sandra toen schroomde om te douchen samen met wat andere vrouwen, vond diezelfde Sandra 5 jaar later dat het best wel kon, haar bezweette shirt wisselen op een perron terwijl ze stond te wachten op de trein die haar na een loopje naar huis zou brengen. Het was overigens geen leeg perron. En daar waar ik vroeger heel veel angst zou hebben dat ook iemand maar ‘iets’ zou zien, weet ik nu dat er gewoon niemand kijkt. Aha!

En dat lopen in het bos… intussen weet ik ook wel beter. Er is niemand die zich afvraagt wat ik daar kom doen, want dat is wel duidelijk: sporten, bewegen, lopen, wandelen, en zelfs oefeningen doen. Op dit moment ben ik zelfs zover dat ik mezelf al niet meer afvraag wat een ander erover denkt. En zo moet het ook.

Die 5 kilometer op een halfuur, ik weet en besef intussen ook dat dat niet voor mij weggelegd is. Ik ben een trage loper, en ik zal dat ook altijd blijven. Neemt niet weg dat ik intussen wel geleerd heb van te genieten van wat ik wél kan, in plaats van gefrustreerd te verlangen naar iets wat ik niet kan. Of zoals iemand daarstraks nog zei: “het heeft geen zin om jaloers te zijn omdat je in warm weer niet goed loopt, want jij fietst dan bijvoorbeeld weer een pak sneller dan ik”. En zo is dat dan ook weer. Zelfs in warm weer. Dus ja, perceptie is alles!
Ik loop nog altijd graag, en ik weet intussen ook dat als mijn lichaam vraagt om het wat rustiger aan te doen (nog rustiger aan ja 😉 ) dat ik dat dan ook moet doen. Want wat voor zin heeft het om dat lichaam helemaal uit te putten en tot het uiterste te drijven en daarna dagen in de lappenmand te liggen? Geen! Voila!

En dan vraag je je natuurlijk af waarom ik dat allemaal niet eerder kon, waarom ik dat allemaal niet eerder besefte, waarom ik dat allemaal niet eerder kon relativeren. Geen idee. Ik ben ook maar wie ik ben. Omstandigheden spelen natuurlijk ook een grote rol in wie ik was, en andere omstandigheden maakten mij dan weer tot wie ik nu ben. Al moet ik wel zeggen dat de afgelopen 5 jaar absoluut topjaren waren. En dan bedenk ik mij plots: ik vond 40 worden een hel, maar misschien is 50 worden nog niet zo erg. Niet dat de tram al staat te wachten, ik heb nog meer dan een jaar, maar watch me… ik ga daar tegen die tijd met zo’n geweldige sprong opspringen, dat de mensen er wél van gaan staan kijken. En dan mag het gewoon, dat kijken! 😉

Aja, en for the record: op het einde van het jaar heb ik dus nog een jubileum te vieren hé, want in december zo ergens is het 5 jaar geleden dat ik de eerste keer ooit een heel half uur liep. Maar daarover later weer meer! Uiteraard! 😉
Aja, en die Sandra van nu en die Sandra van toen… check dees… ik zit er eigenlijk ook nog altijd van te kijken. Ik deed dit. Ik doe dit nog altijd. Hip hip.. huray!