Tagarchief: Halve marathon

Loopfaalangst

Nadat ik afgelopen maand een paar keer de 10 kilometer liep, ging het plots niet meer. Het liep niet, ik was snel buiten adem, en ik had telkens het gevoel dat ik het gewoon niet meer kon, dat lopen. Dus bon ja… paniek! Want hoe ga ik op deze manier in hemelsnaam ooit nog eens die 21 kilometer kunnen lopen?

Afgelopen dinsdag was het weer van datte. 3 kilometer, en bam… adem op! Of dat gevoel kreeg ik toch. Daarna werd het stukken lopen, en wandelen… en longen die alsmaar meer het gevoel hadden dat het gewoon niet meer ging. Aaaargh! Frustratie ten top! En het was nu begot ook niet dat we aan een geweldig rap tempo liepen. Niks van dat alles.

Liep ik toch te snel? Was de afstand toch nog te ver? Echt… geen idee. Ergens heb ik ook wel een klein vermoeden dat ik met een soort van loopfaalangst kamp. Het idee dat ik het niet ga halen, die 21 kilometer. Terwijl ik de afstand eigenlijk al wel meermaals liep. En ik heb nog altijd meer dan 3 maanden tijd (17 weken om juist te zijn) om ernaar toe te werken. Dat zou dan toch moeten lukken?

Ik zat ook al enige tijd te kijken op de Garmin Coach. Zou ik, zou ik niet? Gisteren besliste ik dan dat het misschien toch wel wat meer houvast gaat bieden, om weer met een schema te lopen. Dus ja, ik zou. En ik activeerde de Garmin Coach. Met als doel finishen op 27 maart. Niet tegen een bepaalde tijd, want die stress wil ik mezelf besparen, maar gewoon… uitlopen.

Vandaag moest ik dus een “Benchmark run” doen. 2 minuten opwarmen, 5 minuten doorlopen, 2 minuten cooling down. 9 minuten lopen, dat zou mij vast wel lukken zonder stappen. En ja hoor, dat lukte eigenlijk vrij vlot. Ook aan een hoger tempo dan ik tegenwoordig loop. Dat kan ik dus nog. Ik besloot dat 9 minuten te weinig was om al terug naar huis te gaan, en plakte er nog een klein rondje aan vast.

En hups… dat ging even goed, en dan kwam daar weer die twijfel. Want kreeg ik nu geen zere benen? Ik moet nu wel eerlijk toegeven dat ik een beetje een pijntje aan mijn linkerknie heb. De oorzaak? Vorige week ben ik met mijn fiets geschoven op het ijs en gevallen. Ik vermoed dus dat die pijnlijke knie daar nog een gevolg van is, gezien ook de blauwe enkel aan datzelfde been.
Maar zere benen dus. Zou ik niet beter een stukje stappen? En zie… dat dus, daar moet ik vanaf! Van dat mentale “zou ik niet een stukje stappen”-gedoe. Van dat mentale “ik kan toch niet meer”-ding. En van dat hyperventileren, dat dus ook. Want paniek jaagt dus die hartslag alleen maar de hoogte in.

Na wat gedoe in mijn hoofd (je wilt niet weten welke conversaties zich daar soms afspelen *dubbelzucht*) besloot ik toch om de eerstvolgende straat helemaal uit te lopen. En hey… liep dat plots niet beter? Waren mijn adem en mijn looppas nu plots niet helemaal in cadans? En goh… mijn hartslag ging ook weer wat omlaag. Ohw, ik kan het dan toch nog! De straat uit, en nog een klein lusje extra, gewoon, omdat het nu leuk liep. En ja hoor, ook dat ging nog. Adem mooi in cadans, looppas ook.

Maar dat mentale gedeelte, daar ga ik dus toch nog even aan moeten werken. Want ik had in mijn hoofd gestoken dat ik tot een afgeronde kilometer zou lopen, en toen was die kilometer daar, en ja hoor… plots was ik helemaal buiten adem en was ik blij dat mijn horloge ‘tuut’ zei. Wat onzin is natuurlijk, op die afstand. Want ik weet: had ik die grens daar mentaal niet gezet, dan had ik gewoon nog doorgelopen.

Dus bon ja… het zit vooral in mijn hoofd. Stap 1, erken en herken het probleem.
Maar het goede nieuws is: het schema is gestart. Dat is dan stap 2. Lopen volgens schema. Het volgende loopje staan er intervalletjes op het programma (kan ik 😉 ), en het loopje daarna mag ik blokjes lopen. En ik ben écht zinnens om al die blokjes heel flink allemaal uit te lopen. Want het wordt hoog tijd dat ik het weer in mijn hoofd steek, dat ik dat écht wel kan, die afstand, dat lopen! En dat wordt dus stap 3: just do it!

Advertentie

Nu al een stresske

Alsof het al geen uitdaging genoeg was om terug regelmaat in het lopen te brengen, besloot Golazo afgelopen week mij even te herinneren dat ik ingeschreven ben voor de Halve Marathon einde maart in Gent. Inclusief wat details.

