Categorie archief: schema

We zijn er nog niet.

Einde november. Het plan was om tegen nu toch die 5 kilometer al te lopen, al dan niet vlotjes. Maar er is het plan, en er is de werkelijkheid. En de werkelijkheid… jeps, die haalde het van het plan!

Ik voelde het ook al, die laatste 2 trainingsweken: ik was er nog niet klaar voor. Niettemin was ik wel van plan om de laatste training samen te doen met het groepje waarmee ik gestart was, ook omdat ik zo stilletjes hoopte om toch dat half uur – onder lichte groepsdruk – uit te lopen.

Tsja… en dan sta je die dag op, met knallende hoofdpijn en een lichaam dat duidelijk zei dat lopen die dag een verre van goed idee was. Rust dan maar voor een paar daagjes. Echt ziek werd ik niet, maar echt ok was ik toch ook niet, dat gevoel. Nah.

Na ongeveer 10 dagen looprust besloot ik deze week om toch die loopsloefkes maar weer aan te trekken. Iets met als ik nu niet doorzet, dan zou het weer om zeep zijn en zo vanal. Maar het schema was teneinde, dus ik zou zelf wel iets verzinnen. Dat iets verzinnen… mjah… dat werkt dus duidelijk niet. Want ik liep 1 kilometer, stapte een minuut, en probeerde dan weer een kilometer te lopen. Om het na 4 minuten alweer op te geven. En te stappen. Om dan weer 3 minuten te lopen… enzovoort enzoverder. Om uiteindelijk met een onvoldaan gevoel te stoppen, omdat het gewoon niet lukte.

Na een paar nachtjes slapen besloot ik om er gewoon terug het schema bij te nemen. En vanaf week 7 gewoon alles terug opnieuw te lopen. En kijk… vandaag liep ik mijn minuutjes dus netjes uit. Volgens schema. Ik heb dat dus duidelijk wel nodig, zo’n leidraad die zegt hoe en wat. Dus ja… ik heb extra 3 weken toegevoegd aan mijn doel. Een verschuifbaar doel, wel handig! 😉 Neemt niet weg: dit is veel leuker dan zomaar iets doen en onvoldaan te stoppen. Dus ja, we blijven gaan, want we zijn er nog lang niet. En die we, dat is dus duidelijk me, myself and I. 😉

Slow but steady

Eigenlijk, als ik het goed naga, ben ik een beetje een kieken. Nog net niet zonder kop, maar het scheelt eigenlijk nog niet zoveel.

Na mijn vorige blog ving ik toch met een andere instelling de Start-To-Run-rondjes aan. Een “ik kan dat” en een “ik zal dat eens gaan doen” vergemakkelijken blijkbaar toch het afzien. Nu ja, afzien… nu ik weer positief tegenover het lopen sta, is afzien ook relatief en vind ik lopen weer leuk. Al moet ik eerlijk gezegd wel toegeven dat 2×15′ op het schema, en daarna vooral ook de 10+20 minuten mij toch met een klein hartje deden vertrekken. Maar komaan en komop, ik heb dat ooit al eens gelopen, dus waarom zou ik dat nu niet kunnen? En ook, opdelen, ik kan dat als de beste: 15 minuten lopen, dat is 10 minuten en 5 minuten. En die had ik voordien in deze STR al eens gelopen. Idem voor die 20′. Ik had als eens 10′ gelopen, daar kon vast nog wel eens 10′ bij. En vooral ook: niet op dat horloge gluren tussendoor, want dan duren de minuten veeeeeel langer dan als ik gewoon doorhuppel.

En zie, quod erat demonstrandum: plots waren mijn 20 loopminuutjes bijna om! Een beetje tot mijn teleurstelling zag ik dat ik nog een eindje van een rond getal af zat. En als dat dan geen motivatie is om nog wat door te lopen en niet te stoppen na die 20 minuten? Zeg nu zelf, 3,2 kilometer, dat is toch geen afstand om te stoppen? Door dan maar… met zelfs in de laatste 100 meter nog met een klein sprintje. Allez, ’t is te zeggen, met iets grotere passen waardoor ik vanzelf al een beetje sneller ging natuurlijk. En toen duwde ik af, stond wat te wachten tot mijn horloge het hele loopje geladen had, en kreeg ik instant spijt. En dacht ik bij mezelf: “gij kieken”! Want uiteindelijk was het loopvat eigenlijk nog lang niet af, en had ik het gevoel dat ik nog wel kon lopen.

