Categorie archief: Afvallen

Plan M, een update

Tijd voor een update. Want Plan M, dat grote plan om ooit die marathon te lopen, hoe staat het daarmee?

Awel… goed eigenlijk. Afgelopen zomer besloot iemand van de club om ondersteuning te bieden in de vorm van schemaatjes voor lange duurloopjes. Duurloopjes, waarvan hij er af en toe eens eentje zou meelopen. Duurloopjes ook met een speciaal schema, om de hartslag omlaag te brengen. 17 minuten lopen, 3 minuten stappen. Ik had mijn twijfels. Stappen, stappen, ik wou lopen begot! Ik stapte (pun intended, uiteraard 😀 ) wel mee in het plan, en besloot het een kans te geven. De coach in kwestie blijkbaar ook, want hij liep tot op heden alle duurloopjes al mee. 🙂

Nu, die hartslag laag houden tijdens trage duurloopjes, dat klinkt gemakkelijk, maar dat is het eigenlijk verre van. Want traag lopen dat is soms niet voldoende, en dan moet het nog trager. En zelfs al ben ik al een trage loper, nog trager, dat is best lastig. En daar helpen die wandelminuutjes wel bij. Want 3 minuutjes wandelen, en *toek*, de hartslag daalt. In het begin wat moeizaam, maar de laatste tijd gaat de hartslag toch flink naar beneden tijdens de wandelminuutjes. Ik gebruik als basis ook nog altijd de lactaattest die ik vorig jaar deed en de hartslagzones die daar bepaald werden. Gezien ik door omstandigheden toen niet meer verder aan de slag gegaan ben met die hartslagzones, leek het mij nu wel het moment om erop verder te bouwen. En om binnenkort dan nog eens een nieuwe test te boeken, om te kijken of er nu effectief vooruitgang is.

Hoewel, ik voel wel dat er vooruitgang is. Daar waar ik het in augustus nog lastig had met 14 kilometer, merk ik nu dat het al wat gemakkelijker wordt om de hartslag wat lager te houden, ook op wat langere loopjes. Ook afhankelijk van de omstandigheden natuurlijk. Een glas wijn de dag voordien betekent onmiskenbaar een hogere hartslag de dag erna. Moe? De hartslag gaat omhoog. Beetje stress… inderdaad ja, hogere hartslag. Maar al bij al: er is progressie. Ik loop makkelijker, ik loop langer, en ik kan sommige heuveltjes ook al wat beter de baas. Daar waar ik eerder zou gaan blazen als ik berg- of heuvelop moest lopen, denk ik nu eerder van: ‘komop Sandra, je kan dit! Gewoon doen. Traag, maar zeker.’ En dan doe ik dat ook. Idem met als er gezegd wordt dat het loopje toch iets langer zal zijn dan de vooropgestelde pakembeet 16 kilometer. De paniek is weg. Neen, dan heb ik iets van: tuurlijk, dat doen we gewoon! Kortom: het loopt allemaal net iets makkelijker dan een tijd terug. En uiteraard ben ik daar heel erg blij mee!

Met de lange duurloopjes (LSD, long slow distance, en ja, een mens zou er soms begot high van worden 😉 ) deden ook de intervaltrainingen hun intrede. Ik was daar ooit overigens mee begonnen, met die intervaltrainingen, maar had de handdoek toen wegens scheenbeenproblemen in de ring moeten gooien. Intussen ben ik er alweer een paar weken mee bezig, en zo aangepast aan mijn kunnen, lukt het best wel. Beter nog: soms, heel af en toe, doe ik het beter dan verwachtingen. Wat op zich ook weer goed en niet goed is, want daardoor weet de coach natuurlijk ook weer dat ik het best wel kan en worden de trainingen de volgende keer weer wat lastiger. 😀 Het goede nieuws is: ik kan daarmee leven. Ik weet dat het afzien een doel heeft, dat het mij beter maakt.

En dan is er nog dat gewicht. Er zouden toch nog wel wat kilootjes afmoeten, maar ook daar: I’m on the road. Er zijn toch weer wat kilootjes af, en ik merk dat dat toch wel helpt bij het lopen. Het loopt nét iets makkelijker met die paar kilootjes minder. En alles wat ik niet moet meezeulen, is pure winst. Het plan is om de feestdagen nu gewoon stabiel door te komen en te genieten. En daarna ga ik de sportvoedingstheorie weer in de praktijk omzetten. Ik kan er alleen maar bij winnen.

Dus ja, Plan M… het staat er nog altijd. Meer nog, het is toch een stuk concreter geworden. Want die marathon, die zal ik lopen. Niet op snelheid neen. Een mens moet uiteindelijk ook wel zijn grenzen kennen. Die marathon, die ga ik lopen op ‘souplesse’, en waarschijnlijk ook een stuk op karakter. Op wat ik kan. Binnen mijn mogelijkheden. Met andere woorden: ik wil gewoon gezond aan de finish komen. En dat vind ik persoonlijk al een mooi doel op zich. 🙂

Advertentie

Klein jubileum

Goh… blijkbaar is het vandaag exact 4 jaar geleden dat ik mijn eerste volledige halfuur ooit liep. Dat was op een zaterdag. Ik stapte naar boven in het bos (opwarming is belangrijk 😉 ) om vervolgens naar beneden te lopen. 3 hele kilometers. En ik was megablij toen ik het , na al die maanden van training, van oefeningen, van telkens weer hetzelfde rondje opnieuw, eindelijk gehaald had! 

Vanaf toen… iets met die sky en die limit. Eerst wou ik de 5 kilometer halen, wat mij ook nog voor nieuwjaar lukte, en daarna… ja daarna: 6 kilometer, 7 kilometer… enfin, jullie kennen het riedeltje wel. 

