Tagarchief: Start to Run

Verjaardagsloopje

Ready? Set? Go!

34 hokjes had ik afgevinkt op mijn restart-to-run schema, en dan nog 1 recuploopje gedaan. Om het te doen uitkomen, want hoe fantastisch zou het niet zijn om mezelf een verjaardagscadeau te gunnen in de vorm van terug 5 kilometer te kunnen lopen? Aha! Net geen 12 weken opbouwen, en eindelijk was het dan toch zo ver! Ik mocht terug 5 kilometer lopen! Woohooww!

Onnodig te zeggen dat ik al voor de wekker wakker was zeker? Ik had er zin in, en er was toch ook een soort van spanning te voelen. Spanning voor die 5 kilometer, spanning omdat ik niet heel zeker was dat ik het zou kunnen.

Wij van start. In het bos, want dat is nog altijd het fijnst om te lopen. Wel koud, maar een kilometer verder was er al niet veel meer te merken van die kou. Topweer om in te lopen eigenlijk. Schitterende zichten ook, in die bevroren omgeving. Al pratende liep het best wel vlot, en kilometer 2 was er in no-time! Heey, dit ging goed! Mijn compagnon-de-route merkte het ook, dat het vlotjes liep en ik ook geen moeite moest doen om te praten.

Ha, kilometer 3! Over half zeg. Zo gaat het goed, zo gaat het beter, alweer een kilometer. Hey, en ken ik die man daar niet? Jeps, een collega, op wandel. Even roepen! En zeggen dat ik maar anderhalve kilometer meer moet! Woohooowwww!

Kilometer 4 liep ik bijgevolg ook netjes uit. Die vijfde zou mij nu toch ook wel lukken zeker? Zo tegen 4,5 kilometer vond ik dat het écht wel super vlot liep. Mijn looppartner checkte even mijn hartslag, en ook die was nog dik in orde. Ik had goede benen, de conditie zat goed…laat die 5 kilometer maar komen. Nog even een klein stukje tussen de vijvers, want we waren helemaal rond, en tadaaaaaa! 5 kilometer in de pocket! Woohoow, I did it, en ik kan het nog! En wat een deugddoend loopje was dit! Na zoveel weken opbouwen probleemloos terug lopen. Wat kan een mens zich meer wensen voor zijn verjaardag? 😉

Ik ben dus terug in loopbusiness. En hoe dat verder loopt, dat zien we dan komend jaar nog wel. Eerst die 5 kilometer maar eens “consolideren”. Wanneer mag ik terug? 😉

Advertentie

We zijn er bijna!

We zijn er bijna, maar nog niet he-le-maal! Ik dacht het daarstraks, en zong het net niet luidkeels mee, toen ik mijn rondjes liep. De rondjes van het voorlaatste hokje op mijn Start To Run-schema! Jaja, dat het vooruit gaat, vree goed vooruit!

De goesting was er anders niet vandaag. Koud, weetjewel. En ook, waarom wou ik ook alweer terug die 5K kunnen lopen? Anders had ik gewoon binnen kunnen blijven, beetje hangen, beetje rommelen. Neen, nu moet ik mijn schema verder gaan lopen. Mopper mopper, geen goesting, maar volgende week staat dat belangrijke loopje gepland, dus geen keuze. Toch? Dus … toch maar die loopkleding aan – gelukkig heb ik nog wel wat winterloopkleding liggen – en gaan. Ik zou er anders achteraf ook wel spijt van gekregen hebben vermoed ik.

En heeeeeey, gelukkig maar! Want buiten dat het bij de start wel heeeeeeel frisjes was, liep het verder wel vlot eigenlijk. ’t Is te zeggen… ik was alweer een beetje bang of ik het wel zou kunnen. Want de vorige keer moest ik 15-20-5 lopen, met telkens een minuutje wandelen tussen, en die 20 minuten… maaaahaaaan, dat was afzien. En aftellen. Het ging niet, het liep niet, het ging erg erg maar dan ook heel erg moeizaam. En dat was ook te zien aan het tempo. Dus ja, vandaag dus met een klein hartje aan de langste training op het schema begonnen: 20-15-10, ook telkens met een minuutje ertussen. Maar de schrik was er voor niks, want dit ging echt stukken beter dan het vorige loopje! Zo goed, dat ik er op het einde zelfs nog een klein sprintje kon uitpersen. Wooohoowww!

De cooling-down daarna was letterlijk een cooling-down, want ik was nog op een kilometer van huis. Doorstappen dus maar. En toch redelijk koud terug thuisgekomen, maar met een hartslag die weer mooi netjes naar beneden ging. Mooi, zo zien we dat graag. En thuis wachtte uiteraard ook de welverdiende warme douche.

Nu dus nog 1 vakje af te vinken op mijn schema, 2×20 met 1 minuutje tussen. Daarna mag ik nog een recuploopje doen van 2×10 “om het te doen uitkomen”, want het staat eigenlijk niet op het schema, en volgende week is het dan zover: dan loop ik voor het eerst in ongeveer een jaar tijd terug 5 kilometer. Er zijn nog wat twijfels, omdat ik nu telkens toch wat uitkijk naar dat minuutje stappen, maar ik hoop dat het mij lukt! Dus op naar volgende week, op naar de volle 5 kilometer! Jihaaaaaaa!