Details zoals de tijdslimiet. Allookes zeg maat. Ik was eigenlijk een beetje (zeg maar helemaal) vergeten dat er een tijdslimiet staat op die halve marathon. Eentje van 7 minuten/kilometer. Dus 2u45 voor de totale afstand. Loop je dat niet, dan word je uit koers gezet, maar mag je nog wel op eigen risico en rekening houdend met de geldende verkeersmaatregelen verder uitlopen.

7 minuten/kilometer. Laat de stress maar al komen! Momenteel loop ik gemiddeld trager dan traag, zo rond de 8:30/kilometer. En, voor de snelheidsfreaks: ja, dat is traag, maar hey, ik loop wél.
Nu bon, ik zit uiteindelijk nog maar in het begin van de trainingen. Dus er zijn nog altijd ongeveer 5 maanden om de afstand goed in de beentjes te krijgen. En door meer te lopen zal er ook wel een ietsiepietsie snelheid in komen. Maar dat neemt niet weg dat ik dan nog altijd niet supersonisch snel zal zijn.

Het parcours zoals het 2 jaar geleden was, ging voor een stuk door de stad. Toen was het vooral belangrijk om de stad uit te zijn vooraleer het parcours terug opengesteld werd voor het verkeer. Maar hoe het parcours in 2022 zal zijn, nog geen idee.
Ik houd mij een beetje vast aan het feit dat ik ooit al een 20 kilometer liep in 2u46. Daar nog een kilometertje bovenop, dat is 2u53.
Neemt niet weg… man… 7 minuten/kilometer. Stress stress stress. Maar we laten de moed niet zakken, uiteraard niet. Dus dat wordt trainen, trainen, trainen. En mij mentaal al voorbereiden om uit koers gezet te worden. Want dat zal op zich ook nog een bummer zijn… al blijf ik toch een beetje hopen dat het niet zal moeten. 🙂
Maar zover zijn we dus nog niet. De opbouw naar de 10 kilometer loopt tot op heden vlotjes, we zijn toch al aan 6 kilometer. Ik ga niet zeggen dat dat moeiteloze kilometertjes zijn, maar ik vind het wel weer leuk om te lopen, om buiten te gaan en te vertrekken, om dat kleine extraatje er weer bij te doen.

Morgen de 4de training deze week. Neen, niet lopen. Fietsen. Dat is goed voor mijne motoriek. En eigenlijk ook een uitdaging, na zo’n weekje lopen. Ik had de mannen eigenlijk beloofd om niet meer te lopen de dag voor het fietsen, maar nood breekt wet. Ik zal ze bij de start morgenochtend maar verwittigen, dat ze hun tempo wat moeten ‘temperen’. 😉

Nog 5 maanden

1 november. Dat wilt zeggen dat het nog ongeveer 5 maanden is. Dat is al dichtbij. Heel dichtbij. Akelig dichtbij. Toch voor iemand die de laatste maanden niet zoveel gelopen heeft, en einde maart een halve marathon op het programma heeft staan.

’t Is te zeggen, het is eigenlijk een uitgestelde halve marathon. Want in maart 2019 was ik er volledig klaar voor, maar toen stak een virusje een stok tussen de wielen. Bij wijze van spreken dan, want die wielen, die zag ik afgelopen jaar meer dan mijn loopsloefkes.

Hoog tijd dus om daar wat verandering in te brengen, en terug eens wat tijd te spenderen aan ‘die andere hobby’, lopen dus. De herstart was eigenlijk vorige week gepland, maar goed… ziek is ziek, en dan moeten er geen al te grote inspanningen gedaan worden.

1 november leek mij ook symbolisch een mooie datum om te starten, al moest ik daar dan de groepsrit van de fietsclub voor missen. Gelukkig was er ook veel wind, dan is het toch niet leuk fietsen. 😉 En neen, én fietsen, én lopen op 1 dag, dat verteer ik niet. Gelukkig heb ik geen triatlon-ambities.

Lopen dus, na een weekje ziek-zijn. Ik was bijgevolg ook moreel voorbereid om hier en daar een stukje te stappen. Ik besloot ook om deze eerste week niet op mijn horloge te kijken en de hartslag te laten voor wat het is: hoog. Logisch ook, de verkoudheid zit nog wat in mijn lijf, en mijn laatste loopje dateert ook alweer van meer dan 2 weken terug. Maar het liep eigenlijk best wel ok, ik had nooit het gevoel dat het niet meer ging, mijn spieren werkten ook behoorlijk mee, geen pijntje, geen krampje, niks, en ook meezingen met mijn muzieklijstje ging nog meer dan ok. Vind ik zelf, er liep niemand mee, dus niemand die last had van die paar valse noten. De 5 kilometer liepen zo vrij vlot weg, en stappen tussendoor hoefde niet. En bij het uitwandelen zakte de hartslag ook weer netjes naar lagere niveaus.

Mooi, dat geeft een mens hoop. Het plan (jeps, ik heb een plan!) is deze maand om verder op te bouwen, om terug het loopritme er wat in te krijgen en 3 dagen/week een loopje te gaan doen. Begin december start ik dan terug met een schema, en als alles goed loopt, dan hoop ik eind maart die halve marathon fris uit te lopen.