In ieder geval: vandaag vond ik dat ik op 1 of andere manier die trainingen van toen ‘eer’ moest aan doen. Ik heb zo lang in het donker rond de vijver rondjes gedraaid, ik en mijn schema, en mijn schema en ik, dat dat een beetje ‘mijn’ oefenterrein geworden is. En gebleven. En dus heb ik vandaag rondjes gelopen. Rondjes Finse Piste, en extra rondjes rond de vijver. Uiteindelijk ging ik er zelfs een beetje van ‘in the zone’. Gewoon, van in het donker alleen rond te lopen. In zone 1. Jeps, traag. Maar blijkbaar nog altijd sneller dan mijn eerste 30 minuten. En vast ook aan een veel lagere hartslag, maar daar heb ik geen ‘bewijzen’ van. Dat is zoals met dat gewicht: zolang dat nogal aan de hoge kant was, wou ik dat ook niet geweten hebben en ook nergens zien staan. Idem met die hartslag dus: zolang die ver boven de 176 uitging, vond ik het maar beter van dat te negeren. Iemand zou maar eens moeten zeggen dat ik beter niet zou lopen met dergelijke hoge hartslag. Aha! 

Ik heb net trouwens eens naar dat gewicht gekeken. Dat was toen toch 20 kilo meer dan nu. Tel uit die winst! Dus op 4 jaar tijd ben ik niet alleen gewicht verloren, ik loop ook aan lagere hartslag, én ik kan ietsiepietsie sneller lopen dan toen. Laatst zelfs 10km/u, maar dat was wel tijdens de intervallen, en dat tempo kon ik dan 3 keer 1 kilometer lang volhouden. Wie mij toen gezegd had dat ik dat ooit nog zou doen, die had ik voor gek verklaard! 

Dus bon ja… mind and body, body and mind… als die een beetje op eenzelfde lijn zitten, dan is er toch wel veel mogelijk. Veel meer dan ik zelf ooit voor mogelijk had gehouden. Ik ben best een beetje trots op mezelf, want ik heb dit toch maar mooi gedaan, en beter nog: ik doe het nog altijd! 🙂

Perceptie is alles

Ik was zo eens aan het nadenken. Jaja, ik heb mijn momenten. Hoewel ja… nadenken, dat is eigenlijk ook wel lastig. Niets denken, dat is eigenlijk veel beter. Maar goed, ik was dus aan het nadenken.
Dat nadenken, dat kwam eigenlijk door iets wat ik op “De Slimste Mens” hoorde. Het ging over naar het werk fietsen. En wie er naar het werk fietst. En toen zei 1 van de kandidaten dat ze niet naar het werk fietst, omdat ze amper 1 kilometer kan fietsen, dat ze geen conditie heeft. En dat was efkes een eyeopener. Want die dame ziet er dus wel uit alsof ze alle dagen 10 kilometer loopt. Ofzoiets toch ongeveer. Vind ik dan toch hé. Dat ik dat dacht, dat komt omdat ik jarenlang, toen ik zo zwaar was – of toen ik stukken zwaarder was dan nu – altijd dacht dat alle slanke mensen altijd zo’n sportief leven hadden. In tegenstelling tot mezelf. In mijn ogen kon iedereen altijd veel meer dan ik. Veel meer als in: lopen-springen-vliegen-vallen-opstaan-en-weer-doorgaan. Dat dus.

Maar ik moest en ik zou, en kijk: ik kan dat nu: lopen-springen-fietsen-vallen (jeps, dat ook)- opstaan en weer doorgaan. Ik heb dat geleerd. Ik heb daaraan gewerkt. En ik heb daar hard voor gewerkt. Om te kunnen doen wat iedereen doet. Of tenminste, om te kunnen wat ik dacht wat iedereen kan. Want dan zegt er zo’n dame plots op TV dat ze geen conditie heeft.

Daar bovenop, toen ik daarstraks stond te praten met een collega, vroeg die collega mij hoeveel kilometer ik eigenlijk moet fietsen naar het werk. Ik vind dat dan altijd een beetje een gênant momentje, want ik moet eigenlijk helemaal niet zo ver fietsen, vind ik. Het standaard antwoord is dan ook altijd: “via de kortste weg 5 kilometer, maar ik neem de langere weg en die is er 8,5”. Ik vind het ook echt niet veel. Maar ik kreeg als antwoord “knap als je dat kan”. Hmz, beetje vreemd. Tuurlijk kan ik dat, 8,5 kilometer fietsen, da’s niet zo’n big deal.  Vorige week was er ook al een collega die zei “dat dat toch al wel een aardige afstand is”. Ja nu… kweenie. Amper 20 minuutjes rijden, beetje afhankelijk van mijn benen en de wind. Zoveel en zolang is dat allemaal niet. Vind ik nu. Toen ik niet eens tussen mijn zadel en mijn stuur paste, dacht ik daar eigenlijk wel totaal anders over.

Met dat lopen is dat ook zoiets. Ik loop nu dus 10 mijl (16 kilometer) zonder dat ik er specifiek voor moet trainen. Ik kan dat, en ik doe dat. In mijn ogen nog altijd omdat iedereen dat kan. Maar dinsdag zei iemand mij dat ik daarmee nu bij de minderheid behoor van mensen die dat kunnen. Alweer een minderheid, maar nu dus andersom.

Het is vermoed ik allemaal een beetje kwestie van perceptie, en ook kwestie van referentiegroepen. Toen ik veel te zwaar was, refereerde ik aan mensen die slank waren. Nu ben ik minder zwaar en kan ik een stukje lopen en fietsen, en nu refereer ik aan mensen die dat dan weer beter kunnen dan ik. Beter als in: ‘die lopen sneller dan ik, dus die lopen beter, en ik wil dat ook kunnen’. Terwijl… afgelopen zondag zijn een beetje de dekseltjes van mijn ogen gevallen. Het is niet evident, “zomaar” 16 kilometer kunnen hardlopen.
En ik, die zoveel moeite heeft gedaan om dit nu te kunnen, ik zou dat moeten weten. Maar ik was eigenlijk te druk met te denken dat iedereen dit kan. Dat het voor anderen wél gemakkelijk en simpel zou zijn. Ja doh! Echt niet dus Sandra!

