Prut. ’t Is wat het is. Dat gewicht dan bedoel ik.
Jaahaaa, ik heb er weer enkele weken tegenaan gehikt, tegen dat gewicht. Zie ook die blogpost van goed 3 weken terug. Ik ben ook al 3 keer aan een vervolgpost begonnen, en ik heb hem al evenveel keer niet afgemaakt.
Feit is dat ik eigenlijk niet wil diëten. Ik heb gewoon geen zin in mezelf uithongeren. En vandaag werd het mij gewoon ook weer duidelijk waarom. Want vandaag las ik een artikel over 5 vrouwen die exact 70 kilo wegen, en die er allemaal anders uitzien. Eyeopener, alweer. Gewicht is niet wat belangrijk is, het is hoe je je voelt wat telt.
Daarbovenop volg ik nog steeds Andrea. Andrea van l’Imperfect Life, die ik vorig jaar nog als rolmodel voor mezelf benoemde. Een sterke vrouw, die mij door middel van haar posts af en toe op mijn plaats zet. Ze heeft ook gewoon gelijk: het is niet het gewicht wat telt, het gaat over je goed voelen.
En voel ik mij goed? De ene keer al wat beter dan de andere keer, maar hey.. who doesn’t? Ik kan over het algemeen wel stellen dat het leven wat ik nu heb duuzend keer beter is dan het leven dat ik amper 3 jaar terug leefde. Ik kan echt wel zeggen dat ik tig keer gelukkiger ben, dat ik tig keer meer geniet, dat ik tig keer… noem maar op!
Maar moet ik nu ooit in een modellenmaat passen? Niet dat dat ooit mijn doel was, maar neen… dat moet ik niet. Zou ik met wat kilootjes minder sneller kunnen lopen/fietsen? Misschien. Maar ga ik daar gelukkiger van worden, van die kilometer per uur sneller lopen? Goh… op dat eigenste moment misschien wel, dat ik dan iets heb van “zie mij hier eens goed bezig”. Maar heel eerlijk? Een wedstrijd winnen ga ik nooit ofte nimmer doen, zo realistisch ben ik ook wel. Ik loop puur voor mezelf, omdat het mij goed doet. En zo’n moment van “contentement”, dat had ik eerder eigenlijk ook al, tijdens de training. Dat ik op een gegeven moment besefte dat het tempo voor mijn doen toch wel een stukje hoger lag dan het tempo dat ik meestal loop, en dat ik dat tempo gewoon zomaar liep. Ik had écht iets van: “wauw, zie mij hier eens doen, zie mij hier eens lopen”. Ik heb dat gevoel ook al eerder gehad. Toen ik alleen rondjes liep rond de vijver, en ik na mijn 3de doorkomst een vader aan zijn dochter hoorde vragen “of zij rond de put zou kunnen lopen?”. Ik hoorde de dochter nog net zeggen dat ze dat al wandelend zeker zou kunnen. Ik kan er niet aan doen, maar daar ga ik toch wel heel breeduit van grijnzen. Ik kan dat gewoon, meermaals zelfs, en ik doe het ook!
Idem met dat fietsen. Ik fiets misschien tegen tempo slak bergop, maar hallooooo… ik fiets wél bergop! Daar waar ik eerder – flashback naar Spanje een jaar of 6 terug – moest afstappen om, met heel veel watten in de benen, de weg te voet bergop verder te zetten. Wandelen met de fiets. Letterlijk.
Nu is wandelen met de fiets er niet meer bij. Afgelopen maandag fietste ik gemiddeld net geen 26km/u, en voor mezelf was dat een geweldige overwinning. Vorig jaar was ik nog gefrustreerd omdat ik die 22km/u nét niet haalde. Nu weet ik dat ik met training al een heel eind kom.
