Het was best ok.

Naar Clouseau geweest. ’t Was best ok.
Dat had de teneur kunnen zijn. Maar bon, gezien ik sinds enige maanden toch geout ben als Clouseau/Koen-fan (merci friendinneke 😀 ) mag het wat meer zijn. Toch?

Want ondanks dat ik een uitje naar Clouseau in het Sportpaleis met de collega’s afgewimpeld had, vond ik het wel tof dat er aangekondigd werd dat Clouseau zowat in mijn achtertuin kwam spelen. En het was nog toffer toen ik gratis tickets kreeg.
En wat doe je dan? Gaan natuurlijk! Oh ja (jij bent hier vandaag, oh ja, en ik zie je graag!), en ook uitkijken naar wanneer de Koen aankomt, dat ook. Daar hoefde ik geeneens voor naar buiten te gaan, ik zag hem gewoon passeren toen ik uit mijn venster naar buiten keek. Er is niks mis met wat uit het raam kijken, toch?

Enfin, Clouseau dus. Verrassend genoeg (kuch) kende ik zowat het hele oeuvre vanbuiten. Mijn dochter vond ook dat ik heel erg enthousiast was, maar bon… zij kent haar moeder misschien niet zo goed. 😉 . Er is gedanst, er is gegild (uiteraard), er is gezwaaid, en er is vooral genoten. Beetje (veel) jeugdsentiment eigenlijk, en best wel logisch ook, ik was een puber toen ik kennismaakte met Clouseau. En ik heb daar eens over nagedacht. Er is uiteindelijk ook niks mis met Clouseau graag horen, dus geen idee waarom ik het een beetje naar de achtergrond had verbannen. Er is ook niks mis met Clouseau live goed vinden. Want ze zijn ook écht wel goed. Live-band, live zang, en een entertainer die zijn publiek wel bezighoudt. Uhu, Koen heeft het en gebruikt het, wat dat “het” ook mag zijn.

Misschien komt het omdat ik een beetje van alle muziekmarkten thuis ben. Er is dan ook niks mis met afwisseling. Ik hoor heel graag de progressieve rock van Mystery, maar evengoed word ik nog steeds vrolijk van – jaaahaaa en uiteraard – Rick Astley! Afgelopen week liet ik mij muzikaal al wandelend door Mesh begeleiden, maar een dag later ging ik voor de melancholie van Jasper Steverlinck. Al moet ik daar wel mee opletten heb ik gemerkt, want ik word nogal gemakkelijk in die melancholie meegesleept.

Soms wringt en draait dat inderdaad wel een beetje. Als ik mij dan wat teveel in die melancholie verlies, dan moet ik schrijven. Schrijven om los te laten. Alleen zitten sommige dingen een beetje te vast om ze los te kunnen laten, en sommige dingen wil ik ook helemaal niet loslaten. Maar goed, voor het te zwaarmoedig wordt… het ging over Clouseau. En Clouseau, dat is dan wél weer vrolijk. Ik zou ten bewijze wat filmkes die ik gisteren gemaakt heb hier kunnen onderzetten. Ze kunnen tellen qua jaloersmakerij voor mijn collega’s, maar qua kwaliteit is het toch ondermaats, dus ik doe dat maar niet.

Intussen is Stan Van Samang aan zijn moment de gloire bezig. En ja, ik had tickets. En ja, ik ben gaan kijken. Maar ik ben halverwege afgehaakt. Iets met de bass die te luid stond, en ook iets met dat ik het niet voelde. En net daar zit het ‘m denk ik. Ik moet het voelen! En Clouseau… jeps, dat voel ik. 😉

Clouseau

Gisteren Clouseau gezien. ’t Was tof. ’t Was plezant. Beetje veel meegezongen, wat gedanst, wat geroepen en zo vanal. Beetje Koen gezien ook, dat is ook nooit verkeerd.
Misschien later meer. Of ook niet. Ik zal wel zien. Misschien wordt dit wel de kortste tekst sinds het begin van mijn vlinderende gedachten? Wie zal het zeggen? Ik ben zelf ook wel benieuwd! 😉

Een virusje

En? Dat lopen?
En? Dat fietsen?
Hoe gaat het ? Stilaan weer beter?
Ha! En dan moet ik “pfffffff” antwoorden. Pffff ja, want het zit ook gewoon niet helemaal mee.

