Gisterenavond, na mijn loopje, overviel het mij even. Het gevoel van: “wauw, wat ben ik blij dat ik kan en mag lopen”.
De oorzaak van dit gevoel valt niet ver te zoeken. Ik had mij de godganse dag zo verschrikkelijk slecht gevoeld. Niet alleen mijn maag zat in de knoop, ook in mijn hoofd was er geen orde te vinden. Was het omdat het nu een week geleden was, dat aangekondigde ontslag? Was het omdat ik in die week ‘maar’ 3 sollicitaties verstuurde? Was het omdat ik intussen zowat alle jobs die er op de jobsites staan al zowat vanbuiten ken? Was het omdat ik eigenlijk begot niet weet wat en waar en hoe? Was het omdat ik naar mijn gevoel met niets anders meer bezig ben dan met die zoektocht naar ander werk?
Ik ben eigenlijk niet zo gezond bezig besef ik, door mezelf die druk op te leggen. Uiteindelijk heb ik nog werkzekerheid tot 16 juni, en word ik daarna ook nog wel een aantal maanden uitbetaald. What’s the pressure? Geen idee. Aard van het beestje vermoed ik.
Ik heb dus rust nodig. Rust in mijn hoofd vooral, want zoals ik al zei: ik ben nogal een binnenvetter. Uiterlijk is er niet zoveel aan te zien, maar in mijn hoofd blijft het allemaal maar door- en doormalen. Vakantie, dat is dus wat ik nodig heb, dus vakantie it is! Vakantie in eigen tuin wel, maar werk genoeg daarzo. Er zijn wat struiken die plaats moeten maken voor mooiere struiken op termijn, dus daar ga ik mij eens in smijten. Note to self: haal eerst die anti-allergie pilletjes maar, anders zal het rap gedaan zijn met dat smijten.
Nu, gisteren zag ik er blijkbaar zo slecht uit, dat mijn collegaatjes mij vroegen of het wel een goed idee was om die avond te gaan sporten? Ik geef toe, ik twijfelde ook even. Maar ik moest toch hoognodig een frisse neus, dus gaan zou ik toch. Ik moest ook nog mijn loopje van dinsdag, toen ik voor de eerste keer sinds lang weer 10 kilometer liep, gaan bevestigen.
Toch had ik op 1 of andere manier niet veel zin om te lopen. Teveel aan mijn hoofd. Ik kon ook nog gaan stappen natuurlijk. Niets zo goed om je hoofd leeg te maken als een toereke alleen stappen/lopen.
En toen zag ik plots iemand voorbijflitsen. Een dame waarvan ik weet dat ze onlangs voor het eerst sinds lang weer 5 kilometer gelopen had. Een dame die mij ook afgelopen dinsdag nog zei dat ze het domein nog niet goed kende. Ik achter haar aan, en wij samen op weg. Het steilste stuk naar boven stonden we onszelf toe om te stappen, maar daarna gingen we toch echt weer aan het lopen. Het ging best goed, al moest ik af en toe wel aan de rem trekken. Kwestie van niet halfdood aan de streep te komen. Ik zal nooit een snelle loper worden, maar als ik mijn tempo kan houden, dan kan ik best wel lang lopen. Het babbeltje onderweg deed mij deugd, en daar waar ik al bibberend van kou vertrokken was, moest ik toch al snel mijn jasje uitdoen wegens te warm. Een jasje dat ik trouwens een paar maanden terug te klein gekocht had (ik leer het maar niet, dat ‘gepast’ kopen). Maar het past nu perfect! Reden te meer om door te gaan met dat Restarten natuurlijk, maar dit terzijde.
Bon, we liepen rond de Franse tuin, langs het bospad van de Ring, en zo door naar het bruggetje. Gezien het nogal bergop-parcours, was het daar tijd om een stukje te stappen en in de verte Japan te zien liggen. Een stuk van ongeveer een kilometer. De terugweg, die liepen we weer. Helemaal. De beloning zat hem immers ook op de terugweg, want daar mochten we bergaf lopen. Niets zo leuk als bergaf lopen, ik heb het al een paar keer gezegd. Daar kan ik dan het tempo lopen wat ik altijd zou willen lopen, daar kan ik ook met grote passen en een ferme uitzwaai van mijn benen lopen. Tenminste, dat denk ik toch. Ik vermoed dat het er anders uitziet, maar in mijn hoofd is het dus dat. 😉
Eenmaal weer beneden gingen we door tot een afgerond cijfertje. Ik weet dat het “aan den bareel” stop is, maar als daar aan diene ficitieve bareel 6,750km staat op mijn horloge, dan is dat ook maar triestig. Die 250 meter kunnen er dan écht nog wel bij. Nog een klein stukje op de piste door dus, en we waren er. 7 kilometer, astemblieft, waarvan we er toch goed 6 gelopen hadden. Ik ben trots op onszelf! En vooral trots op ons Els, want zij heeft dat keigoed gedaan, dat eerste rondje ‘in den bos’ gelopen!
Daar bovenop was mijn hoofd ook lichter. Niet alleen mijn hoofd, ik had ook ineens een hongergevoel. De kassei op mijn maag was al lopende dus ook opgelost. Alleen daarom al ben ik zo blij dat ik kan en mag lopen. En dat dat lopen momenteel volledig pijnvrij is, en gewoon weer lukt. Morgen mag ik weer. Ik heb er plots heel veel zin in! Leren joggen, dat moet zowat het mooiste cadeautje zijn wat ik mezelf ooit gegeven heb.