Met andere woorden: die 5 kilometer hadden vandaag in de pocket kunnen zijn. Maar… uitstel is uiteraard geen afstel! Volgende week start ik de voorlaatste week van mijn schema, en ergens roept er iets dat ik er eigenlijk wel klaar voor ben, voor die 5 kilometer. Is dat echt zo? Dat zien we vanzelf wel, ergens volgende week, zo al lopende. Maar alleszins: het zit wel goed dit keer in mijn hoofd, en als de benen én de longen nu ook nog wat meewillen… dan ben ik kiek af! Slow but steady, ik kom er wel! 🙂 En reken maar dat het met veel goesting is!

Eindejaarsverzuchtingen

31 december, 17u. Oepsie. Jaar bijna teneinde, en ik heb nog altijd geen jaaroverzicht geschreven, laat staan gepost. Nu ja… ik had er eigenlijk ook niet veel zin in moet ik eerlijk zeggen.

Want bon ja, wat valt er te vertellen? Sportief was het jaar geen hoogvlieger, met een meniscusoperatie, een botsing met een e-bikester en een conditie die niet helemaal mee wou. En ja, het ene is het gevolg van het andere.

Langs de andere kant lukte het mij toch wel weer om met een Start-To-Run schema en een ijzeren discipline terug naar die 5 kilometer te trainen. Een 5 kilometer die ik, ter afronding en bekroning, liep op mijn verjaardag! Hoera! Alleen was daarna het vat af vermoed ik, en was het gedaan met de ijzeren discipline. Doel weg, discipline weg, zoiets. Dus ik liep een hele week niet – te koud, te nat, te vanalles – en liep een week daarna toch weer een keer die 5 kilometer. En dat lukte. Om de dinsdag daarna niet eens aan 2,5 kilometer te geraken. Qua motivatie kon die wel tellen. Maar omdat ik vond dat ik zo het jaar toch niet kon afsluiten, zette ik vandaag tegen de wind in toch maar weer aan voor een loopje. En goed, het was even doorzetten, het was vooral ook mezelf blijven motiveren, maar die 5 kilometer ter afsluiting van 2022 die zijn in de pocket! En de moraal van het verhaal: de dag voordat ik loop moet ik niet op 150 Watt en tegen 30km/u gaan Tacxen, dan zal het beter gaan met de beentjes. 😉

OK, de statistieken dan. Qua fietsen valt het al bij al nog mee, ik fietste toch maar mooi 5.620 kilometer bij elkaar. En mijn start-to-run bracht toch ook 137 kilometer op. Ik fietste 1 keer dit jaar 100 kilometer, naar Scherpenheuvel en terug. En verder was het geen sportjaar om over naar huis te schrijven.

Maar alles kan altijd beter, en morgen gaan alle statistieken weer mooi terug op nul. Nieuw jaar, nieuwe kansen. Maar vooruitlopen op de zaken ga ik niet meer doen. Geen doelen qua hoeveelheid kilometers, maar gewoon genieten van al wat er op mijn loop- en fietspad komt. Kwestie van teleurstellingen te vermijden. Wat ik wél ga doen, want dat is iets wat ik blijkbaar toch nodig heb, dat is een doel zetten om naartoe te trainen. Iets als pakembeet 10 kilometer lopen tegen Pasen, of iets als pakembeet 10 miles lopen tegen november. Geen zotte dingen, geen zotte verwachtingen, maar gewoon rustig en doelbewust trainen, en genieten van wat ik wél kan, in plaats van iets onbereikbaars na te streven. Jeps, dat gaat ‘m zijn. Want zoals ik al tegen een collega zei: “dat leeft gemakkelijker”. Ik kijk alvast uit naar 2023 enneh… maak er zelf ook wat moois van!

Verjaardagsloopje

Ready? Set? Go!

34 hokjes had ik afgevinkt op mijn restart-to-run schema, en dan nog 1 recuploopje gedaan. Om het te doen uitkomen, want hoe fantastisch zou het niet zijn om mezelf een verjaardagscadeau te gunnen in de vorm van terug 5 kilometer te kunnen lopen? Aha! Net geen 12 weken opbouwen, en eindelijk was het dan toch zo ver! Ik mocht terug 5 kilometer lopen! Woohooww!

