Niks te melden hierzo, eigenlijk feitenlijk. Maar dan ook niets hé. Nada. Rien.
Goh ja… ik zou kunnen vertellen over die toch wel heel schone droom die ik vannacht had. Iets met … neeeheee, ik ga het niet vertellen. maar het was toch wel heel schoon. En aan mijn dromen heeft verder niemand niks natuurlijk. Plus, ik vermoed dat ik wat koorts had. Klein beetje zo. Koortsige dromen. ’t Is wat. Echt. Ik moet dat wat meer doen, op tijd naar bed. Meer kans op dromen.
En het is toch maar koud buiten. Vriezenskoud! Ha! Haha! Ja! Pfff…
Vriezenskoud en de ramen van de auto – die buitenstaat – niet afdekken, dat vraagt om krabben in de ochtend. Nu, ik zei het ooit al: eigenlijk doe ik dat wel graag, autoramen krabben. Dat is als het ijs er goed afgaat toch. Probleem is alleen dat ik te klein ben om de voorruit helemaal te kunnen krabben, dus daar loopt het al mis eigenlijk. En vanochtend was het ook wel heel erg hardnekkig ijs, dat wou er maar niet af. Maar de beloning zat hem in de staart. Letterlijk. In de achterruit dus. Een mooie zonsopgang gecombineerd met de ijsbloemetjes op mijn ruit… schoon! Vree schoon. Zie maar!
Voor de rest… neen, niks speciaals. Ik kocht in een opwelling een trui – dit keer niet eens een sporttrui – waarvan ik eigenlijk dacht dat dat niets meer voor mijn leeftijd zou zijn. Ja, je wordt ouder mama! Maar dan echt hé. Echter, alleen al het feit dat ik dat dacht, is een teken aan de wand. Dus ik kocht de trui toch maar. In het rood-oranje. Mijn kleur. Ik voel het, het wordt mijn lievelingstrui. Hij zit perfect, voelt zacht aan, en uiteindelijk… ben ik ook gewoon een trut. En op trut zijn staat geen leeftijd. Toch? 😉