De Smeys en consoorten

De rit van vandaag ging naar Overijse. Overijse. Dat is met heuveltjes enzo. Ik had in de rapte even een blik op de gpx geworpen, waarna even de “teveel heuveltjes naar mijn goesting”-gedachte door mijn hoofd schoot.

Maar goed. Ik schreef mij afgelopen week in voor de BeatEveryDAy-challenge, en fietsen moest ik dus toch. En er werd mooi weer voorspeld, dus och ja… fietsen dus maar.
Al van bij de start van de rit voelde ik dat het ‘m niet zou worden vandaag. Wat ‘m is kan ik niet goed beschrijven, maar in ieder geval iets met een hartslag die al gelijk veel te hoog lag en met een tempo wat ik niet zo goed kon volgen. En toen reden we nog op de vlakke stukken. Ik hield mijn hart al vast, in zoverre dat dat natuurlijk kan als je op een koersfiets zit natuurlijk.

De eerst bergopjes gingen – naar mijn norm – nog ok. Ik herkende op de route hier en daar wat baantjes en paadjes van toen ik nog heel veel liep. Leuk, feest van de herkenning. En toen kreeg ik plots een klein paniekaanvalletje. Want een blik op de GPS zei mij “Smeysberg“. Eeeeh… halloooooo??? Ik had toch nog maar net een paar dagen geleden tegen een collega gezegd dat ik die Smeys nooit vanzeleven zou oprijden? En nu zouden we dan toch… ?

En jawel hoor…. we draaiden af, en daar stond de Smeysberg in volle glorie te blinken in de ochtendzon. Damn. En paniek, dat eigenlijk ook. Al van voor ik eraan begon. Evengoed, ik moest erop. Trappen gelijk zot dus maar, want dat is hoog, en vooral steil. Paniek! En die paniek nam al heel snel de overhand, want om de een of andere reden was ik niet bezig met omhoog fietsen, doch wel met uitklikken. Want ja, stel dat ik stil val, en dan niet kan uitklikken, dan val ik om. Dat dus. Ik was dus eigenlijk meer bezig met dat uitklikken dan met gewoon trappen en zien dat ik boven geraakte. Zucht. Uiteindelijk lukte dat uitklikken ook wel, maar toen was het ook wel gedaan met trappen natuurlijk. Te voet verder omhoog dan maar. Nu ja, goed… tot daaraan toe. Boven wachtte ons overigens een traktatie van Aldi in de vorm van een appeltje en een fietstruitje. Zomaar. Top!

Ik dacht dat ik met die Smeysberg het ergste achter de rug had. Think again Sandra, en kijk in ’t vervolg beter naar de route voor je vertrekt! De Moskesstraat kwam nog. Een helling van alweer ongeveer 9,2%, maar op kasseien. Man man – of vrouw vrouw – respect voor die wielerpro’s die daar tegen een snelheid die ik nog niet eens op een vlak parcours haal opknallen. Pfff. En ja, je raadt het al: weer de fiets af, weer te voet. Blegh.

Daarna kwam er nog een klim met kasseien, en daarna wou ik mijn fiets aan de haak hangen. Het huilen stond mij nader dan het lachen. Geen enkele van die steile klimmetjes kon ik, en overal moest de ploeg op mij wachten. Het lukte gewoon niet, ik kon het niet, en on top gingen mijn longen ook weer piepen. Wat deed ik daar ook eigenlijk?
Een beetje erna kwam er een langere klim die mij duidelijk beter lag. Niet dat ik deze in een geweldig tempo reed, maar dat is bijzaak. Ik fietste helemaal naar boven, op toch ook een helling die niet van de poes was, maar toch overheerste nog altijd het gevoel van teleurstelling.

Aan het einde van de rit moest ik dan ook concluderen dat deze rit eigenlijk veel te zwaar was voor mij. Niet omwille van het aantal hoogtemeters, want ik heb er al weleens meer gereden, wel omwille van de aard van de hellingen. Kort en steil, dat ligt mij duidelijk niet. Ik panikeer, en daardoor durf ik ook niet meer verder te fietsen.

Wat wel jammer is. Want de rit op zich was echt heel erg mooi. Ik heb prachtige vergezichten gezien, en bergaf fietsen is ook nog altijd de max. Maar ik heb daar veel te weinig van kunnen genieten omdat ik veel te hard bezig was met afzien, of met denken dat ik zou afzien. Of vallen. En foto’s heb ik daardoor helemaal al niet kunnen nemen.

Intussen zijn we een paar uur verder, en is de rit verteerd. De teleurstelling nog niet. Het blijft toch wat draaien, dat ik die hellingen niet helemaal kon omhoog fietsen, dat ik zo dood was. En bon ja… dan zet zich dat in mij hoofd. Want misschien kan ik dit wel, die hellingen oprijden, en is het eigenlijk alleen maar kwestie van de juiste mindset en focus. De eerste reactie na de rit was eigenlijk dat ik deze rit nooit meer wou rijden. Maar nu begin ik toch stilaan wel te denken dat ik ze toch nog weleens wil doen. Maar dan met een betere mindset, en met minder paniek. Ik heb geen idee of ik er dan wél helemaal kan oprijden, op die nijdige heuvels, maar ik wil toch niet het gevoel hebben dat ik zomaar de handdoek in de ring gegooid heb zonder het nog eens te proberen. Wel niet direct volgende week natuurlijk…. 😉

Advertentie

4 gedachten over “De Smeys en consoorten

  1. djaktief

    Je doet die percentages niet iedere dag toch. Je moet zo’n berg ook leren kennen. Als je weet waar de lastige stukken zitten en hoe je het moet indelen dan kom je zeker verder ingeklikt boven dan waar je nu bent geraakt. (Ik moet op steile stukken echt mijn helm af anders gaat mijn hartslag te hoog. Maar dit soort klimmen kan ik niet met mijn knie). Ik vind het super dat je in je blog toch al weer zin hebt om het te proberen. Ik heb je route bewaard voor mijn man.

    Like

  2. Pingback: Lafôret, fietsweekend dag 1 | My thoughts are like butterflies

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s