Eerst was er een neusverkoudheid, of een snotvalling gelijk we zeggen, gevolgd door een ontsteking op mijn linkeroog. Niet ideaal om te sporten, al lukte 40 kilometer fietsen nog wel vrij vlotjes. Lopen was een andere zaak. Dus even looprust. En net toen ik dan terug de loopschoentjes aantrok, speelde er iets anders. Wat, dat wist ik nog niet, maar in ieder geval: benen die niet meewilden, adem tekort, een beetje zoals een vis zich op het droge moet voelen denk ik. Heel raar. Maar vrij logisch, want 2 dagen erna volgde de diagnose: een virusje genaamd covid.

Flanellen benen, een hoofd dat op ontploffen stond, en een keel waar met iets in geprikt werd, en waterige ogen. Ik was met andere woorden voor niks goed, behalve om in mijn bed te liggen en te slapen. “Even voor 10 minuutjes liggen” en 3u later verdwaasd na wat lucide dromen wakker worden werd voor een paar dagen mijn bizarre wereld.

Iets meer dan een week later blijft er nog af en toe een hoestje, en ook een geweldig verhoogde hartslag bij het minste wat ik doe. Dus bon ja, voorzichtig opbouwen maar weer. Alweer. Ik heb het een beetje gehad eigenlijk, met die terugslagen en dat elke keer weer opbouwen. Want jahaaaa, ik heb al terug een looppoging ondernomen. 5 minuutjes lopen, 3 keer met wat wandelen tussen. En bam! Hartslag 172 bij het lopen. Niet normaal! Zelfs voor mij is dit echt wel superhoog na 5 minuten.
Ook bij het fietsen. Ik dacht rustig te starten met wat woon-werkfietsen, maar ook daar: hartslag 142 zeg! Op 8,5 kilometer. Maar ik moet erdoor, dus afgelopen dinsdag na het werk deed ik er nog een klein lusje bij, met wat tegenwind hier en daar. Goed 13,5 kilometer later voelde het als gesloopt aan en was ik blij dat ik thuis van mijn fiets kon stappen. 13,5 kilometer! Hallooooooooo! Het is om depri van te worden.

Het zal dus weer wat tijd vragen om dat weer in orde te krijgen. Opbouwen. Het is een hobby blijkbaar. Maar ach, wat zou ik ook anders doen? Uiteindelijk gaat het toch om mezelf, en mezelf bezig houden. En daar ben ik intussen wél een krak in geworden! Speaking off, ik zal nog maar eens een wandelingetje doen. 1 voordeel: mijn wandelstatistieken gaan stilaan door het plafond! Toch nog iets wat een ietsiepietsie beetje lukt. 😉

Ik weet het niet meer!

Ik doe iets niet goed, denk ik. Hoewel, ik weet het wel zeker. En ik weet eigenlijk totaal niet hoe ik het dan wél moet doen, dus dat is een probleem.

Bon, feit is dat ik best wel wat beweeg zo op een week. Op maandag en woensdag ga ik spierversterkende oefeningen doen. Een HIIT-sessie of Core Stability, zoiets. Op dinsdag, donderdag en zaterdag probeer ik mijn 5 kilometer te lopen. De ene keer al met wat meer succes dan de andere keer. Daar bovenop fiets ik ook niet-elektrisch naar het werk met een klein ommetje. En ja, ik ben dat ene sukkeltje dat door iedereen voorbij geracet wordt. Speedelecs, fatbikes, e-steps, e-bikes… noem het maar op, niet-elektrisch rijden is duidelijk old-fashioned. Helemaal mijn ding dus. 😉 En dan zou ik eigenlijk ook nog een langere rit willen fietsen met de ploeg op zondag, maar daar kom ik dus voorlopig niet toe.

