Tagarchief: bootcamp

Nieuwe loopvriendjes

Vorig jaar, ergens in december, kocht ik mij een paar nieuwe loopsloefkes. In het flashy oranje! Schoon schoon schoon! Maar ook echt schoon! Apetrots was ik erop.

Die sloefkes en ik, wij hebben samen wel het een en ander beleefd. Want met die sloefkes, daar liep ik mijn eerste keer een half uur mee. En een eerste keer 40 minuten. En een eerste keer 5 kilometer. En mijn eerste jogging ooit! En mijn eerste buitenlandse wedstrijd ooit. En mijn eerste… enfin, u snapt het intussen wel. Ze zijn mij nogal dierbaar, die sloefkes. Wij werden vriendjes, die sloefkes en ik. Loopvriendjes.

Echter, de laatste tijd voelde ik dat er wat aan de hand was met mijn vriendjes. Op bootcamp schoof ik al een keer weg met de ene of andere zware oefening (maar dan ook écht een zware oefening hé, gene zwans!), en tijdens het lopen voelde ik ook dat het niet meer dat was. Een beetje last aan mijn scheenbenen (kan ook nog steeds van de hakken komen, ik ben er nog altijd niet uit), maar ook last aan mijn voeten. Ze voelden eigenlijk niet meer zo goed, die sloefkes, het liep niet meer zo vlotjes zo samen.

Dus ja, op een dag moest ik toch door de zure appel heen en naar de loopsloefkeswinkel. Running Mate in dit geval. Niet ver van hier, altijd makkelijk. Het stond voor mij ook vast: ik wou krak dezelfde sloefkes als die die ik in een plastic tasje mee had.

Ik had geluk. Het model was er inderdaad nog, maar de kleurtjes waren wat veranderd. Nu ja ok… kleur, dat is allemaal niet zo erg. Als ze maar goed zitten. En dat deden ze! Wat een verademing! Alsof ik terug op kussentjes stond. Ik heb ze nu net ook eens naast elkaar gelegd, de oude en de nieuwe… het verschil is merkelijk. Heelder stukken zool zijn gewoon ergens blijven plakken. Ergens op een Fins pad, of tijdens een jogging, of naast een vijver, of of of…

image

Maar ja… die sloefkes… ze zie er dan misschien niet meer uit, maar ze verdienen eigenlijk wel een standbeeld. Voor al die eerste keren die ik met hen mocht beleven. Misschien moet ik maar een kaderke zoeken om ze in tentoon te stellen. Inclusief modder, want die hangt er nog aan van gisterenavond. Lopen in het donker heeft nu eenmaal als nadeel dat je niet goed ziet waar de modder ligt.

Met spijt in het hart neem ik dus afscheid van mijn oude vertrouwde oranje Brooks. Het volgende paar verwelkom ik van harte, maar het zal met hen toch nooit meer zijn als met dat eerste paar. Want die eerste keren, die zullen er nog wel zijn, maar niet meer zo veelvuldig als in mijn eerste loopjaar.

Maar goed, positief denken: ik heb – en ik check even Garmin Connect – 771,3 kilometer met mijn oranje Brooks gelopen. Ze hebben een bootcamp of 25 overleefd, en ze hebben mij geleerd dat lopen écht wel plezant is!

Dus: merci sloefkes, het ga jullie goed. Maar hier scheiden onze wegen zich…

image

Advertentie

Mijn body en ik #boostyourpositivity

“Body” is het 3de thema bij #boostyourpositivity.

Goh, body. Mijn body. Ik heb er eigenlijk niet zo’n geweldige relatie mee. We stappen nochtans samen al bijna 45 jaar door het leven. Maar het waren niet allemaal even gemakkelijke jaren.

Van mijn baby- en kleuterperiode herinner ik mij eigenlijk niets meer. Van de lagere school wel. Want daar begon het al, die relatie met mijn body. Ik werd gepest op weg van en naar school, omdat ik te dik was. Ik werd altijd als laatste gekozen bij de spelletjes bij turnen, omdat ik te dik was. Ik zat op turnles, maar eigenlijk… was ik niet goed genoeg, omdat ik te dik was.

Tegen mijn 12de hadden we dus al een hele troebele relatie, mijn body en ik. Een relatie die er de jaren erop niet echt op verbeterde. Neus en feiten, en ik werd daar veel te veel op gedrukt. Nochtans, had ik toen geweten dat ik ooit nog zowat het dubbele zou gaan wegen, ik zou toen heel erg tevreden geweest zijn met hoe mijn lichaam er dan uit zag. Want nu weet en besef ik: dat was zo erg nog niet, eigenlijk feitelijk. Maar ja, als en dan… daar koop ik nu niets meer voor natuurlijk.

I wish I was as fat

Mijn lichaam, dat droeg ook 2 kinderen. Helaas.. hier geen lyrische zwangerschapsbelevingen, want feit is dat ik gewoon niet graag zwanger was. En na de zwangerschap kwamen er zwangerschapsstriemen – op zich niet eens erg, niemand hoeft die immers te zien – en 2 littekens van de sectio. Want normaal bevallen, dat zat er voor mij niet in.

Enfin goed… kids zijn gezond, meer moet dat niet zijn. Maar met de kids ging ik ook meer thuis zijn, stopte ik met alle beweging, en ging in de zetel hangen. Diegenen die hier al langer lezen, kennen het verhaal wel. En dus werd dat lichaam alsmaar dikker en dikker. Tot het echt vadsig was, en het gewoon zo niet meer verder kon. Nog even, en ze hadden mij kunnen rollen. Het is straf eigenlijk dat ik nooit meer last had van mijn overgewicht dan dikke voeten in de zomer. Geen diabetes, geen cholesterol… niets van dat alles. Kerngezond. Op de kilo’s teveel na dan.

Het verstand komt met de jaren zeggen ze weleens. En als dat verstand met de jaren komt, dan staan er mij nog wel wat heeeeeeel verstandige jaren te wachten.  Want uiteindelijk besefte ik dat het zo echt niet meer verder kon. Net de 40 voorbij, en zo immobiel als iets. En verre van blij met mijn body. Van liefde was allang geen sprake meer, ik haatte mijn lichaam. Ik wou ervan af. Ik wou een lichaam dat niet aankwam van zodra ik maar naar een blokje chocolade keek. Ik wou een sportief lichaam. Ik wou een lichaam waarmee ik ook dingen kon gaan doen, dingen gaan ondernemen. Lange wandelingen maken, leuke fietstochtjes… dergelijke zaken.

