Sow. How’s life going? En meer bepaald, hoe gaat dat met dat lopen? Awel hé… goed! Echt waar, goed. Echt goed. Daar waar het vorig najaar niet meer draaide, loopt het nu weer smooth. Zo smooth, dat ik gisteren zowaar zomaar een langer loopje kon doen zonder noemenswaardige problemen. Ik liep. En ik genoot.
Het is eigenlijk al enige tijd dat ik merk dat ik het lopen weer gewoon leuk vind. Het gaat dan ook alsmaar beter en beter. Met dank aan het fijne schema van de coach. Een schema volledig op mijn maat en kunnen. En nog beter, afgestemd op dat wat ik op dat moment kan. Week per week wordt er gevraagd en gepolst hoe de vorige week gegaan is, en daarna pas krijg ik het schema van de week erop. Dat werkt perfect tot hiertoe. En ik geniet er echt van, van dingen te lopen waarvan ik zelf niet eens weet dat ik ze kan.
Die intervallen bijvoorbeeld. Dat startte met een 3×100, maar stilaan wordt het toch meer. Afgelopen week liep ik 5×400 met wat minder recup ertussen. En elke keer weer denk ik van: ooohw… s**t, dat lukt mij nooit. En toch doe ik het elke keer weer. Ik kan dat best. Blijkbaar. Niet volledig moeiteloos, maar er moet iets van uitdaging inzitten denk ik dan maar.
Hetzelfde met de langere afstanden. De loopdip en de allergie-opstoot van afgelopen najaar maakte dat ik niet eens meer 5 kilometer kon lopen zonder dadelijk naar een extreem hoge hartslag te gaan en bijgevolg buiten adem te zijn. Een adem die ook nog met horten en stoten ging. Anderhalve kilometer, en mijn pijp was uit. Echt, ik vreesde toen dat het over en uit was met het lopen. Ik wist zelfs niet meer hoe dat ging, gewoon lopen en niet met die ademhaling bezig zijn. Maar met veel geduld, en vooral met veel trainingen en rustig aan weer opbouwen, blijkt dat zo’n loopdip toch wel te overwinnen valt. Ik ben ook blij dat ik er de tijd voor genomen heb, en dat ik vooral toen geluisterd heb naar mijn lichaam. Want blijkbaar had dat even tijd nodig om de loopdip te verwerken en weer helemaal in loopmodus te gaan.
En gelukkig deed het dat ook, terug in loopmodus gaan. Want gisteren bijvoorbeeld, liep ik zomaar een mooie 16 kilometer. En ik genoot van elke kilometer. Eyeopener voor mij was eigenlijk ook dat ik dit niet moet, dat lopen. Ik mag dat. En beter nog: ik kan dat. En zo al lopende, langs het water (ja, ik heb iets met dat water 🙂 ), besloot ik dat ik mij ook niet meer moet laten afrekenen op dat trage lopen. Want ik doe het, dat lopen. Ik, als ‘mindere’ (sic) loper, ik loop op mijn trage manier toch ook wel langere afstanden. Ik, die niet eens gebouwd ben om te lopen. Ik, die eigenlijk nog steeds te zwaar is. Ik, die niet eens talent heeft om te lopen. Niks van dat alles. Maar ik loop wél. Als mindere. (sic)
Ja, het doet wat met een mens, zowat rondhuppelen in het zonnetje. Het was dan ook een stralende voormiddag. Ik kwam ook nog een mij verder onbekende dame tegen, die een praatje aanknoopte en een paar kilometertjes met mij mee doorliep. Zo leuk! En dan was er ook nog dat koppel dat met hun hondje aan het wandelen was. Ze stopten en gingen aan de kant voor mij, wat eigenlijk niet hoefde, want ik was met alle plezier op de onverharde grond naast het betonweggetje gaan lopen. Dus ik bedankte hen en wenste hen verder een prettige dag toe. Toen ik eenmaal gepasseerd was, hoorde ik de man tegen de vrouw zeggen: “misschien zouden wij dat ook moeten doen, gaan joggen”. Ik heb me heel hard moeten inhouden of ik was teruggelopen om hen te zeggen dat ze dat moeten doen, want dat dat lopen zo plezant is, en dat je daar energie van krijgt, en dat dat helpt om het hoofd leeg te maken. Ik deed het niet, maar mijn volgende kilometers liep ik wel verder met een grote glimlach. Een glimlach die zei van “hey, zie mij eens hier lopen genieten”.
Ik was dan ook helemaal een ander mens toen ik weer thuis kwam. Een mens dat beseft dat lopen toch 1 van de leukste dingen is die je kan doen. OK, heel misschien zijn er nog wel wat leukere dingen, maar toch… die runners’ high, weinig dat daar tegenop kan. Ik besef dan ook wel degelijk dat ik heel erg gezegend ben omdat ik dit zomaar kan, dat lopen.
Dus ja, het was zo’n dag waarop ik besloot dat ik alles kan. Vandaag is ook zo’n dag waarop ik besef dat het niet is omdat ik traag loop, dat ik daarom ‘minder’ ben. Nope. Meer zelfs: ik besloot dat elke loper die dat denkt, dat ik een ‘mindere’ ben, niet eens mijn aandacht waard is. Want echte lopers, die weten echt wel mijn prestaties naar waarde te schatten. Dus ja… helaas voor diegenen die er anders over denken: ook ik ben een loper. Niet eens een ‘mindere’ loper. Want zonder trage lopers zijn er ook geen snelle lopers. Dus ja, ik loop en bijgevolg ben ik een loper. Zeg dat ik het gezegd heb. Nem.
En nu ga ik verder trainen. De eerste uitdaging van het jaar komt er stilaan aan, en daar wil ik toch helemaal klaar voor zijn. Ik heb er zin in!