Ik hoef eigenlijk helemaal niet te refereren aan anderen. Enkel aan mezelf. Want het traject wat ik afgelegd heb, dat mag er eigenlijk best wel zijn. Van veel te zware couch potato naar wie ik nu ben. Als ik refereer aan die persoon die ik toen was, dan kan ik echt wel zeggen dat dat dag en nacht verschil is. Mijn Garmin zei afgelopen week overigens ook het volgende: “U zit in de hoogste 30% voor uw leeftijd en geslacht.” Bon… op naar de 20% dan maar zeker?  😉

We don't see

BMI-hokjes

Wachten duurt soms lang. Zelfs al is dat wachten tot een CD geleverd wordt. Een CD waar ik wel naar uitkijk. Al heb ik hem – toegegeven – al een keer of 6 beluisterd via Spotify. Maar dan nog… ik wil dat ding gewoon hebben, en nu opzetten om te beluisteren. Levering om 20u staat er trouwens op de link. Ben benieuwd, dat is nog 13 minuten, want momenteel is het 19u47.

In tussentijd kan ik misschien al eens iets anders vertellen. Iets met dat gewicht. Want ja, er zijn een paar kilootjes af, en dus ging ik vorige week aan het rekenen. Rekenen om in hokjes te bevatten waar ik vandaan kom. En waar ik toch nog naartoe wil. Jajaja, toch toch.

Een goede 4 jaar terug zat ik in het lugubere “morbide obesitas” hokje. Een BMI van boven de 40: 46,1 meer bepaald. Dat is hoog ja. Extreem hoog, zegt de tabel. Met dus een heel hoog risico op aandoeningen zoals diabetes type 2, hypertensie en hart- en vaatziekten.
Gelukkig had ik dat allemaal niet. Maar wat niet was, kon zeker nog komen. En in ieder geval: gezond zal het absoluut niet geweest zijn.

Met elke kilo die ik afviel – wat zeg ik, met elke 100 gram die ik afviel – zakte mijn BMI. Zo ging ik van morbide obesitas naar obesitas. Een hokje waar ik nu al wel een hele lange tijd inzit. Te zwaar, nog altijd. Maar niet meer zo dodelijk als voordien. Nu was ik vorige week benieuwd om te zien waar ik momenteel zit. En dat is op een BMI 31,2.  Dat wilt zeggen dat ik ongeveer 15 BMI-punten gezakt ben. 15! En dus ging ik even rekenen. Want dat hokje “obesitas”, dat ergert mij eerlijk gezegd wel. Nu blijkt dat ik “maar” 4 kilo meer kwijt moet, en ik dan in een nieuw hokje terecht kom. Het hokje “overgewicht”. En dat wilt zeggen dat ik niet echt een risico loop, maar dat ik niet zwaarder moet worden (alsof ik dat van plan ben zeg! 😉 )

Ik wou dat eigenlijk eerst allemaal een beetje stilhouden, dat ik nog 4 kilo kwijt wil, en pas als ik ze kwijt was komen roepen dat ik niet meer obees ben. Maar bon… ons kent ons, en ons kan dat dus niet stilhouden. Zaterdag vertelde ik het dus al enthousiast tegen een vriend. Als ik enthousiast ben is zwijgen altijd heel erg lastig. En ook, ik ben eigenlijk best wel content. En trots ook, dat ik dit al helemaal zelf bereikt heb. Ik was verdorie bijna mijn granenkoekje kwijt, “want als ik dat niet opat zou mij dat al helpen bij die 4 kilo”. Slechte vrienden, ik zeg het! 😉

Ik vertelde het ook een vriendin via mail. Zij vroeg zich af wat zo’n BMI nu eigenlijk zegt, want als zij mij ziet, of foto’s ziet, dan vindt zij helemaal niet dat ik er te zwaar, laat staan obees, uitzie. Gewoon, normaal.

Dus goh ja… ik weet het niet zo goed. Het is inderdaad wel waar, dat zo’n BMI niet alles zegt. En dat ik het meer als een soort richtlijn moet zien. Langs de ander kant weet ik intussen ook wel dat het leven makkelijker wordt met een paar kilootjes minder. Al moet dat dan ook weer niet doorslaan naar de andere kant natuurlijk. Neemt allemaal niet weg dat ik toch blijf worstelen met dat zelfbeeld door dat gewicht. Afgelopen dinsdag nog, bijvoorbeeld: “of ik even mijn borstomtrek kon meten om te zien welke maat shirt er voor mij moest besteld worden?” Daar heb ik het dus écht heel lastig mee. In tegenstelling blijkbaar tot andere dames. Dames die smaller zijn dan ikzelf. Ik vond het dan ook wat raar. Zij zo weinig, en dan kom ik, met heel veel meer centimeters. Neen… dat lukt mij dus niet, dan blokkeer ik.

Toeval bestaat trouwens niet. Intussen is er op één “De Klas” gestart, met vandaag Dina Tersago. Over schoonheidsidealen. Ik ga maar eens kijken denk ik. Misschien leer ik er ook nog iets van. Het is toch wat het is, en het zal nooit voor iedereen goed zijn. Iets met verschil dat er moet zijn en van die dingen. Als dat nu ook eens tot in die hersenpan van mij zou doordringen… 😉

quotes

Overigens… mijn CD is dus nog altijd niet toegekomen. *bleit*. De website zegt: “Het spijt ons dat je pakket te laat is. Nu verwacht 6 september – 12 september”.  Zo kan ik het ook ja… onnozelaars!
Daarom, een stukje uit de CD “Lies and butterflies” (ik zei het al, toeval dat bestaat niet. Niet hé) van Mystery. Klikken op de tekst om te luisteren. Doen zeggik! 😉

Who are you to see what lies within my heart?
And who’s to judge me by the color of my wings?
Who are you to know what lies deep in my soul?
And who’s to judge me by the color of my wings?
What difference does it make if we can fly away?
The colors of our wings
What difference does it make once we fly away?