Het besef kwam ook dat ik het zelf in de hand had. Als ik niet zou gaan sporten (of bewegen), dan zou mijn lichaam dat ook nooit kunnen. En toen kwam er wat 1 van mijn beste beslissingen ooit geweest is: het inschakelen van een coach om weer te leren bewegen. En ja.. die coach… ik ben nog altijd erg blij met haar. Voor haar geduld met mij (uhu, ik doe de oefeningen altijd wel, maar moet toch altijd wel kunnen pruttelen), voor haar niet-aflatende inspanningen om mij te laten bewegen, voor het zoeken naar oefeningen die ik wél kon, voor haar aanmoedigingen. Ze weet het wel, maar ik wil het toch nog eens extra zeggen: Kristel, dikke merci om mij te brengen naar waar ik nu ben!

the body achieves

Want ja… door dat bewegen ging ik toch ook inzien dat ik moest afvallen. En ging ik ook effectief afvallen. En daardoor weer beter bewegen, en meer bewegen. Waardoor ook het besef kwam: hey, dit lichaam kan best toch wel meer dan wat ik denk dat het kan! Het heeft mij echt wel letterlijk bijna bloed, zweet en tranen gekost (vooral die laatste 2), maar uiteindelijk lukte het mij toch: 5 kilometers aan 1 stuk lopen. Mijn lichaam kon dit! En kan dit nog steeds. Meer zelfs: mijn lichaam kan blijkbaar nog veel meer dan wat ik dacht dat het kon. Intussen loop ik alweer een stuk verder, langer, sneller en beter. Ik geniet er zelfs van. Ik geniet van de kadans van mijn voeten als ik alleen loop, ik geniet van het lopen op zich. En daar ben ik mijn lichaam wel dankbaar voor. Dat het zich, na de verwaarlozing al die jaren, nu zo wonderlijk herpakt heeft. Dat het mee kan met al de dingen die ik nu doe. Dat het gezond is. En dat dat hopelijk zo blijft.

Dus jah, na al die haat-liefde van afgelopen jaren, heb ik nu toch besloten van wat liever te gaan zijn voor mijn body. Want mijn body en ik, wij moeten echt nog wel heel veel jaartjes door dezelfde deur! En dat kunnen we dan maar beter doen in de beste verstandhouding. 😉

Vreemde sportbijwerkingen

Dat sporten, daar is toch iets mee zene. Heel raar is dat. Niet dat het niet plezant is, die nevenwerkingen, maar als je erover gaat nadenken… echt waar, raar!

3 jaar geleden moet dat nu zijn, toen ik de eerste keer dat bootcamp meedeed. Ik kon quasi niets. Ik wandelde de stukjes tussen de verschillende onderdelen, en voor de rest ‘liep’ ik er ook de kantjes vanaf.

Nu, vandaag, bij de kick-of zeg maar van het nieuwe seizoen, was het al een ander verhaal. Voor het bootcamp begon had ik al iets van een 2,5 kilometer gelopen, bergop dan nog wel. Helemaal opgewarmd dus al, en ik moet zeggen: ook voor de rest ging het vrij goed. Trapjes opspringen, wat een hel was dat vroeger. Hoe moest ik daaraan beginnen, hoe doe ik dat, ik kan dat niet! Vandaag was het even nadenken, en met een denkbeeldig springtouw in de handen ging het vanzelf. Dat ik de beweging met mijn handen achteruit maakte, maakt uiteindelijk niet zo uit. Dat is trouwens nóg moeilijker dan vooruit! 😉

En ja, de “trappen des doods” zaten uiteraard ook mee in het pakket vandaag. 2 keer voor de eerste keer, maar diegenen die zin hadden, mochten een derde keer. Waarna de coach wat namen vernoemde, waaronder de mijne. Hmz… heel lang heb ik er eigenlijk niet over nagedacht. Ik dééd het gewoon! 3 keer astemblieft! En het laatste stukje voelde ik zelfs dat het nog ging, in tegenstelling tot vroeger.
Ik zei het nog achteraf in de auto tegen mijn man: het is heel raar hoe mijn beenspieren sterker geworden zijn, wat die nu allemaal meer kunnen.

Ik weiger ook om het als iets ‘normaal’ te bekijken. Want voor mij is dat niet normaal. Ja, ik fietste vroeger heel veel, heb ook geturnd, en geaërobict, toen dat nog in was… maar lopen, en springen… nooit gedacht dat ik dat allemaal zou doen, laat staan kunnen. En al helemaal niet dat ik dat ooit zou kunnen zonder het gevoel te hebben overreden te zijn door een vrachtwagen.

Iemand zei mij: als je 1 keer per week loopt, dan is dat ok, maar meer ook niet. Met 2 keer per week ga je gewoon je conditie wat onderhouden, en met 3 keer per week zal je merken dat je progressie maakt. Mjah… ik train al een tijdje 3 keer per week, maar heel veel progressie zag ik toch niet. Tot ik mijn trainingsrondjes wat langer dan 5 km ging maken. Een keer 5,5km, een keertje 6… en afgelopen donderdag liep ik zelfs 8 hele kilometers! ACHT! En nog had ik niet het gevoel dat het op was. Ik kon best nog.
Dus ja, stilaan begin ik het te snappen. Stilaan begin ik te snappen waarom mensen na het lopen van hun rondje, er nog een kleiner rondje bijdoen.. Stilaan begin ik te snappen hoe dat komt. Stilaan begin ik ook de voordelen ervan te voelen.

Ik heb nu af en toe ook al de neiging om in plaats van stukjes te stappen, stukjes te gaan lopen. Geen idee hoe dat komt. Gisteren bijvoorbeeld, op de parking van een supermarkt. Naar goede gewoonte parkeer ik mij ergens helemaal achteraan, om dan een stuk te moeten stappen richting ingang. Maar plots merkte ik dat ik zin had om dat stukje te gaan lopen. Gewoon, uit goesting. En omdat ik dat nu kan.

En dat is echt heel raar. Echt, serieus! Ik weet soms niet wat mij overkomt, maar misschien moet ik er maar allemaal niet teveel bij nadenken en gewoon verder doen. Want echt waar… I feel good! Ik kan het dan ook niet genoeg zeggen: mensen, kom uit je stoel, beweeg, ga sporten! Het is écht waar dikke fun!