Dat is het plan. Nu de uitvoering nog. Maar hey, ik heb weer een doel, en dat helpt meestal wel. Op naar “den halve”, ik heb er eigenlijk én eindelijk weer zin in! Let’s go!

Tiswa

Normaal gezien had ik vandaag de halve marathon van Gent gelopen. Beetje uitdaging kan nooit kwaad, toch? Want de afstand kan ik best aan, maar het tempo…

Ik had mij namelijk ingeschreven met de gedachte van: we starten samen met de marathonlopers, dan heb ik als trage loper ook zeker tijd genoeg om te finishen. Fout. En lees in het vervolg vooraf eerst eens de regels, Sandra, dat ook. Want daarin stond dat er voor de halve marathon een limiet was van 2u30. 2u30! Hallooookes! Dat is een kwartier sneller dan mijn absolute toptijd!

Stress dus, al weken voor de start. Steven, die sinds enige tijd mijn loopschemaatjes maakt, ging ervan uit dat dat moest lukken. Want er stond 7’30/kilometer, en met de wedstrijdstress erbij zou ik dat zeker wel halen. Ik zou ik niet zijn als ik aan het tellen ging. Want 7’30/kilometer, dat is 8km/u. En 8km/u, dat wil zeggen dat je op 2u30 nog ‘maar’ 20 kilometer gedaan hebt. Wat dus eigenlijk maakte dat ik 2u38 ongeveer tijd had om te finishen. Kijk, dat kwam al meer in de buurt van mijn verwachtingen.

Maar helaas… de corona-epidemie maakte dat het event niet doorging, en ik dus vandaag bijgevolg geen halve marathon in Gent gelopen heb. Ik had ook geen zin om dan maar alleen die 21,2 kilometer te gaan huppelen. Want we mogen dan wel buiten sporten, feit is dat als ik die halve marathon nu alleen loop, ik dat toch niet op wedstrijdtempo doe. Want er is geen wedstrijd. Er is geen volk. Er loopt niemand voor mij, noch achter mij.

Dus bon ja… blijft er niks anders dan gewoon ervoor te zorgen dat ik fit en gezond blijf. Ik fiets elke dag ik thuiswerk een rondje voor ik mijn pjoetertje opstart (ik neem er gelijk maar mijn terugrit bij, dan hebben we dat in 1 keer gehad) en ik blijf lopen. Vanaf de komende werkweek heb ik wegens gedeeltelijk technisch werkloos ook wat meer tijd om er meermaals per week een functionele training bij te doen.

Fietsen, dat is een ander paar mouwen. Die kleine rondjes voor het werk dat lukt mij wel alleen, tot maximum 30 kilometer zeg maar, als ik dan plat val dan kan ik te voet naar huis terug. Grotere rondes durf ik op 1 of andere manier alleen niet aan. Platte banden stress, en nu al helemaal, met de social distancing. Want stel dat ik plat val… dat wiel eruit halen en een nieuwe band steken, dat zou ik moeten kunnen. Maar dan… die buitenband er terug op krijgen. Dat is en blijft dus een ramp. Evenals dat achterwiel terug in dat kader krijgen.
Intussen zie ik de mannen uit mijn fietsgroepje op Strava wel al langere tochten rijden. En dan vrees ik toch dat ik op het einde van dit coronacircus weer niet meekan met hen wegens niet genoeg getraind. Aaargh, gedoe! En ik was nog zo gemotiveerd om dat fietsen dit jaar serieus aan te pakken.

Enfin, 1 voordeel is er wel: ik heb wat meer tijd om in mijn clubtenue te krimpen. Want ik was die kleding vooraf gaan passen, maar ondanks het feit dat ik sindsdien geen gram bijgekomen ben (ook niet afgevallen helaas), zit het toch allemaal wat strakker dan in dat paskotje bij de fabricant. En om dan gelijk een rolmops op een fiets te gaan zitten in kleding waar ik amper ik kan (durf 😉 ) ademhalen… neuh, dat is het ook weer niet. Ik ben trouwens niet de enige die vind dat het strakker zit dan de paskleding. Om maar te zeggen: het ligt écht niet aan mij!

En dan toch… een stresske?

Nog iets minder dan 24u, en ik ben aan het lopen. Mijn eerste kilometers zitten er dan op, en als alles gaat zoals het gaat, of loopt zoals het moet lopen, dan heb ik morgen op dit moment toch al iets meer dan 1/5e van het parcours gelopen. 😀 25 kilometer begot… ik weet nog niet zo goed wat ervan te verwachten, maar ik ga het toch doen. Alleen. Niemand mee dit keer om twijfels uit mijn hoofd te praten, niemand mee dit keer voor dat figuurlijke steuntje in de rug.

En dan komt de twijfel toch weer opzetten: 25 kilometer, dat is ver. Gaat mij dat wel lukken? Ga ik dat wel kunnen? Ja toch?
Goh ja… ik was eigenlijk al de hele week er vrij gerust in. En nu, zo’n dag vooraf, word ik toch weer nerveus. Gezonde spanning? Hopelijk ja. Misschien is er ook wel iets van spanning nodig om te kunnen presteren. Het is vooral weer dat trage lopen wat mij parten speelt. Want ga ik ondanks de ‘massa’ toch weer niet alleen lopen? Waarom schreef ik mij ook alweer in? Had ik niet voor een ander event moeten kiezen? Of gewoon voor geen event en gewoon gaan lopen, een rondje van 25K hierzo ergens?