You were born to fly butterfly
Far away you’ll fly butterfly
You are free to fly butterfly
Spread your wings and fly…
Little butterfly

 

 

De weegschaal

De weegschaal. U weet wel, dat voorwerp waar je je op kan wegen.  En ja, dan bedoel ik inderdaad de personenweegschaal, en niet de keukenweegschaal.
Die weegschaal dus, dat is toch wel een raar ding. Een ding waar ik heel lang een haat/liefde-verhouding mee gehad heb. Meer haat dan liefde eigenlijk, zo door de jaren heen.

Ik heb dat ding echt zo hartsgrondig gehaat! Al van vroeger eigenlijk, terwijl ik toen niet eens wist dat ik nog het dubbele zou gaan wegen van wat ik toen woog. Alles is relatief.  En toen mijn gewicht dik in de 3 cijfers ging, was het janken toen ik op de weegschaal stond.

De laatste tijd heb ik dat niet meer. Ik ga op de weegschaal staan, haal mijn schouders even op, en heb meer een ‘het is wat het is’-attitude. Ik weet dat het net die attitude is die mij 124 kg liet wegen, maar dit keer is het toch een beetje anders. Want ik houd mijn gewicht wel wat in de gaten, uiteraard, maar ik ben er niet meer obsessief mee bezig. Neen. Verre van eigenlijk.

Want ja, ik ben afgevallen, en ik ben best veel afgevallen. 40 kilo is niet niks, en ik heb er best wel een poos over gedaan om dat te kunnen plaatsen. Op een moment stopte het afvallen ook. Ik weet ook waarom. En ik weet ook wat ik zou moeten doen om die laatste kilootjes nog te verliezen. Ik ben er zelf ook nog altijd van overtuigd dat ik beter af zou zijn met die 20 kilo minder, dat mij dat zou helpen om beter te lopen en te fietsen. Alleen… heb ik het er momenteel niet echt voor over.

Mijn leven nu, dat is een meer dan ok leven, in tegenstelling tot enkele jaren terug.  Ik doe de dingen die ik graag doe, en ik kan de dingen eten die ik graag eet. Ik kan leuke kleding kopen, en ik hoef daarvoor niet meer jankend in een kleedkamer te staan.
Die dingen doen, dat zijn zelfs dingen waarvan ik nooit had kunnen vermoeden dat ik ze graag zou doen. De sportschaal zeg maar, die is eigenlijk uitgeslagen naar een totaal andere kant. Van totaal niets doen, tot een beetje sportverslaafd. Iemand zei het mij daarstraks nog, toen mijn woon-werk-fietsverkeer ter sprake kwam: ‘dat jij met een omweg van en naar het werk fietst, daar schrik ik niet van, jij hebt dat ook nodig.’ Ze zou eens moeten weten dat ik op dat eigenste moment aan het bedenken was hoe ik nog een extra lusje aan dat woon-werkverkeer zou kunnen breien (en jaaaaaahaaa, ik heb dat extra lusje ook gevonden! 😉 )

Het is ooit zo anders geweest. Met elke halve kilo die ik vroeger verloor (en die er achteraf dubbel en dik terug bijkwam), dacht ik dat ik in een kleinere kledingmaat zou passen. Het is raar soms, hoe verwrongen gedachten op dat punt kunnen zijn. Ik zag mezelf toen ook pakken dunner dan ik toen was. Terwijl ik nu het omgekeerde heb, en mezelf een pak dikker zie dan ik ben: “Dat? Daar pas ik niet in, niets voor mij”.

De tijd dat mijn gewicht alles bepalend was, die heb ik eigenlijk achter mij gelaten. Want als mijn gewicht mijn leven zou moeten blijven bepalen, zoals het dat vroeger deed, dan zou ik in theorie nog steeds te zwaar zijn om de dingen te doen die ik nu zo graag doe. Dan zou ik nog altijd in de zetel zitten, met mijn boek, hopende dat er vooral niet teveel gevraagd werd of ik ergens mee naartoe zou gaan.

Neen, mijn leven heeft met dat afvallen, met al die kilo’s die ik kwijtgeraakte, en met dat sporten, een totaal andere wending genomen. Want hey… ik loop nu, en ik kan best wel aanzienlijke afstanden lopen. Echter, ik loop niet snel. Dat is iets wat ik nog een beetje moet plaatsen. 😉 En ik fiets. En dat fietsen, dat is best wel een dingetje. Want dat fietsen, dat gaat alsmaar beter en beter heb ik zo de indruk. Vandaag had ik zelfs een onvoldaan gevoel na goed 60 kilometer. Er hadden er van mij gerust 20 extra bij gemogen. Ik wil ook heel graag sneller kunnen fietsen. Ik weet dat ik daarvoor moet trainen, en ik ben ook bereid dat te doen. Gewoon, voor mezelf. Omdat ik toch eens wil zien waar die limiet uiteindelijk ligt.

Dat neemt allemaal niet weg dat ik soms toch wil weten wat mijn lichaam doet en hoe mijn lichaam werkt.  Dus ja, terug naar die weegschaal: ik weeg mij nog steeds. Ik weeg mij soms voor het lopen of fietsen, en na het lopen of fietsen. En zo weet ik precies hoeveel vocht ik op zo’n loopje of fietstochtje kwijt speel. Een loopje van 16 kilometer was laatst bij mij goed voor zomaar liefst een verlies van 2,5 kilo, op een relatief warme ochtend. Uhu. En inderdaad. En dan had ik mijn 2 flesjes voor onderweg flink leeggedronken, en erna een chocodrankje en een blik ice-tea.
Daarstraks had ik mij ook voor het fietsen gewogen, en erna. Ik was 1 kilo lichter, en ik had al gegeten en gedronken. En ja, ik weet dat dit geen kilo’s zijn die eraf blijven, want die ‘drink’ ik (en dit klinkt echt wel fout, maar ik bedoel dus water hé mannekes) er achteraf gewoon weer bij. Maar dat drinken tijdens en na het lopen en fietsen, het is mij duidelijk dat ik dat gewoon nodig heb.