En kwestie van mezelf te motiveren… wat loopfotootjes van toen het allemaal nog vlotjes liep. Want daar wil ik terug naartoe, naar dat vlotjes en zonder nadenken lopen. Want is er iets leuker dan dat? Hmz… ja fietsen misschien… maar dat is weer een ander verhaal. 😉

En we STR’nen verder

Even de spanning opbouwen; want die 4×8 minuten waarvan sprake in mijn vorige blogje, liep ik die nu? *spannend tromgeroffel op de achtergrond*

Jaaaaaaa, natuurlijk liep ik die! *katsjing*! Ik zeg niet dat ik ze liep met de vingers in de neus, want vooral de laatste 8 minuten heb ik best wel mezelf moeten overtuigen dat ik het kon, dat het niet meer ver was, dat ik al over halfweg was, dat het maar 2 minuutjes meer waren… maar als er nu 1 ding is wat ik best wel kan, dan is het doorzetten. En dat heb ik dan toch wel gedaan. Tempo wat minder (nog minder, maar dat komt wel weer goed), en blijven gaan. Al was ik toch wel blij toen ik uiteindelijk mocht wandelen.

Ik keek dan ook een beetje de kat uit de boom voor de 2×10 en 1×12 die daarop volgde. Als ik al zoveel moeite had met die laatste 8, dan zou die laatste 12 ook wel een lastige worden. Feit is: ik moet niet zoveel op de zaken vooruit lopen. Feit is ook: ik moet niet zo panikeren vooraf. Want wat bleek: dit was een ongelooflijk fijn loopje. In de gietende regen, door te plassen, in het laatste avondlicht in het bos. Aaaaaah… genieten, echt! Toen bij het uitwandelen dan ook nog eens “Footloose” door mijn Shokz knalde, was het hek wel een beetje van de dam.

“Dans alsof niemand je ziet”, wordt er weleens gezegd. Awel… niemand zag mij, en plots waande ik mij een beetje de hoofdfiguur uit Footloose. Zij het minder gestroomlijnd. En ok ja, ik geef toe, ook mijn dansmoves zijn wat minder. Maar het is de gedachte die telt, en ik heb er zooooo van genoten. Genoten van door- en doornat door te regen te huppelen, genoten van het door de plassen lopen, genoten van het feit dat het zo makkelijk liep, genoten van de simpele constatering dat ik nu écht terug aan het lopen ben. *insert blije smikkel 😉 *

Heel eventjes flitste het dan ook door mijn hoofd dat ik die 5 kilometer nu toch ook al zou kunnen doen. Ik duwde deze gedachte toch wel heel snel weg. Want 1 zwaluw maakt de lente nog niet, en er komen best nog wat looplesjes voor die 5 kilometer. Neen, laat mij maar rustig verder verstandig opbouwen. En dan kan ik binnenkort weer van “run to the hills” doen. 😉 😀

Overigens, sidenote: wat is het geweldig in het bos op dit moment. De kleuren, de geuren.. zalig!

Restart to run, over halfweg

Yes! Over halfweg! Want zoals eerder gezegd of geschreven: ik ben aan het restart to runnen. En ik ben dus over halfweg. En ik moet zeggen, toegeven ook: op zich gaat het tot hiertoe wel goed. Een stuk beter ook dan de eerste keer toen ik ging start to runnen. Alleen bleek mijn loopconditie na net geen jaar niet lopen quasi onbestaande, en laat die quasi er ook maar af. Van een reality-check gesproken, allookes!

Maar no pain no gain, en dus startte ik met 9 minuten lopen en evenveel minuten stappen. Intussen zit ik nu toch al aan 25 minuten lopen en ongeveer 9 minuten stappen. De loopminuutjes zijn dus meer dan verdubbeld. En het goede nieuws is dat ik nog geen enkele keer heb moeten ‘poteren’, dus het loopt best wel vlotjes tot hiertoe. Ik ben een goede schemaloper denk ik.

Maar dat was tot hier toe, en daarmee zeg ik het al. Want ik wierp daarstraks even een blik op mijn schema, kwestie van al moreel klaar te zijn voor volgende week natuurlijk, en en en… het lijkt dat de zwaarste weken in de opbouw aangebroken zijn. Want daar staat bijgot 4×8 minuten lopen! Vier keer acht! Hallookes! Ik heb tot op heden nog geen enkele keer in mijn schema 8 volle minuten moeten lopen, en nu dus ineens vier keer acht!

En jaja, ik weet het; ik heb ooit al veel meer dan 8 minuten gelopen. Maar die ‘sprong’ van het vorige lesje (3, 4, 5, 6 en 7 minuten met telkens 2 minuutjes wandelen) naar 8, 8, 8, en 8 minuten… die lijkt mij plots zo groot. Dat gaat van 25 minuten lopen gelijk naar 32 minuten lopen. En ja, ik weet het, ik zou dit moeten kunnen. Maar toch is dit een beetje beangstigend, vooral dan in de zin van ‘ga ik dat wel nog kunnen?’ Beetje faalangst vrees ik. Niet eens bescheidenheid neen. Misschien moet ik ook gewoon niet zoveel op de loopfeiten vooruit lopen en het gewoon doen. Maar goed, gezien ik niet met een app werk en zelf mijn loopminuutjes in het oog houd, moet ik ook het schema wel kennen.

Overigens is lopen voor mij nog altijd niet vanzelfsprekend. Dat is het nooit geweest, dat zal het ook nooit zijn. Het is iets wat ik graag doe, maar ook iets waar ik heel hard voor moet werken. Ik ga er wel vanuit dat de mensen die dit schema gemaakt hebben weten wat ze doen. Het is in die zin ook een beetje een schema op maat, omdat het niet opbouwt naar 30 minuten (want ik loop geen 10km/u) doch wel naar 40 minuten lopen. En dat zou ik moeten kunnen. Hoop ik.