Ugh… ik merk dat ik ook gewoon weinig zinnigs te zeggen heb, maar toch wel iets wil zeggen. Stress, stress, stress. Het doet rare dingen met een mens! Gelukkig mag ik morgen die stress eraf lopen. 😉

Stressvrij richting Breweries

Kalm, rustig, at ease. Zo kan je het wel omschrijven nu. Het, als in ik, moi. Chill, dat ook. En relax max en zo vanal, uiteraard. Dat ik zondag 25 kilometer ga lopen op de Great Breweries? Ach… juist ja, tuurlijk. Ik was het al bijna vergeten zeg, zo relax ben ik!

Voel ik daar eigenlijk geen pijntje opkomen in mijn scheenbeen? En die teen, gaat die niet te lastig doen? En ojee neen neen neen! Blijf met die verkoudheid uit mijn buurt! Van verkouden gesproken… Misschien toch nog eens het weerbericht checken. ’t Ziet er goed uit. Geen regen, niet te warm, niet te koud. Het zou perfect loopweer moeten zijn. Hopelijk speelt de hooikoorts toch niet teveel op. Niet vergeten een tabletje te nemen vooraf. Ah, die website van de Breweries, ik zal daar ook nog eens kijken. Misschien is er nog nieuwe info bijgekomen. Dat parcours, dat ken ik al bijna vanbuiten.

Mijn nummer, waar heb ik die mail met die nummer weer gestoken? En het is toch eerst nummer afhalen, dan T-shirt, en na het lopen het bierpakket hé? Toch nog eens checken. Ja, inderdaad. De parking, die is ook nog altijd wat ze is toch?
Ze hebben ook een Facebook-pagina, zou daar nog iets van extra info te vinden zijn? Toch ook maar eens kijken daar. De T-shirts zien er leuk uit. En ja, dat ik op tijd moet komen. Reken maar dat ik op tijd zal zijn! ’t Zal nog niet zijn zeker! En ik krijg een medaille aan de finish, tralalie, tralala!

Maar wat ga ik eigenlijk aantrekken? Een loopshort ja, maar welk shirt? Qua schoenen weet ik het al. Of zou ik toch? Neeneen, die “oudjes” zijn perfect, die weten hoe dat voelt, en ik weet hoe zij voelen. Maar dat shirt? Eentje met mouwen? Eentje van de club? Of niet? Toch maar een singlet anders?

De camelback, die heb ik dit keer niet nodig, die mag thuisblijven. Mijn drankgordeltje ook. Vanaf kilometer 5 is er alle 2,5 kilometer drank voorzien. Daar zal ik wel mee toekomen zeker? Als ik mij niet vergis staan er ook Dixi’s langs het parcours. Hopelijk heb ik die niet nodig. Ken jezelf. Eh… bon, we zien wel wat dat betreft.

Kan ik dat eigenlijk wel, 25 kilometer lopen? Dat is toch best wel ver. Komt dit niet te snel? Had ik niet nog wat meer moeten trainen? Wat meer lange afstanden nog, want de laatste 2 weken is het wat minder geweest. Bijna 2 weken geleden is het al, dat ik die 18 kilometer LSD-gewijs liep. En het zijn er nog 7 meer dit keer. 7. Dat is net geen uur lopen. Zo ongeveer toch, voor mij.

Goh ja, en tempo… toch echt opletten dat ik mij in het begin niet vergaloppeer. Letterlijk dan. Tempo temperen, een beetje toch. Mij niet laten meedrijven met de rest en de hartslag toch laag proberen te houden. Of toch zo laag mogelijk. Maar ga ik dan niet laatste lopen? Alweer? Wil ik dat wel? 15 kilometer rustig aan en dan tempo iets omhoog, zo was het. Maar kan ik na die 15 kilometer nog sneller? Het zijn dan nog 10 kilometer te lopen hé.

Wat was mijn tijd nu weer op die iets meer dan halve marathons in Duitsland, met die hoogtemeters? Want die waren toch wat lastiger, en die deed ik toch ook? Zonder op hartslag te letten toen zelfs. Toch eens checken. De Harz Gebirgslauf, 22,35 kilometer en 581 hoogtemeters. 3u14. En de Ottonenlauf, 23,65 kilometer met 339 hoogtemeters, daar deed ik 3u10 over. En dit keer is het plat. Dan kunnen die 2 kilometer er toch nog bij?

Morgen toch nog eens naar de training. Hoeveel zou ik daar nog lopen? Op het gemak een kilometertje of 10? Of 8 misschien? Niet teveel bergop, beetje rustigaan en zo vanal. Ja, zoiets dat moet nog kunnen. En vanavond en de volgende avonden toch ook maar op tijd naar bed. Of toch zo op tijd mogelijk, want ik ben vandaag precies alweer te laat om op tijd te zijn.

