Categorie archief: allerlei

Eindejaarsverzuchtingen

31 december, 17u. Oepsie. Jaar bijna teneinde, en ik heb nog altijd geen jaaroverzicht geschreven, laat staan gepost. Nu ja… ik had er eigenlijk ook niet veel zin in moet ik eerlijk zeggen.

Want bon ja, wat valt er te vertellen? Sportief was het jaar geen hoogvlieger, met een meniscusoperatie, een botsing met een e-bikester en een conditie die niet helemaal mee wou. En ja, het ene is het gevolg van het andere.

Langs de andere kant lukte het mij toch wel weer om met een Start-To-Run schema en een ijzeren discipline terug naar die 5 kilometer te trainen. Een 5 kilometer die ik, ter afronding en bekroning, liep op mijn verjaardag! Hoera! Alleen was daarna het vat af vermoed ik, en was het gedaan met de ijzeren discipline. Doel weg, discipline weg, zoiets. Dus ik liep een hele week niet – te koud, te nat, te vanalles – en liep een week daarna toch weer een keer die 5 kilometer. En dat lukte. Om de dinsdag daarna niet eens aan 2,5 kilometer te geraken. Qua motivatie kon die wel tellen. Maar omdat ik vond dat ik zo het jaar toch niet kon afsluiten, zette ik vandaag tegen de wind in toch maar weer aan voor een loopje. En goed, het was even doorzetten, het was vooral ook mezelf blijven motiveren, maar die 5 kilometer ter afsluiting van 2022 die zijn in de pocket! En de moraal van het verhaal: de dag voordat ik loop moet ik niet op 150 Watt en tegen 30km/u gaan Tacxen, dan zal het beter gaan met de beentjes. 😉

OK, de statistieken dan. Qua fietsen valt het al bij al nog mee, ik fietste toch maar mooi 5.620 kilometer bij elkaar. En mijn start-to-run bracht toch ook 137 kilometer op. Ik fietste 1 keer dit jaar 100 kilometer, naar Scherpenheuvel en terug. En verder was het geen sportjaar om over naar huis te schrijven.

Maar alles kan altijd beter, en morgen gaan alle statistieken weer mooi terug op nul. Nieuw jaar, nieuwe kansen. Maar vooruitlopen op de zaken ga ik niet meer doen. Geen doelen qua hoeveelheid kilometers, maar gewoon genieten van al wat er op mijn loop- en fietspad komt. Kwestie van teleurstellingen te vermijden. Wat ik wél ga doen, want dat is iets wat ik blijkbaar toch nodig heb, dat is een doel zetten om naartoe te trainen. Iets als pakembeet 10 kilometer lopen tegen Pasen, of iets als pakembeet 10 miles lopen tegen november. Geen zotte dingen, geen zotte verwachtingen, maar gewoon rustig en doelbewust trainen, en genieten van wat ik wél kan, in plaats van iets onbereikbaars na te streven. Jeps, dat gaat ‘m zijn. Want zoals ik al tegen een collega zei: “dat leeft gemakkelijker”. Ik kijk alvast uit naar 2023 enneh… maak er zelf ook wat moois van!

Advertentie

Het knaagt…

Ik zit een beetje met een dubbel gevoel. Een dubbel gevoel op de eerste dag van Rock Werchter. De dag waarop ook Pearl Jam headliner is.

Ik koos er bewust voor om niet te gaan. Niet te gaan, omdat de laatste keer Pearl Jam op Rock Werchter eigenlijk tegenviel. Neen, niet Pearl Jam zelf, doch wel de omgeving. Want laat ons eerlijk zijn: als je niet op de eerste rijen staat, dan is het foutu. Meestal sta je dan ergens tussen een hoop kwebbelende mensen waardoor de concertbeleving helemaal verloren gaat. Jeps, dat is wat er vorige keer gebeurde. Ik had er bijgevolg ook weinig tot niets aan. En dus besliste ik daar en toen dat ik, zelfs als Pearl Jam nog eens zou komen, ik niet meer naar Werchter zou gaan.