Onnodig te zeggen dat ik al voor de wekker wakker was zeker? Ik had er zin in, en er was toch ook een soort van spanning te voelen. Spanning voor die 5 kilometer, spanning omdat ik niet heel zeker was dat ik het zou kunnen.

Wij van start. In het bos, want dat is nog altijd het fijnst om te lopen. Wel koud, maar een kilometer verder was er al niet veel meer te merken van die kou. Topweer om in te lopen eigenlijk. Schitterende zichten ook, in die bevroren omgeving. Al pratende liep het best wel vlot, en kilometer 2 was er in no-time! Heey, dit ging goed! Mijn compagnon-de-route merkte het ook, dat het vlotjes liep en ik ook geen moeite moest doen om te praten.

Ha, kilometer 3! Over half zeg. Zo gaat het goed, zo gaat het beter, alweer een kilometer. Hey, en ken ik die man daar niet? Jeps, een collega, op wandel. Even roepen! En zeggen dat ik maar anderhalve kilometer meer moet! Woohooowwww!

Kilometer 4 liep ik bijgevolg ook netjes uit. Die vijfde zou mij nu toch ook wel lukken zeker? Zo tegen 4,5 kilometer vond ik dat het écht wel super vlot liep. Mijn looppartner checkte even mijn hartslag, en ook die was nog dik in orde. Ik had goede benen, de conditie zat goed…laat die 5 kilometer maar komen. Nog even een klein stukje tussen de vijvers, want we waren helemaal rond, en tadaaaaaa! 5 kilometer in de pocket! Woohoow, I did it, en ik kan het nog! En wat een deugddoend loopje was dit! Na zoveel weken opbouwen probleemloos terug lopen. Wat kan een mens zich meer wensen voor zijn verjaardag? 😉

Ik ben dus terug in loopbusiness. En hoe dat verder loopt, dat zien we dan komend jaar nog wel. Eerst die 5 kilometer maar eens “consolideren”. Wanneer mag ik terug? 😉

En we STR’nen verder

Even de spanning opbouwen; want die 4×8 minuten waarvan sprake in mijn vorige blogje, liep ik die nu? *spannend tromgeroffel op de achtergrond*

Jaaaaaaa, natuurlijk liep ik die! *katsjing*! Ik zeg niet dat ik ze liep met de vingers in de neus, want vooral de laatste 8 minuten heb ik best wel mezelf moeten overtuigen dat ik het kon, dat het niet meer ver was, dat ik al over halfweg was, dat het maar 2 minuutjes meer waren… maar als er nu 1 ding is wat ik best wel kan, dan is het doorzetten. En dat heb ik dan toch wel gedaan. Tempo wat minder (nog minder, maar dat komt wel weer goed), en blijven gaan. Al was ik toch wel blij toen ik uiteindelijk mocht wandelen.

Ik keek dan ook een beetje de kat uit de boom voor de 2×10 en 1×12 die daarop volgde. Als ik al zoveel moeite had met die laatste 8, dan zou die laatste 12 ook wel een lastige worden. Feit is: ik moet niet zoveel op de zaken vooruit lopen. Feit is ook: ik moet niet zo panikeren vooraf. Want wat bleek: dit was een ongelooflijk fijn loopje. In de gietende regen, door te plassen, in het laatste avondlicht in het bos. Aaaaaah… genieten, echt! Toen bij het uitwandelen dan ook nog eens “Footloose” door mijn Shokz knalde, was het hek wel een beetje van de dam.

“Dans alsof niemand je ziet”, wordt er weleens gezegd. Awel… niemand zag mij, en plots waande ik mij een beetje de hoofdfiguur uit Footloose. Zij het minder gestroomlijnd. En ok ja, ik geef toe, ook mijn dansmoves zijn wat minder. Maar het is de gedachte die telt, en ik heb er zooooo van genoten. Genoten van door- en doornat door te regen te huppelen, genoten van het door de plassen lopen, genoten van het feit dat het zo makkelijk liep, genoten van de simpele constatering dat ik nu écht terug aan het lopen ben. *insert blije smikkel 😉 *

Heel eventjes flitste het dan ook door mijn hoofd dat ik die 5 kilometer nu toch ook al zou kunnen doen. Ik duwde deze gedachte toch wel heel snel weg. Want 1 zwaluw maakt de lente nog niet, en er komen best nog wat looplesjes voor die 5 kilometer. Neen, laat mij maar rustig verder verstandig opbouwen. En dan kan ik binnenkort weer van “run to the hills” doen. 😉 😀

Overigens, sidenote: wat is het geweldig in het bos op dit moment. De kleuren, de geuren.. zalig!