Maar waar ik eigenlijk het over wou hebben – jaja, ik ben weer aan het uitweiden, en kom terzake Sandra, ik weet het, je kan dat allemaal best wel beknopter vertellen –  die weegschaal, die kan je dus beïnvloeden. In tijden dat ik nog niet zo goed door 1 deur kon met mijn gewicht – en neem dat ook maar letterlijk, als de deur te smal was 😉 – probeerde ik verschillende ‘houdingen’ op die weegschaal. Een beetje meer druk of een beetje minder druk, dat maakt dus een weeeeeereld van verschil. Enfin… op de weegschaal toch, in de praktijk bleef ik gewoon even zwaar. En even dik.

Want als je met 1 vinger op een kastje duwt terwijl je op die weegschaal staat, dan scheelt dat al gelijk ongeveer anderhalve kilo! Ahaaaaaa! In tijden van gewichtsnood, niet onbelangrijk, anderhalve kilo! Ha!
Overigens. Met 1 been op de weegschaal gaan staan: niet doen! Niet zeggik! En de reden is simpel: dan weeg je weer meer! Raar hé! En toch. Het zal iets te maken hebben met de massa die je lichaam is en die zich dan concentreert op die ene veer in die weegschaal. Sla mij niet dood als dit niet klopt, ik heb het niet wetenschappelijk laten onderzoeken. Allemaal pure zelfondervinding! En qua zelfondervinding, ik en die weegschaal, we go loooooong back!
Je tenen een beetje omhoog heffen, dat helpt dan weer wél. Alleen is het dan lastig om stil te blijven staan, en krijg je geen standvastig cijfer op de weegschaal. Ik nam dan meestal het laagste. Uiteraard. Hoe zou je zelf zijn?

Maar goed.. Ik doe dat dus allemaal niet meer. Ik weeg op dit moment wat ik weeg, en het is bijzaak geworden. Hoofdzaak is nu meer hoe ik mij voel, en nog veel belangrijker is dat ik kan lopen en fietsen. En dat kan ik! Wat meer heeft een mens nodig zo zeg? 😉 (herinner mij hier nog eens aan als ik nog eens begin te pruttelen dat ik zo traaaaaag loop! 😉 )

Enfin… oorzaak van bovenstaande is eigenlijk een Instagram-post van mijn mede-gazelleke. Iets zoals onderstaande afbeelding. Want alles is relatief. Ook je gewicht op Mars. Ja, je weegt daar minder, maar dat doet iedereen daar. Dus dik blijft daar dik, en dun blijft daar dun. Hey… maar misschien kan ik daar wél sneller lopen! Zei ik al dat dat sneller kunnen lopen een beetje een issue was hier? Of is ook dat weer relatief? 😉

100 kilo$.jpg

 

Stress!

Brabant Wallon vandaag. En jullie kennen het concept vast al: voormiddag, dat betekent dus alweer stress! Ik vind het zelf van de zotte, écht, maar het gaat gewoon vanzelf. De stress zit hem dit keer in het feit dat ik deze wedstrijd nog nooit dat meer helemaal rondgelopen ben, omdat ik daar elke keer al een klop van de warmtehamer gekregen heb.

Ik zit hier vandaag dan ook als gek de weerberichten te checken. Want tot op heden ziet het er wel ok uit, maar je zal zien… straks om 15u, als wij moeten starten, gaat ze daar zijn, de ongenadig brandende zon. Ze piept er tenandere nu al af en toe door!

Echt, ik ben niet gemaakt van warmtebestendig materiaal. Al van in mijn jeugd niet. Ik herinner mij nog dat ik op een turnfeest (op den Beerschot) afgevoerd ben naar de Rode Kruistent met een zonneslag. En daarna mocht ik een paar weken niet meer in de zon. Elk jaar opnieuw was ik ook weleens knalrood verbrand, zelfs al zat ik onder een paraplu in de tuin. Ik weet nog dat de apotheker in de Ardennen mij toen vermanend toesprak, “dat ik mij moest insmeren”. Maar zelfs dat hielp toen niet.
Ik ben een paar jaar terug ook eens van wat paletten waar ik op stond gevallen. Omstaanders weten het aan een teveel aan drank (het was tijdens Rock Werchter), terwijl ik enkel cola light gedronken had. Gewoon, weggedraaid van de hitte, de zon scheen ook toen ongenadig hard. Dus ja… teer velleke, teer meiske. 😉

Nu, intussen, met de kilootjes die ik kwijt ben en met dat ik wat sportiever geworden ben, is het al wel wat gebeterd. Het is blijkbaar dus ook een beetje kwestie van gewoonte. Want zat ik vroeger gewoon binnen (in het donker, want de zon moest vooral buiten blijven) op de zetel te wachten tot de avond viel, ga ik nu toch al eens een stukje lopen terwijl de zon nog schijnt. Afgelopen week zelfs 2 keer. Ik heb nu wel mijn drankgordeltje mee, en mijn mede-gazelleke verplicht mij ook alle 2 kilometer om een slok water te drinken, maar toch… er is progressie. Ook mijn huid lijkt zich een beetje meer te wapenen tegen de zon, in die zin dat ik toch al een heel lichtbruin kleurtje op mijn benen heb. Fietsen, dat helpt. Ik vind dan ook de hedendaagse mode heel plezant, sokken dragen onder jurkjes en kleedjes. Want ik hoef helemaal geen sokken aan te doen om dat effect te hebben. 😀 Plus ook, en dat kwam van een man afgelopen week, die mij zei: “maar Sandra, het is toch ook leuk dat iedereen ziet dat jij lijntjes hebt die komen van het sporten?” Awel ja… eigenlijk heeft hij wel gelijk!

