Zaterdagochtend, 9u40. Al even op, ontbeten, koffie gedronken. Een vreemde kriebel zit er in mijn buik. Een nerveuze kriebel.
Nochtans, er zou niets moeten zijn om nerveus voor te zijn. Ja, straks is het de eerste wedstrijd van “Le Challenge du Brabant Wallon” in Nivelles, maar gezien ik toch niet voor een klassement loop, moet ik hier niet nerveus voor zijn. En 10 kilometer, die deed ik vorige week nog. Ik heb voor mezelf ook uitgemaakt dat ik het gewoon op mijn tempo doe, en het dus als training zie. Dat kan het dus ook niet zijn. Of dat zou het toch niet moeten mogen zijn. Ik zou chill moeten zijn.
En toch zit die vreemde spanning net boven mijn maag. ik dacht dat ik honger had, maar dat broodje, dat heb ik met tegenzin weggewerkt. De koffie smaakt mij ook niet. En neen, ik ben niet ziek.
Ik lijk het maar niet te leren. Alles wat buiten mijn gewoonlijke trainingen valt, alles wat ‘anders’ is dan mijn gebruikelijke looprondje, daar krijg ik de zenuwen van. Ik mag er niet aan denken mocht de ‘druk’ van het presteren er wel zijn. Ik zou zot worden denk ik. En zeggen dat ik vroeger zelfs bijna niet nerveus was voor een examen. Of toch niet in de mate dat ik het nu ben om begot 10 kilometer te gaan lopen. 10 kilometer zeg, wat is dat nu? Dat is toch niet de eerste keer dat ik een 10 kilometer ga lopen? En zelfs als mijn scheenbenen lastig doen, dan ga ik toch stappen?
Ik heb zelfs de aankomstlijst van vorig jaar gecheckt. Aja. De laatst binnengekomene staat op 1u49. 1u49! Dat moet ik zeker ook kunnen, zelfs als ik stukken stap. What’s the pressure dan? Ik snapput niet, ik snap mezelf niet.
Maar bon ja, wat moet, moet natuurlijk. Dus wij weg naar Nivelles. Alwaar ik nog een paar pogingen ondernomen heb eronderuit te geraken. Halfslachtige pogingen, want ik denk niet dat ik blij zou geweest zijn met een mezelf die niet zou meegedaan hebben. Dus ja, de start was daar – allez ja, tegen de tijd dat ik eindelijk kon starten wegens zoveel volk in de smalle straat was de eerste al meer dan een kilometer verder denk ik, maar goed… 10 kilometer, ik stond ervoor, ik ging ervoor. Zoiets.
En ik geef toe… eens ik in mijn hoofd gestoken had dat ik zou lopen en dat ik wou lopen, ging het best wel. De eerste 4 kilometer liepen echt wel meer dan ok. Net iets trager dan mijn beste tempo op een vlak parcours, dus ik was echt wel goed bezig. Zelfs bergop bleef ik lopen. Want na een bergop komt er weer een bergaf. En alweer een bergop. Om maar te zeggen dat het parcours nogal glooiend was. En net als je denkt: dit gaat keihard lukken, waren ze daar. De scheenbenen. Pijn! Teveel pijn om te blijven lopen, dus het werd toch stappen. Ik had er serieus de pest over in, maar ik had gewoon geen andere keuze. Gelukkig waren we net aan de helling van de Golf – nu ja, helling, het gaat daar toch serieus omhoog – en stapten er daar wel meer mensen. Dat daar dan Nederlanders staan die denken dat het grappig is om ‘pappie loop toch niet zo snel’ keihard te gaan draaien… shame on you mannen! Ik heb het hen ook gezegd trouwens. Ze hadden blijkbaar niet direct een Vlaamse verwacht, daar op die Waalse jogging. Ha!