(nog zo’n nevenwerking: ik vind al dat bewegen zo plezant, dat ik dat gevoel iedereen gun… en dus loop ik overal maar te verkondigen dat sporten geweldig is en dat ik het iedereen aanraad. Nog efkes, en ik sta gelijk een echte sportmissionaris met een plakkaat ergens langs een druk rond punt ofzo….   😉  )

Boot(buikspier)camp, de laatste

Et voila, Het zit er weer op. Het laatste bootcamp van voor de zomer hebben we achter de rug. En het was er niet naast eigenlijk. Ik vond het de zwaarste van de hele reeks, en toch vond ik het heel plezant. Beetje dubbel, maar het is ook omdat ik nu mee kan met al die oefeningen dat ik het ook plezant vind natuurlijk. Niet meer aan de kant staan, niet meer toekijken hoe anderen wél iets kunnen en ik niet. Ik zou er geld voor gegeven hebben, nog niet eens zo superlang geleden.

Ik had, ter opwarming en omdat ik toch te vroeg was, al wat rondjes rond de vijver gelopen. Daar is het vlak, en ik wou toch eens zien of ik vlak toch sneller kon lopen dan bergop. Ja dus. Het scheelt ongeveer een minuut per kilometer. Ik had eigenlijk spijt dat ik niet nog vroeger gekomen was, dan had ik de volledige 5 kilometer rondjes gelopen. Nu is het bij 2,5km gebleven, want het bootcamp riep.

In ieder geval: ter opwarming had ik het niet moeten doen, want de coach had uiteraard ook een opwarming voorzien. . en ik had het al zo warm!

En na de opwarming volgde het buikspiercamp. Ja, serieus. Zoveel buikspieroefeningen. De mieren of wat het ook mag zijn dat in het gras huist waren het er ook niet mee eens, want ik heb 2 steken. Ik bloedde ook, maar ik had niet erg het gevoel dat ik au-serieux genomen werd. Puh!
Maar die buikspieren, dat voel ik. Heel erg. Ik denk dat elke buikspier vandaag protesteert bij welke beweging ik ook doe. Zelfs nu ik hier aan tafel zit te typen, en mijn buik intrek, voel ik mijn buikspieren protesteren. Maar het is misschien wel een idee om die buikspieren wat regelmatiger te gaan trainen. Het is alleen kwestie van het karakter te hebben dat ook effectief te doen, thuis. Misschien moet ik er maar weer 1 of andere uitdaging aan koppelen…

Daarna kregen we dan nog een rotatie van 4 oefeningen. De triceps-dipjes, de lunges op de trapjes, sprintje trekken naar de volgende trappen, en die ophupsen (jeps, dat was 1 oefening), daarna de bewegende lunges over de breedte van het grasveld, gevolgd door een hoop squats. En dat allemaal 3 keer. Eerste keer anderhalve minuut (aja, want wij zijn toch die-hards, wij kunnen toch een tandje bijsteken), daarna een minuut, en dan nog eens 40 seconden. Ofzoiets. Ik vond het in ieder geval megazwaar. Mijn bovenbenen gingen dus ook al in protest.

En dan moesten we de trappen nog op. Ojaaaaa! Nu… terwijl wij die trappen naar beneden stapten om ze daarna weer op te lopen, kwamen er 2 gasten de trappen opgevlogen. Gevlogen ja. Ik hoorde ze niet eens hijgen. Een zuchtje, wat windverplaatsing, en die waren boven. Demotiverend. Eigenlijk. Feitelijk.

Maar goed, we mochten het tempo kiezen. En ja, dan kies ik toch wel voor het rustige, eigen tempo. Zo ben ik dan weer wel. Om halfweg de coach tegen te komen die vond dat ik best nog wel wat sneller kon. En komaan, en doorgaan, en bon ja… niks eigen rustige tempo dus, want ik kan mij toch ook niet laten kennen?
Halfdood boven gekomen de tweede keer, hartslag 175 astemblieft, maar het straffe was (nu ik er toch op stond te kijken, op dat horloge): elke keer ik uitblies, zakte mijn hartslag met maar liefst 3-4 slagen. In no-time stond ik dus terug op ongeveer 122. Nog nooit gezien, bij mezelf dan. Neemt niet weg dat ik er best wel blij mee ben. Al dat trainen, al dat lopen, al die bootcamps, dat brengt echtigintechtig op!

Oja, trouwens… nog meer opbrengst. Want sinds wanneer is dat lopen ontspannend geworden? Tussen de oefeningen door zegt de coach al weleens ‘en loop dan rustig dat stukje terug, dan kunnen de spieren ontspannen’. Vroeger ging ik dan al blazen en zuchten van “wéér lopen, en dat is helemaal niet ontspannend, en mijn spieren gaan daar van in protest.” (ja, ik weet het, soms praat ik gewoon teveel… )
Maar nu merkte ik gisteren dat het wél werkt. Een heel rustig loopje na een inspanning, en de spieren vergeten even de inspanning van die spierverstevigende oefeningen. Straf, serieus!

Bon, daarna was het bijna gedaan… bijna, nog niet helemaal. Want we mochten nog wat plankjes doen ter afsluiting. Ik zeg het, mijn buikspieren, mijn beenspieren, én mijn schouders zijn mij vandaag zooooooo dankbaar, dat ze het de hele tijd laten merken. Dat gaat nog plezant worden, morgen. De tweede dag is altijd de ergste zeggen ze.

Ik wou daarna, afsluitend en naar goede gewoonte, nog een stukje gaan lopen, maar daar waren mijn spieren het niet helemaal mee eens. Plus ook, ik had eigenlijk wel dorst. Ik had tussen mijn 2,5 kilometer en de start van het bootcamp wel gedronken, maar ik had verder geen water voorzien voor tijdens het bootcamp. Dus het werd verstandig maar ontspannend 😉 naar beneden lopen en gaan douchen. Al bij al, bootcamp inclusief, toch wel weer iets meer dan 6 kilometer op de teller.

In ieder geval, samenvattend: dat bootcamp, ik vind het geweldig! Dus coach, als je in het najaar weer wat sessies inplant, schrijf mij dan maar alvast in! Tot dan! 🙂

Bootcamp, de voorlaatste

Oew, ik ben toch zo’n kieken!

Gisteren was het het voorlaatste bootcamp van dit voorjaar. Ik dacht van: pies of keek! Ik had echter beter moeten weten. Want ja.. als de ladder er ligt bij de opwarming, dan belooft dat wat voor de rest van het bootcamp! Echt, serieus!