Maar goed. Deze namiddag dus weer lopen. Voorlopig is het nog altijd grijs, maar opklaringen zijn nog altijd mogelijk. We zien wel. Denk ik. Ik probeer het maar uit mijn hoofd te zetten. En nog eens na te denken over het al dan niet met mijn drankgordeltje lopen, want er is uiteraard wel bevoorrading onderweg…
Ik ga in ieder geval toch eens aan die stress moeten werken. Als ik nu al zoveel stress heb voor een jogging van 11 kilometer, wat gaat dat dan zijn als ik ooit aan de start van die marathon ga staan? 😉

dear stress

5 jaar geleden…

5 jaar geleden

Mijn Facebook-status van exact 5 jaar geleden, hierboven. Toen had ik toch zeker wel het hele eind van achter de kleedkamers tot aan het voetbalveld gelopen. 100 meter zo ongeveer misschien. Niet eens. Had iemand mij toen gezegd wat ik 5 jaar later allemaal zou doen, ik had die persoon helemaal voor gek verklaard.

Ik heb het ook even opgezocht: rond die periode in 2013 ben ik ook gaan Weight Watcheren, en daar gaan bloggen. De start van mijn blogcarrière zeg maar. 🙂 Ik heb ze ook nog, die blogjes. En ik ben daarom maar eens gaan opzoeken wat ik zoal 5 jaar terug schreef. Niets om vrolijk van te worden, ik was vooral heel erg ongelukkig. Ongelukkig met mijn veel te dikke lijf, heel erg ongelukkig met mezelf. Met alles, quoi.

Overigens… die Teva-sandalen met die riempjes rond de enkels waarvan sprake hieronder, die heb ik moeten wegdoen wegens veel en veel te groot. Raar idee, dat ook je voeten kunnen vermageren, toch? 😉

In ieder geval… nu ik dit zelf zo herlees… miljaar zeg, hoe diep heb ik gezeten? Ik moet er eens werk van maken om die blogjes allemaal hier te plakken, zodat ze niet verloren gaan. Zodat ik altijd weer, als het even niet gaat zoals ik wil/verwacht dat het gaat, kan teruglezen. Om zelf te lezen hoe het ooit was. En hoe het nooit meer mag zijn. En dat ik best wel trots mag zijn op het parcours dat ik zo afgelegd heb op die tijd.

donderdag 13 juni 2013

En dan is daar plots die spreekwoordelijke druppel. Ik kan het niet meer, ik heb er zoooo genoeg van. Genoeg van dit lijf dat mij constant lijkt tegen te werken, genoeg van alle moeite die ik voor niets lijk te doen, genoeg van alle gedoe er rond.

Houd ik mij aan mijn puntjes, dan val ik inderdaad af. Permitteer ik mij een uitschuiver, binnen mijn extra weekpunten, dan wordt dat de volgende keer op de weegschaal gelijk afgestraft en is alles wat ik verloren heb er weer terug bij. Ook als ik een massa active points heb. Ik word er zo stilaan gek van!

Idem met sporten, lopen dan.

Nadat de eerste confrontatie verwerkt was (fitnessen helpt wel iets om je conditie op te vijzelen, maar lopen blijkt toch wel een paar graden intensiever dan je in het zweet werken op de crosstrainer), was daar al de volgende. Want hoe lang is het nu geleden dat ik gestart ben? Een week of 10? En ik kan nog altijd geen 5km lopen, laat staan 400m. Neen, want na 2 minuten protesteren mijn scheenbenen, en sta ik aan de kant. Alle spierversterkende oefeningen ten spijt.

En daarbovenop geraak ik gewoon mijn buikvet niet kwijt. Ik merk dat er aan mijn billen verlies is, want daar floddert mijn broek. Maar diezelfde broek spant ook aan mijn buik en tekent alle bloesjes en shirts heel lelijk af. Flubberbuik. En die blijft flubberen. En dik. Vooral dik. Heel dik. Veel te dik. Alles. Niet alleen de buik. 

En de druppel, dat zijn eigenlijk schoenen. Schoenen ja! Want zelfs schoenen kan ik niet kopen zoals ik het zou willen. Ik wou sandalen… maar het het enige wat mij past, dat zijn van die Teva-sandalen met 3 riempjes in 2 maten groter, omdat je die wat losser kan maken en omdat die erg breed zijn. Maar een wat eleganter exemplaar? Ho maar!

Ik kocht vorige week ook een paar fijne sandaaltjes tegen het aankomende feest van zondag. Een beetje meer ladylike enzo, omdat ook ik het waard ben. Zoiets. Ze pasten heel nipt, dus ik besloot het erop te wagen. Ik kocht ze. Sandaaltjes met blingbling, je zou de transformatie een keer zien. Dat duurde tot diezelfde avond, toen ik ze wou inlopen. Ik geraakte er nog amper in. Mijn voeten waren zo gezwollen, dat het leek alsof een olifant zich erin wou wringen. Geen zicht. Dus de sandaaltjes staan aan kant. En zullen daar blijven staan. Ik doe zondag wel weer mijn oude vertrouwde pumps aan die ik ooit als bij geluk kocht en die lekker breed zijn. Hetzelfde dus. Alweer.

Dus ja, die druppel, die maakt dat op dit moment mijn emmertje stevig overloopt. On top of it hoor ik net Bent van Looy zingen:

“Don’t try to change me
What I am is what I am”

Ik ben wie ik ben. Ja, inderdaad. Maar die Bent is dan ook niet veel te dik. Pffff… 

Water drinken: hoe doe je dat, onderweg?

Bon… nadat het afgelopen dinsdag leek alsof ik in de vijver gesprongen was toen ik toekwam van mijn looprondje, werd er geopperd dat ik vanaf nu eigenlijk best drank zou meenemen onderweg. Uiteindelijk loop ik toch altijd ongeveer anderhalf uur, en zelfs langer, en met de temperaturen van de laatste dagen is drinken onderweg geen overbodige luxe.

Eens. Echt. Jaja, ik ben het daarmee eens. Met deze warmere temperaturen ben ik ook altijd heel blij als ik op een Brallon aan de bevoorrading kom, en dat er soms ook extra bevoorrading is in de vorm van Michaël die mij tegemoet loopt met een flesje water in de hand.

