“Neem anders een appel”, hoorde ik mezelf gisterenochtend tegen een collega zeggen. Die collega, die had zin in een koffiekoek. Jeps, die verkopen ze bij ons op kantoor ’s ochtends. Ze zijn ook altijd megasnel uitverkocht Er staat trouwens ook altijd fruit – wat appeltjes, peren, nectarines, en als je geluk hebt een banaan.
Feit is: ik meende eigenlijk wel wat ik zei. Want ik weet intussen – proefondervindelijk ondervonden zeg maar – hoeveel deugd een appel aan je lichaam doet. Niet alleen een appel trouwens.
Alleen al dat ik dat zei, en dat ik dat ook meende, zette mij aan het denken. Want wat ben ik zelf veranderd in goed 2 jaar tijd! Wat een evolutie is dat al geweest tot hiertoe.
Daarstraks vroeg iemand het mij nog: “at jij dan vroeger zoveel?” Ik ging ook hierover nadenken (jaja, ik heb wat nagedacht vandaag 😉 ) en neen… ik at niet zoveel, denk ik. Maar ik at wel de verkeerde dingen. Lasagne met een stukje stokbrood erbij is inderdaad megalekker, maar dan moet je diezelfde dag bijvoorbeeld niet ook nog eens boterhammen met kaas gaan eten. Dat weet ik nu, want dat heb ik geleerd. Ook proefondervindelijk, inderdaad. 🙂
En dat leren, dat is een ongoing proces. Want ik leer nog alle dagen bij. Met vallen en opstaan. Enige maanden terug zag ik nog heil in fruit eten. In heelder fruitdagen eigenlijk. Niets dan fruit. Om vervolgens niets dan fruit en groenten te eten. Intussen wéét ik dat dat ook niet gezond is, dat dat ook weer te extreem is. Maar dat moest ik dan even ondervinden. Proefondervindelijk. Want anders geloof ik het niet.
Hetzelfde met dat ontbijt. Er werd verteld dat yoghurt met een stuk fruit en havermout een geweldig ontbijt is. Voedzaam en gezond. Maar ik had het wat moeilijk met afscheid nemen van mijn geliefde boterhammen met kaas. En zou ik wel genoeg hebben met zo’n kommetje yoghurt? Ik gaf mezelf dus een week. Een week om eraan te wennen, een week om te zien of ik eraan zou kunnen wennen. Om na die week te beslissen dat ik niets anders meer wou. Want inderdaad: ik had geen suikerdipjes meer in de voormiddag, dus hoefde ik niet meer op zoek naar iets lekkers (lees: iets met suiker) om te eten. Zelfs geen granenbiscuits ofzo. De spreekwoordelijke uitzondering daargelaten.
Lunch dan. Ik keek vroeger wat raar naar de dames en heren die een bord met groenten vulden, en dat met een stukje kip ofzo combineerden. Het zal wel, dat ze daarna geen honger hadden in de namiddag! Ik zou dan vast al om 15u aan de snoepkast staan, want die groenten, dat vliegt er toch door! Of hoe ik mezelf vanalles kon wijsmaken.
Intussen weet ik ook hier wel beter, want ik eet al enkele maanden elke middag een goed gevuld bord met rauwkost, en daarbij wat tonijn, of surimi, of wat er voorhanden is. Kan evengoed mozzarella zijn, of wat kip. Heb ik honger om 15u? Nope! Verre van. Het gaat zelfs zo ver, dat ik mezelf om 16u moet verplichten om een stuk fruit te eten. Want zelfs om 16u heb ik nog totaal geen hongergevoel. Dus ja, ook hier: proefondervindelijk ondervond ik dat anders eten zeker niet slechter was.
Integendeel! Dit proces van maanden – het ging heus niet van de ene op de andere dag allemaal goed, en soms struikel ik nog weleens – maakt toch dat ik nu zichtbaar een aantal voordelen aan dat gezond eten zie.
Ik ben niet alleen kilo’s lichter (heeeeeel veel kilo’s lichter), ik voel me gewoon ook veel beter. Wat dan het verschil is? Simpel: af en toe schuif ik nog weleens uit. En ja, dan eet ik dingen die ik vroeger at. Koffiekoeken als ontbijt, en ’s middags een broodje ‘gezond’, om vervolgens ’s avonds voor frietjes van de frituur te gaan. Het gevolg? Ik voel mij dan niet zo lekker. Eerder futloos. Wat raar is, vind ik. Die staat van futloosheid duurt net zolang tot de vettigheid weer uit mijn lijf is. Maar af en toe doe ik het dus wel, al weet ik dat het niet goed is. Geen idee ook niet waarom ik het dan doe, maar bon ja… een mens zit nu eenmaal raar in elkaar zeker? Of is het gewoon af en toe een gebrek aan karakter? Ik weet het niet. Zolang ik daarachter weer vanzelf naar gezonde dingen grijp, is er voor mij ook niets aan de hand.
En neen, ik ben geen heilige. Ook geen gezondheidsgoeroe. Ik eet best nog wel een koekje, maar dan 1 kleintje, of 2. Bij de koffie. En als er mij een stukje taart aangeboden wordt, zal ik ook niet weigeren, maar het met veel smaak opeten. Maar ik ga dan wel ergens iets compenseren. Want compenseren, dat is dus eigenlijk wat ik geleerd heb, ook zo al doende.
Overigens: water drinken is ook heel erg gezond. Maar die gezonde waterreflex heb ik nog niet zo goed onder de knie. Ik zei het al, het is met vallen en opstaan, met heel veel geduld, en op lange termijn. Dus ja, dat water drinken… daar hebben we het nog weleens een andere keer over! 😉
Bij ons waren er pruimen deze morgen op kantoor. Van mijn collega haar pruimenboom (ja van haar appelboom zou pas écht een mirakel zijn geweest). Ik heb er 4 gegeten, dat is voor mij eigenlijk een hele jaarvoorraad aan pruimen. Ik ga dat dit weekend compenseren!!!! Of heb ik het weer niet goed begrepen?
LikeLike
Hahaha… dat heb je best wel, je verdraait het alleen weer op zijn pipsesippi’s! 😀 😛
LikeLike
Best wel raar eerst denk je dat het niet gaat lukken om zoveel eet gewoontes te veranderen en eens het wel lukt lust je veel niet meer van die vette voeding,Heel goed bezig!
LikeLike