Restart to run, over halfweg

Yes! Over halfweg! Want zoals eerder gezegd of geschreven: ik ben aan het restart to runnen. En ik ben dus over halfweg. En ik moet zeggen, toegeven ook: op zich gaat het tot hiertoe wel goed. Een stuk beter ook dan de eerste keer toen ik ging start to runnen. Alleen bleek mijn loopconditie na net geen jaar niet lopen quasi onbestaande, en laat die quasi er ook maar af. Van een reality-check gesproken, allookes!

Maar no pain no gain, en dus startte ik met 9 minuten lopen en evenveel minuten stappen. Intussen zit ik nu toch al aan 25 minuten lopen en ongeveer 9 minuten stappen. De loopminuutjes zijn dus meer dan verdubbeld. En het goede nieuws is dat ik nog geen enkele keer heb moeten ‘poteren’, dus het loopt best wel vlotjes tot hiertoe. Ik ben een goede schemaloper denk ik.

Maar dat was tot hier toe, en daarmee zeg ik het al. Want ik wierp daarstraks even een blik op mijn schema, kwestie van al moreel klaar te zijn voor volgende week natuurlijk, en en en… het lijkt dat de zwaarste weken in de opbouw aangebroken zijn. Want daar staat bijgot 4×8 minuten lopen! Vier keer acht! Hallookes! Ik heb tot op heden nog geen enkele keer in mijn schema 8 volle minuten moeten lopen, en nu dus ineens vier keer acht!

En jaja, ik weet het; ik heb ooit al veel meer dan 8 minuten gelopen. Maar die ‘sprong’ van het vorige lesje (3, 4, 5, 6 en 7 minuten met telkens 2 minuutjes wandelen) naar 8, 8, 8, en 8 minuten… die lijkt mij plots zo groot. Dat gaat van 25 minuten lopen gelijk naar 32 minuten lopen. En ja, ik weet het, ik zou dit moeten kunnen. Maar toch is dit een beetje beangstigend, vooral dan in de zin van ‘ga ik dat wel nog kunnen?’ Beetje faalangst vrees ik. Niet eens bescheidenheid neen. Misschien moet ik ook gewoon niet zoveel op de loopfeiten vooruit lopen en het gewoon doen. Maar goed, gezien ik niet met een app werk en zelf mijn loopminuutjes in het oog houd, moet ik ook het schema wel kennen.

Overigens is lopen voor mij nog altijd niet vanzelfsprekend. Dat is het nooit geweest, dat zal het ook nooit zijn. Het is iets wat ik graag doe, maar ook iets waar ik heel hard voor moet werken. Ik ga er wel vanuit dat de mensen die dit schema gemaakt hebben weten wat ze doen. Het is in die zin ook een beetje een schema op maat, omdat het niet opbouwt naar 30 minuten (want ik loop geen 10km/u) doch wel naar 40 minuten lopen. En dat zou ik moeten kunnen. Hoop ik.

Dus ja, ik vind het best wel spannend. Ik kijk er ook nog altijd wel heel erg uit om terug die 5 kilometer te kunnen lopen. En meer. Uiteraard. Dus ik hoop écht dat ik het schema ga blijven baas kunnen. Nu eerst die 4×8 minuten maar eens zien te lopen. fingers crossed! 5 weken, counting down.

Restart to run

Ik wandel. Ik fiets. Ik fiets zelfs meer dan dat ik de auto gebruik. En toch, toch is er iets wat knaagde. Een gevoel dat ik niet helemaal kon thuisbrengen. Er was een soort van gemis, een gemis naar een soort van vrijheid, naar een soort van geluksgevoel. Een gevoel dat ik eigenlijk niet meer kon vinden.

