Einde november. Het plan was om tegen nu toch die 5 kilometer al te lopen, al dan niet vlotjes. Maar er is het plan, en er is de werkelijkheid. En de werkelijkheid… jeps, die haalde het van het plan!
Ik voelde het ook al, die laatste 2 trainingsweken: ik was er nog niet klaar voor. Niettemin was ik wel van plan om de laatste training samen te doen met het groepje waarmee ik gestart was, ook omdat ik zo stilletjes hoopte om toch dat half uur – onder lichte groepsdruk – uit te lopen.
Tsja… en dan sta je die dag op, met knallende hoofdpijn en een lichaam dat duidelijk zei dat lopen die dag een verre van goed idee was. Rust dan maar voor een paar daagjes. Echt ziek werd ik niet, maar echt ok was ik toch ook niet, dat gevoel. Nah.
Na ongeveer 10 dagen looprust besloot ik deze week om toch die loopsloefkes maar weer aan te trekken. Iets met als ik nu niet doorzet, dan zou het weer om zeep zijn en zo vanal. Maar het schema was teneinde, dus ik zou zelf wel iets verzinnen. Dat iets verzinnen… mjah… dat werkt dus duidelijk niet. Want ik liep 1 kilometer, stapte een minuut, en probeerde dan weer een kilometer te lopen. Om het na 4 minuten alweer op te geven. En te stappen. Om dan weer 3 minuten te lopen… enzovoort enzoverder. Om uiteindelijk met een onvoldaan gevoel te stoppen, omdat het gewoon niet lukte.
Na een paar nachtjes slapen besloot ik om er gewoon terug het schema bij te nemen. En vanaf week 7 gewoon alles terug opnieuw te lopen. En kijk… vandaag liep ik mijn minuutjes dus netjes uit. Volgens schema. Ik heb dat dus duidelijk wel nodig, zo’n leidraad die zegt hoe en wat. Dus ja… ik heb extra 3 weken toegevoegd aan mijn doel. Een verschuifbaar doel, wel handig! 😉 Neemt niet weg: dit is veel leuker dan zomaar iets doen en onvoldaan te stoppen. Dus ja, we blijven gaan, want we zijn er nog lang niet. En die we, dat is dus duidelijk me, myself and I. 😉