Het probleem – nu ja, probleem – zit ‘m natuurlijk in mijn nog altijd wat lamentabele conditie. 5 kilometer lopen is en blijft een opgave, iets wat ik niet zomaar gemakkelijk loop. Maar ik zou natuurlijk wel weer meer willen lopen, of verder, en daarom moet ik toch blijven lopen. Evengoed wil ik ook fietsen. En ja, ik kan de kortste weg naar het werk nemen. Maar het doet zo’n deugd, zo in de ochtendkou naar het werk fietsen en helemaal fris toekomen nadat ik mijn rondje langs het veld gereden heb. Of naar huis fietsen en mijn hoofd zo helemaal leeg krijgen. Maar ik krijg het dus niet gecombineerd. Korte ritjes samen met lopen, ja dat nog net wel. Maar nog een langere rit erin geduwd krijgen, dat lijkt mij niet te lukken.

Dus ik weet het niet zo goed eigenlijk. Wat te doen? Of wat niet te doen? Afwisselen? Een week lopen, een week fietsen? Of toch concentreren op het lopen en hopen dat daardoor op termijn het fietsen ook weer beter gaat? Overigens: die spierversterkende oefeningen, die houd ik er absoluut in. Maar misschien moet ik die doen op dezelfde dagen als ik loop? Eerst een loopje ter opwarming, dan een halfuur oefeningen. En de dag erna rust, of toch een rustig ritje. Ik weet het niet. Pffff… een actief leven, het is ook niet dat zene. Als ik nu gewoon met een boek in de zetel ga zitten, dan heb ik toch al deze problemen niet? 😉

Start van het fietsseizoen :)

Dus… vorige week miste ik opzettelijk de start van het het fietsseizoen wegens lopen. Maar ik weet ook dat als ik van bij het begin van het fietsseizoen niet mee fiets, het voor de rest ook foutu is. Allez ja, dat hoeft niet, maar in mijn hoofd is dat wel zo, want dan rijden ze én al te snel én al te ver om mee te kunnen.

Met dat in het achterhoofd, moest ik dus dringend de fiets op. Alleen had ik geen benchmark om te weten of dat wel zou lukken, dat fietsen. Want ik had dit jaar nog niet met mijn koersvelooke gereden, alleen maar wat woon-werkverkeer met mijn andere fiets gereden. En dat is toch een hele andere manier van fietsen, omdat dat een ander soort van fiets is en ik dan met een redelijk gevulde rugzak fiets. Ik kan nu eenmaal op het werk niet in mijn fietskleren rondlopen. 😉

Dus bon ja… fietsen dan maar zeker! Nu gaf de weerman voor dit weekend op zaterdag schitterend weer, toch wel een graad of 16 op zaterdag, en op zondag zou het dan al wat minder zijn. De keuze was bijgevolg snel gemaakt, ik zou een toereke op zaterdag gaan doen, alleen dan, om te zien of en hoe dat fietsen ging.

Ik op pad. Geen plan, gewoon fietsen en zien waar ik uitkwam. En gezien ik het liefst naast het water fiets, ging het ook richting jaagpad. Het fietste best wel lekker. Dat ik wind in de rug, en bijgevolg een klein duwtje in de rug had, was mooi meegenomen. Alleen kwam er op een moment natuurlijk een keerpunt, en toen werd het lastiger. Mijn gemiddelde zakte zienderogen, maar… het goede nieuws was, én is, dat mijn benen niet in de verzuring gingen. Hoera, wat een winst na een hele winter oefeningen doen! Alleen stond die wind dus niet op het programma voor vandaag hé!

Verder dan maar, want het rondje wat ik aan het fietsen bleek toch vrij kort te zijn. Lusje erbij, langs het kanaal. Jeps, weer water. Maar ook weer meer wind, en wat harder stoempen. Maar hey, het ging, en voor ik het wist mocht ik afdraaien en aan mijn laatste 7 kilometer beginnen. Waarna ik de “oud ijzer”-camionette tegenkwam, inclusief muziek en lawaai. Die reed mij voorbij, om vervolgens aan 20km/u voor mij te blijven hangen waar het baantje versmalde. Dus niet genoeg plaats om weer voorbij te gaan. Hallooooooo!!!! Mijn gemiddelde zeg! 😉

Wat later reed de camionette toch de andere richting uit, gelukkig maar, want het was ook een beetje een raar zicht, ik achter die camionette met muziek, het leek al een beetje op een optocht! 😀
In de laatste rechte lijn naar huis moest ik ook even stoppen omdat mijn neus liep. Die had nog niet begrepen dat het vandaag fiets- en niet loopdag was, vermoed ik.