En nu is het dus zover. En nu knaagt het. Want dit is de eerste keer dat ik ze ga missen als ze in België zijn. ’t Is begot wél Pearl Jam. Zucht. Ik weet ook niet zo goed of de regen nu écht helpt. Want zolang het concert duurt gaat dat wel, de regen trotseren. En concerten in de regen zijn dikwijls ook heel erg memorabel, net omdat het regent, en net omdat de artiest(en) in kwestie daar dan gebruik van maken. Maar na het concert moet je wel doornat en doorkoud terug de fiets op naar huis. Ha kijk, gelukkig vond ik toch een negatief punt!
Even editen zo tussendoor een halfuur later… het is gestopt met regenen. Hmpf! 😉
Maar dat dat zo kan knagen zeg. Een PJ-playlist, misschien dat dat de pijn wat verzacht. Of erger maakt, dat kan natuurlijk ook.

Oh, ik heb wel nog een klEIne update (hebdem?): mijn ei is weg! Foetsjie! Niet zomaar vanzelf neen, dat ware te gemakkelijk geweest. Nope, de dokter trok er nog zo apeuprès 200ml vuil bloed uit, en toen had ik een deuk. Er moet iets te zeuren overblijven natuurlijk. Neemt niet weg: ik ben blij dat het weg is, en dat ik weer met een normale bil door het leven kan. Er plakt nu nog wel een drukverband op, maar dat is het minste van mijn zorgen. Een pak van mijn hart in ieder geval, en vooral ook een pak van mijn bil!

Bon, nu dan maar over naar Pearl Jam. Nee zeker!
Doet mij eraan denken: staan er nog concertjes op de agenda dit jaar? Ik denk het niet eigenlijk… hallo agenda?

Een kabbelend beekje

Ik weet niet of het aan mij ligt – dare to doubt that 😉 – maar het leven is de laatste tijd zo gewoontjes. Een beetje zoals een rustig kabbelend beekje.

Nu, versta mij niet verkeerd: ik hou van rustig kabbelende beekjes, want van dergelijke beekjes kom ik tot rust. Geen betere plek ook om een boek te lezen, bijvoorbeeld. Of om gewoon te zitten. Te zitten, te kijken en te luisteren naar het kabbelende water. Zalig, en meer moet dat ook niet zijn.

En toch, en toch… toch is daar die kriebel, die kriebel die vraagt waar die spreekwoordelijke hoogtes blijven. Die kriebel die verlangt naar dat net ietsje meer, die kriebel die verzucht dat ook kabbelende beekjes op de duur wel gaan vervelen. Wat dat ‘ietsje meer’ dan precies is… geen idee.

Dus ja, zucht en blaas en peins… waar jeukt het nu precies en waar moet er dan gekrabt worden? Dat gevoel.
Hoewel… niet helemaal natuurlijk, want ik weet voor een klein stukje wel waar het aan schort. Schorten aan… dat is toch een raar woord? Ik wou het begot al met dt schrijven, maar mijn gevoel zegt dat dat dan schort aan de schordt.

Maar goed, terug on topic. Want ik heb wel een klein idee waar het onrustige gevoel vandaan komt. Ik had bij het begin van het jaar – of eigenlijk bij het begin van mijn nieuw levensjaar, maar die 2 liggen maar 2 weken uit elkaar – een voornemen gemaakt. Een voornemen dat ik vast van plan was waar te maken. Een voornemen over loslaten, laten gaan, en leren tevreden zijn met wat er is. Zoiets ongeveer. Anders kan ik het niet beschrijven, want als ik het allemaal zou moeten be- en omschrijven, dan kan ik beter aan een boek beginnen. Doen we dus niet. Of misschien zou ik dat beter wel doen. Hmz… toch eens een gedachte waard.

In ieder geval, boek of geen boek: nu iets meer dan een maand later, merk ik dat ik dat loslaten kan. En dat dat ook rust brengt, inderdaad. Alleen word ik dan weer onrustig van de rust zelf. Een onrust die voortkomt uit een soort van gemis. Een gemis dat ik niet helemaal opgevuld krijg met alleen maar een kabbelend beekje. Want ik heb blijkbaar af en toe – om het bij de water-beeldspraak te houden – wel eens een rivier nodig, een rivier met een stevige stroming die alles door elkaar schudt. Zo’n rivier waar je dan bewonderend naar kijkt omwille van de kracht die ervan uitgaat. En ook een beetje omwille van het gevaar. Want val er maar eens in. Bijvoorbeeld.