6

foto: Laurent Saublens

Echter… jaja, er is een echter, en een maar ook, of wat had je anders gedacht? Ik wil dat allemaal wel, maar feit is dat die spullen om water in te doen om mee te nemen onderweg, niet afgestemd zijn op de wat zwaardere loper. Lees: dat heupgordeltje met die 2 flesjes, dat gaat wel rond mijn middel, maar ermee lopen, dat is nog een ander paar mouwen. Gezien ik tijdens het lopen toch iets dieper ademhaal dan als ik gewoon stap, is dat dus een probleem. Want dat gordeltje, dat schiet dan los.

Ik heb trouwens ook een camelbag. Eentje voor vrouwen. Neeneen, pun  not intended! In de winkel pastte dat ding goed. Uhu. Dat klikt boven de borsten vast, én eronder. Nu… erboven is geen probleem. Eronder gaat ook. Maar vertel eens, als je daarmee loopt: hoe moet je dan ademhalen? Uuuuuuuuuuuuuh, dat gevoel. Ik vermoed dat ik er wel een andere riem in kan steken, die wat losser kan, maar toch… eigenlijk… wat een idee zeg! Plus ook… dat ziet er gewoon vreemd uit, of is dat mijn gevoel/idee? Ik heb altijd het gevoel dat je gewoon die borsten accentueert, zeker als je niet PVV bent. Hoe doen andere vrouwen dat? En andere lopers die aan de zwaardere kant zijn? Hallooooo??? Licht mij eens even in, hoe lossen jullie dat op?

In ieder geval: zaterdag was het redelijk warm, dus ik wou inderdaad onderweg wel wat water drinken. Gezien bovenstaande opties niet werkten, besloot ik maar van mijn rondjes in te korten. En een fles water in de schaduw achter een boom te zetten. Alwaar ik om de 4 kilometer ongeveer passeerde. Ik heb zo dus ontelbaar veel lusjes (zo lijkt het toch 😉 ) in zowat mijn achtertuin gelopen om uiteindelijk aan 15 kilometer te komen. Maar het liep wel fijn, en het maakte mij op dat moment niet uit dat ik telkens ongeveer hetzelfde lusje liep. Ik liep. In zone 1 nog wel. Maar het liep wel goed, en erna was ik heel erg tevreden.

Zo tevreden, dat ik vandaag besloot om nog eens zo’n zone 1-loopje te gaan doen. En ook nu liep het goed. Geen toptijden, maar wel relaxt. Ook geen stress omwille van die lage hartslagzone, maar gewoon… goed. Meer van dat, echt! Ook mijn horloge was tevreden, want de recuperatietijd die het aangaf was echt minimaal. Tevreden dus, in tegenstelling tot vorige dinsdag. Ik kan het nog, dat lopen. En mijn conditie is blijkbaar ook nog wel ok. Alleen moet ik nu dringend dat bevoorradingsprobleem oplossen, want ik heb nu toch echt wel zin gekregen in meer en langere loopjes.  😉
Of hoe het kan keren op een paar dagen tijd.
(ik had overigens eerst “drankprobleem” getypt ipv “bevoorradingsprobleem”, maar bij nalezing vond ik dat er toch weer wat over. 😀 )

it took a long time

Uitgeplancheerd

“Ja, laat ons nog maar een plankske doen”. Het was er weer uit voor ik er erg in had. Soms zou ik ook beter gewoon mijn mond houden. Want het was niet dat we nog niet “geplancheerd” hadden, neen… we hadden al een laddertje plankjes gedaan (het klinkt ingewikkelder dan het is, geloof mij), en een serietje van 6 verschillende plankjes (het kunnen er ook 4 geweest zijn, ik ben de tel een beetje kwijt), en daarna nog een serietje van 4 (of zoiets was het toch zo ongeveer – planken en tellen, dat gaat duidelijk niet samen 😉 ).

En ja, ik schrijf mij hiervoor altijd gewoon zelf in. Vrijwillig. Geen druk, van niemand niet. De meeste oefeningen doe ik ook wel graag. Een occasioneel plankske ook ja. Alleen de triceps-dipjes, dat is puur de hel. Vandaar ook natuurlijk de flapjes onder mijn armen. Damn. Ik wist dat ik iets verkeerd deed! Maar ik weet natuurlijk ook wel wat voor hulp deze oefeningen kunnen zijn. Want zonder dat, had ik nog steeds triest aan kant gezeten omdat het lopen niet lukt.

Het is dan inderdaad ook niet de eerste keer dat ik aan de functionele training meedoe. Ik ben al sinds september bezig, met een paar onderbrekingen dan. Maar toch… het lukte allemaal stilletjes aan wel weer, en ik vond best ook dat ik al resultaat had.
En nu schakelt de coach dus een tandje hoger. Geen idee of het te maken heeft met de training die nu buiten is, of met de 2 groepen die nu samen gegooid zijn. Er zitten nu ook meer mannen in de groep, en meer mannen dat is ook meer testosteron natuurlijk, daar zou het ook aan kunnen liggen. Stiekem ben ik ook altijd blij dat ook zij het best wel lastig hebben met sommige oefeningen.

En neen, dat komt niet doordat de oefeningen ingewikkeld zouden zijn. Het zijn de simpele dingen die soms het meest pijn doen hebt ik gemerkt. Maar op zich weet je natuurlijk ook wel waarvoor je het doet. Want deze functionele oefeningen, dat zijn oefeningen waar je beter en sterker van wordt. Oefeningen die goed zijn voor een triatleet, en dus zeker ook voor een loper. Neeeheee, ik heb echt geen triatlon-ambities. Nope. Neeheee!  Het doel is en blijft wat het is: mijn plan M. Voila. En als ik voor dat plan M wat moet afzien op een matje, naast een matje, op een bal, met een gewichtje, met een elastiek, of op een Bosu, dan is dat maar zo. Al was op het einde het vaatje wel leeg. Mijn armen wilden niet echt meer mee, en bij de stretching bedacht ik mij dat het straks vast heerlijk slapen zal worden.

