11.11.11 in Vossem

Het begon al goed. Die snoodaard van een Peter nam al voorsprong door alvast de avond voor de wedstrijd zijn blog te schrijven! Vorig jaar kwam hij namelijk derde met zijn blog, dat is na de blog van Benny en na mijn blog. Hij besloot daarom ons dit jaar een stapje voor te blijven.
Echter… gezien ik vorig jaar laatst aan de finish was, besloot ik daar dit jaar iets aan te doen. En mij in te schrijven voor de 5 kilometer. En zodoende voor Peter aan de finish te zijn. Aha! Wie niet supersonisch snel is, moet slim zijn! Nota van de redactie (ikku dus): gelukkig had ik geen plannen om voor Benny te zijn, want die was in een zucht aan de meet op die 5 kilometer, in een nieuw parcoursrecord dan nog. Buitenaards, die man. 😉

De reden voor die 5 kilometer was eigenlijk wel een andere: sinds ik wat met mijn ademhaling zit te foefelen, heb ik niet echt meer lange afstanden gelopen. Zelfs korte afstanden vind ik tegenwoordig nogal een opoffering. Het was dus hoog tijd, gezien ik nu de juiste medicatie zou moeten hebben, om mezelf én mijn longen te overtuigen van het feit dat ik het nog steeds kan, dat lopen. Dat ik best 5 kilometer (en waarschijnlijk ook meer) in 1 stuk kan lopen. En, niet onbelangrijk: dat ik dat ook nog onder de 8 minuten/kilometer kan, want dat was al heel lang geleden.

Op naar Vossem dus. Een nat Vossem. De hemel huilde, en met reden, op zo’n 11de november. Maar goed, we gingen het over het lopen hebben. De inschrijving ging verrassend snel, het obligate stressplasje nog sneller. Nog nooit meegemaakt, op een half uur voor de start een toilet vinden zonder file. Maar des te beter. En och, stressplasje… ik had geen verwachtingen, dus ik stond eigenlijk stressvrij aan de start dit keer.

De start. Bergop. Ergens in mijn achterhoofd ging er een belletje rinkelen, dat ik bergop wat trager moet lopen, en dat ik nog maar aan mijn eerste kilometer bezig was. Ding ding! Hoog tijd om mezelf al even op de plaats te zetten. Hallooooo Sandra! Het zijn maar 5 kilometertjes, én we zijn geen LSD aan het lopen, dus loop nu gewoon door! Ik was dan ook blij verrast bij de piep van de eerste kilometer, want die was iets sneller dan ik verwacht had. Zou ik dit wel kunnen houden? Neeneen, niet zeuren, lopen. Gewoon lopen.

Ergens aan de overkant van de vijver hoorde ik iemand roepen. Ik had net daarvoor gecheckt of ik niemand bekend zag aan die overkant, maar op een moment besefte ik dat die iemand dat punt al zou moeten voorbij zijn. Was hij ook, net. Maar toch even een oppepper, als er geroepen wordt. Door dus maar, kilometer 2 kwam zo hard in de pocket! De 2 dames voor mij kon ik nét niet voorbij, maar ik besloot het niet aan mijn hart te laten komen en gewoon te blijven lopen. De piep van kilometer 2 toonde dat ik nog steeds mooi hetzelfde tempo, beneden de 8 minuten dus, liep.

Ha, mooi zo, ik was al tevreden met mezelf. En in de bocht kon ik zien dat ik dit keer niet eens laatste liep. Ik werd er toch een klein beetje blij van. Gelukkig maar, want kilometer 3, daar kreeg ik een beetje een dipje. En twijfels. Kon ik dit wel volhouden? Mijn benen, doen die niet wat zeer? Zou ik niet beter een beetje stappen? Neen neen neen, ik ging toch niet stappen op een wedstrijd van amper 5 kilometer zeker? En al die mensen die nu achter mij lopen mij voorbij zien gaan? Neeneen, dat doen we dus niet. Lopen Sandra, en gewoon blijven lopen!

Een beetje verder hoorde ik een jongen tegen zijn papa zeggen ‘kijk, daar is de 3’. Aha, over de helft dus, op naar de 4. En als ik op 4 was, dan was het maar een kilometertje meer. Dan was ik er al bijna. Woohoow! En zag ik daar in de verte geen bekend silhouet lopen? Een dame die ik ken? En verbeeld ik het mij nu, of kwam ze alsmaar dichterbij? Ik haakte aan bij een papa en zijn 2 zoontjes, zij liepen net iets sneller dan ik. Dat lukte, dat lukte, dat lukte. Ik zou dat moeten kunnen volhouden! Hopelijk.

Tuut, kilometer 4. En ja hoor, de dame in kwestie was op nog slechts enkele metertjes van mij verwijderd. Erop en erover! Terwijl ik even naast haar liep sommeerde ik haar mij te volgen. Wat ze ook deed, tot aan het laatste bergopje, daar moest ze mij laten gaan. Jammer voor haar, maar ik besloot toch nog even door te trekken tot aan de finish. Bijna, bijna… nog een kleine versnelling, nog enkele mensen voorbij lopen, en tadaaaaa! Ik had het gehaald! In een tijd waarvan ik voor de wedstrijd niet eens had kunnen dromen dat ik dat had kunnen lopen. Want ik had eigenlijk voorzichtig een voorspelling van ongeveer 43 minuten gedaan. Ook gezien mijn laatste loopjes. Maar ik finishte in de voor mij mooie tijd van 37’45, en dat was bijna 5 minuten onder de verwachting.

Qua feelgood kon het wel tellen. Ik had én nog adem genoeg gehad om mensen voorbij te gaan, én ik had de volledige 5 kilometer gelopen én ik had sneller gelopen dan verwacht. Ik kan het dus nog, dat lopen. Dus we gaan dat nog doen. En weer geloven in de opbouw. Ik kom er wel weer, want ik kan dat. En infeite: ik doe dat nog altijd graag, dat lopen. Valla! Let’s go! Waar zijn die doelen? 😉

Advertentie

6 gedachten over “11.11.11 in Vossem

    1. Sandra Berichtauteur

      Dankjewel! Ik ben meestal onderweg al een beetje bezig met hoe ik het zou beschrijven, maar tegen dat ik effectief ga schrijven ben ik dat dan weer vergeten. 😉

      Like

      1. djaktief

        Ik denk dat onderweg ook wel eens, maar ik vergeet eigenlijk alles weer. Zelfs tussentijden en plaatsen vergeet ik. Het is de zen die bij hardlopen hoort.

        Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s