Na de opwarming volgden de buikspieren. Het is dat ik deze week nog riep dat ik wat aan die blubberbuik moest doen, dus ik kon me niet onbetuigd laten. Ik ging ervoor! Uhu. Aha. Vandaag trouwens auw. En oei.
Daarna kwamen de obligate planken, squats en lunges (op de trappen trouwens, dubbel zo zwaar) én ook het op de trappen naar boven hupsen/springen. Maar… wél iets wat ik vroeger niet kon. Nu wel. Het blijft een zware oefening, maar het feit dat ik het nu kan en niet meer op elke trede moet twijfelen wat ik nu moet doen, dat is zo’n geweldige boost! Oefening baart echt waar kunst. Ik zou het ‘toen’ ook niet geloofd hebben, maar nu doe ik het gewoon. Jump! Jump! Again!

Bon.. daarna mochten we 3 keer de trappen des doods (jaja, die!) op en en af. Eerst traag, daarna eerst snel, halverwege even traag, en daarna snel, en tenslotte de 3de keer tegen snel tempo. Vroeger (en vroeger is nog niets zo lang geleden) was  ik al dood geweest halverwege de 2de keer. Nu ging mijn hartslag wel hoger de 3 keren, maar ‘kakte’ ik niet in op het laatste stuk. Er is dus nog altijd progressie. Jeuj!

Dit keer was het dus geen bootcamp gericht op conditie, maar wel op kracht. Want o ja, vergis je niet… die armspieren, die kwamen zeker ook aan bod. Evenals al die andere spieren waar ik nog nooit van gehoord heb maar die nu wel pijn doen.

Bon… daarna twijfelde ik. Of ik zou de jogging in Machelen meedoen diezelfde namiddag, of ik liep in het bos nog een stukje. Gezien ik toch al bezweet was, en de optie 2 keer douchen mij zo onnozel leek, koos ik voor het tweede. Het plan was nog 2 à 3 kilometer lopen. Van bij de start voelde ik het al: het zou lastig worden. Ademhaling, spieren… maar uiteindelijk, ergens rond die  3 kilometer, vond ik mijn 2de adem, ging het lopen een beetje vanzelf, en werden het er toch 5. Had iemand mij dat vorig jaar gezegd, dat ik na een uur bootcamp nog iets meer dan 5 kilometer zou gaan lopen, ik had die persoon naar het zothuis doorverwezen. Echt! Nu doe ik het, en ik vind het gewoon leuk. Echt waar. Die 10 minuten om het lopen gewend te worden daargelaten. Eens ik die door ben, vind ik het lopen geweldig. Is er nog iemand trouwens die de eerste 10 minuten joggen/hardlopen zo zwaar vind? Het is dat ik weet dat het daarna leuker wordt, maar het blijft dan toch echt wel even doorbijten!

Vroeger zou ik dan de dag erna met de beentjes omhoog gaan zitten zijn. Ajaaaa.. spierpijn, gisteren teveel gedaan, nu rust verdiend. Ja… kuiten zeer, buikspieren zeer… Vandaag dacht ik echter: misschien moet ik maar wat gaan loslopen? Het was maar een ideetje. Echter, nadat ik dochterlief afgezet had aan het Vrijbroekpark in Mechelen, waar het superdruk was, dacht ik van: waarom ook niet? Ik was eigenlijk nog nooit in het Vrijbroekpark geweest, maar omdat het zo druk was, leek het mij een leuk idee om wat verder te parkeren en daarna een stukje in dat park te gaan lopen.

Manlief gemobiliseerd, auto een kilometer verder geparkeerd, en wij van daaruit – al joggend, uiteraard – richting Vrijbroekpark. Daar de bordjes gevolgd – verkeerd lopen was geen optie – en uiteindelijk uitgekomen op 5 kilometer. Ik geef toe, niet aan sneltempo, maar ik heb ze wél gelopen!

Maar daar waar ik gedacht (gehoopt) had mijn stijve spieren daarmee de middenvinger te tonen, kwam ik toch bedrogen uit. Bon.. ik heb dus spierpijn. Nog altijd. Kuiten, buikspieren… ze zijn er. Ik heb ze. Ik voel ze. Allemaal winst, toch?
Dat kieken… dat is dus relatief. Toch? *knipoog*

Overigens… ik wil even benadrukken… dat bootcamp, ik schrijf er misschien over alsof het niks is, maar ik haal er wel heel veel winst uit. 2 jaar terug kon ik echt absoluut niets. Ik was via-via in contact gekomen met Kristel (dé coach 😉 ), en verwachtte er verder helemaal niet zoveel van.
Ik wil toch echt wel even het belang van die coach benadrukken. Ik kon niets. Ik was ik, absoluut onsportief, en had mezelf neergelegd bij een passief leven.

Echter… met heel veel geduld (weet Kristel, dat ik jou hiervoor eeuwig dankbaar ga zijn) wist de coach toch ergens de wegwijzers te vinden om mij de weg te tonen naar dat wat mogelijk was. En het onmogelijke gebeurde, echt waar: ik leerde hoe ik 5 volledige kilometers kon lopen, daar waar ik het vroeger al lastig had met 100 meter stappen. No joke. En nu is de sky de limit. Ik weet dat ik niet moet verwachten dat ik een marathon ga lopen op 3 uur tijd, maar ik weet wél dat ik met kleine stapjes mijn limieten kan verleggen. Eerst was dat het half uur lopen, daarna de 5 kilometer. Nu ik die uiteindelijk in de benen heb, ga ik voor de 7 kilometer. Babystapjes voor de ene, reuzenstappen voor mij.

En ik weet dat ik dat te danken heb aan de oefeningen die ik leerde op het bootcamp, en op de trainingssessies – zelfs al waren die maar een halfuurtje – met de coach!

Dat laatste bootcamp, volgende week: we gaan ervoor! En aan al diegenen die nog twijfelen: gewoon doen. Echt waar! De winst, die zien jullie wel op termijn! 🙂

Bootcamp, nummertje zoveel

Vandaag was het weer bootcamp. Het was weer even geleden dat ik geweest was. 3 weken terug was ik in Zwitserland om een berg lopend te gaan bedwingen, en de vorige 2 weken waren weekends met een feestdag, dan was er geen bootcamp. Ik ben dan – uiteraard – wel heel flink gaan lopen, maar dat is toch nog nét iets anders dan het bootcamp op zich.