Dus ja, ik vind het best wel spannend. Ik kijk er ook nog altijd wel heel erg uit om terug die 5 kilometer te kunnen lopen. En meer. Uiteraard. Dus ik hoop écht dat ik het schema ga blijven baas kunnen. Nu eerst die 4×8 minuten maar eens zien te lopen. fingers crossed! 5 weken, counting down.

Restart to run

Ik wandel. Ik fiets. Ik fiets zelfs meer dan dat ik de auto gebruik. En toch, toch is er iets wat knaagde. Een gevoel dat ik niet helemaal kon thuisbrengen. Er was een soort van gemis, een gemis naar een soort van vrijheid, naar een soort van geluksgevoel. Een gevoel dat ik eigenlijk niet meer kon vinden.

Eigenlijk miste ik gewoon het lopen. Ik heb een hele tijd gedacht dat het zonder lopen ook wel zou lukken, omdat ik toch fiets. En eigenlijk liever fiets dan loop wegens minder intensief, en omdat mij dat nu eenmaal gemakkelijker afgaat. Ik kon er niet zo goed de vinger opleggen, maar op een gegeven moment werd het toch helder. Het is eigenlijk het afzien, en vooral dan het gevoel na dat afzien, wat ik mis. Beetje bizar wel, afzien missen. Ik krijg ook een ander soort van voldaanheid van lopen dan van fietsen. Ik miste ook mijn rustige zaterdagse rondjes. Vertrekken en niet weten naar waar je gaat lopen, maar wel een mooi toereke doen. Gewoon, omdat het kan. Of kon.

Dat, en ik heb natuurlijk ook wel iets van uitdaging nodig. Iets wat mij triggert om ervoor te gaan, een doel. Iets met een schema, iets waar ik zicht op heb, iets waar ik mij nog eens helemaal op kan toeleggen.

En dus was het simpel: ik moest terug gaan lopen. Start to runnen, want dat had de specialist mij wel duidelijk gemaakt: rustig aan beginnen, en zoveel mogelijk lopen op een zachte ondergrond. Schemaatje gescoord (merci collega), loopgerief van onderin de kast terug bovengehaald, nieuwe sportBH gekocht (heel belangrijk, want met een versleten BH is het helemaal niet fijn lopen!) en starten dan maar!

De eerste minuut lopen was een beetje raar. Raar omdat het zo lang geleden was dat ik gelopen had, dus eigenlijk ook onwenning, en ook spannend. Want hoe zou de knie reageren? Al bij al best goed, en dus liep ik mijn rondje helemaal uit. De dag erna ervoer ik wel wat stijfheid zo aan de knieën, maar geen pijn, dus niets om mij zorgen om te maken. Op naar de volgende lesjes dus!

En ook die lopen tot op heden vlot. Zo vlot dat ik al eens vergeet van tijdig op mijn horloge te kijken en vlotjes mijn loopminuutjes voorbij loop. Oeps! Dit is ook qua gevoel een hele andere start-to-run dan mijn allereerste STR. Toen moest ik echt mijn lichaam overtuigen dat ik dit wou doen, en enkele lesjes steeds maar weer herhalen. Nu loopt dat anders. Ik weet hoe ik loop, ik weet ook dat ik mezelf niet moet overlopen en niet te snel moet lopen, ik weet ook dat ik het kan. En dat het nu even doorbijten is, maar dat de beloning er wel komt, binnen een 10-tal weken. Een beloning die zal bestaan uit 5 hele kilometers lopen!

Ik ben overigens op dit moment weer zo gebeten van dat lopen, dat ik er zelfs het fietsen een beetje voor laat. Want door omstandigheden was het op zaterdag niet gelukt om mijn rondje te doen, en dus moest dat zondag. Of ik moest het lesje verplaatsen naar volgende week en toch gaan fietsen. Ik besloot het fietsen te laten. Een beetje ook omwille van de simpele reden dat, als ik terug meer loop, mijn conditie beter wordt, en mij dat ook zal helpen bij het fietsen. Nu duimen dat het start to runnen zo vlot blijft lopen als het nu loopt. In ieder geval: hier zit een happy herstart to runner, die als alles goed blijft lopen op haar verjaardag een loopje van 5 kilometer kan doen. Van een mooi doel gesproken! 🙂

Retrospective

Jepla! Zowat schrijven, soms brengt dat toch wel wat inzichten. Neem nu onderstaande tekst, die ik exact 5 jaar terug schreef. Over de positieve dingen. Eens kijken wat daarvan overblijft kan nooit kwaad, toch?

– 5 jaar geleden tekende ik een nieuw contract. De 5 year itch zeg maar, die maakte dat ik zowat alle 5 jaar van job veranderde. Die itch is er momenteel nog lang niet, wat maakt dat de beslissing om 5 jaar terug van job te veranderen, 1 van de beste beslissingen van de laatste jaren geweest is.
-> nu: helaas, het mocht niet zijn. Een herstructurering, een ontslaggolf, en ik was erbij! Zie ook hier… en alle vervolgen daarop, hier en hier . Intussen werk ik ook alweer elders dan hier, en daar kwam dan nog deze post over. Voorlopig blijf ik weer waar ik ben. En hopelijk beslist dit keer iemand anders daar weer niet anders over.