Het is eigenlijk gewoon het aloude verhaal van geen laagtes zonder hoogtes. Ik haat de laagtes, maar ik mis de hoogtes. Het wazige vlak daartussen is goed voor even, maar ook al snel vervelend.
En vervelend… daar hou ik dan ook weer niet van, want dan word ik vanzelf ook vervelend. Of verveeld.

Uiteindelijk besefte ik deze week dat ik dat voornemen misschien toch maar eens anders moet gaan bekijken, anders moet gaan aanpakken. Want dat kan best. Hoewel, aanpakken. Sommige dingen zullen zichzelf wel uitwijzen. Dat kabbelend beekje wordt dan misschien vanzelf wel weer een stromend riviertje. Al kan dat riviertje natuurlijk wel rustig de tijd nemen om door een nieuwe bedding te gaan stromen…

Plannen vs realiteit

Er zijn plannen, en er is de realiteit. Nochtans was ik goed begonnen, met dat 2022. De fietsen waren gepoetst en stonden klaar om er tegenaan te gaan. En die eerste week deed ik dat ook. Netjes ’s morgens vroeg de fiets op, met een ommetje naar het werk, en met een ommetje ook weer terug. Goed voor 25km/dag.

25km/dag, voel je ‘m komen? Jeps, inderdaad…. het plan was om elke dag weer 25 kilometer te gaan fietsen, zoals in september. Ik was er klaar voor, ik ging dat doen. Helaas dacht mijn man er anders over, en op een dag liep hij al snotterend door het huis. Na het gesnotter kwam keelpijn, en daarna ook een flinke hoest. Gelukkig wel met een negatieve zelftest. Ik voelde de (hoest)bui – uhu – al hangen, maar ik besloot het een beetje te negeren.

Een paar dagen later begon ik inderdaad ook een beetje te snotteren. De zelftest bleef negatief, dus ik de fiets op. En de hartslag bleef netjes onder controle, dus dat was goed. Maar dat snot mannekes…. dat liep harder dan ik fietste, dat gevoel!

Enfin, ik ga er geen snotterig verhaal van maken, maar in ieder geval ging het ook bij mij van kwaad naar erger, en op de duur zat ook ik harder te bassen dan onze hond. En geloof mij, dat wit pluizig lief hondje, dat kan er iets van! Zelftest intussen nog altijd negatief – oef oef en oef – en een paar dagen thuiswerken. Ik moet zeker niet zeggen dat er van fietsen op dat moment helemaal niks meer in huis kwam? Bye bye doel! Nu al! Awoe en zo vanal!

Intussen zijn we weer een paar dagen verder, en voel ik het dag per dag beter gaan. Dit is echt ’s avonds gaan slapen, en na een deugddoende nacht beter opstaan. Al blijf ik nog altijd wel een beetje een snot-producende eh….. laat maar.

Dit weekend vond ik het dan ook hoog tijd om eens wat frisse lucht te gaan opsnuiven. Wandelen dus. En wat een schitterend weer was het zaterdag, met een deugddoend zonnetje erbij. OK goed, vandaag was het wat minder, maar je kan niet alles hebben natuurlijk. Het wandelen deed deugd, en dus kan het vanaf morgen ook weer: fietsen! Eindelijk! 🙂

Van slag

Bon, ik ben van slag. Ik ben mezelf niet, maar eigenlijk daardoor net wel weer meer mezelf. Ik kan het niet uitleggen, maar het heeft te maken met een ‘boenkderop’-ervaring de laatste paar dagen.

Klinkt cryptisch, toch? Ja, en dan ook weer niet. Voor mij toch niet. Want zo voelt het nu eenmaal aan. Het is iets met een test, en met herkenbaarheid. Meer dan herkenbaarheid. Eyeopeners met hopen zeg maar. Heel vreemd. Het is ook lang geleden dat ik mij ook nog zo ‘onwezenlijk’ gevoeld heb. Een gevoel dat ergens zweeft tussen “yes” en “hmz”.