Vandaag ook geen excuses. Auto geparkeerd beneden, en dan gelijk al lopend naar boven. Alwaar ik helemaal bezweet en buiten adem toekwam, want ja, ik was al rijkelijk laat, en dus moest ik iets sneller lopen. En dat dan nog bergop. Het voordeel was wél dat ik al helemaal opgewarmd was. Niet dat met dat feit rekening gehouden werd, ik mocht de opwarming met de anderen gewoon meedoen. Met 4 waren we vandaag. Dat beloofde. Dergelijke trainingen zijn meestal nét iets zwaarder. En ja, dat begon al bij de opwarming. Knieën hoog, beetje bergop lopen (niet veel,maar je voelt het wel), daarna terug naar beneden, en opnieuw. Daarna hielen tegen zitvlak, en alweer 2 keer. Verschroeiend tempo. Vroeger mochten we pauzeren tussendoor, daar was nu dus absoluut geen sprake van! Door moesten we! Enfin, na 6 keer op en af kwam er een klein momentje om te bekomen. Net genoeg om een keer goed uit te blazen en diep in te ademen. En dan weer door! Stukje lopen, achteruit teruglopen, stukje verder lopen, weer achteruit teruglopen, enzovoort enzoverder. Er stonden 6 van die ‘potjes’ dus ja…  eer je die allemaal aangetikt hebt…En toen dachten we dat we het gehad hadden. Nope. Sprintjes stonden nog op het programma! Tot halverwege rustig, en dan ‘alles geven’ tot aan de bomen. Gelukkig is er niemand tegen die bomen op geknald, explosief als we zijn. 😉

Tot daar de opwarming. Uhu, dit was nog maar de opwarming! En of we dan even tot aan de gevreesde bostrappen wilden joggen? Nu… dat tot daar joggen is niet zo het probleem. Goh… is niet zo het probleem. Hoor mij! Vorig jaar deed ik die stukken nog allemaal al stappend! Er is denk ik ergens de laatste maanden iets misgegaan in mijn hoofd, “het is niet zo het probleem tot daar joggen”.
Maar goed… terug over naar het tot daar lopen. Want het probleem is dat je tot daar loopt, eigenlijk al moe bent, en dan nog de trappen op moet. 2 keer. 1 keer rustig tempo, 2de keer zo snel je kan. Eigenlijk moesten we 3 keer, maar de democratie vond 2 keer wel genoeg. Buiten dan die ene strever met lange benen die toch 3 keer de trappen opliep. Tssssss… 😉

Enfin bon… het was blijkbaar een cardio-uur, want ook daarna ging het nog even door. Actieve squads, actieve lunges, springen, de obligate plankjes en dan nog van die huppeldinges al plankend (geeeeeen idee hoe die dingen noemen, ze waren wel nog megazwaar vond ik), om daarna, alweer lopend, terug te lopen naar de picknicktafels. Daar stonden nog armspieroefeningen op het programma. Kijk… als ik nu straks mijn vork en mijn mes niet meer kan opnemen omdat ik spierpijn heb in mijn armen, dan is dat eigenlijk dubbele winst! En gesport, en niet meer kunnen eten, dat afvallen zal wel vooruit gaan zo! Al vrees ik dat het alweer zo’n vaart niet zal lopen. 🙂

Maar daarmee was het uurtje bootcamp wel om. Nog wat stretchen, alle spieren die gewerkt hadden even rust gunnen, en het uur zat erop. Het was eigenlijk megasnel gegaan. Jammer dat de GPS in mijn horloge niet de beweging ter plaatste telt, want dan zat het aantal verbruikte calorieën waarschijnlijk nog een pak hoger dan dat het nu zat. In ieder geval, qua afstand zat ik aan ongeveer 2,5 km. Daar moest toch 5 van kunnen gemaakt worden?

Een kleine uitdaging voor mezelf. Zou ik, zou ik niet? Mijn bovenbenen voelden eigenlijk wel wat als watten aan, na al die oefeningen en die trappen, maar misschien moest ik toch nog maar wat lopen Naar beneden moest ik sowieso, dus ik had de keuze: of ik deed een 750 meter, of 2,5 kilometer? Ik vertrok, en al lopende werd het toch dat het laatste. Ik ben toch geen watje (meer)? Nu ja, zelfoverschatting is natuurlijk ook van alle tijden, dus misschien had ik de bosweg naast de ring niet moeten nemen. Maar ook die passeerde, en op de duur zat ik toch op de weg naar beneden. Sinds enige tijd probeer ik bergaf ook niet teveel meer van mezelf tegen te houden, maar een beetje met de flow mee te gaan. En dat lukt wonderwel. Het is maar een ietsiepietsie sneller dan ervoor, maar wél sneller.

Maar ik was wel content toen ik eindelijk beneden kwam, en mijn horloge nét voor de atletiekpiste ‘piep’ zei! Mission accomplished! Op naar de volgende!

Bootcamp, sessie 2

Vorige week was het bootcamp, sessie 2. Een bootcamp waar ik blijkbaar al wel een tekstje over geschreven had. Maar dat tekstje was blijven hangen in de concepten. Geen erg, vandaag is het toch geen bootcamp, dus ik haal vandaag gewoon dat tekstje even in. Kwestie van bij te blijven!

Dus, even recapituleren (geweldig schoon woord vind ik): Vorige week was het bootcamp, sessie 2. Gezien de spierpijn de week ervoor was ik op het ergste voorbereid. In de mate dat je dan voorbereid kan zijn toch. Dit keer ging dochterlief mee, omdat mijn man samen met de zoon te voet onderweg was naar Scherpenheuvel. Gewoon, met een groepje vrienden, omdat ze dat leuk vinden, en omdat ze een doel moeten hebben. Maar dit terzijde.

Bootcamp dus. We arriveerden iets te laat – tieners zijn erg moeilijk zo in de ochtend, zeker als ze ook nog voor 10 peuterkonijntjes moeten zorgen. Dat tablet is toch nog altijd veel aantrekkelijker dan de wildlife in de eigen tuin *dubbelzucht* – maar uiteindelijk hadden de diertjes toch water genoeg, en konden wij ook richting 3 Fonteinen gaan. Te laat dus. Dit keer wel een stukje naar boven gelopen, wat maakte dat het missen van een klein stukje van de opwarming niet zo erg was. Een opwarming die overigens erg vlot verliep voor de rest. De ladder was weer mee, een ladder waartussen skippings, huppelpasjes en andere opwarmingsoefeningen gedaan werden.

