Gisteren, tijdens mijn middagwandeling, zo ergens halverwege, viel mij plots de gedachte in dat het allemaal geen toeval is.
Neen, uiteraard is het geen toeval. Het vallen van de bladeren, het leven in de natuur dat weer even stilvalt voor de winter, mijn gemoedstoestand, en daardoor ook mijn muziekkeuze.
Synchroon zeg maar. Want de laatste paar dagen is het een en al melancholie in mijn oortjes. Ik kies voor muziek die mij raakt, waar ik wat weemoedig van word bij het wandelen. En tijdens het werk. Bij het lopen eigenlijk niet, want voor het lopen heb ik een 3-tal vaste lijstjes met vooral oppeppende muziek. Ik moet natuurlijk wél zien dat ik mijn kilometertjes in het donker een beetje vrolijk kan afleggen, en als zo’n Ricky Martin mij daarbij kan helpen met zijn “livin’ la vida loca“, heel graag ja! En ja, klik vooral de link aan, ik word er in ieder geval blij van.
Maar als ik wandel, dan mag het wat anders zijn. Tsja, en dan zijn daar ‘mijn’ klassiekers hé. Ik moet maar even mijn geschiedenis openklikken, en hups… daar duikt Glen Hansard al op. Wie anders? Die Falling Slowly (jeps, daar hebdet al) moet ik intussen al digitaal grijs gedraaid hebben. Ik las dat Glen en Marketa ook samen gaan optreden. Ware het niet zover (in den Amerik begot), ik ging ernaar toe. En jankte mezelf dan waarschijnlijk een oog uit. Als het mij al zo raakt via mijn oortjes, dan zal dat het live ook wel doen. Allez ja, dat doet het ook, want ik heb het nog bij geen enkel solo-optreden van Glen droog gehouden eigenlijk. Maar laat dat vooral een goed bewaard geheim blijven. En ik heb – uiteraard – ook al tickets voor 1 van zijn optredens in mei.
“Moods that take me and erase me
And I’m painted black“
Ik kwam via die Glen Hansard ook bij Interference uit. “Gold“, hoe schoon is dat!
“Hell you better be you
Do what you can do
Walking on moonbeams
And staring out to sea“
En dan klik je dat aan, en dan komen er weer andere suggesties. Van teen naar tander. Van tander naar teen. Goed dat zo’n middagwandeling maar 40 minuutjes duurt eigenlijk. En dan kreeg ik als suggestie Damien Rice. Zijn “The blowers daughter” sloeg mij ook even in het gezicht, bij wijze van spreken.
“And so it is just like you said it would be
Life goes easy on me
Most of the time
And so it is the shorter story
No love, no glory
No hero in her sky“
En bon ja, ik kan er niet aan doen, maar ik heb er ook nog eens een stevige portie “The Scene” doorgedraaid. Ik zei het ooit al: die teksten, die Thé. De combinatie van beide. The Scene... Met 1 van de nummers waar ik altijd weer naar teruggrijp, Open.
“En de maan klimt hoger
En de wereld kraakt
En ik word dover
Ik hoor m’n eigen woorden vallen
Maar niemand wordt geraakt
En ik zoek naar het woord dat alles open maakt.”
Dus ja. Dat dus. Beetje warrig, beetje verward, beetje melancholiek, een beetje je-ne-sais-quoi. Maar het is er wel. En ik houd het ook even vast.
Herkenbaar, ik loop dan wel niet maar ik heb ook last van die melancholische bladeren. Maar waar ik écht last van heb, de groebbels van krijg zelfs is dat reclameke met Astrid op de Willy. Hoort de rest van de wereld niet dat die een superirritante stem heeft? Och, alles is relatief… Astrid heur blaadje is ook al wat aan het vallen denk ik. 😉 Ik tel af naar 21 december, dan komt het licht weer stilaan terug.
LikeLike
Ik snap sowieso het hele concept ‘Astrid’ niet, en waarom zij opgevist wordt om een irri reclameke in te spreken over winkelcentra waar ik toch nooit naartoe ga. 😉
Maar het kan aan mij liggen! 😉
LikeLike