En zo kwam ik een goede 44 kilometer later toch thuis. Gemiddeld 24,4km/u, ik ben er blij mee voor een eerste ritje alleen dit jaar.
Maar… er is dus toch een maar… het pollenseizoen is blijkbaar samen met het fietsseizoen gestart. Want die neus, die blijft nu maar lopen. Overdosis frisse pollenlucht vermoed ik. Ik zal de zakdoeken maar klaarleggen!

5km – check!

Vandaag was het de start van het wielerseizoen. Het uitgelezen moment om te gaan lopen, vond ik. Al is dat natuurlijk niet het gehele verhaal.

Want eigenlijk waren we gisteren op stap. Gevalletje VNV Nation op een lokaal (indoor) festivalletje. Ik moet zeggen: ’t was lang geleden dat ik nog zo lang rechtgestaan had. En ik moet ook zeggen: ik had zere benen en voeten. En pijn in de onderrug. We worden er natuurlijk ook niet jonger op. En jeps, dan spreek ik voor het hele gezelschap van gisteren! 😉

Maar goed, lang(er) verhaal kort: ik had dus wat recup nodig in de vorm van slaap om de batterijtjes op te laden, en bijgevolg geraakte ik niet op tijd uit bed om te gaan fietsen. Maar ik heb natuurlijk wel wat doelen dit jaar. 1 van die doelen is elke dag minstens 30 minuten bewegen, en een ander doel is terug die 5 kilometer kunnen lopen. Zoals de trouwe lezer wel weet was ik daarom vorig jaar eind september nog maar eens gaan start-to-runnen. En dat ging allemaal goed, tot op de dag dat ik mijn 5 kilometer zou gaan lopen… en ik met een “a-typische longontsteking” zat. Zucht en blaas. Allemaal goed en wel, dat ziek zijn, maar dat herpakken daarna, dat was toch een beetje een lastige. Een beetje veel lastige.

Er waren toch wel 2 duwtjes in de rug voor nodig. Eentje van mijn schoonzusje op een feestje, toen ze mij vroeg hoe het met het lopen zat. Een beetje met het schaamrood op de wangen moest ik toegeven dat ik inderdaad te weinig liep. Alweer. En dat ik er met 1 dagje in de week echt niet zou geraken. En dus vatte ik de koe maar bij de hoorns, en plande 3 trainingen in een week in. Dat was begin februari. En zie… 2 weken later merkte ik dat ik toch weer wat progressie maakte. Maar voor de rest huppelde ik maar wat rond eigenlijk, beetje op het gevoel. Buiten adem? Dan stappen. Oei, 3 kilometer lopen? Dat is lastig. Uiteindelijk kreeg ik er zo toch 4 in 1 stuk bij elkaar, maar de stap naar de 5 was weer een lastige. En daar kwam dan het 2de duwtje, van een vriend: “die 5 kilometer, dat is voor 1 april zeker?”

Tsss… wat denkt hij wel? En ik zal weleens laten zien dat ik het kan. Dus ja… de dag erna, afgelopen donderdag dus, besliste ik dat ik die 5 kilometer zou lopen als mijn hartslag niet boven een bepaalde grens ging. En kijk… dat lukte wonderwel! Ik liep 5 volledige, zij het trage, kilometers. Maar traag of niet, ik liep ze! Ha! Ik kan dat! Tuurlijk kan ik dat!

Vandaag was het dus, zere benen of niet, kwestie van bevestiging. Ik had voor mezelf wel uitgemaakt dat als ik nog pijn had in mijn benen ik zou gaan wandelen. En dat als de hartslag te hoog ging, ik ook zou gaan wandelen. Maar was dat nodig? Neeeeeen, dat was niet nodig. Integendeel. Ik liep, en op een moment, zo ergens rond kilometer 3 denk ik, begon ik er zelfs van te genieten. How zeker! Ik kan het nog, genieten van het lopen. Blij worden omdat ik loop!