Eens boven stond er een meneer die zei dat het nog 200 meter tot aan de drankenstand was. Een slok water ja, die zou mij wel goed doen. Eh… water? Welk water? Alle water was gewoon op! Op! Nog nooit meegemaakt dit! Mentaal is het ook wel even een opdoffer, want ik was zo ingesteld op een slok water na die eerste 5 kilometer, dat mijn lichaam ook vond dat het dat water nodig had. En dan kunnen de mensen wel zeggen van “desolé, c’est pas notre faute’… ja nu, daar heb ik dus geen water mee hé. Daar dus efkes van mijn tak gemaakt – niet goed voor mijn hart, en mijn hartslag zat al zo hoog – en uit colère terug beginnen lopen. Maar de veer was een beetje gebroken vrees ik. Dat niet kunnen drinken zat zo hard in mijn hoofd, dat het echt niet meer ging. Maar het moest, ik moest ook aan de aankomst geraken natuurlijk.
Na 8 kilometer kwam een vriend mij tegemoet gelopen met de woorden “de slavendrijver is hier”. Ik heb dat weggelachen, nog niet wetende hoe waar zijn woorden nog zouden worden. In ieder geval, daar waar ik zinnens was om een beetje te gaan stappen, kon dat nu natuurlijk niet meer. Lopen werd het, en zo haalden we dan toch nog enkele andere lopers in. Nog 2 heuvelTJES, en de aankomst wachtte. Heuveltjes. De eerste ging nog tot iets over halfweg, en dan was mijn pijp uit. Stappen dus. Dan weer een stukje lopen, straat oversteken, en dan stond nog de zwaarste helling te wachten. Dat was echt een soort van ‘doom mountain’, toen ik daar voor stond. “Kleine pasjes lopen, blijven lopen, blijven ademen”. Ja nu… slavendrijver! (hier heb je het al!) Ik was nog niet gerecupereerd van de vorige helling, ik denk overigens ook niet dat er nog veel recuperatie in zat, dus ik kreeg gewoon geen lucht genoeg om te blijven lopen. Blijven ademen zei hij ook nog… een vis op het droge, daar zeg je dat toch ook niet tegen? Echt waar, ik kon niet meer. Ik was dooohoood! Maar dan ook dood! En dus ging ik – sorry “coach” – over tot stappen, ondanks de herhaaldelijke aanmoedingen. Het ging écht niet meer!
Toen hij daarna zei dat de aankomst om het hoekje lag, wou ik het eerst nog niet geloven. Maar ze lag er echt. En dat ik nog een sprintje moest trekken, “want ze kwamen dichterbij”, achter mij. Het kon mij eerlijk gezegd niet meer schelen. Ik was er, dat was wat telde!
Nu, ik was vooraf, gezien de problemen met mijn scheenbenen, uitgegaan van 1u40. Het werd 1u23 (op mijn horloge, officiële tijd ligt hoger maar ik stond achteraan bij de start, dus ik neem mijn eigen tijd als referentie 😉 ). Ik ben best wel content. Het parcours was vrij zwaar, en ik ben er toch in geslaagd om enkele hellingen op te lopen. Dat is winst. En wat ook winst is, is dat ik gewoon durf mee te doen met de rest in plaats van met de wandelaars mee te starten.
Nu nog leren bergop lopen. Ik vermoed dat wat kilootjes minder mij daar ook zouden bij helpen. Dus tsja… zo’n taartje, dat is wel lekker, maar vanaf nu ga ik er toch proberen neen tegen te zeggen. Die boodschap van op dat taartendoosje (ik weet trouwens wel uit welke hoek die komt 😀 ), die is in ieder geval aangekomen. 😉
Streng, voor jezelf en van die slavendrijver. Maar toch maar weer mooi gedaan niet?
LikeLike
Mwoah, streng… valt wel mee. Maar ik ben content, echt! 🙂
LikeLike
Dan was het terecht, dat streng zijn :)à
LikeLike
Straftraining? Ik moet vaak glimlachen bij je verslagjes van het lopen. Je doet het toch maar mooi, hé. Zeker dat je anderen inspireert om ook te gaan lopen.
LikeLike
Ik heb fijne vriendjes, die dergelijke grapjes verzinnen. 😀
Maar ik doe het inderdaad wel. Niet eens tegen mijn zin, dat is nog het mooiste eigenlijk. 🙂
LikeGeliked door 1 persoon
Pingback: Challenge BW: Jauche | My thoughts are like butterflies