– Gezonder gaan leven. 2 jaar terug leek het nog iets van een heel ver toekomstbeeld, want die vicieuze cirkel bleek heel moeilijk te doorbreken. Ik ben dik, en ik blijf dik, want ik kan er niet aan doen. Dat idee. Intussen ben ik blij dat ik mezelf het tegendeel bewezen heb. Ik kan afvallen, zonder hulpmiddelen. En de sleutel tot dat afvallen ben ikzelf.
-> nu: idem en dito. Het gewicht stagneert, hoewel weer een beetje bij, maar ik blijf achter dat afvallen zonder hulpmiddelen staan. Ik kan dat, de sleutel ligt nog altijd bij mezelf. Het is alleen maar zaak van ook mezelf daarvan overtuigd te krijgen. Soms is het zeggen gemakkelijker dan het doen, en soms is ook de verleiding sterker dan mezelf.

– Sporten! Sport is tof, en dat heb ik dankzij sportieve hulp gelukkig (weer) mogen en kunnen beseffen. Intussen ben ik druk aan het trainen om ooit die 5km te kunnen lopen, voor het eerst in mijn leven, en heb ik ook het gevoel dat mij dat in het komende jaar wel zal lukken. Misschien duurt het zelfs zo lang niet.
-> nu: die 5 km die zijn al een paar jaar dik in de pocket. Intussen mocht ik ook al een paar halve marathons lopen, en liep ik zelfs al verder dan dat. Kers op de taart is nog altijd de 25km van de Great Breweries afgelopen mei. Trots trotser trotst. Zoiets. 😉 Raar woord eigenlijk ook, trots. Zeg het maar eens een paar keer. Raar hé? 😀

– Mijn omgeving. Ik heb een leuk leven, en daar dragen ontelbaar veel factoren toe bij.
-> nu: het is niet allemaal rozengeur en manenschijn, dat was het toen ook niet, en dat is het nu uiteraard nog altijd niet. Maar zolang alles overhelt naar de positieve kant, is het allemaal wel ok.

– Vriendinnen. Ik ben niet de persoon met de meeste vriendinnen ever, maar die paar vriendinnen die ik heb, die paar échte vriendinnen, die zijn goud waard. Zelfs al zien we elkaar maanden niet, toch lijkt het telkens weer of al die tijd er niet tussenzit als we elkaar weerzien. Jullie weten wel wie jullie zijn, en ik voel mij gezegend met jullie. 🙂
-> nu: ze zijn er nog altijd, die paar friendinnekes. En dat is maar goed ook. Want die klik dit maakt dat een friendinneke ook een echt friendinneke is, die is er niet zo vaak. Met uitbreiding geldt dit trouwens ook voor echte friendekes, want die zijn ook niet zo dik gezaaid. Maar dat is niet zo erg, want ik ben heel blij met diegenen die er zijn.

– Muziek. Ik kan intens gelukkig worden van muziek, en ook heel verdrietig. Muziek hoort er gewoon bij, en die muziek die kan heel uiteenlopend zijn. Vanochtend nog met kippenvel in de auto gezeten toen ik Damien Rice 9 Crimes hoorde brengen in de radiostudio, maar evengoed deze namiddag geweldig hard meegebruld met de Summer of 69 van Bryan Adams. Shoot me! 😉
-> nu: een dikke ja voor de muziek, nog steeds. Intussen weer wat dingen ontdekt, intussen weer wat groepen en singer-songwriters gezien. Ze staan allemaal al in het lang en in het breed hier op de blog. En de klassiekers zijn nog altijd de klassiekers, ik brul ze nog altijd even hard (en volgens mijn dochter even vals) mee.

– Schrijven. Ik heb altijd al graag geschreven, maar door omstandigheden deed ik het niet meer. Omdat ik gezonder ging leven, en dat schrijven mij daarbij hielp, ging ik blogjes schrijven op de Weight Watchers-site. Intussen heb ik de smaak weer zo hard te pakken, dat ik ook weer schrijf voor het boekje van ‘de Sparta’, atletiek dus. Over mijn loopervaringen, en over de vriendschap die er in de club is. Ik overweeg nu toch een blog te starten, maar moet eens tijd maken om daar een keer serieus in te duiken.
-> nu: ik schrijf nog steeds, waarvan akte. Het boekje doe ik intussen wegens omstandigheden niet meer, en de blog is ook wat rustiger geworden. Ik hoef niet meer elke dag, laat staan elke week te schrijven. Al blijft de neiging om te schrijven er toch in zitten. Ik heb maanden met een blok in mijn maag rondgelopen, ik wist niet wat ermee te doen, tot ik uiteindelijk besloot het er allemaal schriftelijk uit te gooien. En dat hielp. Gedeeltelijk. Omdat ik schreef met in het achterhoofd wie het allemaal zou kunnen lezen (een openbare blog helpt wat dat betreft eigenlijk niet), maar toen besefte ik plots dat ik ook slotjes in de vorm van wachtwoorden kan plaatsen, om zo zelf te beslissen wie wat leest. Dat helpt ook. 😉

– Lezen. Ik lees alles, maar toch nog het liefst van die boeken waar ik mij helemaal in kan verliezen. Mijn grote geluk, via het lezen werelden ontdekken waarvan ik alleen maar kan dromen (en gelukkig maar 😉 )
-> nu: ik lees nog altijd, maar veel en veel te weinig. Ik ontdekte zo De Reiziger, en via die boeken de Outlander-serie. Sindsdien heb ik niet meer gelezen in het boek. De zin om te lezen is er wel, maar dikwijls ontbreekt mij (dooddoener van formaat, ik weet het) de tijd. Lees: de puf en de goesting. Maar het komt ooit weer goed, met mij en dat lezen. Ik voel het.