Eigenlijk miste ik gewoon het lopen. Ik heb een hele tijd gedacht dat het zonder lopen ook wel zou lukken, omdat ik toch fiets. En eigenlijk liever fiets dan loop wegens minder intensief, en omdat mij dat nu eenmaal gemakkelijker afgaat. Ik kon er niet zo goed de vinger opleggen, maar op een gegeven moment werd het toch helder. Het is eigenlijk het afzien, en vooral dan het gevoel na dat afzien, wat ik mis. Beetje bizar wel, afzien missen. Ik krijg ook een ander soort van voldaanheid van lopen dan van fietsen. Ik miste ook mijn rustige zaterdagse rondjes. Vertrekken en niet weten naar waar je gaat lopen, maar wel een mooi toereke doen. Gewoon, omdat het kan. Of kon.

Dat, en ik heb natuurlijk ook wel iets van uitdaging nodig. Iets wat mij triggert om ervoor te gaan, een doel. Iets met een schema, iets waar ik zicht op heb, iets waar ik mij nog eens helemaal op kan toeleggen.

En dus was het simpel: ik moest terug gaan lopen. Start to runnen, want dat had de specialist mij wel duidelijk gemaakt: rustig aan beginnen, en zoveel mogelijk lopen op een zachte ondergrond. Schemaatje gescoord (merci collega), loopgerief van onderin de kast terug bovengehaald, nieuwe sportBH gekocht (heel belangrijk, want met een versleten BH is het helemaal niet fijn lopen!) en starten dan maar!

De eerste minuut lopen was een beetje raar. Raar omdat het zo lang geleden was dat ik gelopen had, dus eigenlijk ook onwenning, en ook spannend. Want hoe zou de knie reageren? Al bij al best goed, en dus liep ik mijn rondje helemaal uit. De dag erna ervoer ik wel wat stijfheid zo aan de knieën, maar geen pijn, dus niets om mij zorgen om te maken. Op naar de volgende lesjes dus!

En ook die lopen tot op heden vlot. Zo vlot dat ik al eens vergeet van tijdig op mijn horloge te kijken en vlotjes mijn loopminuutjes voorbij loop. Oeps! Dit is ook qua gevoel een hele andere start-to-run dan mijn allereerste STR. Toen moest ik echt mijn lichaam overtuigen dat ik dit wou doen, en enkele lesjes steeds maar weer herhalen. Nu loopt dat anders. Ik weet hoe ik loop, ik weet ook dat ik mezelf niet moet overlopen en niet te snel moet lopen, ik weet ook dat ik het kan. En dat het nu even doorbijten is, maar dat de beloning er wel komt, binnen een 10-tal weken. Een beloning die zal bestaan uit 5 hele kilometers lopen!

Ik ben overigens op dit moment weer zo gebeten van dat lopen, dat ik er zelfs het fietsen een beetje voor laat. Want door omstandigheden was het op zaterdag niet gelukt om mijn rondje te doen, en dus moest dat zondag. Of ik moest het lesje verplaatsen naar volgende week en toch gaan fietsen. Ik besloot het fietsen te laten. Een beetje ook omwille van de simpele reden dat, als ik terug meer loop, mijn conditie beter wordt, en mij dat ook zal helpen bij het fietsen. Nu duimen dat het start to runnen zo vlot blijft lopen als het nu loopt. In ieder geval: hier zit een happy herstart to runner, die als alles goed blijft lopen op haar verjaardag een loopje van 5 kilometer kan doen. Van een mooi doel gesproken! 🙂

Nog 5 maanden

1 november. Dat wilt zeggen dat het nog ongeveer 5 maanden is. Dat is al dichtbij. Heel dichtbij. Akelig dichtbij. Toch voor iemand die de laatste maanden niet zoveel gelopen heeft, en einde maart een halve marathon op het programma heeft staan.

’t Is te zeggen, het is eigenlijk een uitgestelde halve marathon. Want in maart 2019 was ik er volledig klaar voor, maar toen stak een virusje een stok tussen de wielen. Bij wijze van spreken dan, want die wielen, die zag ik afgelopen jaar meer dan mijn loopsloefkes.

Hoog tijd dus om daar wat verandering in te brengen, en terug eens wat tijd te spenderen aan ‘die andere hobby’, lopen dus. De herstart was eigenlijk vorige week gepland, maar goed… ziek is ziek, en dan moeten er geen al te grote inspanningen gedaan worden.