Ik weet het eigenlijk niet zo goed. Ik weet het eigenlijk wel, maar ik durf het niet uitspreken. Dat gaat ook tegen mijn natuur in. Dat weet ik nu. Dus het is goed dat het een beetje in het ongewisse blijft, terwijl ik eigenlijk wel van dat ongewisse af wil. Jaja, ik weet het, het blijft nog altijd cryptisch. Maakt ook niet uit, verder. Ik wil het gewoon even kwijt. Delen. Schrijven. Ook iets wat uit die test naar voor kwam. Schrijven. Schrijven. Schrijven.

Ik ben wel blij dat dat benoemd werd ook. Want het maakt natuurlijk ook voor een groot stuk deel van mij uit. Schrijven. En lezen, dat ook. Op mezelf zijn. Even in die cocon.

Manman, echt. Wat een week. En wat een inzichten. Ik hoop nu alleen dat die inzichten ook de dingen brengen waarvan ik allang weet dat ze kunnen gebracht worden. Niet alleen voor mezelf trouwens. Maar goed, we zien wel. In tussentijd modderen we maar gewoon verder aan. Wat zouden we anders doen? 😉

My boring life

Bon…. de titel zegt het al. Helemaal. Ik heb een heel saai leven. Ik bén ook gewoon heel saai. Neus en feiten, vorige week weer eens bewezen. Want vorige week ben ik eens op stap geweest met 2 vriendinnen.

Jeps, voor de eerste keer sinds lang had ik een keer afgesproken om te gaan wandelen. Met een mondmasker op door de stad. Hmz… ik stond een beetje te kijken van de verhalen die verteld werden. Of ik liep te kijken. Maar dan klopt het spreekwoord niet meer. In ieder geval: ik heb dingen gehoord waar mijn oren van gingen tuuten, en ik ben heus niet preuts. Maar wel saai. Of die indruk kreeg ik toch.

Want wat heb ik nu de laatste tijd te vertellen? Over het werk? Jeps, boeiend. Zeker na een stresserende week waarin een luchtgroep op het dak vastgevroren was en er bijgevolg geen verwarming was op kantoor. Lees: dat boeit niemand.

Idem met mijn sportieve uitspattingen. Een paar kilometertjes gelopen en oef zeg, mijn i-Pod is niet uitgevallen ondanks dat ik met een nogal lege batterij gestart was. Wat gefietst, en vooral niet platgereden, en een paar stukjes gewandeld, dit keer met minder modder op het pad. Oh, en het hoogtepunt van mijn week: die would-be wielerterrorist die ik er met mijn woon-werkfiets compleet affietste. Hij reed mij voorbij, en toen was zijn bobijntje blijkbaar op en geraakte hij niet meer vooruit. Ik vermoed dat mij inhalen zijn doel was, en dat hij dacht dat het doel gehaald was. Tsja… gezien ik toch maar wat reed te lummelen, stak ik een tandje bij, ging hem in no-time voorbij en liet hem achter. Waarop hij nog een paar krampachtige pogingen ondernam om in mijn wiel te blijven, maar hij ook daar in mij zijn meerdere moest erkennen. Hehe! Boeiend! Not. maar het stof was wel even uit mijn longen gepompt.

Was er dan nog iets? Neuh… niet dat ik zo direct kan bedenken. Och ja, naar de kapper geweest, en gekortwiekt buiten gekomen. Stuk af. Nieuwe look. Dezelfde Sandra, dezelfde krullen, alleen korter. Same old, same old.

Verder: niets te melden. Geen andere wandelingen in compagnie met een afterwalk (as if), geen loopjes in gezelschap met leuke anekdotes om te vertellen (as if bis), geen fietsen in groep met hilarische momenten om op verder te teren. Dat laatste was overigens vrije keuze omdat ik niet goed wist hoe dat gedaan werd, dat fietsen in clubverband. Simpel dus, zo bleek achteraf, in groepjes van 4.

Maar goed. Verder dus gewoon niks. En ja, ik snap het wel. De besmettingen stijgen, de hospitalisaties ook, dus er kan niet versoepeld worden. Maar ik heb zo genoeg van dit sedentair leven, van dit woon-werk-sleep-repeat, zonder dat er ook maar iets is wat de sleur breekt. Alles is zo gewoon meer van hetzelfde. Ik krijg mezelf er niet meer warm voor. Niet om nog een stukje te gaan lopen, niet om een eind te gaan fietsen, noch om een rondje te gaan wandelen. Maar ik moet van mezelf, omdat het einde anders helemaal zoek is.