Dus ik ben weer vertrokken! En dit keer hopelijk wel weer om te blijven lopen. Daarom ook een kleine bijkomende uitdaging tegen het einde van het jaar, maar daarover later meer. Nu eerst maar eens zien dat ik van heel traag naar traag kan evolueren, naar het tempo wat ik tot voor 2 jaar liep. Want ik deed het al, dus ik ben zeker dat ik het kan! 😉

En om mezelf wat te motiveren, wat fotootjes om het mezelf te bewijzen! Fotootjes die ook laten zien dat lopen leuk is. Ha, ik heb er weer goesting in. Laat die loopjes maar komen! (en amai, hoeveel foto’s heb ik al wel niet van dat lopen! Lastig kiezen, dus het zijn er wat meer geworden dan ik dacht. En ik heb er nog! 😀 )

En het worstelen gaat door…

Zo af en toe kom ik een foto tegen die ik eigenlijk liever niet wil zien. En toch is het goed dat ik die foto zo af en toe tegenkom. Als herinnering aan mezelf, als herinnering dat ik die zo zot is van fietsen, toen zelfs niet tussen stuur en zadel paste. Als herinnering aan mezelf, dat dat ene kilootje erbij ook twee wordt, en drie, en dat ik voor ik het weet weer ergens ruim in de drie cijfers weeg.

Dus ja… inderdaad. Eentje erbij, twee erbij, en voor ik het wist paste ik niet eens meer in een hoop leuke kleding die nu weer in mijn kast hangt te hangen. Nog niks dramatisch neen, maar toch, maar toch. Hoog tijd om er weer eens voor te gaan, hoog tijd om mezelf weer dat trapje hoger te sleuren en wat doelen te stellen. Ik weet eigenlijk zelf niet zo goed meer wat ik ervan moet vinden, van die levenslange ellendige strijd met dat gewicht.

Het gaat soms een tijdje goed, en dan plots lijkt het alsof er iemand zomaar poef met een toverstok zwaait, en dan zijn die kilootjes daar. Op zich heb ik ook niks tegen die kilootjes, alleen brengen ze meer lichaamsvolume mee, en dat lichaamsvolume beperkt mij in de dingen die ik wil doen, of die ik zou willen doen. Van een levenslange worsteling gesproken.

Maar momenteel is het dus weer een soort van dip. Ik wil wel maar ik kan niet. Ik ben gemotiveerd, maar dan komt het leven er gewoon tussen. Ik weet het ook gewoon allemaal niet. Ik heb het ook nog nooit geweten overigens.

Dus gaan we maar door. Met die levenslange worsteling met dat gewicht. Hoe zit dat eigenlijk met toeval? Want vandaag kwam ik Maddy Zahm met Fat Funny Friend tegen. Ik had het nog nooit gehoord. Maar het slaat wel nagels met koppen. Ik ga even zitten wenen…

Ctrl-A en delete 2023

Bon. Ctrl-A en vervolgens delete. Dat leek én lijkt mij het beste voor én 2023 én het verslag wat ik geschreven had. Dat ruimt op. Aan zelfmedelijden heeft niemand iets. Aan een verslag over alles wat ik vooral niet deed ook niet.

2023 sloot ik heel erg verdrietig af. 1 van mijn schoonzusjes overleed, plots, en veel te jong. Hartfalen. Dat is hard, en het is vooral ook nog altijd heel erg onwezenlijk. En het blijft onnoemelijk verdrietig.
Zij drukte een onuitwisbare stempel op mijn leven. Eerst als collega, daarna als collega-vriendin. Vervolgens werd ze familie en dus mijn schoonzusje, en later ook meter van onze oudste. En terwijl ik het typ voel ik dat de tranen ook weer daar zijn… het zal zijn tijd nodig hebben.

Op naar 2024 dan maar. Een 2024 dat ik dan toch al startte met minder stress dan vorige jaren, want mijn ‘nieuwe’ job, die doe ik nog altijd supergraag. Elders tekenen was toch voor mij 1 van de betere beslissingen. Er viel niet alleen een hoop stress van mij af, ik kreeg er vooral ook veel meer (vrije) tijd door. En ik heb het gevoel dat ik nu helemaal op mijn plaats zit. Joehoe! Meer van dat!