1 november leek mij ook symbolisch een mooie datum om te starten, al moest ik daar dan de groepsrit van de fietsclub voor missen. Gelukkig was er ook veel wind, dan is het toch niet leuk fietsen. 😉 En neen, én fietsen, én lopen op 1 dag, dat verteer ik niet. Gelukkig heb ik geen triatlon-ambities.

Lopen dus, na een weekje ziek-zijn. Ik was bijgevolg ook moreel voorbereid om hier en daar een stukje te stappen. Ik besloot ook om deze eerste week niet op mijn horloge te kijken en de hartslag te laten voor wat het is: hoog. Logisch ook, de verkoudheid zit nog wat in mijn lijf, en mijn laatste loopje dateert ook alweer van meer dan 2 weken terug. Maar het liep eigenlijk best wel ok, ik had nooit het gevoel dat het niet meer ging, mijn spieren werkten ook behoorlijk mee, geen pijntje, geen krampje, niks, en ook meezingen met mijn muzieklijstje ging nog meer dan ok. Vind ik zelf, er liep niemand mee, dus niemand die last had van die paar valse noten. De 5 kilometer liepen zo vrij vlot weg, en stappen tussendoor hoefde niet. En bij het uitwandelen zakte de hartslag ook weer netjes naar lagere niveaus.

Mooi, dat geeft een mens hoop. Het plan (jeps, ik heb een plan!) is deze maand om verder op te bouwen, om terug het loopritme er wat in te krijgen en 3 dagen/week een loopje te gaan doen. Begin december start ik dan terug met een schema, en als alles goed loopt, dan hoop ik eind maart die halve marathon fris uit te lopen.

Dat is het plan. Nu de uitvoering nog. Maar hey, ik heb weer een doel, en dat helpt meestal wel. Op naar “den halve”, ik heb er eigenlijk én eindelijk weer zin in! Let’s go!

De digitale coach

En toen dacht ik: waar zou die functie in Garmin Connect voor zijn? Ik drukte, en tadaaaaaa… een hele nieuwe wereld opende zich voor mij. Een wereld met coaches, digitaal wel, en met een keuzemenuutje en een beetje op maat.

Jaja, de Garmin coach werkt op maat! Doel kiezen, coach kiezen, paar vraagjes beantwoorden (hoe snel loop je, hoeveel keer per week wil je trainen, op welke dagen wil je trainen, wat is je doel, wanneer kan je je lange-afstandsloop best doen), en hups: daar kwam zowaar een schema tevoorschijn.

Helemaal niets wereldschokkends overigens. Gezien ik wil blijven lopen, probeer ik mijn goesting terug te vinden. Maar dat schema hadden ze niet. Het alternatief was een schema om op te bouwen naar de 10 kilometer. Uitlopen, niet tegen een bepaalde tijd. En jaja, ik kan dat inderdaad best wel, die 10 kilometer. Alleen loop ik die nu dik tegen mijn goesting. En dus wil ik gewoon terug plezier krijgen in het lopen.

En ik denk dat het marcheert. Intussen ben ik aan mijn tweede week bezig, en ik vind het nog altijd plezant. Het zijn momenteel nog ietwat kortere loopjes dan die die ik gewend ben, maar daar is niks mis mee. Eens even gewoon helemaal tabula rasa en helemaal opnieuw beginnen. Er staan toch geen joggings op het programma, en ik vermoed ook dat dat de eerstvolgende maanden nog wel zo zal blijven.

Ik startte met een korte “Benchmark Run”. Opwarmen, en dan 10 minuten doorlopen. Ikkanda. Beter dan verwacht overigens. Op basis daarvan (of dat wil ik toch heel graag geloven) kreeg ik al voor een eerste week trainingsmomenten in mijn agenda. Loopjes in stukken, loopjes die zeggen: als je nog kan, loop gerust door, maar als het niet meer lukt, wandel dan een stuk. Of loop trager. Qua druk van het vat halen kan dit wel tellen. No pressure, gewoon doen wat goed voelt. Ik heb ook al eens gespiekt naar volgende week, dan staan er kleine intervalletjes op het programma gevolgd door een loopje waarin ik ook al eens een 10 minuten wat sneller mag lopen.