Enfin… jullie merken het. Dit keer heb ik alles onder controle. Kalm, rustig en relaxt. Ik ga stressvrij richting zondag!

Nog 4 weekjes!

Jeps, nog 4 weekjes, en dan is het zover: dan loop ik die 25 kilometer op de Great Breweries! Ik ben al van in december ingeschreven, en dus eigenlijk al pokkelang aan het aftellen.

En nu het dichterbij komt, merk ik ook dat ik mezelf weer zo gek als iets zit te maken. Terwijl ik net die Breweries gekozen heb om mijn hoofd niet gek te maken. Want meer volk en dus zeker niet laatste, en ook tijd genoeg om aan te komen, en dus niets om me zorgen over te maken.

Uhu… zeg dat tegen Sandra zeg. Ik had mijn trainingsschema een paar weken terug al een keer laten checken door een vriend, met de vraag of ik wel genoeg kilometertjes zou gedaan hebben tegen dan. Ik kreeg als antwoord “heb jij zélf eigenlijk al wel eens goed gezien wat jij allemaal gaat lopen tegen die tijd?” OK goed, qua trainingen zal het dus wel goed zitten.

De hartslag dan. Afgelopen dinsdag deed ik een keer een vlak trainingsrondje, zo eentje van een kilometer of 10, op hartslag. De bedoeling was om onder de 150 te blijven, en te zien wat het tempo dan zou zijn. Dat liep dus goed. Want het tempo ging vlotjes onder de 8 minuten per kilometer, terwijl de hartslag gemiddeld mooi ongeveer 147 was. Ik kon het niet laten en al bij mezelf bedenken dat als ik dit op 12 mei ook zou kunnen, ik dan een tevreden mens zou zijn.

En daar blijft het dan niet bij hé. Vandaag liepen we in de voorbereiding een mooie 21 kilometer, en ook hier ben ik dan onderweg bezig met die 25 van binnenkort. Mentaal dan. OK, 17 kilometer, dat wilt dan zeggen nog 8 kilometer te gaan. 8 kilometer, die kan ik nu nog. De hartslag gaat al wel wat hoger dan op andere LSD’tjes, dus die zal dan ook wel wat hoger liggen. Kan ik dat dan wel, aan hogere hartslag die 25K lopen? Moet ik niet beter ook op hartslag lopen? Neeneen, het is een wedstrijd, ik ga die dag NIET naar mijn hartslag kijken, ik ga op gevoel lopen. Wel letten dat ik mij van in het begin niet laat meeslepen, dat is niet de bedoeling. Ik wil wél nog fris toekomen. Fris fris… wat doe ik als het die dag toch te warm is? Ik ben niet zo hittebestendig. Waar ben ik aan begonnen? Aargh!

Enfin, dat hoofd van mij, het draait weer overuren. Ook bij thuiskomst besloot ik eens te kijken naar de uitslagen van vorig jaar. Laatste pagina eerst, uiteraard. Want dat is mijn liga. 🙂 Wat als ik zoveel minuten per kilometer zou lopen, waar eindig ik dan? En met 30 seconden per kilometer meer, wat geeft dan?

Vervolgens ging ik ook eens wat andere lange-afstandsloopjes opzoeken. Wat liep ik in Buggenhout? En de Ottonenlauf? En de Harz-Gebirgslauf? Maar kan ik dat wel vergelijken? Buggenhout is misschien vergelijkbaar, hoewel… dat was voor een stuk een trainingsrondje. Wel aan hoge hartslag. Die andere loopjes, neen… teveel hoogtemeters. Maar… ook die bracht ik toch tot een goed einde?

Neen neen neen! Stop stop stop! Ik maak mezelf stapelgek, en uiteindelijk zal het de dag zelf er allemaal van af hangen: hoe warm is het, wat zeggen mijn benen, hoe voel ik mij?

Dus bon… ik moet het even voor mezelf duidelijk stellen: Sandra, je loopt daar voor je plezier, die 25 kilometer kan je heus wel de baas, en loop gewoon comfortabel, zonder al teveel moetjes. En dan lukt het heus wel.

Tot zover de theorie. Nu de praktijk nog. 😉

Hoeveel dagen slapen is het nog? 😉

Gedaan met de loopstress

Sinds een paar weken heb ik voor mezelf de druk van het lopen gehaald, en besloten om alleen nog maar te genieten. Genieten van wat ik kan, en niet meer gefrustreerd rond te lopen over dat wat ik niet kan.

Het is allemaal kwestie van afwegen. Want als ik die weegschaal teveel laat doorslaan naar de kant van ‘zie eens wat ik allemaal niet kan, en ik wil en ik moet en ik zal’, dan geraak ik écht helemaal van het pad af. Gefrustreerd, lastig, ambetant… en daardoor lukt het lopen dan helemaal niet meer. Teveel druk op mezelf, en waarom eigenlijk? Voor wie? Voor wat? Ik ben geen toploper, ik zal dat ook nooit zijn, dus weg met de frustraties!

Want als ik even kijk naar wat ik tegenwoordig op sportief vlak allemaal wél kan, en dat op een weegschaaltje leg tegenover de dingen die ik vroeger niet kon… winst winst winst, pure winst!