OK, en dan sportief: vorig jaar was vooral het jaar van uitstellen. Ik ben daar geweldig goed in blijkbaar. Zo goed, dat ik – nadat ik eindelijk weer eens 5 kilometer terug kon lopen – terug moest start-to-runnen omdat ik dat lopen alweer een maand of 9 uitgesteld had. Ik fop er alleen mezelf mee, ik weet het. Dus na de hernomen start-to-run zit ik nu weer in een soort van opbouwfase. Want ik was er bekans hé, aan die 5 kilometer. Maar toen werd ik ziek en was lopen even geen optie. Nu ja, even… een goede 4 weken. Dus ik ben sinds vorige week herstart, en ik zie het positief: het doel dit jaar is terug gemakkelijk en vlot een aantal kilometer kunnen lopen. Nope, geen getallen, geen feitelijk doel. Gewoon, lopen, en daarvan genieten.

Qua fietsen van hetzelfde laken een broek. Uitstel, te slecht weer, te koud, niet snel genoeg om in groep te fietsen. Ik ga daar komaf mee maken dit jaar, en ik ga gewoon fietsen. Want dat is de enige manier om beter te worden, en dat is ook de enige manier om mee te kunnen. Gaan, niet met die banaan, maar met die velo. Aha!

Overigens: ik startte in september met personal training. Iets met een berg in Oostenrijk die ik in juni wil opwandelen om de zonsopgang op de top te zien. Met stip op 1 overigens, dit doel! Ik startte netjes, gezien mijn lamentabele spiertoestand, op niveau 1. Intussen zit ik toch al aan niveau 5, én ben ik ook de conditieoefeningen gestart. Op goed 30 minuten in een ijskoude omgeving (de verwarming was stuk, net tijdens de vriesdagen 😀 ) toch zo hard sporten dat het zweet op de mat drupt en van de 3 kledinglagen er 2 aan de kant gezwierd werden… ik vond het van mezelf best wel goed gedaan. Dus ja, dat gaat goed. Dat gaat zelfs supergoed. Ik doe het ook graag, al is het soms ook wel afzien. Zei ik al dat ik niet graag burpees doe? Awel… dan steken ze die toch 2 keer in mijn reeks zeker? 🙂

Het nieuwe jaar is in ieder geval al vrij goed gestart. Wat ik zeker toch meeneem van 2023, dat is dat dat je zoveel mogelijk moet genieten. Doen wat je graag doet. Want het kan zomaar ineens gedaan zijn. En daarom, hieronder “Follow the Sun” van Xavier Rudd. Het was al een liedje wat in mijn hart zat, maar het is ook het liedje wat op de begraafplaats gespeeld werd bij het laatste afscheid aan “ons Anneke”. Het breekt mijn hart elke keer ik het hoor opnieuw, maar tegelijkertijd geeft het mij ook hoop, en moed. Ik wens het ook elk van jullie toe!

Looplaagtes en -hoogtes

Ik ben een content mens. Een mens van hoogtes en laagtes ook denk ik, maar dat terzijde. Maar content. Jeps. Op dit moment toch.

Waaaaaant…. vorige week schreef ik nog dat het niet lukte met dat lopen, dat dat half uur nog lang niet lukte, dat ik er nog niet klaar voor was, en dat ik dan maar terug gestart was met het schema op week 7. Jeps, hoezo laagtes? 😉

Dat was het plan. Maar toen zei een vriend mij terloops dat hij op mijn verjaardag wél zinnens is om samen met mij die 5 kilometer te gaan lopen, en of ik daar klaar voor was? Kijk… er is minder voor nodig om mij half tilt te doen slaan. En dus kreeg ik toch weer wat stress. Want die 5 kilometer, binnen 2 weken? Dan moet ik vandaag écht niet nog eens proberen om die 4×8 minuten te lopen die afgelopen week niet lukte. Neen. Dan moest ik vandaag minstens voor 2×15 minuten gaan. Toch?