En ik voel dat de loopgoesting stilaan terugkomt. Ik doe weer met plezier mijn schoenen aan om een toereke te gaan doen. De 10 kilometer, die staan voor ergens in mei gepland. En op zich vind ik het ook wel een beetje spannend, om te zien waar ik dan uitkom op die 10 kilometer. Of dat dan inderdaad een beetje gemakkelijker loopt, of ik die 10 kilometer dan ook met plezier en de volle goesting uitloop. Maar ik zie het helemaal zitten, volgens mij gaat dat helemaal goedkomen! Let’s run! 🙂

Tiswa

Normaal gezien had ik vandaag de halve marathon van Gent gelopen. Beetje uitdaging kan nooit kwaad, toch? Want de afstand kan ik best aan, maar het tempo…

Ik had mij namelijk ingeschreven met de gedachte van: we starten samen met de marathonlopers, dan heb ik als trage loper ook zeker tijd genoeg om te finishen. Fout. En lees in het vervolg vooraf eerst eens de regels, Sandra, dat ook. Want daarin stond dat er voor de halve marathon een limiet was van 2u30. 2u30! Hallooookes! Dat is een kwartier sneller dan mijn absolute toptijd!

Stress dus, al weken voor de start. Steven, die sinds enige tijd mijn loopschemaatjes maakt, ging ervan uit dat dat moest lukken. Want er stond 7’30/kilometer, en met de wedstrijdstress erbij zou ik dat zeker wel halen. Ik zou ik niet zijn als ik aan het tellen ging. Want 7’30/kilometer, dat is 8km/u. En 8km/u, dat wil zeggen dat je op 2u30 nog ‘maar’ 20 kilometer gedaan hebt. Wat dus eigenlijk maakte dat ik 2u38 ongeveer tijd had om te finishen. Kijk, dat kwam al meer in de buurt van mijn verwachtingen.

Maar helaas… de corona-epidemie maakte dat het event niet doorging, en ik dus vandaag bijgevolg geen halve marathon in Gent gelopen heb. Ik had ook geen zin om dan maar alleen die 21,2 kilometer te gaan huppelen. Want we mogen dan wel buiten sporten, feit is dat als ik die halve marathon nu alleen loop, ik dat toch niet op wedstrijdtempo doe. Want er is geen wedstrijd. Er is geen volk. Er loopt niemand voor mij, noch achter mij.

Dus bon ja… blijft er niks anders dan gewoon ervoor te zorgen dat ik fit en gezond blijf. Ik fiets elke dag ik thuiswerk een rondje voor ik mijn pjoetertje opstart (ik neem er gelijk maar mijn terugrit bij, dan hebben we dat in 1 keer gehad) en ik blijf lopen. Vanaf de komende werkweek heb ik wegens gedeeltelijk technisch werkloos ook wat meer tijd om er meermaals per week een functionele training bij te doen.

Fietsen, dat is een ander paar mouwen. Die kleine rondjes voor het werk dat lukt mij wel alleen, tot maximum 30 kilometer zeg maar, als ik dan plat val dan kan ik te voet naar huis terug. Grotere rondes durf ik op 1 of andere manier alleen niet aan. Platte banden stress, en nu al helemaal, met de social distancing. Want stel dat ik plat val… dat wiel eruit halen en een nieuwe band steken, dat zou ik moeten kunnen. Maar dan… die buitenband er terug op krijgen. Dat is en blijft dus een ramp. Evenals dat achterwiel terug in dat kader krijgen.
Intussen zie ik de mannen uit mijn fietsgroepje op Strava wel al langere tochten rijden. En dan vrees ik toch dat ik op het einde van dit coronacircus weer niet meekan met hen wegens niet genoeg getraind. Aaargh, gedoe! En ik was nog zo gemotiveerd om dat fietsen dit jaar serieus aan te pakken.

Enfin, 1 voordeel is er wel: ik heb wat meer tijd om in mijn clubtenue te krimpen. Want ik was die kleding vooraf gaan passen, maar ondanks het feit dat ik sindsdien geen gram bijgekomen ben (ook niet afgevallen helaas), zit het toch allemaal wat strakker dan in dat paskotje bij de fabricant. En om dan gelijk een rolmops op een fiets te gaan zitten in kleding waar ik amper ik kan (durf 😉 ) ademhalen… neuh, dat is het ook weer niet. Ik ben trouwens niet de enige die vind dat het strakker zit dan de paskleding. Om maar te zeggen: het ligt écht niet aan mij!