Sinds ik die druk van dat lopen gehaald heb, merk ik dat ik veel meer ontspannen loop. Ik start een stuk meer ontspannen, omdat ik helemaal niets ‘moet’, en ook onderweg loop ik gewoon naar eigen vermogen. Niks geen gedoe van ‘het moet sneller’, of ‘als en dan en maar’. Neen. Ik loop, en ik geniet daarvan. Ik geniet van de mooie zichten die op mijn pad komen, van de nieuwe weggetjes die ik ontdek, en van de loopjes waarbij er iemand met mij meeloopt. En loopt er niemand met mij mee? Ook goed, dan doe ik een rondje alleen, en ook daarvan kan ik de laatste weken heel erg genieten. Want hey… ik loop daar toch maar hé! Ik kan dat, ik doe dat.

Ik voel ook niet meer de behoefte om mij te excuseren voor mijn trage tempo. Iedereen weet intussen wel dat ik een trage loper ben. Maar ik loop, en ik vind dat allemaal best ok. En met die instelling ben ik mezelf nu ook aan het voorbereiden op die 25 kilometer van binnen 6 weken. Ik weet perfect dat ik die 25 kilometer de baas moet kunnen, maar ik weet ook dat ik daar wel even voor onderweg zal zijn. En dat kan en dat mag gelukkig. Ik zie wel hoe het loopt, zolang ik maar gezond finish. Prioriteiten, prioriteiten.

Enfin, intussen kijk ik alweer uit naar een volgend loopje. Zaterdag mag ik weer LSD lopen, en ik ben echt gemotiveerd om die hartslag zo laag mogelijk te houden. Wat uiteraard ook de bedoeling is. De week erna staat er dan alweer een Brallonneke op het programma, en ook daar, sinds ik ontdekt heb dat ik dat gewoon helemaal kan lopen, zo’n wedstrijdje van rond de 12 kilometer met een 200-tal hoogtemeters: noooooo stress. Ik kan dat! En op zich is dat best wel een eye-opener. Starten met het gevoel van ‘ik ga hier een leuk loopje doen’, tegenover starten met het gevoel van ‘oei, dat gaat hier lastig zijn, en ik kan niet goed bergop lopen, en dat gaat zwaar zijn, en word ik niet de laatste?’ Neen, gedaan ermee! Echt! Ik loop, ik kan lopen, en die afstand en die hoogtemetertjes kan ik écht wel de baas. Traag, maar gestaag, dat is ook meer dan okee. Dat idee. En hey, dat rijmt, dat ook. 😉

En ja, ik heb nog altijd doelen. En dromen. Uiteraard. Maar ik besef ook dat aan sommige dromen wat werk is. En dus werk ik maar vlijtig verder aan die dromen. En ik heb zo het gevoel dat dat wel goed komt. 🙂 Na die 25K van de Breweries kom ik met een nieuw doel op de proppen. Weer zoiets waar ik al een tijdje over aan het dromen ben, en waarvan ik denk dat ik het dit jaar wel de baas kan. Met andere woorden: stay tuned! 😉

Goesting? Of niet?

Eerlijk? Ja, ik heb het heel erg lastig gehad met het advies om dit jaar die marathon nog niet te lopen. Zo lastig, dat ik eraan gedacht heb het hele plan M maar aan de wilgen te gaan hangen en gewoon voor de korte afstandjes te gaan. De goesting was weg, en ik dacht eraan om maar te stoppen met alles boven de 16 kilometer. Want 10 mijl, die kan ik lopen, daarvoor hoef ik niet meer “meer” te gaan trainen. De zin van de lange duurloopjes ontging mij gewoon even. Het was voor mij een beetje alsof ik aan het trainen was voor niets, zonder doel.

Terwijl dat uiteraard niet zo is. Het is niet omdat dat Plan M dit jaar niet doorgaat, dat het niet volgend jaar kan. En die lange duurloopjes, die helpen. Want die dienen om mijn basis te verbreden. Een basis die nog altijd beter kan, aan een hartslag die nog lager kan, aan een tempo dat best nog wat hoger kan. En en en, die marathon is dan wel een doel, maar ik heb ook nog wel wat andere doelen staan dan die marathon. Doelen waarvoor ik nota bene al ingeschreven ben, doelen waar ik ook al naar uitkijk.

Eén doel is er al gepasseerd: die trail van 21 kilometer door het drielandenpunt. Hoe die vergaan is, kan je hier lezen. One down, 2 to go. Het volgende doel is voor binnen exact 3 maanden: de 25 kilometer van de Great Breweries. Die wil ik comfortabel uitlopen. En comfortabel dat wilt zeggen dat ik die 25 kilometer wil lopen zonder tijdsdruk, zonder dat ik dingen moet van mezelf. Daarom ook dat ik deze ‘wedstrijd’ uitgekozen heb. Een iets grotere wedstrijd dan ik gewend ben, met bijgevolg ook een pak meer deelnemers. En een pak meer deelnemers, dat zou toch moeten maken dat ik niet helemaal aan het staartje ga hangen. Of tenminste, volgens mijn persoonlijke calculaties zou dat toch zo moeten gaan.

