11 november. Een dag vrij. Niet zomaar een dag vrij. Een dag vrij omdat daar ooit mensen heel hard voor gevochten hebben. Toch wel iets om even, en iets langer dan even, bij stil te staan. Daarom, toepasselijk voor vandaag: “In Flanders Fields”, voorgelezen door (de net overleden) Leonard Cohen …
Evengoed hebben we wel een dag vrij. Een dag die ik ook kan gedenken op de fiets. Ik had dus ook zo kunnen beginnen: (bedenk hier een soort van Herbert-Flack achtige stem bij): op een zonnige 11 november stonden 3 dappere dames met hun stalen ros klaar om een heroïsche fietstocht aan te vangen. Waar reden ze naartoe? Hoe lang zouden ze rijden? Het lag allemaal nog open. Maar dat het een gedenkwaardige tocht zou worden, dat stond al vast.
Evenwel, het ging net iets anders. Het startte met de wekker vanochtend. En de geweldige snooze-functie die ik 3 keer indrukte. Kwestie van lijf en leden niet te bruusk uit het warme bed te halen. Maar uiteindelijk moesten ze toch. Hoorde ik het ene been tegen het andere been, toen ik even mijn joggingbroek aantrok: “hey, we hebben een dag vrij vandaag. Een hele dag van relaxen en rondhangen.” Het andere been blij: “Oh wauw zeg, dat hebben wij weleens verdiend ja!”
Echter, mijn brein kwam roet in het eten strooien: “hola, niet teveel in rusttoestand gaan hoor benen, want straks wordt er wel een ritje gedaan.” Waarop de benen weer, dit keer zowat in koor: “waaaat? Een ritje? Serieus? Menens? Met dit weer? Het heeft geregend gisterenavond, het is vast glad onderweg. En het is ook stervenskoud momenteel. Wij gaan echt niet rijden hoor. Vraag het maar aan de tenen, die waren er vorige keer bijna afgevroren!” Enig gepiep in de onderste regionen bevestigden dit: “ja, dat is waar, wij hebben het steenkoud gehad toen!”
Dat mijn benen en mijn tenen niet te veel te pruttelen hebben, moge wel duidelijk zijn. Want iets voor 10u sprong ik mijn fiets op om richting vertrekpunt te fietsen. Evengoed niet zonder protest van de benen: “hey hey, doe een beetje rustig aan ja, wij zijn nog niet lang wakker, het is koud, het hoeft echt nog niet zo snel”.
O gut… zou het zo’n dag worden ja? Zouden ze echt niet meewillen, die benen? Ik had er nochtans wel zin in, en zelfs het zonnetje deed haar best om wat door de wolken te breken.
De eerste kilometertjes fietsten goed weg. Ik besloot het kopwerk voor mijn rekening te nemen, zodat de 2 andere dames in mijn wiel konden fietsen. Goed 10 kilometer verder was ik eigenlijk al moe. “Zie je wel dat je niet had moeten fietsen” riepen de benen. Puh! Ik zou ze eens wat laten zien ja. Evenwel, vanaf dat punt hadden we, langs het kanaal, serieus de wind op kop. Veel wind op kop. Het was serieus stoempen om tegen de wind op te boksen. Eenmaal de brug in Tisselt over, werd het eigenlijk nog lastiger. Lastiger, omdat we nu niet de bescherming van de bomen hadden, maar frontaal de wind die ook nog eens van over het water kwam. Duwen, en doorfietsen. En buiten adem geraken. Als ijkpunt had ik de volgende brug in mijn vizier. Eenmaal daar zou het vast wel beter gaan. De benen geloofden er niks van: “jaja, blijf maar duwen, blijf maar stoempen, wij willen eigenlijk niet meer.” Onnozel onderdanen! Tuurlijk konden ze nog wel! Ze moesten ook wel, ze hadden geen andere keuze. Maar ze hadden wel gelijk. De tegenwind hield nog even aan, toch zolang we langs het kanaal fietsen. Ook toen we de volgende brug weer overgingen.
Daarna kwam er een klein rustmomentje. Wat wilden we? Nog een stuk verder, of gingen we voor goed 2 uurtjes fietsen en dan wat drinken? “Jaja, laat ons maar iets gaan drinken”, jubelden de benen! Hehe… ze vergaten dat ze dan eerst nog een kilometertje of 20 moesten fietsen.
1 van de fietsmadammen zei mij “dat het bij jou precies toch gemakkelijk gaat”. Mijn benen die dachten daar duidelijk anders over: “Gemakkelijk? Gemakkelijk? Jij weet niet wat zij ons aandoet zeker? Wij hadden in de zetel kunnen zitten vandaag. Maar neen, we gaan wat tegenwind trappen. En we gaan ook nog eens de kop trekken. ’t Is proper. Zij kan zeggen en denken wat ze wilt, maar wij moeten dat hier wel weer doen hé!”
Maar vanaf dan ging het wel weer beter. We hadden de tegenwind achter de rug (bijna letterlijk), en het fietsen ging weer wat makkelijker. Met momenten reden we zelfs 27 à 28km/u, en dat reed best lekker. En wat is er heerlijker dan op een dijk rijden, langs het water, en niets anders horen dan de banden die over het asfalt zoeven. Fantastisch gevoel is dat, dat is écht heel fijn fietsen!
Op dat elan gingen we door. OK goed, de laatste 5 kilometer ‘kakten’ we misschien wel in, maar hey… wij hebben dat wel keigoed gedaan met ons 3! Dikke merci Hilde en Annie, ook voor de afsluiter “op café”. 🙂
De benen krijgen nog wel even het laatste woord: “verdorie, ander been, dat hebben wij weer keigoed gefietst hé! Wij zijn een topteam!”
“Als je dat maar weet, co-been. We zijn goed bezig, op naar het volgende ritje!”
En het brein… dat zwijgt in alle talen over het looprondje van morgen…
Straffe rit !! Sterk, van dat benenteam !! 🙂
LikeGeliked door 1 persoon
Mooi! Bedankt! De Menenpoort heeft een speciaal plaatsje in mijn hart. Cohen ook. Onzen Bompa heeft er ooit nog als gastklaroenist voor één of andere gelegenheid The Last Post geblazen, waarschijnlijk omdat de familie uit Canada op bezoek was. Ik herinner het mij niet helemaal meer, maar dat het mooi was herinner ik mij nog wel. Least we forget! Dat gaan we niet. Niet als het van ons en van mensen zoals jij afhangt. En van alle blogs die ik volg ben ik altijd blij dat ik jou lees. Je bent een prachtig mens. Daar iets aan toevoegen zou onzin zijn (buiten: hoe zit het met die klikpedalen?) 🙂
LikeLike
Moh… wat een geweldig schoon compliment, daar word ik oprecht blij van! 🙂
(de klikpedalen staan er nog altijd niet op trouwens…. )
LikeLike
Dat warme bed… Ik wil ook blijven liggen zodra het buiten koud is. Knap gefietst. Volgens mij is dat snel gefietst.
LikeLike