7u, wat een pokkeherrie, die GSM. Zaterdag! Fietsdag! Heb ik ergens pijn? Neen, eigenlijk niet. Niet eens een spier die wat stijf is. Verrassend eigenlijk. Op naar dag 3 dus maar. Wel een beetje frisjes buiten. Frisjes? Zeg maar koud. OK, wat aan te trekken? Zweethemdje, check. Shirt met lange mouwen, check. Clubtruitje, check. En windjasje, check. Zo zal het wel volstaan. Hopelijk.
En wij dus weer weg, na het ontbijt. De ene al wat enthousiaster en met meer goesting dan de andere. Ikku niet. Eens op de fiets is vertrokken en blijven gaan. Bergop of niet.
Ik herinner mij dat we weer op die lastige niet niet vlakke weg van de dag ervoor reden. Zelfde scenario, vlak gaat ok, maar bij het minste bergop is de groep mij kwijt. Damn. Dat is toch echt wel een verbeterpuntje, dat kan en moet gewoon beter.
Vooraf hadden we besproken dat als het echt te lastig werd, we een stuk zouden afsnijden. Eenmaal op dat punt gekomen werd er toch beslist om het lusje erbij te rijden. We waren nu toch aan het rijden, het zou wel lukken.
Misschien moeten we in de toekomst de routes ook beter checken, want anders waren we de Tour de Millénaire helemaal mislopen. De Tour de Millénaire, dat is een uitzichtspunt in Gédinne op het hoogste punt van de provincie Namen (de Croix Scaille, 505m). Er zijn 3 plateaus: 15 meter, 30 meter en 45 meter. En daar stonden we dus naar te kijken, en dacht ik: ik wil naar boven. Een deel besloot dat het voor hen niet nodig was, en dus hadden we gelijk “oppas” voor de fietsen. Op naar boven, weer klimmen. Met klikschoenen niet zo evident, maar op sokken lukt dat dus ook. Ha! En inderdaad, het uitzichtspunt boven was schitterend. De hele vallei van de Semois in alle richtingen. Groen, groen, alles groen. Daar mag je mij dus altijd voor wakker maken, voor dergelijke dingen.
Naar beneden op sokken was iets minder evident dan ik dacht, maar goed… ook dat lukte. Alleen jammer dat er geen koffiehuisje ofzo was, want daar was ik intussen wel aan toe. Een slok uit de drinkbus dan maar, en een hap peperkoek erbij. Ook dat is wel lekker als er niets anders beschikbaar is.
Uiteindelijk vonden we toch een terrasje dat open was. Eigenlijk het enige wat we op de hele tour tegenkwamen. Na het terrasje reden we nog een rondje rond de kerk (iets met een gps die de verkeerde afslag aangaf, eigenlijk best wel hilarisch) om dan onze weg te vervolgen. Bergop met een volle maag spaghetti, ik geef het je te doen. Dus dan maar even weer af de fiets, en even verderop er terug op. Tsja. Nog shame, als het niet lukt dan lukt het niet. En ik had er ook alle vertrouwen in dat mijn fietsmaatjes boven wel op mij zouden wachten.
Na een bergop komt er gelukkig ook altijd een bergaf, en deze bergaf zat in het parcours van de Trophée des Grimpeuses Vresse-sur-Semois voor dames. Onderweg bergaf voelden we ons dan ook échte koereurs, met publiek langs de kant en mensen die foto’s namen. Grappig. 🙂
Eenmaal beneden was het weer tijd om de vochtvoorraad aan te vullen, en om ook de finish van de koers af te wachten. Overigens het was daar ook pokkeheet op dat terras. Daar zat ik dan, met al mijn warme kleding van die ochtend. Veel te veel aan, waar blijf je met al die spullen op een koersfiets hé?
1 van onze mederijders (ja Gino, jij!) dacht dat we daarna heel steil bergop moesten, bijna vanop het terras. Een klein paniekje maakte zich al wat meester, en ik bedacht dat ik dan toch maar weer te voet zou gaan. We zetten onze fietsen al handmatig op de kleinste plateau, dan waren we er toch al klaar voor, voor die helling die al gelijk na het terras startte.
Tot mijn grote verbazing bleek het allemaal wel heel erg goed mee te vallen. Ik fietste relatief gemakkelijk naar boven, en plots waren we ook aan ons logement. Waar was die steile helling nu?
In ieder geval: 64 kilometer en 871 hoogtemeters. Ze waren weer in de pocket. Dat glaasje cava was dan ook verdiend! 🙂
Je maakt nog eens wat mee zo met de groep. Leuk ook je foto’s
LikeLike