Het is me wat, met die Brabant Wallon. Of de Brallon, gelijk wij zeggen. Ik heb er nu al meerdere gestapt, of gelopen-gestapt, en ook gestapt-gelopen. Maar een volledige wedstrijd uitlopen, was mij nog nooit gelukt. Er was altijd wel iets wat misging. Alsof er een soort van vloek overhing.
De eerste keer dat ik probeerde een volledige wedstrijd van het criterium te lopen, was vorig jaar in Oisquercq. Pittoresk, naast het kanaal en vanal… en toen ontbrak er een bordje en gingen we letterlijk ‘den blèt’ in. Geen spoor meer van het traject, en dus keerden we maar op onze stappen terug. Tot daar mijn eerste échte Brallon.
De tweede keer was in Nivelles, dit jaar. En die liep de eerste 5 kilometer best wel ok. OK, tot de scheenbenen gingen lastig doen, en ik ook daar de handdoek in de ring moest werpen. Ik stapte hem wel verder uit, het laatste stuk (toen de scheenbenen weer gerecupereerd waren) liep ik ook nog (volledig verslag is hier te vinden), maar toch… weer geen volledige Brallon gelopen.
Daarna was er even loopstilte. De scheenbenen die maar niet hersteld geraakten, en dus werd er dapper doorgestapt. Maar op een moment kon het toch weer. Waterloo, daar zou het gaan gebeuren. Jeps, dat was voor mijn benen zo rond kilometer 7 beslisten om te transformeren in iets wat-achtigs, en ik mezelf daarna nog door iets meer dan 5 lange kilometers moest sleuren. Wat met wat hulp van wat vrienden ook lukte, maar eens aan de aankomst ging het licht toch écht uit.
De volgende Brallons, Vieusart en Beauvechain, werden bijgevolg maar weer geloopstapt en gestaploopt. In tussentijd bleef ik wel dapper doortrainen, en liep ik op training plots een vlotte 11 kilometer. De week erna bevestigde ik door ook dan weer vlotjes een kilometer of 10 te lopen. Het zat er dus eigenlijk wel in, in die benen. En niet onbelangrijk, in die longen!
Zou ik de volgende Brallon, die in Jauche, het dan niet nog eens proberen? Immers, Jauche… dat was die jogging die zich aankondigde als zijnde 13,4 kilometer, maar die er in wezen maar 10 was. Toch? Ik checkte en dubbelcheckte mijn gegevens van vorig jaar op GarminConnect. Inderdaad. 10 kilometer stond er daar. Op het event op Facebook vroeg ook iemand aan de organisatie of het dezelfde omloop als vorig jaar was. Bevestiging: ja, het parcours was hetzelfde. Dat zag ik dus zitten! 10 kilometertjes zacht glooiend, die moest ik wel de baas kunnen. Ik besloot dus het nog eens te proberen, en de wedstrijd mee te lopen. Een vriendin, die zich spaarde voor de 10 miles op zondag, besloot bij mij te blijven. Wat wel fijn was, dan had ik afleiding onderweg.

(c) Laurent Tronçosculpt
Wij weg dus. De eerste kilometertjes tikten goed weg. Na kilometer 3 stond er de eerste bevoorrading. Dan al? Ja, dan al. En dat pad door die wei, waren we daar vorig jaar eigenlijk ook doorgelopen? Euh??? Niet dus. Langs de andere kant kwamen de koplopers al aangelopen, richting bevoorrading 6 kilometer. We moesten dus een lus van 3 kilometer door het ‘patattenveld’ doen. Bergop. Ook dat. En daarna weer naar beneden. Maar zoals altijd… waar het naar beneden gaat, gaat het ook weer terug omhoog. Helaas. En toch bleef ik lopen. Omdat het nu een keer moest van mezelf. Ik besloot van niet op mijn hartslag te letten (toch veel te hoog), en ervoor te blijven gaan. Blijven lopen, blijven lopen… ik leek Dory wel uit Finding Nemo, maar dan al lopende! 10 kilometer, die kan ik, we zijn er bijna halfweg!
Of hoe je jezelf kan bedotten. Op kilometer 9 werd het mij duidelijk dat we écht richting 13,4 kilometer gingen. Dedju. Dat waren er 3,4 meer dan op de planning, en dat op dit parcours! Want we liepen op mooie bospaden, maar we liepen nog veel meer op brikkebrak-weggeltjes. In mijn hoofd noemde ik ze gisteren hinkelpinkel-weggetjes, maar ik weet niet of iemand het daarmee snapt.
In ieder geval: het parcours bleef op en af gaan, het leek wel alsof er geen einde kwam aan de heuvels. En toch wou ik niet afgeven. Mijn benen voelden wel nog sterk genoeg aan, en mijn longen… ach, dat lukte best wel. Ik piepte niet, ik kreeg nog lucht genoeg. Dus ik moest en zou dit nu toch eens tot een goed einde brengen, en die ban breken. Naar goede gewoonte kwam rond kilometer 11 een vriend mij weer, run to the hills-gewijs (’s avonds gingen we nog naar Iron Maiden kijken, dus dat was wel erg toepasselijk), tegemoet gelopen. Net toen ik aan een afdaling ging beginnen. Ik heb hem dus nog wel even een extra bergopje gegund. Maar hij kan dat. 🙂 In ieder geval: zijn peptalk ging mij nu beter af dan in Waterloo, ik kreeg dit keer geen moordneigingen (lucky him 😉 ). Hij bevestigde inderdaad dat het nog 2,4 kilometer was. Echter, de reserves waarvan hij dacht dat ik die nog zou hebben om een eindsprint in te zetten, die had ik niet meer. Daarbij… de 2 dames die nog voor mij liepen, die wisten ook wel dat het einde in zicht was, dus die gingen vanzelf ook wel wat sneller lopen.

(c) Laurent Saublens
Maar… ik finishte wel, en ik finishte in de voor mij mooie tijd van ongeveer 1uur 41 minuten. Ik liep dus voor de eerste keer ooit een volledige wedstrijd van de Challenge du Brabant Wallon volledig uit. 13,4 kilometer, het moet het langste zijn wat ik ooit in 1 stuk gelopen heb. Ik ben keitrots dat ik het gedaan heb, dat ik dat kon! En nu heb ik zoiets van: 10 mijl, dat is maar 2,6 kilometer verder meer dan dit. Dat zou ik dus ook moeten kunnen. 1 dezer waag ik er mij ook eens aan, op training dan. Nu eerst maar eens even deze 13,4 kilometer laten bezinken en vooral: mijn benen wat laten recupereren. Want eerlijk? Die laten zich nu wel voelen. Mijn bovenbenen zeggen aye en oei, en mijn kuiten doen daar gezellig mee mee. Maar al bij al is het “heerlijke” pijn, want ik weet waarom ze nu zo rillerig doen. Op naar meer! Want dit is echt wel genieten! 🙂

(c) Laurent Saublens
Overigens… het is een beetje raar, dat ik nu plots in clubshirt kan lopen. Het was eerst te klein, en hoewel ik nu vind dat het maar “çavakes” is, zie ik nu op de foto’s het verschil toch ook. Ik verloor niet alleen aan gewicht, ik ben er zeker van dat het gewichtsverlies, én het gezonder leren eten, hielp bij het uitlopen van deze voor mij toch wel serieuze uitdaging. Dus ja… echt wel op naar meer! Of minder, dat hangt ervan af hoe je het bekijkt. 😉