En ja, alles is rekbaar. Ook dit. Blijkbaar. En op termijn komt alles uiteindelijk wel goed, denk ik. Hoop ik. Alleen mag die op termijn nu niet meer te lang duren. Want zelfs voor iemand als ik, die altijd het zonnige ziet en aan de horizon altijd de einder ziet glooien, wordt dit stilaan lood- en loodzwaar. Het mag eens gaan stoppen. Dus als iedereen nu eens gewoon doet wat hij of zij moet doen, inclusief de regering en de farmabedrijven? Pretty please zeg? Want dat normale leven, wat dat ook moge zijn… ik heb er hoogdringend nood aan!

Ha, en het is een inkoppertje natuurlijk om nu Brigitte Kaaidorp hieronder te plaatsen. En dat is dan weer wél het voordeel van veel tijd hebben, je ontdekt nog eens iets. Leuke liedjes over een saai leven bijvoorbeeld. 😉

Op naar de jurk!

Bon, iets anders. Want over lopen kan ik het niet hebben, want lopen lukt voorlopig niet.

Ik mis het nochtans. Ik mis de beweging, ik mis het “in de flow” zitten, dat moment waarop je ademhaling helemaal onder controle is, en je gewoon loopt. En ik mis ook het volledig bezweet thuis komen om dan onder de douche te gaan staan. Nu de dagen weer lengen is het ook gemakkelijker om ’s avonds na het werk weer te gaan lopen. Want eerlijk, zo in het donker nog alleen op pad, heel aantrekkelijk is het niet. En gezien ik ook altijd alleen loop, is er ook niemand die mij uit die zetel trekt om te zeggen ‘komaan, gaan, afspraak is afspraak’.

Maar toch… ik mis het dus. Helaas. Ik heb donderdag 6 kilometer gelopen, en sinds vrijdag is de pijn in de rug weer wat erger. Wachten dus maar weer. Afwachten tot het helemaal over is, want het heeft anders blijkbaar toch geen zin. Blegh.
En fietsen is momenteel al helemaal Disney on Ice, daar waag ik mij maar niet aan.

Om maar te zeggen: ik kan het dus niet over lopen hebben. Maar als ik niet kan lopen, en bijgevolg ook niet veel rekening hoef te houden met mijn energie-inname, dan kan ik misschien wel nog eens iets aan mijn gewicht doen. Want bon ja, eerlijk? Het is niet meer wat het geweest is. Gelukkig is het niet meer wat het geweest is, maar het is ook niet meer wat het geweest is. Snapje? Het is gelukkig inderdaad nog niet zo erg dan het ooit geweest is, maar als ik nu niet ga opletten dan zit ik in no-time natuurlijk weer dik boven de 3 cijfers. En die dik… jaaaaahaa, pun intended, inderdeedekes!

Maandag besliste ik dus om al eens wat meer op te letten. Opletten, dus niets te strikt. Gewoon, terug yoghurt als ontbijt. En een boterhammetje minder ’s middags. Of een slaatje. En jaaaaahaaaaa, er is een wafeltje binnengesmikkeld. En een stuk cake. Of 2. En een Lea denk ik. En oh ja, speculaas, maar die heb ik ipv havermout over mijn yoghurt verkruimeld. En omdat ik hoognodig meer moet drinken – 1 glas chocomelk (na het fietsen naar het werk 🙂 ), 2 mokken koffie en een blik cola zero per dag is inderdaad niet genoeg – probeer ik nu ook mondjesmaat meer water te drinken. Of thee. Al levert dat dan ’s nachts wel alle 2u een “ik moet hoognodig plassen maar het is zo koud”-probleem op. Afgelopen nacht was dat. En dat is er dan ook weer over eigenlijk.

Maar het brengt wel op. Of af. -2kg op 5 dagen, enkel en alleen met wat op te letten. En nee, dat is heus niet te snel, want de eerste kilo’s zijn altijd snelle kilo’s, volgende week zal het een pak minder zijn. Ik had er ook over gedacht om terug hulp in te schakelen in de vorm van een diëtiste, meer zelfs: ik had al halvelings een mail getypt naar iemand. Maar ik ga het toch nog eens zelf zo proberen. Op mijne alleen, want ik ben nu toch ook gewend om zowat alles alleen te doen. Me, myself & I, wij zijn een goed team!