– Fietsen. Vroeger fietste ik dagelijks langs het water, vooral langs de Rupel en de Nete. Hier is geen water, behalve 10km verderop. Ik vond dat altijd te ver, dus de fiets bleef staan. Nu niet meer. Deze week nog springen we op de fiets, rijden we naar het water, en verder! Stevig doortrappen, en leeg thuiskomen. 1 van de zaligste dingen die er bestaan!
-> nu: goh… dat fietsen. Ik fietste toen met mijn damesfiets, die ik kocht toen ik nog maar net tussen stuur en zadel paste. Intussen ben ik aan koersveloo nummertje 2 bezig, en ben ik ook al van de ene wielertoeristenclub naar een andere overgestapt. Alwaar ik nu toch een stevig tandje moet bijsteken om mee te kunnen. Niettemin vind ik het nog altijd een goede beslissing, want ik heb al genoten van de ritjes die ik met de nieuwe club deed. Nieuwe paden, andere snelheden. En een langere après ook, al weet ik nog niet goed of dat nu wel een goede zaak is. Foei Sandra, zo blijven plakken! 😉

Goh… en nu ik het zo even nalees…. ik heb nog wel wat positieve dingen, maar ik ga het hier toch bij laten. Ik kan er niet aan doen, ik ben nu eenmaal een blij mens, een positief mens (die occasionele offday niet meegerekend 😉 ), een gelukkig mens, quoi. 
-> nu: de afsluiter van toen mag wat mij betreft de afsluiter van nu zijn. Ik blijf een blij mens, een positief mens, en ik denk ook wel dat ik mezelf gelukkig mag noemen. Offdays horen er nog altijd bij, de ene dag is ook de andere niet. Maar houdt net dat niet het leven wat in evenwicht? Geen plus zonder min. En voor de rest is het wat het is en ben ik wie ik ben. En dat is ok. Zeggen ze… 😉

Nog eens een klein jubileum :)

Oh zie… vandaag 5 jaar geleden, na oneindig veel oefeningen startte ik met dé uitdaging van mijn leven: een heel half uur lopen. Niemand die toen ook maar heel efkes zou gedacht hebben dat ik nu nog altijd zou lopen.
Want die Sandra van 5 jaar geleden, die begon vastberaden doch wel met een heel klein hartje aan heel dat schema. Want dat bouwde op. Ik ging minuutjes lopen, maar daarna ook veel langer dan minuutjes. En zou ik dat wel kunnen? Dat lopen, was dat wel voor mij weggelegd? En waar was ik ook alweer aan begonnen?

Het betekende in ieder geval ook de start van dat ‘alleen lopen’ in het bos. Want ja, 3 keer per week moest er aan dat schema gewerkt worden. En dus moest ik mij over wat dingen over zetten. Dingen als ‘wat gaan de mensen wel niet denken als ik hier kom lopen’, en ook dingen als ‘nu moet ik gezamenlijk douchen met andere vrouwen’. Want ja, ook dat was een hele grote stap voor mij, toen.

Intussen is die Sandra van toen een pak gegroeid. Zelfbewuster geworden ook. En ze heeft vooral een pak meer zelfvertrouwen gekregen. Waar lopen al niet goed voor is! 😉 Want die Sandra van nu, die doet dingen waar die Sandra van toen serieus van zou staan kijken. Oooo jaaa! Want daar waar Sandra toen schroomde om te douchen samen met wat andere vrouwen, vond diezelfde Sandra 5 jaar later dat het best wel kon, haar bezweette shirt wisselen op een perron terwijl ze stond te wachten op de trein die haar na een loopje naar huis zou brengen. Het was overigens geen leeg perron. En daar waar ik vroeger heel veel angst zou hebben dat ook iemand maar ‘iets’ zou zien, weet ik nu dat er gewoon niemand kijkt. Aha!

En dat lopen in het bos… intussen weet ik ook wel beter. Er is niemand die zich afvraagt wat ik daar kom doen, want dat is wel duidelijk: sporten, bewegen, lopen, wandelen, en zelfs oefeningen doen. Op dit moment ben ik zelfs zover dat ik mezelf al niet meer afvraag wat een ander erover denkt. En zo moet het ook.

Die 5 kilometer op een halfuur, ik weet en besef intussen ook dat dat niet voor mij weggelegd is. Ik ben een trage loper, en ik zal dat ook altijd blijven. Neemt niet weg dat ik intussen wel geleerd heb van te genieten van wat ik wél kan, in plaats van gefrustreerd te verlangen naar iets wat ik niet kan. Of zoals iemand daarstraks nog zei: “het heeft geen zin om jaloers te zijn omdat je in warm weer niet goed loopt, want jij fietst dan bijvoorbeeld weer een pak sneller dan ik”. En zo is dat dan ook weer. Zelfs in warm weer. Dus ja, perceptie is alles!
Ik loop nog altijd graag, en ik weet intussen ook dat als mijn lichaam vraagt om het wat rustiger aan te doen (nog rustiger aan ja 😉 ) dat ik dat dan ook moet doen. Want wat voor zin heeft het om dat lichaam helemaal uit te putten en tot het uiterste te drijven en daarna dagen in de lappenmand te liggen? Geen! Voila!