Vooraleer te starten met lopen, wandel ik altijd een kort stukje. Een 200 meter zeg maar. Op die 200 meter fluisterde een klein stemmetje toch stilletjes in mijn oor: en wat als je die 2×15 minuten nu eens zonder stappen tussendoor zou kunnen lopen? En lap! Het zaadje was geplant, en tegen dat ik mijn eerste 100 meter gelopen had was dat al een serieuze struik geworden.

Wat zeg ik? Nog eens 100 meter verder, al een hele boom! En de benen voelden goed! Dus zou ik? Jajaja, ik zou! Een heel half uur lopen! Ik kan dat toch zeker? Ik heb dat tenandere nog al gedaan, waarom zou ik dat eigenlijk niet meer kunnen? Dus bon ja… lopen dan maar! En eerlijk… met die gedachte liep het stukken beter dan afgelopen week. Ik liep, en ik bleef eigenlijk wel lopen.

Een ander stemmetje probeerde mij ook nog in te fluisteren dat die 5 kilometer vandaag misschien ook wel zou lukken. Maar dat stemmetje zette ik op mute. Neenee, niks daarvan. Eerst dat halfuur, en daarna zien we wel weer. En ook: ik kon vandaag toch die 5 kilometer al niet gaan lopen, dan blijft er geen uitdaging meer over voor binnen 2 weken! 😉

Maar dus…. het is dus EIN-DE-LIJK weer gelukt! Ik heb het volledige half uur gelopen, zonder noemenswaardige problemen. Niks happen naar adem, niks hijgend en puffend rondlopen, niks spierpijn. Het was dus weer zo’n loopje van het soort waarvan ik meer wil, van het soort dat ik heel leuk vind. En dat, dat is de eerste stap in het weer meer gaan lopen. Dus ja, hoezo hoogtes? 😉

Nu dit gevoel vasthouden, en dan ben ik inderdaad weer goed vertrokken. Net op tijd ook, want nog een maand, en dan is het al 2024! En in 2024 moet ik er weer staan, loopsgewijs. En fietsgewijs ook, maar dat komt later weer aan bod! 🙂

We zijn er nog niet.

Einde november. Het plan was om tegen nu toch die 5 kilometer al te lopen, al dan niet vlotjes. Maar er is het plan, en er is de werkelijkheid. En de werkelijkheid… jeps, die haalde het van het plan!

Ik voelde het ook al, die laatste 2 trainingsweken: ik was er nog niet klaar voor. Niettemin was ik wel van plan om de laatste training samen te doen met het groepje waarmee ik gestart was, ook omdat ik zo stilletjes hoopte om toch dat half uur – onder lichte groepsdruk – uit te lopen.

Tsja… en dan sta je die dag op, met knallende hoofdpijn en een lichaam dat duidelijk zei dat lopen die dag een verre van goed idee was. Rust dan maar voor een paar daagjes. Echt ziek werd ik niet, maar echt ok was ik toch ook niet, dat gevoel. Nah.

Na ongeveer 10 dagen looprust besloot ik deze week om toch die loopsloefkes maar weer aan te trekken. Iets met als ik nu niet doorzet, dan zou het weer om zeep zijn en zo vanal. Maar het schema was teneinde, dus ik zou zelf wel iets verzinnen. Dat iets verzinnen… mjah… dat werkt dus duidelijk niet. Want ik liep 1 kilometer, stapte een minuut, en probeerde dan weer een kilometer te lopen. Om het na 4 minuten alweer op te geven. En te stappen. Om dan weer 3 minuten te lopen… enzovoort enzoverder. Om uiteindelijk met een onvoldaan gevoel te stoppen, omdat het gewoon niet lukte.

Na een paar nachtjes slapen besloot ik om er gewoon terug het schema bij te nemen. En vanaf week 7 gewoon alles terug opnieuw te lopen. En kijk… vandaag liep ik mijn minuutjes dus netjes uit. Volgens schema. Ik heb dat dus duidelijk wel nodig, zo’n leidraad die zegt hoe en wat. Dus ja… ik heb extra 3 weken toegevoegd aan mijn doel. Een verschuifbaar doel, wel handig! 😉 Neemt niet weg: dit is veel leuker dan zomaar iets doen en onvoldaan te stoppen. Dus ja, we blijven gaan, want we zijn er nog lang niet. En die we, dat is dus duidelijk me, myself and I. 😉