Het doel is in ieder geval terug beter in dat ene jurkje passen. Ja, dat leuke zomerjurkje, of wat had je anders gedacht? Meer hoeft niet. Ik ben nogal rap content. En ja, zo oppervlakkig ben ik soms toch ook wel. 😉

Maar nu… muts op, jas aan, hoog tijd dat ik ga wandelen, volk genoeg op de iPod om mij gezelschap te houden. 😉

Jaloers, jaloers… ;)

Ik zit aan de tafel, en verwonder mij over het uitzicht. In de verte zie ik, door de kale bomen door, het jaagpad waarop menig mountainbiker zich uitleeft. Het is een stuk met veel modder na een regenachtige week, weet ik uit ondervinding van daar te lopen.

Aan de overkant van de straat stopt een fietser om een koekje te eten. Warm ingeduffeld, het is best koud nu.
Voor het raam passeren ontelbare joggers. En wandelaars, wandelaars, wandelaars.

Bon, ik ben eigenlijk jaloers. Jaloers op die mountainbiker (ik mountainbike niet eens, moet je niet vragen), jaloers op die fietser, jaloers op die joggers. Op de wandelaars niet, want wandelen mag ik. De rug, weetuwel. Niet dat het zo erg is. De vijftigplusietis zei een vriend. Fijne vrienden heb ik ja. Ha! Maar goed, dat is het dus ook niet. Het zijn de ligamentjes in mijn linker onderrug die overstrekt zijn. Een paar daagjes bewegen maar niet forceren, en dan komt het goed.

En ja, ik weet dat een paar daagjes niet lang is, en dat een paar daagjes overzienbaar is, maar maar maar: ik had zoveel dingen gepland deze week zeg! Ik had nog zoveel Garminpunten te halen, en dat was allemaal voorzien voor deze week. En dat bijt hé, die punten die ik nu niet kan halen. Ik geraak op die manier mijlenver achterop, en dat kan ik dus nooit meer inhalen. Aaaaaaaaargh! Maar écht hé! Ik zeg het nog eens: aaaaaaaargh!

Wandelen mag gelukkig wel. Gisteren ging ik op pad en vergat ik mijn Aftershokz thuis. Fout. Grote fout. Want dat werd een hele saaie wandeling, zo van het soort die niet snel genoeg ging en die vooral laaaaaaaaaaaaaaaang duurde. Vond ik, al is dat laaaaaaaaaaaaaaaang natuurlijk heel relatief.
Vandaag ging het beter, mét de Aftershokz. En vooral met de Tijdloze van Studio Brussel. Eindelijk nog eens een volle week fantastische muziek op de radio. En ja, plots vloog de tijd, en had ik in no-time een leuke wandeling gedaan. Dire Straits, Alice Cooper (hehe, goed fout is altijd goed), Queen, Eminem, en ga zo maar door. Ik leerde trouwens ook iets vandaag, namelijk dat de opening van dat lied van Eminem de perfect oppepper is. Met dank aan Serine Ayari, ere wie ere toekomt:

Look
If you had
One shot
Or one opportunity
To seize everything you ever wanted
In one moment
Would you capture it
Or just let it slip?

Man man… ik ben zo mee! De mensen die voor mij wandelden ook denk ik, want die keken toch een paar keer redelijk bedenkelijk achterom.
Morgen nog meer Tijdloze… en dan regent het. Grote kans dat ik dan alleen door de plassen drets. Dan kan ik ook wat luider meezingen.

Tienenveertig!

Het is gebeurd! Jawel! Er was dan ook geen ontsnappen aan, aan deze jaarlijks terugkerende gebeurtenis.