En dan vraag je je natuurlijk af waarom ik dat allemaal niet eerder kon, waarom ik dat allemaal niet eerder besefte, waarom ik dat allemaal niet eerder kon relativeren. Geen idee. Ik ben ook maar wie ik ben. Omstandigheden spelen natuurlijk ook een grote rol in wie ik was, en andere omstandigheden maakten mij dan weer tot wie ik nu ben. Al moet ik wel zeggen dat de afgelopen 5 jaar absoluut topjaren waren. En dan bedenk ik mij plots: ik vond 40 worden een hel, maar misschien is 50 worden nog niet zo erg. Niet dat de tram al staat te wachten, ik heb nog meer dan een jaar, maar watch me… ik ga daar tegen die tijd met zo’n geweldige sprong opspringen, dat de mensen er wél van gaan staan kijken. En dan mag het gewoon, dat kijken! 😉

Aja, en for the record: op het einde van het jaar heb ik dus nog een jubileum te vieren hé, want in december zo ergens is het 5 jaar geleden dat ik de eerste keer ooit een heel half uur liep. Maar daarover later weer meer! Uiteraard! 😉
Aja, en die Sandra van nu en die Sandra van toen… check dees… ik zit er eigenlijk ook nog altijd van te kijken. Ik deed dit. Ik doe dit nog altijd. Hip hip.. huray!

Feestje! Want ik heb iets te vieren!

Vandaag exact 6 jaar geleden was het D-Day. Of eerder S-Day, van SportDag, want toen ging ik voor de eerste keer “het bos in” om te gaan sporten.

Het was voor mij dan ook een uitermate spannende dag. Na jaren als couch potato geleefd te hebben, na jaren van alleen maar kilo’s aankomen, was dit voor mij toch de dag waarop het allemaal kantelde en keerde. Niet zomaar ineens crash boom bang natuurlijk. Neen, het was een nogal geleidelijk aan proces, en dat proces dat startte daar in dat bos. Startte ja. Want daar in dat bos werd ik plots geconfronteerd met alles wat ik niet kon. Iets met hoge verwachtingen en de realiteit.

In het bos gaan sporten was al een grote stap op zich. Want ja… daar lopen ook andere mensen rond hé, en ik zei het ooit al: alleen al het idee dat zij zouden denken van “wat doet die dikke in ons bos” was al genoeg om er gewoon niet naartoe te gaan.
En dan dat sporten zelf. Ik vertel het soms nog, dat ik halfdood was na de eerste 30 seconden. Het kunnen er ook 20 geweest zijn, 10 zelfs maar. Lopen! Waar had ik met mijn gedachten gezeten, om te willen gaan lopen? Hoeveel wensen hield ik voor werkelijkheid? Lopen? Neen… dat zou ‘m niet worden, ik kon amper wandelen. Van de ene bank naar de andere ja, en dan quasi uitgeput blij zijn dat ik de bank gehaald had. Er moesten dan ook nog oefeningen gedaan worden. Want ik had niet voor niks een personal coach ingeschakeld natuurlijk. Oefeningen. Afzien ja. Zwaar afzien. Alles was te zwaar, alles was teveel, het lukte mij niet, ik kon het niet. Zwaar, en ja, die pun die is intended, confronterend.

Enfin… het vervolg kennen jullie al wel. Ik viel een kilootje of 40 af, ik leerde onder begeleiding van mijn supergeduldige coach hoe ik moest sporten, en op de duur leerde ik ook hardlopen. Joggen. Een proces van al bij al een jaar of 2 denk ik. En dat proces, dat startte vandaag exact 6 jaar geleden.

En reken maar dat ik dat gevierd heb! Niet met eten, noch met drank. Neen.. ik ben een rondje gaan lopen, all by myself. Ik heb mezelf op een rondje “in dat bos” getrakteerd. In het bos wat ik toen amper kon rondwandelen, daar ben ik gaan rondhuppelen. En ja… daar kwamen toch wel wat traantjes bij kijken. Want verdorie zeg! Niet alleen liep ik dat rondje, ik was ook tot daar gelopen, en ik zou ook nog eens dat stuk moeten teruglopen. Even de keiharde confrontatie met waar ik vandaan kom, en met wat ik nu kan. Want ik zag mezelf daar, zo’n zes jaar terug. Ik herkende de bank waarop ik mezelf niet kon opdrukken. Ik herkende de boomstam waarop ik ook nog een of andere oefening deed. Ik.kon.het.niet. Het kwam allemaal toch wel even terug.

Had ik toen ook maar een fractie van een seconde gedacht dat ik dat zoveel jaar later allemaal wél zou kunnen, en zelfs nog veel meer dan dat? Neen, absoluut niet. Het enige wat ik toen voor ogen had, dat was om dat lijf weer gezonder te krijgen. Dat was om een beetje sportiever te worden. En als het kon, dan was een paar kilootjes kwijt geraken ook wel een mooie pro. Dus bon ja. Alles kan altijd beter, alles kan altijd sneller, alles kan altijd meer (of minder)…. maar uiteindelijk: echt, serieus…. wat een leven heb ik gewonnen op die 6 jaar! Feestje dus! Wie feest er op mijn volgende loopje met mij mee? 😉

Klein jubileum

Goh… blijkbaar is het vandaag exact 4 jaar geleden dat ik mijn eerste volledige halfuur ooit liep. Dat was op een zaterdag. Ik stapte naar boven in het bos (opwarming is belangrijk 😉 ) om vervolgens naar beneden te lopen. 3 hele kilometers. En ik was megablij toen ik het , na al die maanden van training, van oefeningen, van telkens weer hetzelfde rondje opnieuw, eindelijk gehaald had! 