Echter, dat neemt niet weg dat ik voor die 25 kilometer wel nog wat training kan gebruiken. Misschien is het op dit moment nog redelijk ver weg (morgen 12 weken 🙂 ) , de realiteit zegt mij dat ik wel hier en nu verder moet werken aan die basis. Aan die conditie. Want het ziek zijn van vorige week heeft eigenlijk geen goed gedaan aan de conditie. Het ging al niet geweldig de week voorafgaand aan het ziek worden, de week van het ziek zijn zelf al helemaal niet. En daarna moest ik toch weer gaan opbouwen. Niet dat alles weg is, maar toch… ik ben best wel een stukje conditie kwijtgeraakt op die 2 weken. Ontstekingsremmers zijn bastards, zeg dat ik het gezegd heb. 😉

Ik heb het er dan ook niet op beter gemaakt door toch die zware trail van 21K te gaan doen. Ondanks de verminderde conditie, ondanks dat ik net ziek geweest was. Iets met beloofd en mensen niet in de steek willen laten. Toch? Dus ik ben ervoor gegaan, en ik heb hem uitgedaan. En ik ben er verdorie ook nog heel trots op ook! Want wat een geweldige trail was dat!

Maar nu komt natuurlijk de weerbots, en moet ik dus echt weer aan die opbouw gaan werken. De eerste weerbots kwam er al de 2 dagen na de trail. Pijnlijke, verzuurde spieren. Zolang ik bewoog was er niets aan de hand, maar van zodra ik even ging zitten en daarna weer wou opstaan, was het dikke miserie. Pijn bij het stappen, de trap afgaan was al helemaal een drama, en probeer je been maar eens over een koersfiets te zwieren in die toestand!

Ik twijfelde dan ook aan het duurloopje dat voor vandaag gepland stond. 17,5 kilometer lopen, zou mij dat wel lukken? Terwijl ik er vorige week nog 21 deed nota bene. En toch, twijfels. Gisteren was er trouwens ook nog een (leuk) feestje, en een feestje, daar horen ook wat drankjes bij. Niet veel, maar ik heb intussen toch al genoeg ervaren dat het minste glas wijn wat ik de avond voor een duurloop drink, mijn hartslag de dag erna de hoogte injaagt. En ja hoor, ook vandaag. Zo hoog, dat ik op een gegeven moment gewoon besliste van niet meer te kijken naar die hartslag, want ik werd er een beetje ongemakkelijk van. En dat terwijl het lopen op zich best wel vlotjes ging. Behalve dan op de momenten dat ik toch iets sneller wou lopen en ik wel voelde dat ik over mijn toeren ging. Maar geen gehijg, ook geen gezaag.. ik liep, en ik vond het fijn lopen. En uiteindelijk bleef de hartslag niet zo laag als ik zou gehoopt hebben, feit is toch dat hij gemiddeld nog altijd stukken lager ligt dan ‘vroeger’.

En dat lopen zelf… dat was in goed gezelschap, onder een stralend zonnetje. En dat in februari. Schitterend gewoon, echt waar! Meer moet dat toch niet zijn? Ik heb er echt van genoten. Zo van genoten, dat ik voor mezelf uitgemaakt heb dat het dit is waar het om gaat: lopen, en genieten van dat lopen. Plezier hebben voor het lopen, tijdens het lopen, en na het lopen. En daar ga ik dus voor. Lopen voor het plezier, lopen omdat ik dat leuk vind. En reken maar dat ik lange duurloopjes leuk vind, dus laat maar komen! Zodat ik voor die 25 kilometer van de Breweries daar in mei ook stevig in mijn loopschoentjes zal staan. Want ik kan dat, en ik ga dat doen! En ik ga daar ook gewoon die 25 kilometer voor mijn plezier lopen. Nem! En dat Plan M? Dat is next level. Eerst ga ik dit level handelen, en reken maar dat dat goed gaat komen. Want de goesting, die is er weer! Heel veel goesting zelfs! Wanneer mag ik weer lopen? 😉

Dit was 2018…

Middernacht, 1 januari 2018. *knippert even met de ogen* 31 december 2018. Eh.. halloooo! Waar is dat jaar naartoe? Zo snel? Dakannie, het was ook nog maar net zomer! Eeuwigdurende zomer. OK ja, nu is het wel koud, maar dan nog… dit jaar kan echt nog niet voorbij zijn. Toch?

Bon… 1018 dus. ’t Is voorbij. Tijd voor statistiekjes. Wat waren de doelen en *tromgeroffel* heb ik deze behaald? Spannend, spannend! Eerst het lopen maar. Doel was 1.800 kilometer. En neen, niet gehaald, maar wél meer gelopen dan vorig jaar, 1.681 kilometer. Wat ook niet niks is. Vind ik. En dan het fietsen. Dat fietsen, dat is toch elk jaar een probleem om dat doel te halen. Dit jaar had ik het doel ook iets hoger gezet, ondanks dat ik het vorig jaar niet gehaald had: 3.000 kilometer fietsen, dat zou ‘m worden. En het zag er heel lang goed uit. Maand na maand zat ik op schema, en dacht ik dat het wel heel makkelijk ging dit keer. En toen werd ik overmoedig en liet ik de fiets al een keer staan. En nog eens. En nog eens. Om dan plots in de laatste week van het jaar te beseffen dat ik toch nog 30 kilometer moest dichtrijden! Op een ijskoude winterdag. Maar wat moet moet zeker? 45 kilometer in de pocket, en de 3.000 fietskilometers ook. Mijn bevroren teentjes zeiden het ook: jeuj!

