Vandaag was het de Eindejaarsjogging in Kampenhout. Een jogging die ik nog nooit gelopen had. Niet zo verwonderlijk, gezien mijn nog erg beperkte loopervaring natuurlijk. De vorige jaren was ik er altijd wel, maar stond ik erbij en keek ik ernaar.
Dit jaar zou het anders zijn! Dit jaar zou ik meelopen! Dat was al goed 2 maanden geleden beslist. En toen kreeg ik weer pijn in mijn scheenbenen, daar ergens vorige week. Echter, na 2 trainingsrondjes – dinsdag en donderdag – van 7 kilometer, leek het echter wel te lukken met dat lopen. Tenminste, op zachte ondergrond. Dus ja… ik heb afgelopen week ontelbaar veel rondjes rond de piste gelopen, op gras. Volgens mij is intussen mijn parcours daar al een beetje in uitgesleten.
Ik wist het dus niet goed. Zou ik, zou ik niet? Voor de lol deed ik in tussentijd nog wel mee met de wedstrijd van Running Mate. De inzet was een T-shirt, én gratis meedoen aan de jogging. Nu, meedoen is 1 ding, winnen nog wat anders. Maar hey… ik won! Ik won een heel mooi New Balance loopshirt. Ik ben er superblij mee! Binnenkort showtime, want vandaag kon ik het niet aan. Ik heb, helaas, nog niet zoveel loopkleding, omdat ik nog altijd denk dat ik nog ga afvallen. En dus koop ik niet zoveel. En duik ik ook regelmatig in de kast met loopkleren van mijn betere helft. Want ja, die passen mij nu wél! Maar goed, bijgevolg had ik niet echt een gepast shirt met lange mouwen om onder het NB-shirt aan te trekken. Want dat is zo een beetje fluo olijfgroen. En mijn lange mouwen shirt is roze. Meestal zit ik niet zo met hoe ik eruit zie als ik ga lopen, tegen dat ik aankom zie ik er toch helemaal bezweet en ontploft uit. Maar roze met fluo olijfgroen, dat was ook mij net iets teveel van het goede. 😉
Ik vind dat trouwens nog steeds de max, die T-shirts. Ik begrijp dat die-hard lopers intussen een kast vol met gewonnen en gekregen T-shirts hebben, maar ik dus niet. Voor mij is dit nog allemaal nieuw, en ik vind het dus nog altijd helemaal geweldig!
Ik won trouwens ook dat gratis ticket! Dus ik had geen keuze, ik moest wel meelopen. Het zou anders zonde zijn voor al die anderen die meegedaan hadden en wel zouden komen lopen. Ik had voor alle zekerheid zaterdag niet gelopen maar gerust (nu ja, gerust… rusten kan je dat niet noemen, zo langs de kant staan kijken naar een aflossingsmarathon en van hier naar daar stappen). En ach, uiteindelijk had ik er eigenlijk niet zoveel zin in vandaag. Het regende, het was grijs weer, zou ik geen pijn hebben? En de zenuwen, die kwamen ook weer opzetten. Ontbijt ging nog, lunch kreeg ik niet binnen. Aargh Sandra, het is maar een jogging! Je gaat niet winnen, je gaat geen records breken, bekijk het als een training! Maar dan nog… stress. Ik weet serieus niet hoe het komt, want ik kan als de beste alles doodrelativeren. Alleen… dit dus niet. Iemand zei het mij daarstraks nog, dat ik intussen al zou moeten gewend zijn aan dat aan joggings meedoen. Maar ik vrees dat dit iets is wat nooit zal wennen.
Ik had, uiteraard, ook al eens naar de uitslagen van vorige jaren gekeken. Dat is ook weer zo’n nieuwe tik. Even gaan kijken welke tijd de laatste gelopen heeft. Gewoon om te kijken of ik geen schandalen ga lopen. Nu, ik weet het wel: het feit op zich dat ik loop en meedoe is al fantastisch, maar blijkbaar zit er toch iets binnenin mij dat wat competitiegericht is. Dus neen, ik wil niet de laatste zijn! Neen, ik wil niet dat die eersten mij dubbelen! Met mijn beste tijd op de 5 kilometer, nog niet zo lang geleden gelopen, zou het wel moeten lukken om niet helemaal aan het staartje te hangen. Maar ja… die scheenbenen. Wat zouden die zeggen?