Vanaf toen… iets met die sky en die limit. Eerst wou ik de 5 kilometer halen, wat mij ook nog voor nieuwjaar lukte, en daarna… ja daarna: 6 kilometer, 7 kilometer… enfin, jullie kennen het riedeltje wel. 

In ieder geval: vandaag vond ik dat ik op 1 of andere manier die trainingen van toen ‘eer’ moest aan doen. Ik heb zo lang in het donker rond de vijver rondjes gedraaid, ik en mijn schema, en mijn schema en ik, dat dat een beetje ‘mijn’ oefenterrein geworden is. En gebleven. En dus heb ik vandaag rondjes gelopen. Rondjes Finse Piste, en extra rondjes rond de vijver. Uiteindelijk ging ik er zelfs een beetje van ‘in the zone’. Gewoon, van in het donker alleen rond te lopen. In zone 1. Jeps, traag. Maar blijkbaar nog altijd sneller dan mijn eerste 30 minuten. En vast ook aan een veel lagere hartslag, maar daar heb ik geen ‘bewijzen’ van. Dat is zoals met dat gewicht: zolang dat nogal aan de hoge kant was, wou ik dat ook niet geweten hebben en ook nergens zien staan. Idem met die hartslag dus: zolang die ver boven de 176 uitging, vond ik het maar beter van dat te negeren. Iemand zou maar eens moeten zeggen dat ik beter niet zou lopen met dergelijke hoge hartslag. Aha! 

Ik heb net trouwens eens naar dat gewicht gekeken. Dat was toen toch 20 kilo meer dan nu. Tel uit die winst! Dus op 4 jaar tijd ben ik niet alleen gewicht verloren, ik loop ook aan lagere hartslag, én ik kan ietsiepietsie sneller lopen dan toen. Laatst zelfs 10km/u, maar dat was wel tijdens de intervallen, en dat tempo kon ik dan 3 keer 1 kilometer lang volhouden. Wie mij toen gezegd had dat ik dat ooit nog zou doen, die had ik voor gek verklaard! 

Dus bon ja… mind and body, body and mind… als die een beetje op eenzelfde lijn zitten, dan is er toch wel veel mogelijk. Veel meer dan ik zelf ooit voor mogelijk had gehouden. Ik ben best een beetje trots op mezelf, want ik heb dit toch maar mooi gedaan, en beter nog: ik doe het nog altijd! 🙂

Loopzenuwen

Voorbeschouwing, 3u voor de start:

Straks ga ik 5 kilometer lopen. Wat op zich niet noemenswaardig is. Ik kan dat, 5 kilometer lopen. Echter, ik ga die 5 kilometer niet zomaar lopen, want ik ga meedoen aan een jogging. Diezelfde jogging die ik 3 jaar terug mijn allereerste jogging ooit mocht noemen.

Het liep toen erg moeizaam. Ik had het zwaar, het was lastig, ik wist niet of ik het helemaal zou kunnen uitlopen, ik wou niet de laatste zijn, ik wou niet gedubbeld worden door de eerste van de 10 kilometer (die later startten)… bon, het was vanalles. De voormiddag ervoor was ook al een soort van voormiddag out of hell. Nerveus, buikkrampen, spanning. Maar ik deed het wel. En erna was ik content. Uiteraard.

Je zou dan denken dat dat er met de tijd wel zou uitgaan, dat nerveus zijn. Lopen is lopen, en die 5 kilometer zijn intussen een soort ‘pies of keek’ geworden. En toch blijft dat weer draaien in mijn buik. En toch zit mijn ontbijt weer in mijn keel. De co-coach (we mogen ook coco zeggen 😀 ) zei het gisterenavond nog: “morgen 5 kilometer, en toch weer nerveus zijn zeker?” Pff… ik wimpelde het af. Dat ik die 5 kilometer toch wel kan, en dat ik gewoon ging kijken hoe het liep en wat het verschil met 3 jaar terug zou zijn.  En verschil zou er toch moeten zijn, gezien het tempo dat ik toen liep overeenkomt met het tempo van een zone-1 loopje nu. Ik.zou.nu.dus.sneller.moeten.kunnen. Zou moeten ja. Want je weet maar nooit. Mijn hoofd zegt van “ga gewoon dat rondje joggen, geen stress”. Mijn hoofd zegt ook, in tegenstelling tot mijn buik, dat ik dat best wel kan, een tikje sneller. En dat lastige vriendje zei gisteren met een irritante grijns dat 33′ een mooi doel was. Ik had nu stiekem zelf al wel 34′ vooropgesteld, maar ik weet dat ik de laatste tijd niet echt snelle benen heb. Een beetje het gevolg van mijn schema. Een schema dat op dit moment aan mijn basis werkt, zodat mijn uithouding beter wordt. Snelheid is voor een later stadium. Dus ik weet het niet. Ik ga gewoon lopen denk ik, en proberen mijn horloge te negeren. Goed… eerst maar omkleden. Straks de nabeschouwing….

Nabeschouwing, een paar uur na aankomst:

Zo, ik heb gelopen. 5 kilometer. Dat middageten is er niet meer van gekomen, al stak ik nog wel even een granenreep achter de kiezen. Beter iets dan niets zeker? Ging het beter eens ter plaatse? Ja en neen. Ik bleef achter mijn keuze staan om de 5km te lopen, want ik wou echt het verschil met 3 jaar terug eens weten. Maar dan nog…. zenuwen hé. En ook: wat doe ik aan om te lopen? Een thermisch shirt, sowieso, het was amper 3°, met daarover het club-singlet. Was dat nu niet te weinig? Brrr… zo koud. Hups, singlet terug uit, loopjasje erover, singlet daarover… veel beter! Zou dit nu niet te warm zijn om te lopen? Aaargh! Echt! Zot werd ik! En ja, worden ja!