In 2018 deden ook de langere duurloopjes hun intrede. De bedoeling is om de hartslag naar omlaag te krijgen, om zo langer te kunnen lopen. Wat op zich allemaal wel goed ging, behalve als er op trainingstempo moet gelopen worden op wedstrijd. Dat.doe.ik.dus.niet.meer. Ik loop al tergend traag, en dan nog trager gaan lopen, dat is een beetje de hel. Vind ik persoonlijk. Ook in 2018 moest ik, om de trage duurloopjes te compenseren, aan de intervaltraining. Iets waar ik als een berg tegenop keek. Uiteindelijk bleek dit wel mee te vallen. Ik krijg trainingen op maat aangereikt, en tot hiertoe bleken ze wel haalbaar.

Al die trainingsarbeid had zo op het einde van het jaar ook nog resultaat. Ik liep tijdens een 10-kilometerwedstrijd mijn snelste 10 kilometer ooit, aan een gemiddeld tempo van 6:30/kilometer. Ik deelde die wedstrijd ook goed in, de eerste helft wat trager, en in de tweede helft had ik nog wat reserve om nog wat mensen in te halen. Dit is eigenlijk het tempo dat ik tijdens een marathon zou moeten lopen, maar eerlijk: 10 kilometer was aan dit tempo echt wel genoeg.

Maar was dit dan het hoogtepunt qua lopen van 2018? Nope, absoluut niet. Qua hoogtepunt staat met stip op 1 de 10 mijl aan de Rursee. Zoo mooi, zoo genoten. Wat een geweldige dag! En op 2 staat, heel eervol, de 22 kilometer van de Harz-Brockenlauf. Fantastisch mooi weer, een mooie loop in de natuur en dat allemaal tijdens een supermooi 4-daags weekend in goed gezelschap. Meer moet dat écht niet zijn.

Wat zijn dan de plannen voor 2019? Onvermijdelijk komen we dan eerst bij dat Plan M. Plan M, waarvan ik eerst nog een beetje overmoedig dacht dat dat in 2019 wel zou kunnen plaatsvinden. Echter, curieuzeneus die ik ben, was ik eens gaan rondsurfen naar wat marathonuitslagen van mensen die het tempo lopen wat ik nu loop. En daar haalde de realiteit mij een beetje in. Want ZES uur! Dat is de tijd die mensen die een marathon liepen aan het tempo wat ik nu loop, erover deden. En dan stel ik mezelf de vraag: wil ik dat? En daarop is het antwoord ook duidelijk: Neen. Dat wil ik dus duidelijk niet. Want dat zijn niet alleen eenzame kilometers, ik vraag mij eigenlijk ook af of ik daar voor mezelf eer uit zou kunnen halen. En in alle eerlijkheid: neen, ook dat denk ik niet. Ik vermoed dat ik dan eerder teleurgesteld over de meet ga komen. En dat is duidelijk niet de bedoeling. Als ik die marathon loop, dan wil ik hem – binnen mijn mogelijkheden – ook goed lopen. Dat wil zeggen: op mijn best getraind, op een tempo waarvan ik weet dat dat echt het hoogst haalbare is, en weten dat ik er alles voor gedaan heb. En zover ben ik nog lang niet. Mentaal misschien wel voor een deel, maar lichamelijk valt er nog wel wat bij te schroeven.

Ik heb dus beslist dat er nog niets te beslissen valt. Ik wou een marathon plannen en mij inschrijven, maar ik doe dat dus voorlopig nog niet. Wel ga ik voor wat kortere afstanden. Kortere afstanden als een ten miles, een halve marathon, een 25 kilometer, en kers op de taart: een 33 kilometer-trail. En daarna zien we dan wel weer. Die marathon wacht wel, en op zich: als ik nog een jaar flink door train, dan kan ik hem waarschijnlijk wel lopen in het jaar dat ik 50 word. Als dat geen mooi vooruitzicht is. Dat lopen dan, niet dat 50 worden. 😉

En voor de rest, en nu wordt het (heel even maar 😉 ) melig: het leven is eigenlijk verdomde kort. Dat mocht ik maar weer eens ondervinden bij het afscheid van een (jeugd)vriend en leeftijdsgenoot een paar maanden terug. Vrienden zijn belangrijk, en als je dan ook nog zo’n paar vrienden hebt waar je altijd weer terecht kan, die jou kennen, die weten hoe je in elkaar zit, zelfs al zie je elkaar een tijdje niet… wel, die vrienden, onnoemelijk veel hartjes voor jullie!

Dus ja, wat mij betreft mag het, zowel op sportief als op privé-vlak, allemaal nog nét iets meer, er kan nog nét een tandje erbij. Of dat ook lukt… knipper even met uw ogen, en kom dan nog maar eens teruglezen. 😉