Kleren kopen is ook geen frustrerende bezigheid meer. Vorige week zag ik een leuke jurk, en mijn maat was ook gewoon beschikbaar. En hey… ze paste nog ook! Idem voor die jeans. Ik vond dat ze er eigenlijk nogal smal uitzag, maar dat ik die knop en die rits gewoon dicht kreeg, moeiteloos. Dat blijft mij verbazen. Het is toch een soort van ‘kicken’ eigenlijk, in 5 maten kleiner passen. Ik moet nu alleen wel opletten dat ik mezelf wat intoom met dat kleren kopen. Want een jeans, een bloes, een jurk én een jas ‘scoren’… ’t is van de zotte. Waar is de tijd dat ik – als er al eens iets paste – ik dat item in alle beschikbare kleuren kocht en er vervolgens jaaaaaren mee rondliep? Waar is de tijd dat ik snikkend in een paskamer stond omdat alles wat ik aantrok als een gordijn rond mijn lijf viel? En er ook als een gordijn uitzag?
De laatste tijd ga ik overigens ook weer meer naar concerten. Gewoon, in kleine zaaltjes. Ik ben meestal de kleinste van de hoop, wat niet zo moeilijk is met 1m64, maar toch… vroeger zou ik dan achteraan blijven staan zijn, veilig. Ook omdat ik vroeger, zoveel kilo zwaarder en totaal onsportief, altijd rugpijn kreeg als ik een tijdje moest blijven rechtstaan. Nu…. geen centje pijn. *hout vasthouden*. Geen rugpijn, geen pijn in mijn benen. Winst, winst, pure winst!
Daarom ook dat dat diëten mij zo onnodig lijkt. Uiteindelijk moet ik ook – neus op de feiten – gewoon toegeven dat ik nooit een modellenlichaam ga hebben, en dat dat ook niet nodig is. Mijn lijf kan perfect wat ik wil dat het kan. Het kan fietsen, het kan lopen, en vooral: het is gezond. En dat laatste is zooo belangrijk! Veel belangrijker dan supersonisch snel kunnen lopen of fietsen.
Er is blijkbaar ook geen perfect lichaam nodig om complimentjes te krijgen. Ik krijg ze, en ik moet er echt eens mee leren omgaan. Afgelopen vrijdag zei nog iemand spontaan dat ik er goed uitzag, en daar stond ik dan met mijn mond vol tanden. Zaterdag werd er dan terloops vermeld dat ik alsmaar lijk smaller te worden, een compliment waar ik wel een dankjewel voor gestameld heb, en maandag zei mijn nieuwe achterbuurvrouw mij dat ze mij heel erg sportief vond. Waarop ik murmelde dat ik alleen maar wat fiets en loop. Terwijl dat gewoon een fantastisch compliment is! Die dame kent mij alleen “van ziens”, en haar was het blijkbaar al opgevallen, al dat gesport. Dinsdag meldde mij iemand ook nog terloops (tijdens het lopen ja) ‘dat mijn kontje mag de laatste tijd wel weer gezien worden’. Hoe ik daarop moet reageren weet ik dus al helemaal niet, maar keihard lachen leek mij toen wel gepast. 😀
Daarom: ik moet vooral verder voor ogen blijven houden dat gezond zijn, genieten en doen wat ik wil doen het belangrijkste is. Dat, en verdergaan met een gezond, en zoals Andrea het stelt, imperfect leven. En blijven beseffen dat dit toch wel een heel erg fijn leven is zo. Een leven waar ik zelf kei- en keihard voor gewerkt heb, en waar ik nog altijd aan werk. Uiteindelijk ben ik niet zo slecht bezig. Ik sport, ik eet gezond – de spreekwoordelijke uitzondering daargelaten, maar ook dat moet kunnen – en ik ben gewoon gelukkig. Alleen moet ik dat zelf wel blijven zien! Ik ben mezelf daarom nog maar eens gaan confronteren met de mezelf van een paar jaar terug. Spot the difference, soms is dat ook voor mezelf niet zo moeilijk. 🙂