Daarna ging het richting Franse tuin. Voor diegenen die de Franse tuin in Vilvoorde niet kennen: daar zijn ook trapjes. 3 zelfs. 3 trapjes met 3 rotondes. 3 trapjes die we alle drie omhoog moesten lopen, met telkens een rondje rond het ronde punt erbij. Het lijkt 3 keer niks, maar eigenlijk is dat best wel vermoeiend. Vooral omdat na deze kleine loopsessie de spierversterkende oefeningen volgden. Opduwen, planken, 30 trage squats, idem voor de lunges, rekkers… er werd écht geen enkele spiergroep vergeten. Te snel klaar? Dan nog even een rondje rond de rotonde, kwestie van niet af te koelen. Alsof afkoelen bij deze temperaturen kan! Ha! Maak mij wat wijs ja!

In de atletiekclub wordt er weleens geroepen van “de zwakken moeten eraf”, en dat geldt blijkbaar niet alleen daar. Want de enige man in de groep, die met de langste benen dan nog, moest weg nog voor we de gevreesde bostrappen gingen lopen! Hij beloofde om de dag erna terug te komen om ze alsnog te doen, maar daar durf ik toch wel aan te twijfelen.
In ieder geval: wij deden ze wél! 2 keer! In duo. De ene keer de ene volgen, de 2de keer de andere. Ik liep met de dochter. Een dochter (13 wordt ze in augustus) die mama eraf dacht te lopen. Alleen vergeet ze wel even dat mama de laatste tijd wel heel veel aan het trainen is, dus dat eraf lopen lukte niet zomaar.
Het viel mij trouwens wel op, dat daar waar ik vorig bootcamp-seizoen mijn spieren voelde verzuren in het allerlaatste stuk op de trap, en ik mezelf daar naar boven moest sleuren, ik nu dat laatste stuk wél gewoon de baas kan. Ik ben nog altijd buiten adem als ik boven kom, maar mijn spieren voelen ook niet meer als watten aan. Vooruitgang, altijd geweldig, en daar doen we het voor!

Na de trappen werd er nog een stukje gelopen, en daarna kwam al de stretching. Dit uur vloog ongelooflijk snel voorbij! En ja, je voelt mij ook al komen… ook dit is weleens anders geweest! (herhaling, herhaling, maar herhaling is goed, heb ik mij altijd al laten wijsmaken! 😉 )

Gezien ik binnen 1 week ook mijn persoonlijke uitdaging gepland heb, de 5 km tijdens de GP van Bern in het mooie Zwitserland, stond er nog een loopje van 3 km na het bootcamp op het programma. Mijn puberdochter dacht er echter anders over. Zij wou via de kortste weg weer naar beneden, en ging mij onderweg naar beneden ook nog even jennen: “kan het niet sneller mama? Ik wil niet meer lopen, ik heb geen zin om traag te lopen”. Zij loopt uiteraard sneller dan ik, dus ze mocht van mij ook vooruit rennen. Ze kent het bos en de looproutes, ze loopt er elke week. Volgens haar niet, maar ze wist toch wel heel fijntjes de kortste weg richting kleedkamer te vinden. Pubers! Echt!

Ik was “not amused”, en ja, dat is een understatement. Ze mocht best wel weten dat ik niet gediend was van iemand die naast mij kwam lopen en mij kwam vertellen dat ik te traag loop naar haar zin. Ze mocht ook best wel weten dat het helemaal niet fijn was dat zij mij het gevoel gaf dat ik het niet goed deed.
Misschien had ik het ook gewoon anders moeten aanpakken, en gewoon de route moeten lopen die ik in mijn achterhoofd had. Ze was vanzelf wel teruggekomen, en daar had ik mij ook niet schuldig om moeten voelen, want dat kan zij best wel.

Maar goed… het bootcamp ging goed, en dit keer was het zonder stijve spieren achteraf. Dit was duidelijk een betere week dan vorige week, toen ik 2 dagen erna amper de trap op- en af kon (ja ok, ik overdrijf misschien wat, maar hey, soms moet je wat overdrijven om iets duidelijk te maken).
Het volgende bootcamp is voor mij pas binnen 2 weken. Dus ja, er zit niets anders op. Ik ga, ergens tussendoor, 40 squats en lunges op eigen houtje moeten doen. Het zal anders weer van auwauw en oeioei worden op het volgende bootcamp. Langs de andere kant… er moet toch ook iemand lawaai maken? 😉

Bootcamp, nieuw seizoen!

Aha! Vandaag was het de “kick-off” van het nieuwe bootcamp-seizoen. Ik keek er al enige tijd naar uit, want als ik heel eerlijk ben, dan moet ik toegeven dat ik momenteel niet meer zoveel spierversterkende oefeningen doe. Ja, ik loop, uiteraard, en occasioneel doe ik nog wel een plank of een squat, maar nu ik langere afstandjes kan lopen, durft de rest er weleens bij inschieten.

Maar vanochtend was het dus bootcamp-time! Vroeger, en vroeger dat is nog niet eens zo’n ver verleden, want dat is vorig jaar, zette ik dan netjes man en dochter af aan de atletiekpiste, en reed dan met de auto naar de andere kant van het bos om mij daar sportief in het zweet te werken. Ik vond met de vorige sessie al dat die onzin maar gedaan moest zijn, en nu zeker! Ik kan best een eindje rennen, voor én na dat bootcamp!
Nu goed.. rennen voor het bootcamp is er niet van gekomen wegens een beetje te krap in tijd. Hoewel.. had ik dat stuk gelopen in plaats van gestapt, ik was er waarschijnlijk wél sneller geweest. Maar ik wil natuurlijk ook mijn koude spieren niet gaan overbelasten! Ha!

Het was leuk te zien dat er wel meer mensen de uitdaging aangingen. Ik was er dan ook nogal gerust in. Het was het eerste bootcamp van het nieuwe seizoen, met toch wel redelijk wat nieuwe mensen, dus dit zou wel “a walk in the park” worden!
Stop!
Erase and rewind!
Verkeerd gedacht! De coach vloog er gelijk goed in met de opwarming. Stukjes lopen, skippings, zijwaartse bijtrekpas… en op het einde ook nog even 2 sprintjes, niet maximaal nee nee, 80% was wel genoeg! Uhu!