15u, de start werd gegeven. Mensen vlogen weer naar voren als halve gekken…. en wij besloten om toch maar rustig aan te beginnen. We waren, buiten een paar honderd meter stappen, ook niet opgewarmd. Rustig aan, dat was in ons geval kilometer 1 aan 7:09. Ongeveer hetzelfde tempo dus als in Vossem. Misschien zat er wel een nieuw recordje in? Neenee, ik ging mezelf niet gek maken. En die scheenbenen? Dat beton? Hopelijk ging het niet branden, want dan was het over en uit met lopen voor vandaag. Maar tegen kilometer 2, aan 7:25, ging het wel over, die pijn in de scheenbenen. De dames die voor ons liepen daarentegen, die vonden het al wel goed geweest: “zijn wij per ongeluk niet richting de 10 kilometer aan het lopen?” hoorde ik hen zeggen. Ik kon hen geruststellen: “nee hoor, we zijn nog maar amper 2,2 kilometer ver, we zijn bijna halfweg.” Waarna we hen 200 meter verder achter ons lieten. Ik dacht eerst nog dat ze nog zouden terugkomen, maar ik heb hen niet meer gezien.
Tegen kilometer 3 (7:10) zaten we over halfweg. Hoera! Het ergste was achter de rug! En die met zijn rode jasje daar in de verte, was dat geen wandelende Spartaan? Oja, die konden we ook nog wel even inhalen. Hij was anders nog wel een eindje weg. Maar toch, het lukte! Iemand proberen inhalen, dat geeft een mens vleugels! Waarna die vleugels alweer geknakt werden, want tegen kilometer 4 (7:12) kwam er een auto het veldweggetje waar we op liepen opgereden. Die rappe mannen van de 11 kilometer waren al in zicht! Auto 1 passeerde, de politiewagen, auto 2 ook, en toen kwam de eerste ons voorbij gerend. Die had op dezelfde tijd dat wij nog net geen 5 kilometer gelopen hadden dus al het dubbele gelopen. Man, wat een bummer eigenlijk! De 2de en de 3de lieten ook niet lang op zich wachten, en gezien daar ook een mede-Spartaan bijzat, gingen we ook nog even supporteren.
Ik zei het ook nog: het is eigenlijk geen schande om door mannen van dat kaliber gedubbeld te worden. Maar toch… het is toch wel even slikken. Mijn loopmaatje ging op dat moment ook net iets te snel voor mij, dus ik zei haar ook dat als ze wou, ze door mocht lopen. Maar dat wou ze niet. Want dan zou ik qua tempo afzakken (ha, ze kent mij! 😉 ), terwijl ze wel zeker wist dat ik nog kon. Enfin, tegen kilometer 5 (7:04) zo ongeveer kwamen we wat supporters tegen, en daar kwamen de vleugels toch weer. Achter het hoekje lag de finish, we konden onze tijd nog net even iets scherper stellen. Eindsprint dus, een eindsprint aan 6:35, dus daar kon het plots wel! Het tempo van die eindsprint, daar ga ik naar werken. Want dat zou uiteindelijk mijn looptempo moeten worden. Vind ik persoonlijk zelf. Er is dus nog werk aan de winkel. Gelukkig maar, anders zou er ook geen uitdaging meer aan zijn natuurlijk.
In ieder geval: ondanks de regen, ondanks de relatieve koude, was het toch een deugddoend loopje. Dit keer helaas niet met een persoonlijk record, maar het kan niet alle joggings PR-feest zijn natuurlijk. Wel een tweede besttijd, dus dat is ook niet slecht. En ik was niet de laatste. Daar ben ik ook al tevreden om. Nu nog werken aan dat tempo, zodat ik binnenkort niet meer gedubbeld zal worden. Pas dan zal het goed zijn.. en dan is er vast weer iets anders waarvan ik vind dat het niet goed is.
Nu, in ieder geval: ik ben een tevreden mens. Zeker nadat ik mijn nummer ging inleveren, en daar ook nog eens een T-shirt kreeg.
“Welke maat mag dat zijn?” vroeg de dame achter de tafel.
“Ehm.. ik twijfel tussen L en XL, dus doe die XL maar”.
Waarna de dame achter de tafel mij even bekeek, en gedecideerd een L in mijn Running Mate zakje stak: “je moet jezelf niet zo overschatten, volgens wat ik zie – en jij ziet er goed uit – kom jij ruim toe met een L”.
Ik was er toch wel even van onder de indruk. Wat een compliment van een mij verder totaal onbekende dame! Na zo’n compliment kan ik weer een tijdje verder met mezelf door 1 deur! 😉