Het wakker worden daarentegen, met het onvermijdelijke opstaan… dat zal andere koek zijn. Misschien nog niet morgenochtend, maar dan toch wel zeker vrijdagochtend. Enfin… what doesn’t kill you makes you stronger en zo vanal. Ik hoop het maar! Mijn buik- arm- en beenspieren denken er het hunne maar van. 😉

chase_your_dreams

En Plan M, hoe staat het daarmee?

Hoe staat dat nu eigenlijk met dat Plan M? Jaja, die M van marathon ja. Awel… ik weet het niet. Ik weet het niet, omdat “het leven” tussen mij en het schema kwam. Want ja, het is simpel natuurlijk: als je partner een open-hart-operatie moet ondergaan, dan is al de rest even bijzaak. Ook een schema. Ook loopjes in zone 1. Of 2. Of 3. Ik was al blij dat ik tussendoor af en toe even gewoon kon lopen. Zonder op hartslag te letten, gewoon efkes weg van alles, de natuur in, en lopen.

Nodeloos te zeggen dat ik op die manier ook de draad van mijn schema helemaal kwijtgeraakt ben. Ik weet nu ook niet zo goed wat te doen. Ergens de draad halverwege terug oppakken, en het schema hernemen? Of hertesten, en een nieuw schema vragen? Ik weet het niet. En omdat ik het niet weet, loop ik meestal dus maar in zone 2. En in zone 3 als het Brallon of een andere loopwedstrijd is. Of zelfs zone 4. De Trailberg van zaterdag bijvoorbeeld, was voor mij ook een behoorlijk intensief loopje. En ik weet dat ik het daarna het even rustiger aan moet doen. Dus vanochtend besloot ik dan van een nuchter zone 1-loopje te doen. En ging ik weer vechten met de limiet van mijn zone 1.

Had en als en dan helpen dan ook niet. Het is wat het is, ik heb door omstandigheden mijn schema moeten loslaten, en ik moet eigenlijk gewoon nu herpakken. En heel veel zone 1-loopjes doen. Meer dan ik er nu doe in ieder geval. Feit is dat dat niet gemakkelijk is als er quasi elke week wel een loopeventje is.

Nu goed, feit is dat ik nog wel tijd heb. Het najaar van 2019, dat is nog efkes. Dat is ook mijn probleem, dat ‘we hebben nog tijd’-ding. Want ik ben van het uitstellen. Ik werk graag tegen deadlines aan, want dan ben ik op mijn best. Alleen werkt dat natuurlijk niet zo als je moet opbouwen, als je vooraf kilometertjes moet gaan doen, omdat het anders miserie troef wordt. Ik weet dat. Maar het dringt nog niet helemaal door. Dat komt hopelijk wel, als er eenmaal gekozen is welke marathon ik uiteindelijk ga lopen. Want ook dat heb ik nog niet beslist. Ik zou het begot ook niet weten. Welke? Waar? Wanneer? Wat zijn de opties? Hoeveel tijd heb ik? Dus ja… die mindset, die moet ik nog wel even maken.

Buiten het lopen op zich, is er ook nog de kwestie van het gewicht. De kilootjes. De kilootjes teveel. Kilootjes die ik er nog altijd niet afgekregen heb, ondanks het plan om dit jaar 10 kilo te verliezen. Het jaar is nog niet om neen, maar echt iets kwijt ben ik niet. Integendeel. Stiekem zijn er zo wel een kilo of 3-4 bijgekomen eigenlijk. En eerlijk? Na de fotootjes van de Trailberg afgelopen weekend, vind ik het ook wel welletjes geweest. Er moet wat af!

Het is ook niet dat ik alles zomaar op zijn beloop laat. Want ik loop uiteraard nog altijd wel gemiddeld 25 à 30km/week, en ik ga ook nog altijd naar de Core Stability-training. Elke week ben ik op de afspraak – met die paar weken dat mijn man in het ziekenhuis lag en net thuis was uitgezonderd – en probeer ik flink de oefeningen mee te doen. De ene oefening gaat al wat beter dan de andere, en aan de armen moet nog flink gewerkt worden, maar toch… ik merk wel dat mijn spieren wat steviger geworden zijn. Het “plancheren” gelijk er gezegd wordt, dat gaat al een stuk beter dan in het begin van het seizoen.

En in het kader van die spieren: vanochtend trok ik een jeans uit de kast die ik al enige tijd niet meer had aangehad. Type slim fit. Uhu. Ze was vorig jaar net goed, dus och… dit jaar moest dat ook nog wel lukken. Ja nu… die kuiten hé! Ja, daar komt wat vorm in, maar blijkbaar brengt die vorm ook mee dat ze toch uitgezet zijn. Aaaargh! Echt hé! Ik wil van die mooie slanke kuiten! En nu passen ze zelfs al niet meer in mijn jeans!

Dus ja, herpakken maar hé. En dat herpakken, doe je op een mooie maandag waarop je de brug maakt. Op tijd uit bed, om een traag nuchterloopje te gaan doen. Een nuchterloopje waarop je ook wel alle tijd hebt om na te denken. Geen mens op de baan, absolute stilte aan de vijver  – buiten dan dat koppel ganzen met kuikens die mij de weg versperden en waardoor ik teruggelopen ben en bijgevolg een kilometer verder liep dan gepland omdat ik een achtervolging door een gans niet zag zitten. Het is dus eigenlijk simpel. Zoals altijd. Dat eten, dat kan beter. Minder van het ene, meer van het andere. En ‘neen’ zeggen zo af en toe. Niet altijd, maar toch… ietske meer dan nu. En ook: lopen met mijn gezond verstand, een beetje meer op het gevoel. Zonder test. Ik weet intussen wel wat mijn lichaam kan en wat niet, en wanneer het in overdrive gaat. Ik weet ook dat ik heel traag en heel lang moet lopen om mijn basis te verbreden, en zolang ik dat niet goed onder controle heb, heeft een hertest eigenlijk geen zin. Genoeg dingen om de komende tijd mee aan de slag te gaan dus. Dus ja, dat plan M, daar ga ik nog altijd voor. ’t Zal wel zijn! one step.jpg