Daarna volgden nog een hoop plezante dingen. Jaja, er zit geen ironie in voorgaande zin, ik meen het serieus!
We deden een soort van parcours van spierverstevigende oefeningen. Om te beginnen 45 seconden, en dan doorschuiven naar de volgende oefening. En neen, ik moet toegeven, het waren geen Kristel-seconden!
Ter verduidelijking: Kristel-seconden, dat zijn seconden die boven de vooropgestelde tijd gaan, omdat Kristel (de coach dus) iemand aan het corrigeren is, of vergeet op haar horloge te kijken, of of of… En die Kristel-seconden dat zijn heel zware seconden! Want je denkt dan dat het gedaan is, maar er wordt geen ‘stop’ geroepen, dus ga je gewoon door met dat waar je mee bezig bent: afzien! Auw, oef, puf, en blaas! Ik ben er gewoon van overtuigd dat het niet altijd écht niet zo onbewust is! 😉

Maar terug naar het parcours: buikspieren (auwie), plankjes (van die echte, op de grond), dipjes (ah, die kan ik!), squats (gelukkig heb ik ze af en toe geoefend zo tussendoor), jumping jacks (waar is de tijd dat ik er 10 deed en een half uur moest bekomen?), lunges (dat was lang geleden, ik geef het toe!), en opduwen met 1 been op een bank (to infinity, and beyond!) Er waren er nog wel wat, maar ik ken ze niet allemaal bij naam, die oefeningen.
Het was best wel zwaar als start, vond ik zo persoonlijk, maar uiteindelijk moet ik ook wel toegeven dat het allemaal gewoon lukte. Er zijn andere tijden geweest! Amai nog niet!

Na dit rondje liepen we richting de verschrikkelijke trappen. Liepen ja, want dat kan ik nu ook gewoon. De tijd van het stappen naar de trappen is voorbij. En na de inspanning van het lopen volgde dan de inspanning van het … trappenlopen! Ik dacht: eerste keer, we gaan de trappen 1 keer doen!
Ik moet daar dus mee stoppen, met dat vooruit denken. Want inderdaad… dat vooruit denken, dat klopt niet helemaal. We moesten de trappen niet 1, maar wel TWEE keer op! Twee keer hé! En dat van de eerste les al!
Bon, al bij al ging het eigenlijk wel. Geen gepiep, geen benen die nét het laatste stukje niet meer meewilden. Goh. Ik geraak nog eens gerodeerd!

Daarna volgden nog armspieroefeningen met de rekkers, en bijkomende squats en lunges. 20 trage squats, ik had eigenlijk ook nooit gedacht dat ik daar zoveel pijn van in mijn armen zou krijgen, van die elke keer mee te bewegen. En ik had eigenlijk ook gedacht dat ik nu, tegen de avond aan, al wat stijf daarvan zou worden, maar dat blijkt ook nog mee te vallen. Ik zei het net al: dat denken, ik moet daar écht mee gaan stoppen!

Op het einde van deze sessie vroeg de coach of het meegevallen was, en of er nog suggesties waren? Op dat moment niet neen. Ik zou eigenlijk ook niet durven *grijns*. Maar eigenlijk vond ik achteraf dat ik niet genoeg gezweet had! 😉
Meer nog, ik had nog puf over om nog een stukje te gaan lopen. Ik moest toch nog beneden geraken, dus dat heb ik in lichte looppas gedaan (hehe, alsof ik ook een andere looppas heb. Not! 😉 ) Ik was eigenlijk ook wel wat teleurgesteld dat ik, toen ik beneden kwam, maar 1,4 km gelopen had. Vanaf volgende week er dus nog een extra lusje insteken om naar beneden te komen.

En eigenlijk ben ik mega-content. Want na afloop van het bootcamp-uurtje praatte ik nog even na met iemand, en zij verwonderde zich erover dat iedereen zo goed mee kon met de oefeningen, want dat het best pittig was geweest voor zo’n eerste keer! Zie! Dat vind ik nu eens geweldig! Dat niemand nog merkt hoe lamentabel het ooit met mij gesteld was, dat ik nu gewoon mee kan en dat ik anoniem kan opgaan in een groep (dat is als ik ook nog eens zou leren van mijn mond te houden 😉 )
Daarbovenop komt nog dat ik géén watten in mijn benen had, zelfs niet na het nog naar beneden lopen. Ik voel mij nu dus helemaal alaaif and kicking! Alleen jammer dat er deze avond nergens een fuif is waarop ik dat kan gaan bewijzen. 😀

Lopen, na een weekje rust

OK, mijn weekje rust is gedaan! Ik mocht van mezelf vandaag weer de loopsloefkes aantrekken, en het bos ingaan. Het plan was oorspronkelijk vlak te lopen, maar ja…. bos, Vilvoorde… dat is nu eenmaal niet plat. Gezien de gps van mijn horloge niet vlot wou starten (uhu, madame heeft een écht lopershorloge jaahaaaa!), besloot ik toch om tot boven te stappen. Tot mijn horloge toch ‘tuut’ zou zeggen. De ‘tuut’ bleef heel lang uit, ik was al quasi boven, toen ik er eindelijk aan mocht beginnen. Weliswaar met een klein hartje, want wat zouden de scheenbenen vandaag zeggen?

Ik bedacht mij trouwens dat starten met lopen steeds makkelijker word. Eerder moest ik mij echt in gang trekken, mezelf oppeppen om te vertrekken. Nu doe ik het gewoon.

En de scheenbenen, die zeiden trouwens niets. Maar dan ook helemaal niets. De kuiten evenmin. Dat is het goede nieuws. Echter, na 1,8 kilometer was ik helemaal buiten adem. Pff, nu dat weer! Zijn het de benen niet, dan is het de ademhaling. Misschien had ik niet moeten stoppen, en door moeten lopen, het ging toch net een beetje bergaf, maar ja… ik heb net niet genoeg karakter vrees ik. Dus ja, gestopt, gestapt, en dan 200 meter toch weer verder gelopen. Nog 1 kilometertje erbij.

Ik weet niet hoor… op 1 week tijd geen conditie verliezen? Pfff… ik wel denk ik! Amper 3 km gelopen, en ik ben van grote dorst recht de kantine binnengelopen voor een halve liter water.
Speaking off.. misschien ligt het daar wel aan. Ik drink vrees ik te weinig. En dan ’s avonds bij 25° nog gaan lopen, dat maakt dat ik dadelijk door mijn vochtreserves door ben.
Of zou het toch de hooikoorts zijn die opspeelt? Ik heb er nochtans de laatste jaren erg weinig last van gehad. Het is ook nog niet echt ‘piepen’, maar echt wel hijgen, bedacht ik mij daarnet nog.

Actiepunt vanaf nu wordt dus genoeg water drinken. Want fuuuuuuhuuuuuck… nog amper 3,5 week tot Bern. Ja, ik tel dag per dag af.