Toch was het dit jaar een beetje speciaal. 50 in 2020. Afgeronde getallen, altijd geweldig. Niet alleen bij het lopen, ook bij het verjaren. Overigens, bij het fietsen heb ik die rare obsessie niet om naar een rond getal te fietsen. Daar is het stop en klaar.
Maar daar ging het niet over. Sommige afwijkingen – waaronder dat afwijken dus – gaan er ook duidelijk met de leeftijd niet uit. 😉

Dus 50 in 2020. Of tienenveertig, zoals iemand op mijn tijdlijn kwam melden. Die houd ik er dus in, want het heeft wel iets. 🙂
En deze ook:

Maar het is inderdaad wel waar. Ik heb het altijd al lastig gehad met dat ouder worden. Want alles ging altijd slechter, en moeizamer, en bladadie bladada. Dat is tot ik ging sporten. Vanaf dan ging het eigenlijk letterlijk alleen maar “level up”. Jarig zijn werd leuker, want met elke verjaardag kon ik meer: verder lopen, verder fietsen, verder wandelen. En dat telkens met wat kilootjes minder. Sky and limit, zoiets.

Dus bon ja… het is een beetje zoals met goede wijn. Ik word beter met de jaren. Ik zeg het maar zelf. Ik zit in ieder geval een pak beter in mijn vel dan toen ik 40 werd. Wat ook niet zo verwonderlijk is, met al dat gewicht minder. Hadden ze mij 10 jaar geleden gezegd dat ik op mijn 50e verjaardag voor mijn plezier een rondje van 10 kilometer zou gaan joggen, ik zou heel hard gelachen hebben en inwendig heel hard gehuild. Want toen dacht ik nog niet eens dat dat lopen überhaupt zou mogelijk zijn voor mij. Dus ja… Spot the difference, tussen deze 2 foto’s zit exact 10 jaar. De eerste is genomen op het etentje voor mijn 40e verjaardag, de 2de een paar dagen geleden tijdens een wandeling. In het West-Vlaams zeggen ze “preus lik tfigtig”. Awel… dat dus hé! 🙂 (overigens stond er eerst fjirtig, maar met dank aan Kristof voor de West-Vlaamse vertaling is het nu correcter 😉 )

In ieder geval: een hele grote dankjewel aan iedereen die, ook al was het maar heel even, aan mij dacht op deze toch wel memorabele dag. Ik heb een huis dat geurt naar bloemen, ik kreeg echt een massa berichten via alle mogelijke wegen, en op het einde van de dag stonden er ook nog vrienden met champagne aan de deur. De dag is dan ook geheel coronaproof (uiteraard) afgesloten met een glaasje op het terras.

Deze oude doos heft bijgevolg het glas op jullie allemaal! *tsjing* ! En op naar de volgende! 😉

Busje komt zo…

Hmz… hier zit ik dan. Te wachten. Op wat? Geen idee. Het is ook allemaal een beetje stom, nu. Je kan niks, je mag niks. In mineur? Kweenie. Had ik iets groots gepland? Dat nu ook weer niet. Gewoon, gezellig samenzijn. Iets eten. Iets lekker. Iets drinken. Ook iets lekker. Meer moet dat niet zijn. Of wacht, toch wel… een beetje goede muziek mag er ook wel bij. Concertje? Ja, heel graag. Iets kleins. Iets goeds. Zoiets.

Maar bon, het is niet zo. Het is anders. Dit jaar hadden we beter ook gewoon overgeslagen. Omwille van 2020, maar eigenlijk niet omdat ik tegen die verjaardag op zie, integendeel. Want nu is het zo noch vis noch vlees. Ik hang ergens tussen, maar hoor niet echt bij het ene maar ook nog niet bij het andere. Er zijn er ook al genoeg die mij voorafgegaan zijn en die het voorgedaan hebben. Dus laat mij dan maar bij het andere gaan horen, dan zijn we daar tenminste toch al.

En ook: ik mag. Ik kan. In goede gezondheid. En er zijn er ook die helaas op dit punt niet geraakt zijn. Dus ja. Wat dat betreft toch wel een fijn gevoel. En verder… wacht ik maar verder. Want dat busje, dat komt zo. Inderdaad. Tram 5 wacht. Er zal wel iets te eten zijn. Iets lekker. En te drinken. Ook iets lekker. En dat muziekje, dat zet ik gewoon zelf op, keuze genoeg. Laat tram 5 maar vertrekken, ik spring morgen dan wel even gezwind van de ene tram op de andere. Laat ons hopen dat het minstens een even mooie rit wordt dan die op tram 4. 🙂