Een kwartier tot de start. Opwarmen maar. Een beetje rustig lopen, en dan wachten op de start. Die er opeens sneller kwam dan verwacht. Ik moest mezelf een beetje intomen, want ik wou niet te snel starten. Kwestie van niet opgebrand te zijn tegen kilometer 3 ofzo, al waren het er dan maar 5 in totaal. In mijn hoofd was ik ook al bezig met het uitlopen, dat ik dat ook op karakter kon doen als het echt niet meer zou gaan. Maar zover was het gelukkig nog niet. De eerste kilometer liep best vlot weg. Het tempo was naar mijn zin, en ik had niet het gevoel dat ik tegen mijn limiet aan zat. Ik nestelde mij achter wat andere lopers, en was zinnens om daar achter te blijven en zo de jogging comfortabel uit te lopen.

Dat was tot ik achter mij plots een stem hoorde: “ja, goed bezig, het tempo is goed, blijven gaan nu”. Ik wist niet wat ik hoorde. De laatste persoon die ik daar verwacht had wegens gekwetst, liep opeens rustig keuvelend naast mij. Ik vroeg hem wat hij kwam doen, al leek het antwoord wel voor de hand liggend: hij kwam de 5 kilometer lopen. En gezien hij toch rustig moet lopen, had hij er niet beter op gevonden dan mij maar een beetje te komen opjagen. Gevalletje eigen schuld dikke bult zeker? Want had ik hem gisteren niet nog staan vertellen dat mijn loopmaatje (ja Sammy, jij 😛 ) zinnens was om mij op te jagen, maar dat ze niemand had gevonden om dat te doen? En dat ik dus maar een beetje op het gemak zou zien waar ik zou gaan uitkomen?

27337157_2102474203314107_817346302050953135_nNiets van dat alles dus. Ik moest tempo houden, ik moest blijven volgen, ik moest bochten afsnijden, ik moest blijven lopen. Ik moest eigenlijk nogal veel. En oh ja, ik mocht vooral ook niet teveel praten, want ik kon die energie beter aan het lopen besteden. Grrrrr. Echt! We gingen zo wel wat mensen voorbij (wat had ik ook gedacht, een beetje achter dat ene groepje blijven hangen?), en zo liepen we op de duur samen met een man die ongeveer hetzelfde tempo liep. Achter ons 2 madammen die zo te horen rustig keuvelend hun jogging aan het afwerken waren. Rustig keuvelend, terwijl het voor mij toch afzien was om het tempo te kunnen houden. Ik verwachtte dan ook alle momenten dat zij ons nog zouden voorbijgaan. De man voor ons liet het niet aan zijn hart komen en liep gewoon door. Hem voorbijgaan lukte mij op dat moment niet. Mijn adem stokte een beetje, en ik opperde ook al dat ik misschien toch liever een relaxte 10 kilometer had gelopen. “Niet praten, Sandra!” Hoe kon ik het vergeten? Lopen moest ik doen, en blijven doen!

DSC_0816Enfin, lang loopverhaal (hoe lang kunnen 5 kilometer duren zeg?) wat korter: op de duur draaiden we het bos uit, en was de aankomst nabij. Nog 1 kilometer. En dat ik ook niets moest drinken aan de bevoorrading, de finish lag amper 400 meter verder. Jaja… ik weet het, ik weet het. Het enige waar ik mij eigenlijk wat zorgen over maakte, waren die 2 babbelende madammen achter mij, want die hadden blijkbaar nog reserves. En die meneer voor mij, die zou zich ook niet zomaar laten passeren. En dan die adem… zo piepen! Ik was begot toch geen interval aan het lopen zeg?

Bij het afdraaien richting strand en aankomst sloeg de ijskoude wind ons tegen. En ja, ik moet toegeven: mijn loopvriendje zette mij perfect uit de wind, ik had maar te volgen. Al wist ik ook al wat er nog zou volgen: “daar, aan dat bordje, vanaf daar gaan we sprinten hé Sandra”. Dedju. En mijn bobijn was op, hoorde die dan mijn adem niet piepen? Sprinten… tsss… wat een idee alweer. Toch? Allez bon, het is niet zo ver meer. Bordje in zicht. Misschien moet ik toch wat grotere passen zetten, zou dat al helpen? Oh zie, ik loop zomaar die meneer toch voorbij! En die finish! Eindelijk! Pfoehoeh! Wie zei er dat 5 kilometer makkelijk is?

In ieder geval: ik ben wel content. Zot content. En neen, niet zot. Hoewel… op een manier misschien wel. Maar ik deed zomaar ongeveer 8 minuten af van mijn tijd van 3 jaar terug. Dus ja, er is progressie. Ik heb dit keer ook geen “ga ik al dan niet de laatste zijn”-stress gehad, want er kwam best nog wat volk na mij.  Waarom had ik dan toch weer die zenuwen zo vooraf gehad? En ook: als ik binnen 3 jaar diezelfde progressie heb, dan ga ik nog dik onder het halfuur duiken! 😉 Komt dat zien! (of niet natuurlijk, dat kan ook nog 🙂 )

Tot slot, last but not least: merci Michaël, om ondanks je blessure toch die 5 kilometer met mij mee te lopen. 🙂

vergelijking winterjogging.JPG