Daarstraks werd er overigens gevraagd of ik zondag de 5 km zou lopen op de Kasteeljogging. Ik weet het niet. Mijn laatste volledige 5 km is alweer 2 weken geleden, ik weet niet of ik momenteel een volle 5 km kan uitlopen. Ik zou het moeten kunnen ja…

Goh, het is soms wel demotiverend. Ik lees verhalen van mensen die een versnelde Start To Run doen, op een week of 7 van niets naar 5 km, en daar dan gelijk een Start To Run naar de 10 km achter plakken.
Ik, ik heb 4 maanden moeten Start to Runnen. Van augustus tot december. Een schema van 16 weken, dat er zeker 18 geworden is (jaja, het volledige verhaal volgt nog), maar ik kan niet zeggen dat ik al klaar ben voor de 10 km. Echt niet. Ik loop zelfs niet elke training die 5 km volledig uit. De ene keer wel, de andere keer niet. Gemiddeld lukt mij dat 1 keer per week, en soms zelfs ook dat niet. En ja, ik weet dat met iemand samen lopen motiverender werkt dan alleen. Maar bon ja… er is niemand die aan mijn trage tempo loopt. En eerlijk, soms vind ik het wel fijn om alleen te lopen, om mijn hoofd leeg te maken, om mijn gedachten even te ordenen. Maar soms zou het ook weleens fijn zijn dat er iemand is die zegt van ‘ach welnee, jij kan best nog, ik weet dat, komop, we lopen door’.

Maar goed… genoeg zelfmedelijden. Ik denk nog eens na over die 5 km van zondag, doe intussentijd donderdag nog een training, en zaterdag start eindelijk het bootcamp terug! Jeuj! Dat is iets om naar uit te kijken. Hoewel… die verdomde trappen zullen ook wel weer van de partij zijn! 😉

Bootcamp

Ik wist dat de personal coach ook groepslessen organiseerde, zogenaamde bootcamps. Ik had al weleens van dergelijke bootcamps gehoord, en naar wat ik gehoord en ook gelezen had, was dat nog lang niets voor mij. Niet dat ik niet wou, maar reality check enzo…een reality check van mijn innerlijk stemmetje (jaja, zo heb ik er veel) die mij zei dat ik nog lang niet genoeg afgevallen was (ja, die 6 kg hé), dat ik nog lang geen spieren genoeg opgebouwd had, dat ik nog lang niet toe was aan een groepsles. Dat ik toch niet zou meekunnen.

Maar ik bewoog, en ik vond het toch leuk, en dus vond de coach, in tegenstelling tot mijn innerlijke stem, dat ik toch eens kon proberen om mee te doen. Beviel het mij niet, dan kon ik er toch ook nog altijd mee stoppen? Spannend! Ik, die amper een stap durfde zetten in een bos waar meer mensen aan het sporten waren, ging meedoen aan een groepsles.

Ik moet niet vertellen hoe nerveus ik was voor die eerste les zeker? Ik was al uren ervoor op, kreeg amper een hap door mijn keel, de zenuwen gierden door mijn buik. Maar ik had beloofd dat ik er zou zijn, en dus reed ik maar richting Vilvoorde, richting bootcamp. Waar was ik toch weer aan begonnen?  De kennismaking met de andere dames verliep gezwind. Oef, het waren allemaal gewone madammen, die angst was dan in ieder geval al weg. Welke angst zegt je? Awel… de angst om met allemaal hyperslanke supersportieve dames aan de slag te moeten, die angst!

Ik weet niet meer precies hoe de les helemaal gelopen is, dat is ook niet zo belangrijk denk ik. We waren met een redelijk grote groep, en de loopnummers deed ik niet mee – ah neen, gekwetst. Ik mocht de kantjes er letterlijk vanaf lopen, kortere stukken stappen, en de rest opwachten. Of zij mij, dat gebeurde natuurlijk ook, want het is niet altijd mogelijk om een kortere weg te nemen. Maar de kortere weg richting de trappen beviel mij wel. De rest de lange weg, zij liepen via de vijver zo de trappen op. Ik mocht de kortere weg stappen, langs de Franse tuin, en bovenaan de trappen uitkomen. Helemaal perfect! Ja, in mijn dromen! Want ook ik mocht de trap naar beneden aanvangen, om beneden – jawel – de trap terug op te lopen. De eerste keer dacht ik: “doen we even”. De tweede keer (op dezelfde dag) deed ik niet meer mee. Ik was dood! Maar écht dood! Hoestend, piepend, naar adem happend kwam ik boven. Vanaf die dag zijn het voor mij “de trappen des doods”. Het was ook elke week bang afwachten tot de coach zei dat we richting trappen gingen. En neen, ze vergat het nooit! Maar dan ook echt nooit hé! Waarom wij dan toch telkens stiekem hoopten dat zij dat wel zou doen? Geen idee, maar het heeft vast iets te maken met een soort van ‘hoop doet leven’-dingetje.

En ach, kom op. Ik zie het je denken. Een paar trappen, hoe erg kan dat zijn? Wel.. think again! Serieus… dit zijn trappen waar geen einde aan lijkt te komen. Trappen die pijn doen. Trappen die blijven duren. Trappen die gemeen liggen te wachten tot er iemand oprent. En het ergerlijkste, elke keer weer: je bent er bijna, je moet nog 1 trap doen, en dan slaat de verzuring toe! En dan doet het pijn! Pijn! Echt! Serieus! En dan trap je op je adem. En dan kom je helemaal uitgeput boven.

Maar ja… wat moet moet, en dus deed ik trouw de trappen. Elke week, elke training, en zelfs10297873_611793318911995_7101731178369893320_n als ik alleen het bos in ging. Op de duur voelde ik het verschil wel, en kon ik de trappen ook 2 keer! De laatste sessie zelfs 3 keer! En dan nog adem over hebben om erna nog een half uurtje te gaan rennen. Jeps, inspanning brengt op! Het brengt niet alleen conditioneel op, maar ook lichamelijk. Ten bewijze… 1 van de eerste foto’s die ooit van mij gemaakt zijn tijdens dat bootcamp, en dan nog eentje van ongeveer een jaar later. Spot the difference. 🙂
Mijn dochter vond het trouwens fantastisch, koers lopen tegen mama. Maar ja, dat is zo’n huppelend giechelend puberding, dus echt koers was het niet. Maar wél leuk!

En zo moet sporten toch zijn??

(foto’s met dank aan coach Kristel Polet van Urban Fit)