Vorige week was het bootcamp, sessie 2. Een bootcamp waar ik blijkbaar al wel een tekstje over geschreven had. Maar dat tekstje was blijven hangen in de concepten. Geen erg, vandaag is het toch geen bootcamp, dus ik haal vandaag gewoon dat tekstje even in. Kwestie van bij te blijven!
Dus, even recapituleren (geweldig schoon woord vind ik): Vorige week was het bootcamp, sessie 2. Gezien de spierpijn de week ervoor was ik op het ergste voorbereid. In de mate dat je dan voorbereid kan zijn toch. Dit keer ging dochterlief mee, omdat mijn man samen met de zoon te voet onderweg was naar Scherpenheuvel. Gewoon, met een groepje vrienden, omdat ze dat leuk vinden, en omdat ze een doel moeten hebben. Maar dit terzijde.
Bootcamp dus. We arriveerden iets te laat – tieners zijn erg moeilijk zo in de ochtend, zeker als ze ook nog voor 10 peuterkonijntjes moeten zorgen. Dat tablet is toch nog altijd veel aantrekkelijker dan de wildlife in de eigen tuin *dubbelzucht* – maar uiteindelijk hadden de diertjes toch water genoeg, en konden wij ook richting 3 Fonteinen gaan. Te laat dus. Dit keer wel een stukje naar boven gelopen, wat maakte dat het missen van een klein stukje van de opwarming niet zo erg was. Een opwarming die overigens erg vlot verliep voor de rest. De ladder was weer mee, een ladder waartussen skippings, huppelpasjes en andere opwarmingsoefeningen gedaan werden.
Daarna ging het richting Franse tuin. Voor diegenen die de Franse tuin in Vilvoorde niet kennen: daar zijn ook trapjes. 3 zelfs. 3 trapjes met 3 rotondes. 3 trapjes die we alle drie omhoog moesten lopen, met telkens een rondje rond het ronde punt erbij. Het lijkt 3 keer niks, maar eigenlijk is dat best wel vermoeiend. Vooral omdat na deze kleine loopsessie de spierversterkende oefeningen volgden. Opduwen, planken, 30 trage squats, idem voor de lunges, rekkers… er werd écht geen enkele spiergroep vergeten. Te snel klaar? Dan nog even een rondje rond de rotonde, kwestie van niet af te koelen. Alsof afkoelen bij deze temperaturen kan! Ha! Maak mij wat wijs ja!
In de atletiekclub wordt er weleens geroepen van “de zwakken moeten eraf”, en dat geldt blijkbaar niet alleen daar. Want de enige man in de groep, die met de langste benen dan nog, moest weg nog voor we de gevreesde bostrappen gingen lopen! Hij beloofde om de dag erna terug te komen om ze alsnog te doen, maar daar durf ik toch wel aan te twijfelen.
In ieder geval: wij deden ze wél! 2 keer! In duo. De ene keer de ene volgen, de 2de keer de andere. Ik liep met de dochter. Een dochter (13 wordt ze in augustus) die mama eraf dacht te lopen. Alleen vergeet ze wel even dat mama de laatste tijd wel heel veel aan het trainen is, dus dat eraf lopen lukte niet zomaar.
Het viel mij trouwens wel op, dat daar waar ik vorig bootcamp-seizoen mijn spieren voelde verzuren in het allerlaatste stuk op de trap, en ik mezelf daar naar boven moest sleuren, ik nu dat laatste stuk wél gewoon de baas kan. Ik ben nog altijd buiten adem als ik boven kom, maar mijn spieren voelen ook niet meer als watten aan. Vooruitgang, altijd geweldig, en daar doen we het voor!
Na de trappen werd er nog een stukje gelopen, en daarna kwam al de stretching. Dit uur vloog ongelooflijk snel voorbij! En ja, je voelt mij ook al komen… ook dit is weleens anders geweest! (herhaling, herhaling, maar herhaling is goed, heb ik mij altijd al laten wijsmaken! 😉 )
Gezien ik binnen 1 week ook mijn persoonlijke uitdaging gepland heb, de 5 km tijdens de GP van Bern in het mooie Zwitserland, stond er nog een loopje van 3 km na het bootcamp op het programma. Mijn puberdochter dacht er echter anders over. Zij wou via de kortste weg weer naar beneden, en ging mij onderweg naar beneden ook nog even jennen: “kan het niet sneller mama? Ik wil niet meer lopen, ik heb geen zin om traag te lopen”. Zij loopt uiteraard sneller dan ik, dus ze mocht van mij ook vooruit rennen. Ze kent het bos en de looproutes, ze loopt er elke week. Volgens haar niet, maar ze wist toch wel heel fijntjes de kortste weg richting kleedkamer te vinden. Pubers! Echt!
Ik was “not amused”, en ja, dat is een understatement. Ze mocht best wel weten dat ik niet gediend was van iemand die naast mij kwam lopen en mij kwam vertellen dat ik te traag loop naar haar zin. Ze mocht ook best wel weten dat het helemaal niet fijn was dat zij mij het gevoel gaf dat ik het niet goed deed.
Misschien had ik het ook gewoon anders moeten aanpakken, en gewoon de route moeten lopen die ik in mijn achterhoofd had. Ze was vanzelf wel teruggekomen, en daar had ik mij ook niet schuldig om moeten voelen, want dat kan zij best wel.
Maar goed… het bootcamp ging goed, en dit keer was het zonder stijve spieren achteraf. Dit was duidelijk een betere week dan vorige week, toen ik 2 dagen erna amper de trap op- en af kon (ja ok, ik overdrijf misschien wat, maar hey, soms moet je wat overdrijven om iets duidelijk te maken).
Het volgende bootcamp is voor mij pas binnen 2 weken. Dus ja, er zit niets anders op. Ik ga, ergens tussendoor, 40 squats en lunges op eigen houtje moeten doen. Het zal anders weer van auwauw en oeioei worden op het volgende bootcamp. Langs de andere kant… er moet toch ook iemand lawaai maken? 😉
Leuk geschreven 🙂 De tijd komt nog wel dat de dochter ook moeder wordt en door haar eigen dochter gejend wordt 😀 Alles herhaalt zich ooit (ik wou absoluut het woord herhalen in mijn commentaar gebruiken).
LikeLike
Laat maar aan de mejuffer in kwestie weten dat Vinceke flink zijn poepegaatje laat zien voor dit gedrag! Tssssss. 😉
LikeLike